Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 160/2016 van 14 december 2016 Rolnummer 6300 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel III.26, § 2, van het Wetboek van economisch recht, gesteld door de Nederlandstalige Rechtbank van eerste aanleg te Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de recht(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 160/2016 van 14 december 2016 Rolnummer 6300 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel III.26, § 2, van het Wetboek van economisch recht, gesteld door de Nederlandstalige Rechtbank van eerste aanleg te Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de recht(...) Extrait de l'arrêt n° 160/2016 du 14 décembre 2016 Numéro du rôle : 6300 En cause : la question préjudicielle relative à l'article III.26, § 2, du Code de droit économique, posée par le Tribunal de première instance néerlandophone de Bru La Cour constitutionnelle, composée des présidents E. De Groot et J. Spreutels, et des juges J.-(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 160/2016 van 14 december 2016 Extrait de l'arrêt n° 160/2016 du 14 décembre 2016
Rolnummer 6300 Numéro du rôle : 6300
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel III.26, § 2, van En cause : la question préjudicielle relative à l'article III.26, § 2,
het Wetboek van economisch recht, gesteld door de Nederlandstalige du Code de droit économique, posée par le Tribunal de première
Rechtbank van eerste aanleg te Brussel. instance néerlandophone de Bruxelles.
Het Grondwettelijk Hof, La Cour constitutionnelle,
samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de composée des présidents E. De Groot et J. Spreutels, et des juges
rechters J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, P. Nihoul en R. J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, P. Nihoul et R. Leysen,
Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder assistée du greffier F. Meersschaut, présidée par le président E. De
voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, Groot,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij vonnis van 23 oktober 2015 in zake de bvba « Algemene Par jugement du 23 octobre 2015 en cause de la SPRL « Algemene
Verbouwingswerken LUBO » tegen Eli Verhasselt, waarvan de expeditie Verbouwingswerken LUBO » contre Eli Verhasselt, dont l'expédition est
ter griffie van het Hof is ingekomen op 19 november 2015, heeft de parvenue au greffe de la Cour le 19 novembre 2015, le Tribunal de
Nederlandstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende première instance néerlandophone de Bruxelles a posé la question
prejudiciële vraag gesteld : préjudicielle suivante :
« Schendt artikel III.26, § 2, van het Wetboek van Economisch Recht de « L'article III.26, § 2, du Code de droit économique viole-t-il les
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, samengelezen met artikel 6, § 1, articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec l'article 6,
van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat het de paragraphe 1, de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce
onderneming die een vordering baseert op een activiteit waarvoor zij qu'il sanctionne l'entreprise qui fonde une action sur une activité
op de datum van de inleiding niet is ingeschreven in de Kruispuntbank pour laquelle elle n'est pas inscrite à la Banque-Carrefour des
van Ondernemingen, sanctioneert met de niet-ontvankelijkheid van de Entreprises à la date de l'introduction, en déclarant l'action
vordering, zonder mogelijkheid tot regularisatie tijdens het geding, irrecevable, sans possibilité de régularisation en cours d'instance,
hetgeen een onevenredig zware sanctie lijkt te zijn rekening houdend ce qui semble une sanction exagérément lourde compte tenu du but de la
met het doel van de maatregel ? ». mesure ? ».
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1. De aan het Hof voorgelegde prejudiciële vraag heeft betrekking op B.1. La question préjudicielle soumise à la Cour porte sur la
de bestaanbaarheid van artikel III.26, § 2, van het Wetboek van compatibilité de l'article III.26, § 2, du Code de droit économique
economisch recht met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in avec les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec l'article
samenhang gelezen met artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de 6.1 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'il
rechten van de mens, doordat het de onderneming die een sanctionne l'entreprise qui base une action en justice sur une
rechtsvordering baseert op een activiteit waarvoor zij op datum van de activité pour laquelle elle n'était pas inscrite, à la date
inleiding niet is ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen, d'introduction de son action, à la Banque-Carrefour des Entreprises,
de sanctie oplegt van niet-ontvankelijkheid van de vordering, zonder en déclarant cette action irrecevable, sans possibilité de
mogelijkheid tot regularisatie tijdens het geding, « hetgeen een régularisation en cours d'instance, « ce qui semble une sanction
onevenredig zware sanctie lijkt te zijn rekening houdend met het doel van de maatregel ». exagérément lourde, compte tenu du but de la mesure ».
Derhalve wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of de in
het geding zijnde bepaling een verschil in behandeling instelt, Le juge a quo demande dès lors à la Cour si la disposition en cause
doordat aan een partij de uitoefening van een grondrecht, te weten het fait naître une différence de traitement, en ce qu'elle dénie à une
recht op toegang tot de rechter, wordt ontzegd, terwijl dat grondrecht partie l'exercice d'un droit fondamental, à savoir le droit d'accès au
voor elke andere burger wordt gewaarborgd. juge, alors que ce droit fondamental est garanti à tout autre citoyen.
B.2. Artikel III.26 van het Wetboek van economisch recht bepaalt : B.2. L'article III.26 du Code de droit économique dispose :
« § 1. Elk op verzoek van een handels- of ambachtsonderneming betekend « § 1er. Tout exploit d'huissier notifié à la demande d'une entreprise
deurwaardersexploot vermeldt steeds het ondernemingsnummer. commerciale ou artisanale mentionnera toujours le numéro d'entreprise.
Bij gebreke aan vermelding van het ondernemingsnummer op het En l'absence de l'indication du numéro d'entreprise sur l'exploit
deurwaardersexploot, verleent de rechtbank uitstel aan de handels- of d'huissier, le tribunal accordera une remise à l'entreprise
ambachtsonderneming om haar inschrijving in de Kruispuntbank van commerciale ou artisanale en vue de prouver son inscription à la
Ondernemingen op de datum van het inleiden van de vordering te Banque-Carrefour des Entreprises à la date de l'introduction de
bewijzen. l'action.
Indien de handels- of ambachtsonderneming haar inschrijving in deze Dans le cas où l'entreprise commerciale ou artisanale ne prouve pas
hoedanigheid in de Kruispuntbank van Ondernemingen op de datum van het son inscription en cette qualité à la Banque-Carrefour des Entreprises
inleiden van haar vordering niet bewijst binnen de door de rechtbank à la date de l'introduction de son action dans le délai assigné par le
gestelde termijn of indien blijkt dat de onderneming niet ingeschreven tribunal ou s'il s'avère que l'entreprise n'est pas inscrite à la
is in de Kruispuntbank van Ondernemingen, verklaart de rechtbank van Banque-Carrefour des Entreprises, le tribunal déclare d'office
ambtswege de vordering van de handels- of ambachtsonderneming onontvankelijk. l'action de l'entreprise commerciale ou artisanale non recevable.
§ 2. Indien de handels- of ambachtsonderneming wel in deze § 2. Dans le cas où l'entreprise commerciale ou artisanale est
hoedanigheid is ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen, inscrite en cette qualité à la Banque-Carrefour des Entreprises, mais
maar haar hoofdvordering, tegenvordering of vordering tot tussenkomst, que son action principale, reconventionnelle ou en intervention,
ingediend bij verzoekschrift, bij conclusie of deurwaardersexploot, introduite par voie de requête, conclusions ou d'exploit d'huissier,
gebaseerd is op een activiteit waarvoor de onderneming op de datum van est basée sur une activité pour laquelle l'entreprise n'est pas
de inleiding van die vordering niet is ingeschreven of die niet valt inscrite à la date de l'introduction de cette action ou qui ne tombe
onder het maatschappelijk doel waarvoor de onderneming op deze datum pas sous l'objet social pour lequel l'entreprise est inscrite à cette
is ingeschreven, is de vordering van die onderneming onontvankelijk. date, l'action de cette entreprise est non recevable. L'irrecevabilité
De onontvankelijkheid is evenwel gedekt, indien ze niet voor elke est cependant couverte si elle n'est pas proposée avant toute autre
andere exceptie of verweermiddel wordt ingeroepen ». exception ou moyen de défense ».
B.3. De in artikel III.26 van het Wetboek van economisch recht B.3. Les sanctions prévues à l'article III.26 du Code de droit
omschreven sancties vinden hun oorsprong in artikel 14 van de wet van économique trouvent leur origine dans l'article 14 de la loi du 16
16 januari 2003 « tot oprichting van een Kruispuntbank van janvier 2003 « portant création d'une Banque-Carrefour des
Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot Entreprises, modernisation du registre de commerce, création de
oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse guichets-entreprises agréés et portant diverses dispositions » et sont
bepalingen » en betreffen « een herformulering van de artikelen 41 en « une reformulation des articles 41 et 42 de l'arrêté royal du 20
42 van het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende het juillet 1964 relatif au registre du commerce et des articles 28 et 29
handelsregister en de artikelen 28 en 29 van de wet van 18 maart 1965 de la loi du 18 mars 1965 sur le registre de l'artisanat » (Doc.
op het ambachtsregister » (Parl. St., Kamer, 2002-2003, DOC 50-2058/001, p. 23). parl., Chambre, 2002-2003, DOC 50-2058/001, p. 23).
Artikel 42 van de bij koninklijk besluit van 20 juli 1964 L'article 42 des lois relatives au registre du commerce, coordonnées
gecoördineerde wetten betreffende het handelsregister, dat zelf par l'arrêté royal du 20 juillet 1964, qui remonte lui-même à
teruggrijpt naar artikel 37 van de wet van 3 juli 1956 op het l'article 37 de la loi du 3 juillet 1956 sur le registre du commerce
handelsregister (Belgisch Staatsblad, 25 juli 1956), bepaalde, vóór (Moniteur belge, 25 juillet 1956), énonçait, avant d'être abrogé par
het met ingang van 1 juli 2003 (artikel 3, § 1, van het koninklijk
besluit van 15 mei 2003, Belgisch Staatsblad, 19 mei 2003, tweede editie) werd opgeheven bij artikel 72, 2°, van de voormelde wet van 16 januari 2003 : « Onontvankelijk is elke hoofdeis, tegeneis of eis tot tussenkomst welke zijn grond vindt in een handelswerkzaamheid waarvoor de verzoeker niet ingeschreven was bij het instellen van de vordering. De niet-ontvankelijkheid is gedekt indien zij niet vóór iedere andere exceptie of verweermiddel wordt voorgesteld ». B.4.1. Het recht op toegang tot de rechter, dat een onderdeel is van het recht op een eerlijk proces, kan worden onderworpen aan l'article 72, 2°, de la loi précitée du 16 janvier 2003, avec effet au 1er juillet 2003 (article 3, § 1er, de l'arrêté royal du 15 mai 2003, Moniteur belge, 19 mai 2003, deuxième édition) : « Est irrecevable toute action principale, reconventionnelle ou en intervention qui trouve sa cause dans une activité commerciale pour laquelle le requérant n'était pas immatriculé lors de l'intentement de l'action. Cette non-recevabilité est couverte si elle n'est proposée avant toute autre exception ou toute défense ». B.4.1. Le droit d'accès au juge, qui constitue un aspect du droit à un
ontvankelijkheidsvoorwaarden. Die voorwaarden mogen echter niet ertoe procès équitable, peut être soumis à des conditions de recevabilité.
leiden dat het recht op zodanige wijze wordt beperkt dat de kern ervan Ces conditions ne peuvent cependant aboutir à restreindre le droit de
wordt aangetast. Dit zou het geval zijn wanneer de beperkingen geen manière telle que celui-ci s'en trouve atteint dans sa substance même.
wettig doel nastreven of indien er geen redelijk verband van Tel serait le cas si les restrictions imposées ne tendaient pas vers
evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het un but légitime et s'il n'existait pas un rapport raisonnable de
nagestreefde doel. De verenigbaarheid van die beperkingen met het proportionnalité entre les moyens employés et le but visé. La
recht op toegang tot een rechterlijke instantie hangt af van de compatibilité de ces limitations avec le droit d'accès à un tribunal
bijzonderheden van de in het geding zijnde procedure en wordt dépend des particularités de la procédure en cause et s'apprécie au
beoordeeld in het licht van het proces in zijn geheel (EHRM, 24 regard de l'ensemble du procès (CEDH, 24 février 2009, L'Erablière c.
februari 2009, L'Erablière t. België, § 36; 29 maart 2011, R.T.B.F. t. Belgique, § 36; 29 mars 2011, R.T.B.F. c. Belgique, § 69).
België, § 69). B.4.2. Meer in het bijzonder zijn de regels betreffende de B.4.2. Plus particulièrement, les règles relatives aux formalités
vormvoorschriften gericht op een goede rechtsbedeling en het weren van visent à assurer une bonne administration de la justice et à écarter
de risico's van rechtsonzekerheid. Die regels mogen de rechtzoekenden les risques d'insécurité juridique. Toutefois, ces règles ne peuvent
echter niet verhinderen hun rechten te doen vrijwaren. empêcher les justiciables de sauvegarder leurs droits.
Bovendien « dienen de rechtbanken, door de procedureregels toe te De surcroît, « les tribunaux doivent, en appliquant des règles de
passen, zowel een overdreven formalisme dat afbreuk zou doen aan het procédure, éviter à la fois un excès de formalisme qui porterait
eerlijke karakter van de procedure, als een buitensporige soepelheid atteinte à l'équité de la procédure, et une souplesse excessive qui
die zou leiden tot het afschaffen van de bij de wet vastgestelde aboutirait à supprimer les conditions de procédure établies par la loi
procedurele vereisten, te vermijden » (EHRM, 25 mei 2004, Kadlec en » (CEDH, 25 mai 2004, Kadlec et autres c. République tchèque, § 26; 26
anderen t. Tsjechische Republiek, § 26; 26 juli 2007, Walchli t. juillet 2007, Walchli c. France, § 29). « En effet, le droit d'accès à
Frankrijk, § 29). « Het recht op toegang tot een rechter wordt immers un tribunal se trouve atteint lorsque sa réglementation cesse de
aangetast wanneer de reglementering ervan niet langer de servir les buts de la sécurité juridique et de la bonne administration
doelstellingen van de rechtszekerheid en de behoorlijke rechtsbedeling de la justice et constitue une sorte de barrière qui empêche le
dient en een soort van hinderpaal vormt die de rechtzoekende justiciable de voir son litige tranché au fond par la juridiction
verhindert zijn geschil ten gronde door het bevoegde rechtscollege
beslecht te zien » (EHRM, 13 januari 2011, Evaggelou t. Griekenland, § compétente » (CEDH, 13 janvier 2011, Evaggelou c. Grèce, § 19; 24 mai
19; 24 mei 2011, Sabri Gunes t. Turkije, § 58). 2011, Sabri Gunes c. Turquie, § 58).
B.5. Het in het geding zijnde verschil in behandeling berust op een B.5. La différence de traitement en cause repose sur un critère
objectief criterium, namelijk de al dan niet volledige inschrijving objectif, à savoir l'inscription complète ou non de l'entreprise ou de
van de onderneming of vestigingseenheid in de Kruispuntbank van Ondernemingen. l'unité d'établissement à la Banque-Carrefour des Entreprises.
B.6.1. Het vereiste dat de ingestelde vordering, wil zij ontvankelijk B.6.1. La condition selon laquelle, pour être recevable, l'action
zijn, moet zijn gebaseerd op een activiteit waarvoor de onderneming op intentée doit être fondée sur une activité pour laquelle l'entreprise
de datum van de inleiding van de vordering is ingeschreven in de est inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises à la date de
Kruispuntbank van Ondernemingen of op een activiteit die valt onder
het maatschappelijk doel waarvoor de onderneming op die datum is l'introduction de l'action ou qui tombe sous l'objet social pour
ingeschreven, gaat terug op de algemene doelstelling die aan de wet lequel l'entreprise est inscrite à cette date trouve son origine dans
van 3 juli 1956 op het handelsregister ten grondslag ligt. Met die l'objectif général de la loi du 3 juillet 1956 sur le registre du
wetgeving beoogde de wetgever immers het zwartwerk te bestraffen van commerce. En effet, à travers cette législation, le législateur
diegenen die een handelswerkzaamheid uitoefenen zonder de juridische, entendait réprimer le travail au noir de ceux qui exercent une
sociale en fiscale gevolgen ervan te dragen en de maatregel strekte activité commerciale sans vouloir en supporter les obligations
ertoe die handelaars de toegang tot de rechtszaal te ontzeggen (Hand., juridiques, sociales ou fiscales et la mesure visait à écarter ces
Senaat, 1955-1956, zitting van 29 november 1956, p. 47; Pasin., 1956, commerçants du prétoire (Ann., Sénat, 1955-1956, séance du 29 novembre
pp. 519-520). Aldus droeg die maatregel bij tot het bestrijden van de 1956, p. 47; Pasin., 1956, pp. 519-520). Cette mesure contribuait dès
oneerlijke concurrentie. lors à la lutte contre la concurrence déloyale.
B.6.2. Die zorg blijft gelden voor vorderingen die gebaseerd zijn op B.6.2. Cet objectif conserve sa pertinence pour les actions basées sur
een andere activiteit dan die waarvoor de onderneming op de datum van une autre activité que l'activité pour laquelle l'entreprise est
inleiding van de vordering is ingeschreven in de Kruispuntbank van inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises à la date
Ondernemingen, ook al kan de Kruispuntbank van Ondernemingen zijn d'introduction de l'action, même si la Banque- Carrefour des
taken in dat geval reeds naar behoren uitvoeren (artikel III.15 van entreprises peut déjà dûment exécuter ses tâches (article III.15 du
het Wetboek van economisch recht). Code de droit économique).
B.6.3. De in het geding zijnde vereiste is niet onevenredig. De B.6.3. L'exigence en cause n'est pas disproportionnée. En effet,
onontvankelijkheid van de vordering wordt immers gedekt indien de l'irrecevabilité de l'action est couverte si l'exception n'est pas
exceptie niet in limine litis wordt opgeworpen (artikel III.26, § 2, soulevée in limine litis (article III.26, § 2, du Code de droit
van het Wetboek van economisch recht). économique).
B.7. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. B.7. La question préjudicielle appelle une réponse négative.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
Artikel III.26, § 2, van het Wetboek van economisch recht schendt niet L'article III.26, § 2, du Code de droit économique ne viole pas les
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec l'article 6.1 de
artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. la Convention européenne des droits de l'homme.
Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française,
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
op 14 december 2016. la Cour constitutionnelle, le 14 décembre 2016.
De griffier, Le greffier,
F. Meersschaut F. Meersschaut
De voorzitter, Le président,
E. De Groot E. De Groot
^