← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 94/2017 van 13 juli 2017 Rolnummer 6548 In zake : de prejudiciële
vraag over artikel 21, § 3, van de wet van 13 juni 1966 betreffende de rust- en overlevingspensioenen
voor arbeiders, bedienden, zeevarenden onde Het
Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de recht(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 94/2017 van 13 juli 2017 Rolnummer 6548 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 21, § 3, van de wet van 13 juni 1966 betreffende de rust- en overlevingspensioenen voor arbeiders, bedienden, zeevarenden onde Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de recht(...) | Extrait de l'arrêt n° 94/2017 du 13 juillet 2017 Numéro du rôle : 6548 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 21, § 3, de la loi du 13 juin 1966 relative à la pension de retraite et de survie des ouvriers, des employés La Cour constitutionnelle, composée des présidents E. De Groot et J. Spreutels, et des juges L. (...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 94/2017 van 13 juli 2017 | Extrait de l'arrêt n° 94/2017 du 13 juillet 2017 |
Rolnummer 6548 | Numéro du rôle : 6548 |
In zake : de prejudiciële vraag over artikel 21, § 3, van de wet van | En cause : la question préjudicielle concernant l'article 21, § 3, de |
13 juni 1966 betreffende de rust- en overlevingspensioenen voor | la loi du 13 juin 1966 relative à la pension de retraite et de survie |
arbeiders, bedienden, zeevarenden onder Belgische vlag, mijnwerkers en | des ouvriers, des employés, des marins naviguant sous pavillon belge, |
des ouvriers mineurs et des assurés libres, avant sa modification par | |
vrijwillig verzekerden, vóór de wijziging ervan bij de wet van 27 | la loi du 27 décembre 2005, posée par la Cour du travail de Liège, |
december 2005, gesteld door het Arbeidshof te Luik, afdeling Luik. | division Liège. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de | composée des présidents E. De Groot et J. Spreutels, et des juges L. |
rechters L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. | Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. |
Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. | Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée |
Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, | du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président E. De Groot, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij arrest van 21 november 2016 in zake Beate Pütz tegen de Federale | Par arrêt du 21 novembre 2016 en cause de Beate Pütz contre le Service |
Pensioendienst, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is | fédéral des Pensions, dont l'expédition est parvenue au greffe de la |
ingekomen op 25 november 2016, heeft het Arbeidshof te Luik, afdeling | Cour le 25 novembre 2016, la Cour du travail de Liège, division Liège, |
Luik, de volgende prejudiciële vraag gesteld : | a posé la question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 21, § 3, van de wet van 13 juni 1966 betreffende de | « L'article 21, § 3, de la loi du 13 juin 1966 relative à la pension |
rust- en overlevingspensioenen voor arbeiders, bedienden, zeevarenden | de retraite et de survie des ouvriers, des employés, des marins |
onder Belgische vlag, mijnwerkers en vrijwillig verzekerden, vóór de | naviguant sous pavillon belge, des ouvriers mineurs et des assurés |
wijziging ervan bij de wet van 27 december 2005 houdende diverse | libres, avant sa modification par la loi du 27 décembre 2005 portant |
bepalingen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het | des dispositions diverses, viole-t-il les articles 10 et 11 de la |
bepaalt dat de terugvordering van de prestatie verjaart door verloop | Constitution en ce qu'il dispose que l'action en répétition de la |
van vijf jaar, ook wanneer de ten onrechte verrichte betaling zonder | prestation se prescrit par cinq ans, même lorsque le paiement indu a |
bedrog, opzet of bedrieglijke handelingen van de betrokken personen is | été effectué sans fraude, dol ou manoeuvres frauduleuses des |
geschied, terwijl krachtens artikel 30, § 1, van de wet van 29 juni | intéressés, alors qu'en vertu de l'article 30, § 1er, de la loi du 29 |
1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor | juin 1981 établissant les principes généraux de la sécurité sociale |
werknemers de terugvordering van de onder dezelfde omstandigheden ten | des travailleurs salariés, la répétition des prestations sociales |
onrechte betaalde sociale prestaties verjaart na drie jaar, te rekenen | versées indûment dans les mêmes circonstances se prescrit par trois |
vanaf de datum waarop de uitbetaling is geschied ? | ans à compter de la date à laquelle le paiement a été effectué ? |
of, om dezelfde vraag anders te formuleren, | ou, en formulant la même question autrement, |
Schendt artikel 21, § 3, van de wet van 13 juni 1966 betreffende de | L'article 21, § 3, de la loi du 13 juin 1966 relative à la pension de |
rust- en overlevingspensioenen voor arbeiders, bedienden, zeevarenden | retraite et de survie des ouvriers, des employés, des marins naviguant |
onder Belgische vlag, mijnwerkers en vrijwillig verzekerden, vóór de | sous pavillon belge, des ouvriers mineurs et des assurés libres, avant |
wijziging ervan bij de wet van 27 december 2005 houdende diverse | sa modification par la loi du 27 décembre 2005 portant des |
bepalingen, doordat het een discriminatie tussen sociaal verzekerden | dispositions diverses, en ce qu'il établit une discrimination entre |
in het leven roept naar gelang van het stelsel waaronder zij de | les assurés sociaux selon le régime en vertu duquel ils bénéficient |
sociale prestaties genieten, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in | des prestations sociales, viole-t-il les articles 10 et 11 de la |
zoverre het, in tegenstelling tot artikel 30 van de wet van 29 juni | Constitution en ce que, contrairement à l'article 30 de la loi du 29 |
1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor | juin 1981 établissant les principes généraux de la sécurité sociale |
werknemers, voor te goeder trouw handelende sociaal verzekerden (bij | des travailleurs salariés, cette disposition fixe la prescription à |
ontstentenis van een fout van de overheid) de verjaring op vijf jaar | cinq ans au lieu de trois ans, pour les assurés sociaux de bonne foi |
in plaats van drie jaar vaststelt ? ». | (en l'absence d'une faute des pouvoirs publics) ? ». |
Aangezien de verwijzingsbeslissing in het Duits is gesteld, heeft het | La décision de renvoi étant rédigée en allemand, la Cour, par |
Hof bij beschikking van 7 december 2016 overeenkomstig artikel 63, § | ordonnance du 7 décembre 2016, a décidé, conformément à l'article 63, |
2, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof | § 2, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour |
beslist dat het onderzoek van de zaak in het Nederlands wordt gevoerd. | constitutionnelle, que l'instruction de l'affaire serait faite en néerlandais. |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. De verwijzende rechter wenst te vernemen of artikel 21, § 3, van | B.1. Le juge a quo demande si l'article 21, § 3, de la loi du 13 juin |
de wet van 13 juni 1966 betreffende de rust- en overlevingspensioenen | 1966 relative à la pension de retraite et de survie des ouvriers, des |
voor arbeiders, bedienden, zeevarenden onder Belgische vlag, | employés, des marins naviguant sous pavillon belge, des ouvriers |
mijnwerkers en vrijwillig verzekerden, vóór de wijziging ervan bij | mineurs et des assurés libres, tel qu'il était applicable avant sa |
artikel 60 van de wet van 27 december 2005 houdende diverse | modification par l'article 60 de la loi du 27 décembre 2005 portant |
bepalingen, bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, | des dispositions diverses, est compatible avec les articles 10 et 11 |
in zoverre het voorziet in een verjaringstermijn van vijf jaar voor de | de la Constitution en ce qu'il prévoit un délai de prescription de |
terugvordering van de sommen die ten onrechte werden uitbetaald wegens | cinq ans pour le recouvrement des sommes payées indûment par suite de |
het niet afleggen van een verklaring waartoe de begunstigde gehouden | l'abstention du débiteur de produire une déclaration qu'il est tenu de |
is, terwijl artikel 30, § 1, van de wet van 29 juni 1981 houdende de | faire, alors que l'article 30, § 1er, de la loi du 29 juin 1981 |
algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers in dat | établissant les principes généraux de la sécurité sociale des |
geval voorziet in een verjaringstermijn van drie jaar. | travailleurs salariés prévoit, en pareil cas, un délai de prescription |
B.2. Artikel 30, § 1, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene | de trois ans. B.2. L'article 30, § 1er, de la loi du 29 juin 1981 établissant les |
beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers bepaalt : « De terugvordering van de ten onrechte betaalde sociale prestaties verjaart na drie jaar, te rekenen vanaf de datum waarop de uitbetaling is geschied. De in het eerste lid voorgeschreven termijn wordt teruggebracht tot zes maanden indien de betaling enkel het gevolg is van een vergissing van de instelling of de dienst, waarvan de betrokkene zich normaal geen rekenschap kon geven. De in het eerste lid voorgeschreven termijn wordt verlengd tot vijf jaar indien ten onrechte werd betaald in geval van bedrog, arglist of | principes généraux de la sécurité sociale des travailleurs salariés dispose : « La répétition des prestations sociales versées indûment se prescrit par trois ans à compter de la date à laquelle le paiement a été effectué. Le délai prévu à l'alinéa 1er est ramené à six mois lorsque le paiement résulte uniquement d'une erreur de l'organisme ou du service, dont l'intéressé ne pouvait normalement se rendre compte. Le délai prévu à l'alinéa 1er est porté à cinq ans lorsque le paiement indu a été effectué en cas de fraude, de dol ou de manoeuvres |
bedrieglijke handelingen van de betrokkene ». | frauduleuses de l'intéressé ». |
Die bepaling is evenwel nooit in werking getreden. | Cette disposition n'est toutefois jamais entrée en vigueur. |
B.3.1. De Ministerraad en de Federale Pensioendienst, geïntimeerde | B.3.1. Le Conseil des ministres et le Service fédéral des Pensions, |
voor de verwijzende rechter, voeren aan dat het antwoord op de | intimé devant le juge a quo, font valoir que la réponse à la question |
prejudiciële vraag niet dienstig is voor de oplossing van het | préjudicielle n'est pas utile à la solution du litige au fond, étant |
bodemgeschil, aangezien artikel 30, § 1, van de wet van 29 juni 1981 | donné que l'article 30, § 1er, de la loi du 29 juin 1981 n'est jamais |
nooit in werking is getreden. | entré en vigueur. |
B.3.2. Het staat in beginsel aan de rechter die de prejudiciële vraag | B.3.2. C'est en principe au juge qui pose la question préjudicielle |
stelt, na te gaan of het antwoord op de vraag dienend is om het hem | qu'il appartient de vérifier si la réponse à la question est utile |
voorgelegde geschil te beslechten. Slechts wanneer dit klaarblijkelijk | pour trancher le litige qui lui est soumis. Ce n'est que lorsque tel |
niet het geval is, vermag het Hof te beslissen dat de vraag geen | n'est manifestement pas le cas que la Cour peut décider que la |
antwoord behoeft. | question n'appelle pas de réponse. |
Uit de motivering van de prejudiciële vraag blijkt dat de verwijzende | Il ressort des motifs de la question préjudicielle que le juge a quo a |
rechter heeft vastgesteld dat rust- en overlevingspensioenen als | constaté qu'en vertu des articles 10 et 21, § 1er, 3°, de la loi du 29 |
sociale prestaties moeten worden beschouwd in de zin van de wet van 29 | juin 1981, les pensions de retraite et de survie doivent être |
juni 1981, krachtens de artikelen 10 en 21, § 1, 3°, ervan. Indien het | considérées comme des prestations sociales au sens de cette même loi. |
Hof de prejudiciële vraag bevestigend beantwoordt, zou de verwijzende | Si la Cour devait répondre par l'affirmative à la question |
rechter ertoe zijn gehouden de toepassing van de in het geding zijnde | préjudicielle, le juge a quo serait tenu d'écarter l'application de la |
bepaling te weren. Bijgevolg kan niet staande worden gehouden dat het | disposition en cause. Il ne saurait dès lors être soutenu que la |
antwoord op de prejudiciële vraag klaarblijkelijk niet dienend is voor | réponse à la question préjudicielle n'est manifestement pas utile pour |
de oplossing van het voor hem hangende geschil. | trancher le litige pendant devant lui. |
De exceptie wordt verworpen. | L'exception est rejetée. |
B.4. Artikel 21, § 3, van de wet van 13 juni 1966 betreffende de rust- | B.4. L'article 21, § 3, de la loi du 13 juin 1966 relative à la |
en overlevingspensioenen voor arbeiders, bedienden, zeevarenden onder | pension de retraite et de survie des ouvriers, des employés, des |
Belgische vlag, mijnwerkers en vrijwillig verzekerden, vóór de | marins naviguant sous pavillon belge, des ouvriers mineurs et des |
assurés libres, tel qu'il était applicable avant sa modification par | |
wijziging ervan bij de wet van 27 december 2005 houdende diverse | la loi du 27 décembre 2005 portant des dispositions diverses, |
bepalingen, bepaalde : | disposait : |
« De terugvordering van de ten onrechte uitbetaalde prestaties verjaart door verloop van zes maanden te rekenen vanaf de datum waarop de uitbetaling is gebeurd. Wanneer de onverschuldigde uitbetaling haar oorsprong vindt in de toekenning of de verhoging van een buitenlands voordeel of van een voordeel in een andere regeling dan deze bedoeld in § 1, verjaart de terugvordering door verloop van zes maanden te rekenen vanaf de datum van de beslissing die de voornoemde voordelen toekent of verhoogt. De in het eerste en in het tweede lid vastgestelde termijn wordt op vijf jaar gebracht, wanneer de onverschuldigde sommen werden verkregen door bedrieglijke handelingen of door valse of welbewust onvolledige verklaringen. Dit geldt eveneens ten aanzien van de sommen die ten onrechte werden uitbetaald wegens het niet afleggen, door de schuldenaar, van een verklaring die is voorgeschreven door een wets- of verordenende bepaling of die volgt uit een vroeger aangegane verbintenis. | « L'action en répétition de prestations payées indûment se prescrit par six mois à compter de la date à laquelle le paiement a été effectué. Lorsque le paiement indu trouve son origine dans l'octroi ou la majoration d'un avantage accordé par un pays étranger ou d'un avantage dans un autre régime que celui visé au § 1er, l'action en répétition se prescrit par six mois à compter de la date de la décision octroyant ou majorant les avantages précités. Le délai fixé aux alinéas 1er et 2 est porté à cinq ans lorsque les sommes indues ont été obtenues par des manoeuvres frauduleuses ou par des déclarations fausses ou sciemment incomplètes. Il en est de même en ce qui concerne les sommes payées indûment par suite de l'abstention du débiteur de produire une déclaration prescrite par une disposition légale ou réglementaire ou résultant d'un engagement souscrit antérieurement. |
[...] ». | [...] ». |
De prejudiciële vraag heeft alleen betrekking op de laatste zin van | La question préjudicielle porte uniquement sur la dernière phrase de |
het derde lid van artikel 21, § 3. Het Hof beperkt zijn onderzoek tot | l'article 21, § 3, alinéa 3. La Cour limite son examen à cette |
die bepaling. | disposition. |
B.5.1. In de oorspronkelijke tekst van de wet van 13 juni 1966 had de | B.5.1. Dans le texte initial de la loi du 13 juin 1966, le législateur |
wetgever bepaald dat de onterecht uitgekeerde prestaties niet konden | avait prévu que l'indu ne pourrait être récupéré après l'écoulement |
worden teruggevorderd na het verstrijken van een uniforme | d'une prescription uniforme de deux ans; de cette manière, il a mis |
verjaringstermijn van twee jaar; op die manier maakte hij een einde | fin à la prescription trentenaire qui était applicable auparavant. |
aan de dertigjarige verjaring die voordien van toepassing was. | |
B.5.2. Bij de wet van 5 juni 1970 had de wetgever die termijn op vijf | B.5.2. Par la loi du 5 juin 1970, le législateur a porté ce délai à |
jaar gebracht « wanneer de onverschuldigde uitbetaling veroorzaakt is | cinq ans « lorsque le paiement indu résulte de dol ou de fraude dans |
door arglist of bedrog vanwege de schuldenaar ». | le chef du débiteur ». |
B.5.3. Bij de wet van 27 december 1973 is de principiële termijn van de vordering tot terugbetaling van onverschuldigde bedragen teruggebracht tot zes maanden wanneer er geen sprake is van arglist of bedrog vanwege de schuldenaar. B.5.4. In die verschillende wetgevingen werd bijgevolg, met betrekking tot de verjaringstermijn die op de terugbetaling van onverschuldigde bedragen van toepassing is, een onderscheid gemaakt tussen de begunstigden van ten onrechte uitbetaalde pensioenen naargelang die die bedragen al dan niet door arglist of bedrog ten onrechte hadden verkregen. B.6. De in het bodemgeschil van toepassing zijnde regeling werd ingevoerd bij artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 205 van 29 augustus 1983 tot wijziging van de wetgeving betreffende de pensioenen van de sociale sector. Bij die bepaling wordt de verjaringstermijn op vijf jaar gebracht, niet alleen ten aanzien van de personen die onverschuldigde betalingen hebben verkregen « door bedrieglijke handelingen of door valse of | B.5.3. Par la loi du 27 décembre 1973, le délai de principe de l'action en répétition de l'indu a été réduit à six mois lorsqu'il n'y a ni dol ni fraude du débiteur. B.5.4. Ces différentes législations opéraient dès lors une distinction, en ce qui concerne le délai de prescription applicable à la répétition de l'indu, entre les bénéficiaires de pensions indues selon que ceux-ci avaient perçu indûment ces sommes en raison ou non d'un dol ou d'une fraude de leur part. B.6. Le régime applicable dans le litige a quo a été introduit par l'article 3 de l'arrêté royal n° 205 du 29 août 1983 modifiant la législation relative aux pensions du secteur social. Cette disposition porte à cinq ans le délai de prescription non seulement à l'égard des personnes qui ont obtenu des paiements indus « par des manoeuvres frauduleuses ou par des déclarations fausses ou |
welbewust onvolledige verklaringen » (artikel 21, § 3, derde lid, | sciemment incomplètes » (article 21, § 3, alinéa 3, première phrase, |
eerste zin, van de wet van 13 juni 1966), maar ook ten aanzien van | de la loi du 13 juin 1966), mais aussi à l'égard de ceux qui ont |
diegenen die onverschuldigde bedragen hebben verkregen « wegens het | obtenu des sommes indues « par suite de l'abstention du débiteur de |
niet afleggen, door de schuldenaar, van een verklaring die is | |
voorgeschreven door een wets- of verordenende bepaling of die volgt | produire une déclaration prescrite par une disposition légale ou |
uit een vroeger aangegane verbintenis » (in het geding zijnde artikel | réglementaire ou résultant d'un engagement souscrit antérieurement » |
21, § 3, derde lid, tweede zin, van de wet van 13 juni 1966). Het niet | (article 21, § 3, alinéa 3, seconde phrase, en cause, de la loi du 13 |
afleggen van een verklaring wordt voortaan gelijkgesteld met | juin 1966). Pareille abstention de déclaration est désormais assimilée |
bedrieglijke handelingen of valse of welbewust onvolledige | à des manoeuvres frauduleuses ou des déclarations fausses ou sciemment |
verklaringen. | incomplètes. |
B.7. Bij artikel 60 van de wet van 27 december 2005 houdende diverse | B.7. L'article 60 de la loi du 27 décembre 2005 portant des |
bepalingen is die vijfjarige termijn verkort tot drie jaar met het | dispositions diverses a ramené ce délai de cinq ans à trois ans, dans |
vooruitzicht op de afschaffing van de verplichte aangifte van een | la perspective de supprimer l'obligation de déclaration d'une activité |
beroepsbezigheid of het genot van een sociale uitkering ingevolge de | professionnelle ou le bénéfice d'une prestation sociale, compte tenu |
automatisering van de controle (Parl. St., Kamer, 2005-2006, DOC | de l'automatisation du contrôle (Doc. parl., Chambre, 2005-2006, DOC |
51-2098/001, pp. 50-52; Parl. St., Kamer, 2005-2006, DOC 51-2098/022, | 51-2098/001, pp. 50-52; Doc. parl., Chambre, 2005-2006, DOC |
p. 3). | 51-2098/022, p. 3). |
Die wijziging heeft geen weerslag op het onderzoek van de voorliggende | Cette modification est sans incidence sur l'examen de la présente |
prejudiciële vraag. | question préjudicielle. |
B.8. Het stelsel van het niet in werking getreden artikel 30, § 1, van | B.8. Le régime prévu par l'article 30, § 1er, de la loi du 29 juin |
de wet van 29 juni 1981 voorziet enkel in een verjaringstermijn van | 1981, non entré en vigueur, ne prévoit un délai de prescription de |
vijf jaar voor personen aan wie onterecht uitkeringen zijn betaald | cinq ans que pour les personnes auxquelles des sommes ont été payées |
naar aanleiding van bedrog, arglist of bedrieglijke handelingen. Die | indûment à la suite de manoeuvres frauduleuses, de dol ou de fraude. |
bepaling voorziet niet in een bijzondere verjaringstermijn voor sommen | Cette disposition ne prévoit pas de délai de prescription particulier |
die ten onrechte werden uitbetaald wegens het niet afleggen van een | pour les sommes qui ont été payées indûment en raison de l'abstention |
verklaring waartoe de begunstigde gehouden was. De terugvordering van | de produire une déclaration que le bénéficiaire était tenu de faire. |
de ten onrechte betaalde sociale prestaties zou in dat geval dus | Le recouvrement des prestations sociales payées indûment se |
verjaren na drie jaar. | prescrirait, dans ce cas, par trois ans. |
B.9. Hoewel het wenselijk kan voorkomen dat de verjaringstermijnen | B.9. Bien qu'il puisse paraître souhaitable que les délais de |
inzake sociale prestaties zoveel als mogelijk worden geharmoniseerd, | prescription relatifs aux prestations sociales soient harmonisés |
kan uit het enkele feit dat de in het geding zijnde verjaringstermijn | autant que possible, la simple circonstance que le délai de |
verschilt van die welke zijn opgenomen in een nimmer in werking | prescription en cause diffère de celui qui figure dans une disposition |
gestelde bepaling die beoogde een dergelijke harmonisatie tot stand te | visant à une telle harmonisation mais qui n'est jamais entrée en |
brengen, niet worden afgeleid dat de in het geding zijnde bepaling | vigueur ne permet pas de conclure que la disposition en cause ne |
niet bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Van | serait pas compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution. |
discriminatie zou slechts sprake kunnen zijn indien het verschil in | Il ne pourrait y avoir de discrimination que si la différence de |
behandeling dat voortvloeit uit de toepassing van die verschillende | traitement résultant de l'application de ces différents délais de |
verjaringstermijnen, gepaard zou gaan met een onevenredige beperking | prescription allait de pair avec une limitation disproportionnée des |
van de rechten van de daarbij betrokken partijen. | droits des parties concernées. |
B.10. Door de vaak complexe aard van de regelgeving inzake sociale | B.10. En raison du caractère souvent complexe de la réglementation en |
zekerheid, kon de wetgever in een bijzonder korte verjaringstermijn voorzien wanneer het gaat om de terugvordering van onterecht uitbetaalde prestaties die over het algemeen te wijten zijn aan een vergissing van de administratie die de begunstigde onmogelijk zou hebben kunnen vaststellen. B.11. Dat is niet het geval voor het niet afleggen van de verklaring die is voorgeschreven door een wets- of verordenende bepaling of die volgt uit een vroeger aangegane verbintenis. Die voorafgaande verklaring is een voorwaarde om als uitkeringsgerechtigde het pensioen en de inkomsten van een beroepsactiviteit te mogen cumuleren, nadat de administratie, dankzij die verklaring, heeft kunnen vaststellen dat die inkomsten daartoe geen belemmering vormen. Het principiële verbod een beroepsactiviteit en het genot van een pensioen te cumuleren was in die mate bekend dat de wetgever het niet afleggen van een verklaring heeft kunnen gelijkstellen met een valse of welbewust onvolledige verklaring. Hij heeft zich op een objectief criterium gebaseerd door diegene die door een vergissing van de administratie onterecht uitkeringen heeft gekregen en diegene wiens tekortkoming zulk een vergissing mogelijk maakt, verschillend te behandelen. B.12. Precies omdat men bij het achterhalen van de bedoeling van diegene die de vereiste verklaring niet heeft afgelegd op moeilijkheden stuit inzake bewijsvoering, is het systeem gewijzigd. In het verslag aan de Koning dat voorafgaat aan het koninklijk besluit | matière de sécurité sociale, le législateur a pu prévoir un délai de prescription particulièrement court lorsqu'il s'agit de récupérer un indu explicable le plus souvent, par une erreur de l'administration que le bénéficiaire n'était pas à même de déceler. B.11. Tel n'est pas le cas de l'abstention de produire une déclaration qui est exigée par une disposition légale ou réglementaire ou qui résulte d'un engagement souscrit antérieurement. C'est à la condition que cette déclaration préalable ait été faite que le bénéficiaire de la pension peut être autorisé à cumuler celle-ci avec les revenus d'une activité professionnelle, après que l'administration a pu, grâce à cette déclaration, s'assurer que ces revenus n'y font pas obstacle. L'interdiction de principe de cumuler une activité professionnelle avec le bénéfice d'une pension était suffisamment connue pour que le législateur ait pu assimiler cette omission à une déclaration fausse ou sciemment incomplète. Il s'est fondé sur un critère objectif en traitant différemment celui qui bénéficie d'une erreur de l'administration et celui dont le manquement rend cette erreur possible. B.12. C'est précisément parce que la recherche de l'intention de celui qui n'a pas fait la déclaration exigée se heurte à des difficultés de preuve que le système a été modifié. Le rapport au Roi précédant |
nr. 205 van 29 augustus 1983, dat aan de oorsprong ligt van de in het | l'arrêté royal n° 205 du 29 août 1983, qui est à l'origine du texte en |
geding zijnde tekst, wordt het koninklijk besluit als volgt verantwoord : | cause, justifie celui-ci de la manière suivante : |
« De begrippen arglist of bedrog moeten terecht op restrictieve wijze | « Les notions de dol ou de fraude sont à juste titre d'interprétation |
geïnterpreteerd worden. Het gebeurt vaak dat het niet mogelijk is zich | restrictive. Il arrive souvent qu'il ne soit pas possible d'y avoir |
daarop te beroepen om het onverschuldigd betaalde terug te vorderen | recours afin de poursuivre une action en répétition de l'indu alors |
alhoewel deze terugvordering zich opdringt. | que la récupération de sommes payées indûment s'impose. |
Dit probleem stelt zich namelijk in geval van cumulatie van het | Ce problème se pose notamment dans le cumul de la pension avec une |
pensioen met een beroepsbezigheid. | activité professionnelle. |
Dit is de reden waarom een uitbreiding voorzien wordt van de gevallen | C'est la raison pour laquelle est prévue une extension des cas dans |
waarvoor beroep zal kunnen gedaan worden op de verjaringstermijn van 5 | lesquels il pourra être fait appel au délai de prescription de 5 ans. |
jaar. Deze gelegenheid wordt te baat genomen om de regel van de regeling ' | L'occasion est saisie pour procéder à l'alignement de la règle prévue |
werknemers ' te richten naar deze die in de andere regelingen is | en régime salarié sur celle qui est prévue dans les autres régimes. » |
voorzien » (Belgisch Staatsblad, 6 september 1983, p. 11094). B.13. Uit die elementen kan worden afgeleid dat de wetgever, door diegene die een valse of welbewust onvolledige verklaring heeft gedaan en diegene die heeft nagelaten een verklaring af te leggen wanneer hij kon verwachten dat zij verplicht was, op dezelfde wijze te behandelen wat de verjaringstermijn betreft, een maatregel heeft genomen die niet zonder redelijke verantwoording is. B.14. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 21, § 3, derde lid, laatste zin, van de wet van 13 juni 1966 betreffende de rust- en overlevingspensioenen voor arbeiders, bedienden, zeevarenden onder Belgische vlag, mijnwerkers en vrijwillig verzekerden, vóór de wijziging ervan bij artikel 60 van de wet van 27 december 2005 houdende diverse bepalingen, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. Aldus gewezen in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, op 13 juli 2017. De griffier, De voorzitter, | (Moniteur belge, 6 septembre 1983, p. 11094). B.13. Il se déduit de ces éléments qu'en traitant de la même manière, en ce qui concerne le délai de prescription, celui qui a fait une déclaration fausse ou sciemment incomplète et celui qui s'est abstenu de faire une déclaration dont il pouvait s'attendre à ce qu'elle fût obligatoire, le législateur a pris une mesure qui n'est pas dépourvue de justification raisonnable. B.14. La question préjudicielle appelle une réponse négative. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : L'article 21, § 3, alinéa 3, dernière phrase, de la loi du 13 juin 1966 relative à la pension de retraite et de survie des ouvriers, des employés, des marins naviguant sous pavillon belge, des ouvriers mineurs et des assurés libres, tel qu'il était applicable avant sa modification par l'article 60 de la loi du 27 décembre 2005 portant des dispositions diverses, ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. Ainsi rendu en langue néerlandaise, en langue française et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, le 13 juillet 2017. Le greffier, P.-Y. Dutilleux Le président, |
P.-Y. Dutilleux E. De Groot | E. De Groot |