← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 40/2016 van 10 maart 2016 Rolnummer : 6137 In zake : de
prejudiciële vraag betreffende artikel 1 van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde
gezinsbijslag, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Gent, af Het Grondwettelijk Hof, samengesteld
uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de recht(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 40/2016 van 10 maart 2016 Rolnummer : 6137 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1 van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Gent, af Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de recht(...) | Extrait de l'arrêt n° 40/2016 du 10 mars 2016 Numéro du rôle : 6137 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 1 er de la loi du 20 juillet 1971 instituant des prestations familiales garanties, posée par le Tribunal d La Cour constitutionnelle, composée des présidents E. De Groot et J. Spreutels, et des juges L. (...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 40/2016 van 10 maart 2016 | Extrait de l'arrêt n° 40/2016 du 10 mars 2016 |
Rolnummer : 6137 | Numéro du rôle : 6137 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1 van de wet van | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 1er de la |
20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag, gesteld | loi du 20 juillet 1971 instituant des prestations familiales |
door de Arbeidsrechtbank te Gent, afdeling Gent. | garanties, posée par le Tribunal du travail de Gand, division Gand. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de | composée des présidents E. De Groot et J. Spreutels, et des juges L. |
rechters L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van | Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. |
Goey, P. Nihoul, F. Daoût en T. Giet, bijgestaan door de griffier | Nihoul, F. Daoût et T. Giet, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, |
P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van rechter A. Alen, | présidée par le juge A. Alen, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij vonnis van 18 december 2014 in zake Mr. F. Van Vlaenderen, | Par jugement du 18 décembre 2014 en cause de Me F. Van Vlaenderen, |
handelend in zijn hoedanigheid van voogd van N.Y., tegen Famifed | agissant en qualité de tuteur de N.Y., contre Famifed (antérieurement |
(voorheen de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers), waarvan | : Office national d'allocations familiales pour travailleurs |
de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 januari 2015, | salariés), dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 12 |
heeft de Arbeidsrechtbank te Gent, afdeling Gent, de volgende | janvier 2015, le Tribunal du travail de Gand, division Gand, a posé la |
prejudiciële vraag gesteld : | question préjudicielle suivante : |
« Schendt het artikel 1 van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van | « L'article 1er de la loi du 20 juillet 1971 instituant des |
een gewaarborgde gezinsbijslag de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, | prestations familiales garanties viole-t-il les articles 10 et 11 de |
al dan niet in samenhang gelezen met artikel 14 van het Europees | la Constitution, combinés ou non avec l'article 14 de la Convention |
Verdrag voor de rechten van de mens, doordat het personen die zich in | européenne des droits de l'homme, en ce qu'il ne traite pas de la même |
een ogenschijnlijk identieke of vergelijkbare situatie bevinden, niet | manière des personnes qui se trouvent dans une situation apparemment |
op dezelfde manier behandelt, nu dit artikel geen uitzondering | identique ou comparable, dès lors que cet article ne prévoit pas |
voorziet op het principe dat een kind hoofdzakelijk of uitsluitend ten | d'exception au principe selon lequel un enfant doit être |
laste moet zijn van een in België verblijvende natuurlijke persoon, | principalement ou exclusivement à la charge d'une personne physique |
wanneer dit kind wees is geworden, terwijl voor kinderen die wees zijn | qui réside en Belgique, lorsque cet enfant est devenu orphelin, alors |
que, pour les enfants qui sont devenus orphelins et auxquels | |
geworden en voor wie de toepassing geldt van het K.B. van 19 december | s'applique l'arrêté royal du 19 décembre 1939 coordonnant les lois |
1939 inzake de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor | relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés, un |
loonarbeiders, daarentegen wel een specifieke wezenbijslagregeling | régime spécifique d'allocations d'orphelin est en revanche applicable |
geldt ? ». | ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1.1. Artikel 1 van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van | B.1.1. L'article 1er de la loi du 20 juillet 1971 instituant des |
gewaarborgde gezinsbijslag bepaalt : | prestations familiales garanties dispose : |
« Onverminderd de bepalingen van artikel 10, wordt gezinsbijslag | « Sans préjudice des dispositions de l'article 10, les prestations |
toegekend, onder de bij of krachtens deze wet bepaalde voorwaarden, | familiales sont accordées, dans les conditions fixées par ou en vertu |
ten behoeve van het kind dat uitsluitend of hoofdzakelijk ten laste is | de la présente loi, en faveur de l'enfant qui est exclusivement ou |
van een natuurlijke persoon die in België verblijft. | principalement à la charge d'une personne physique qui réside en Belgique. |
Wanneer het kind een vergoeding geniet als bedoeld in de wet van 3 | La perception par l'enfant d'une indemnité visée dans la loi du 3 |
juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers, is dit geen | juillet 2005 relative aux droits des volontaires n'empêche pas |
beletsel voor de toekenning van gezinsbijslag. | l'octroi de prestations familiales. |
Het kind blijft ten laste wanneer het een vrijwillige militaire inzet | L'enfant demeure à charge lorsqu'il accomplit un engagement volontaire |
vervult, tot de eerste dag van de achtste kalenderweek die volgt op de | militaire, jusqu'au premier jour de la huitième semaine calendrier qui |
week tijdens dewelke de militair de dienstneming aangaat bedoeld in | suit la semaine au cours de laquelle le militaire souscrit |
artikel 21, tweede lid, van de wet van 10 januari 2010 tot instelling | l'engagement visé à l'article 21, alinéa 2, de la loi du 10 janvier |
van de vrijwillige militaire inzet en tot wijziging van verschillende | 2010 instituant l'engagement volontaire militaire et modifiant |
wetten van toepassing op het militair personeel. Hetzelfde geldt | diverses lois applicables au personnel militaire. Il en va de même |
wanneer hij een dienst van collectief nut uitoefent, krachtens de wet | quand il effectue un service volontaire d'utilité collective en vertu |
van 11 april 2003 tot instelling van een vrijwillige dienst van | de la loi du 11 avril 2003 instituant un service volontaire d'utilité |
collectief nut. | collective. |
Een kind wordt geacht hoofdzakelijk ten laste te zijn van de in het | Un enfant est considéré comme étant principalement à charge de la |
eerste lid bedoelde natuurlijke persoon indien deze persoon voor meer | personne physique visée à l'alinéa 1er si cette personne supporte plus |
dan de helft bijdraagt in het onderhoud van het kind. | de la moitié du coût d'entretien de l'enfant. |
De natuurlijke persoon wordt geacht tot bewijs van het tegendeel deze | Jusqu'à preuve du contraire, la personne physique est présumée remplir |
voorwaarde te vervullen indien uit de inschrijving in het bevolkings- | cette condition, s'il résulte d'une inscription au registre de la |
of vreemdelingenregister of het Rijksregister van de natuurlijke | population, au registre des étrangers ou au Registre national des |
personen blijkt dat het kind deel uitmaakt van zijn gezin. Dit | personnes physiques que l'enfant fait partie de son ménage. Cette |
vermoeden kan niet worden omgekeerd om de reden dat het kind recht op | présomption ne peut être renversée au motif que l'enfant a droit à |
maatschappelijke integratie heeft krachtens de wet van 26 mei 2002 | l'intégration sociale en vertu de la loi du 26 mai 2002 concernant le |
betreffende het recht op maatschappelijke integratie. | droit à l'intégration sociale. |
De natuurlijke persoon bedoeld in het eerste lid moet werkelijk en | La personne physique visée à l'alinéa 1er doit avoir résidé |
ononderbroken verbleven hebben in België gedurende minstens de laatste | effectivement en Belgique de manière non interrompue pendant au moins |
vijf jaar die de indiening van de aanvraag om gewaarborgde | les cinq dernières années qui précèdent l'introduction de la demande |
gezinsbijslag voorafgaan. | de prestations familiales garanties. |
Van deze voorwaarde worden vrijgesteld : | Sont dispensés de cette condition : |
1° de persoon die onder de toepassing valt van de Verordening (EEG) | 1° la personne qui tombe sous l'application du Règlement (CEE) n° |
nr. 1408/71 van 14 juni 1971 van de Raad van de Europese | 1408/71 du 14 juin 1971 du Conseil des Communautés européennes relatif |
Gemeenschappen betreffende de toepassing van de sociale | à l'application des régimes de sécurité sociale aux travailleurs |
verzekeringsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun | salariés, aux travailleurs non salariés, ainsi qu'aux membres de leur |
gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen; | famille, qui se déplacent à l'intérieur de la Communauté; |
2° de staatloze; | 2° l'apatride; |
3° de vluchteling en de persoon die de subsidiaire beschermingsstatus | 3° le réfugié ainsi que le bénéficiaire du statut de protection |
geniet in de zin van de wet van 15 december 1980 betreffende de | subsidiaire, au sens de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au |
toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van de vreemdelingen; | territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers; |
4° de persoon die niet bedoeld is onder 1° en die onderdaan is van een | 4° la personne non visée au 1° qui est ressortissante d'un Etat qui a |
Staat die het Europees Sociaal Handvest of het (Herziene) Europees | ratifié la Charte sociale européenne ou la Charte sociale européenne |
Sociaal Handvest heeft geratificeerd; | (révisée); |
5° de persoon die gewaarborgde gezinsbijslag aanvraagt ten behoeve van | 5° la personne qui demande les prestations familiales garanties en |
een kind : | faveur d'un enfant : |
a) dat onderdaan is van een Staat die onder de toepassing valt van de | a) ressortissant d'un Etat auquel s'applique le règlement (CEE) n° |
verordening (EEG) nr. 1408/71 van 14 juni 1971 van de Raad van de Europese Gemeenschappen betreffende de toepassing van de sociale verzekeringsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, of indien dit niet het geval is, dat onderdaan is van een Staat die het Europees Sociaal Handvest of het (Herziene) Europees Sociaal Handvest heeft geratificeerd; b) dat staatloze is of vluchteling in de zin van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. Als de natuurlijke persoon bedoeld in het eerste lid vreemdeling is, moet hij toegelaten of gemachtigd zijn in België te verblijven of zich er te vestigen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 15 december 1980, betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. De gezinsbijslag omvat : 1° de kinderbijslag; | 1408/71 du 14 juin 1971 du Conseil des Communautés européennes relatif à l'application des régimes de sécurité sociale aux travailleurs salariés, aux travailleurs non salariés, ainsi qu'aux membres de leur famille, qui se déplacent à l'intérieur de la Communauté, ou, à défaut, ressortissant d'un Etat qui a ratifié la Charte sociale européenne ou la Charte sociale européenne (révisée); b) ou apatride ou réfugié au sens de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers. Si la personne physique visée à l'alinéa 1er est étrangère, elle doit être admise ou autorisée à séjourner en Belgique ou à s'y établir, conformément aux dispositions de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour l'établissement et l'éloignement des étrangers. Les prestations familiales comprennent : 1° les allocations familiales; |
2° de leeftijdsbijslag; | 2° l'allocation supplémentaire en fonction de l'âge; |
3° het kraamgeld; | 3° l'allocation de naissance; |
4° de bijzondere bijslag bedoeld in artikel 10; | 4° l'allocation spéciale visée à l'article 10; |
5° de adoptiepremie; | 5° la prime d'adoption; |
6° jaarlijkse leeftijdsbijslag; | 6° le supplément d'âge annuel; |
7° de maandelijkse bijslag. | 7° le supplément mensuel. |
De Koning kan andere bijslagen toekennen wanneer en in de mate waarin | Le Roi peut octroyer d'autres allocations lorsque et dans la mesure où |
deze bijslagen eveneens verleend worden in de regeling van de | ces allocations sont également octroyées dans le régime des |
gezinsbijslag voor zelfstandigen ». | prestations familiales pour travailleurs indépendants ». |
B.1.2. Artikel 56bis van de Algemene kinderbijslagwet (AKBW) van 19 | B.1.2. L'article 56bis de la loi générale du 19 décembre 1939 relative |
december 1939 bepaalt : | aux allocations familiales (LGAF) dispose : |
« § 1. Is rechthebbende op kinderbijslag tegen de bedragen bepaald in | « § 1er. Est attributaire des allocations familiales aux taux prévus à |
artikel 50bis, de wees indien op het ogenblik van het overlijden van | l'article 50bis, l'orphelin, si au moment du décès de l'un de ses |
één van de ouders, een rechthebbende bedoeld in artikel 51, §§ 3 en 4 | parents, un attributaire visé à l'article 51, §§ 3 et 4 a satisfait |
in de loop van de twaalf maanden die onmiddellijk het overlijden | aux conditions pour prétendre à au moins six allocations forfaitaires |
voorafgaan de voorwaarden heeft vervuld om krachtens deze wet | mensuelles en vertu de la présente loi, au cours des douze mois |
aanspraak te maken op ten minste zes maandelijkse forfaitaire | précédant immédiatement le décès. |
bijslagen. § 2. De in § 1 bedoelde kinderbijslag wordt evenwel verleend tegen de | § 2. Les allocations familiales prévues au § 1er sont toutefois |
schaal bepaald in artikel 40 als de overlevende vader of moeder een | accordées aux taux prévus à l'article 40, lorsque le père survivant ou |
huwelijk aangaat of een feitelijk gezin vormt met een persoon die geen | la mère survivante est engagé(e) dans les liens d'un mariage ou forme |
bloed- of aanverwant is tot en met de derde graad. | un ménage de fait avec une personne autre qu'un parent ou allié |
jusqu'au 3e degré inclusivement. | |
Het samenwonen van de overlevende ouder met een persoon die geen | La cohabitation de l'auteur survivant avec une personne autre qu'un |
bloed- of aanverwant is tot en met de derde graad doet vermoeden tot | parent ou allié jusqu'au 3e degré inclusivement, fait présumer, |
bewijs van het tegendeel dat er sprake is van een feitelijk gezin. | jusqu'à preuve du contraire, l'existence d'un ménage de fait. |
Het voordeel van § 1 mag opnieuw ingeroepen worden wanneer de | Le bénéfice du § 1er peut être invoqué à nouveau si l'auteur survivant |
overlevende ouder niet meer samenwoont met de echtgenoot waarmee een | ne cohabite plus avec le conjoint avec lequel un nouveau mariage a été |
nieuw huwelijk was aangegaan of met de persoon met wie een feitelijk | contracté ou avec la personne avec laquelle un ménage de fait a été |
gezin gevormd werd. De feitelijke scheiding moet blijken uit de | formé. La séparation de fait doit apparaître par la résidence |
afzonderlijke hoofdverblijfplaats van de personen in kwestie, in de | principale séparée des personnes en cause, au sens de l'article 3, |
zin van artikel 3, eerste lid, 5°, van de wet van 8 augustus 1983 tot | alinéa 1er, 5°, de la loi du 8 août 1983 organisant un registre |
regeling van het Rijksregister van de natuurlijke personen, met | national des personnes physiques, exception faite des cas dans |
uitzondering van gevallen waarbij uit andere daarvoor overgelegde | lesquels il ressort d'autres documents officiels produits à cet effet, |
officiële documenten blijkt dat de feitelijke scheiding effectief is, | que la séparation de fait est effective bien qu'elle ne corresponde |
ook al stemt dit niet of niet meer overeen met de informatie verkregen | pas ou plus avec l'information obtenue auprès dudit registre. |
bij het voormelde register. Deze paragraaf is niet toepasselijk indien de wees door zijn | Le présent paragraphe n'est pas applicable lorsque l'orphelin est |
overlevende ouder verlaten is ». | abandonné par son auteur survivant ». |
B.2.1. De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of artikel | B.2.1. Le juge a quo demande à la Cour si l'article 1er de la loi du |
1 van de wet van 20 juli 1971 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, | 20 juillet 1971 viole les articles 10 et 11 de la Constitution, |
al dan niet in samenhang gelezen met artikel 14 van het Europees | combinés ou non avec l'article 14 de la Convention européenne des |
Verdrag voor de rechten van mens, schendt, aangezien door het in het | droits de l'homme, dès lors que l'article en cause ne prévoit pas |
geding zijnde artikel niet in een uitzondering wordt voorzien op het | |
principe dat een kind uitsluitend of hoofdzakelijk ten laste moet zijn | d'exception au principe selon lequel un enfant doit être exclusivement |
van een in België verblijvende natuurlijke persoon, wanneer dat kind | ou principalement à la charge d'une personne physique qui réside en |
wees is geworden, terwijl voor kinderen op wie de samengeordende | Belgique, lorsque cet enfant est devenu orphelin, alors que, pour les |
wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor | enfants auxquels s'appliquent les lois coordonnées du 19 décembre 1939 |
loonarbeiders - thans de Algemene kinderbijslagwet (AKBW) - van | relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés - |
toepassing zijn en die wees zijn geworden een specifieke regeling | actuellement la loi générale relative aux allocations familiales |
(LGAF) - et qui sont devenus orphelins, un régime spécifique est | |
geldt. | applicable. |
Ingevolge de in het geding zijnde bepaling wordt geen gewaarborgde | Par l'effet de la disposition en cause, plus aucune prestation |
gezinsbijslag meer uitbetaald ten behoeve van een kind, wanneer er | familiale garantie n'est versée en faveur d'un enfant lorsque celui-ci |
geen natuurlijke persoon meer is die in België verblijft en die het | n'est plus exclusivement ou principalement à la charge d'une personne |
desbetreffende kind uitsluitend of hoofdzakelijk ten laste heeft. | physique résidant en Belgique. |
B.2.2. Aangezien artikel 14 van het Europees Verdrag voor de rechten | B.2.2. Etant donné que l'article 14 de la Convention européenne des |
van de mens enkel kan worden aangevoerd in samenhang met een in het | droits de l'homme peut uniquement être invoqué en combinaison avec un |
Verdrag vermeld recht of een daarin vermelde vrijheid, hetgeen de prejudiciële vraag niet doet, is die bepaling te dezen niet van toepassing. B.3. Om de prejudiciële vraag te beantwoorden, dient te worden onderzocht of het door de wetgever in aanmerking genomen criterium van onderscheid, dat is afgeleid uit de vereiste van de aanwezigheid van een natuurlijke persoon die in België verblijft en die het kind uitsluitend of hoofdzakelijk ten laste heeft, verantwoord is ten aanzien van het nagestreefde doel, en of een redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen het aangewende middel en het beoogde doel. | droit ou une liberté mentionnés dans la Convention, ce que ne fait pas la question préjudicielle, cette disposition n'est pas applicable en l'espèce. B.3. Pour répondre à la question préjudicielle, il y a lieu d'examiner si le critère de distinction retenu par le législateur, tiré de l'exigence de la présence d'une personne physique résidant en Belgique et qui a l'enfant exclusivement ou principalement à charge, est justifié au regard du but poursuivi, et s'il existe un rapport raisonnable de proportionnalité entre le moyen employé et le but visé. |
B.4.1. Uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 20 juli 1971 | B.4.1. Il ressort des travaux préparatoires de la loi du 20 juillet |
blijkt dat de wetgever de bedoeling had in de sector van de | 1971 que le législateur avait pour objectif d'instaurer un régime |
kinderbijslagen een residuair stelsel in te voeren : | résiduaire dans le secteur des allocations familiales : |
« Er zijn sommige kinderen voor wie momenteel de kinderbijslag niet | « [...] dans l'état actuel de la législation, certains enfants ne |
kan worden uitbetaald omdat er in hunnen hoofde geen rechthebbende is | peuvent bénéficier des allocations familiales du fait qu'il n'y a, de |
noch in het stelsel der werknemers noch in het stelsel der | leur chef, aucun attributaire, ni dans le régime des salariés ou des |
zelfstandigen. Het is derhalve nodig een residuair stelsel van | employés, ni dans celui des indépendants. D'où la nécessité de créer |
kinderbijslag in te richten » (Parl. St., Senaat, 1970-1971, nr. 576, | un régime résiduaire dans le secteur des allocations familiales » |
p. 1). | (Doc. parl., Sénat, 1970-1971, n° 576, p. 1). |
« Voor deze kinderen zullen voortaan gezinsbijslagen op last van de | « Dorénavant, des prestations familiales à charge de l'Etat seront |
Staat worden uitgekeerd » (Parl. St., Kamer, 1970-1971, nr. 1051/2, p. | versées à ces enfants » (Doc. parl., Chambre, 1970-1971, n° 1051/2, p. |
1). | 1). |
B.4.2. De voorwaarde van het « ten laste [zijn] van een natuurlijke | B.4.2. La condition d'être « à la charge d'une personne physique » est |
persoon », is het resultaat van een amendement dat als volgt werd verantwoord : | le résultat d'un amendement qui fut justifié de la manière suivante : |
« Het amendement bevat twee wijzigingen aan de tekst van het voorstel | « L'amendement comporte deux modifications au texte de la proposition |
van wet. [...] | de loi. [...] |
De toekenning van de gewaarborgde gezinsbijslag wordt beperkt tot | L'octroi des prestations familiales garanties est limité aux enfants |
kinderen die, ten minste hoofdzakelijk, ten laste zijn van een | qui sont au moins principalement à la charge d'une personne physique » |
natuurlijk persoon » (Parl. St., Senaat, 1970-1971, nr. 576, p. 4). | (Doc. parl., Sénat, 1970-1971, n° 576, p. 4). |
In de verantwoording van een amendement naar aanleiding van het | Dans la justification d'un amendement à propos de l'insertion d'un |
invoeren van een nieuw artikel 10 in de wet van 20 juli 1971 is | article 10, nouveau, dans la loi du 20 juillet 1971, il a été indiqué |
vermeld : | ce qui suit : |
« De toekenning van gezinsbijslag ten laste van het Rijk aan ten laste | « L'octroi de prestations familiales à charge de l'Etat pour des |
van een openbare overheid geplaatste kinderen lijkt niet aangewezen » | enfants placés à charge d'une autorité publique ne paraît guère |
(Parl. St., Senaat, 1970-1971, nr. 576, p. 8). | s'indiquer » (Doc. parl., Sénat, 1970-1971, n° 576, p. 8). |
B.4.3. De toekenning van kinderbijslag strekt in hoofdzaak ertoe bij | B.4.3. L'octroi d'allocations familiales vise principalement à |
te dragen in de kosten van onderhoud en opvoeding van de kinderen. Zij | contribuer aux frais d'entretien et d'éducation des enfants. Il offre |
biedt een gedeeltelijke compensatie voor de toegenomen lasten die door | une compensation partielle à l'augmentation des charges supportées par |
het gezin worden gedragen wanneer het uitbreidt. Het zijn de betrokken | le ménage lors de l'extension de celui-ci. Ce sont les enfants |
kinderen die recht geven op bijslag. De keuze van de wetgever om kinderen die niet ten laste zijn van een natuurlijke persoon uit te sluiten van het systeem van gewaarborgde gezinsbijslag, is een uitdrukkelijke keuze die ingegeven is door de vaststelling dat die kinderen reeds volledig ten laste van de overheid zijn zodat er geen nood is om ten behoeve van hen de gewaarborgde gezinsbijslag toe te kennen. B.5. Gelet op het niet-contributieve karakter van het residuaire stelsel, wat het onderscheidt van het in B.1.2 bedoelde stelsel, vermocht de wetgever dat voordeel afhankelijk te maken van de voorwaarde van het verblijf in België van een natuurlijke persoon die | concernés qui sont bénéficiaires des allocations. Le choix du législateur d'exclure du système des prestations familiales garanties les enfants qui ne sont pas à la charge d'une personne physique est un choix explicite qui a été motivé par le constat que ces enfants sont déjà totalement à la charge de l'autorité publique, si bien qu'il n'est pas nécessaire d'octroyer des prestations familiales garanties en leur faveur. B.5. Eu égard au caractère non contributif du régime résiduel, ce qui le distingue du régime visé en B.1.2, le législateur pouvait en subordonner le bénéfice à la condition de la résidence en Belgique |
het desbetreffende kind ten laste heeft. De artikelen 1 en 2 van de | d'une personne physique ayant l'enfant en question à sa charge. Les |
wet van 20 juli 1971 hebben steeds voorwaarden voor het verkrijgen van | articles 1er et 2 de la loi du 20 juillet 1971 ont toujours imposé des |
een gewaarborgde gezinsbijslag opgelegd. | conditions d'obtention des prestations familiales garanties. |
De wetgever heeft bijgevolg limitatieve voorwaarden kunnen opleggen | Le législateur a pu dès lors imposer des conditions limitatives, |
die gegrond zijn op pertinente redenen, en meer bepaald kunnen eisen | fondées sur des raisons pertinentes, et exiger notamment que l'enfant, |
dat het kind dat het recht op gewaarborgde gezinsbijslag zou kunnen | qui pourrait ouvrir le droit à des prestations familiales garanties, |
doen ontstaan, ten laste is van een natuurlijke persoon die bijdraagt | soit à la charge d'une personne physique qui contribue aux frais |
in de kosten van onderhoud en opvoeding van het kind. | d'entretien et d'éducation de l'enfant. |
B.6. Er dient echter te worden onderzocht of die vereiste geen | B.6. Il convient toutefois d'examiner si cette exigence n'a pas |
onevenredige gevolgen heeft voor de rechten van het kind dat niet meer | d'effets disproportionnés sur les droits de l'enfant qui n'est plus à |
ten laste is van een natuurlijke persoon, omdat het stelsel van de | la charge d'une personne physique, parce que le régime des prestations |
gewaarborgde gezinsbijslag werd ingevoerd om een grotere gelijkheid | familiales garanties a été introduit pour assurer une plus grande |
tussen kinderen te waarborgen, door te voorzien in een gewaarborgde | égalité entre les enfants en prévoyant une allocation familiale |
kinderbijslag voor elk kind, om de enkele reden van zijn bestaan | garantie pour chaque enfant, en raison même de son existence (Doc. |
(Parl. St., Senaat, 1969-1970, nr. 80, p. 1). | parl., Sénat, 1969-1970, n° 80, p. 1). |
Artikel 2, lid 2, van het Verdrag inzake de rechten van het kind | L'article 2, paragraphe 2, de la Convention relative aux droits de |
verplicht immers de Staten die partij zijn « alle passende maatregelen | l'enfant oblige en effet les Etats parties à prendre « toutes les |
[te nemen] om te waarborgen dat het kind wordt beschermd tegen alle | mesures appropriées pour que l'enfant soit effectivement protégé |
vormen van discriminatie of bestraffing op grond van de status [...] | contre toutes formes de discrimination ou de sanctions motivées par la |
van de ouders ». | situation juridique [...] de ses parents ». |
Artikel 26, lid 1, van hetzelfde Verdrag bepaalt eveneens dat de | L'article 26, paragraphe 1, de cette même Convention prévoit également |
Staten die partij zijn « voor ieder kind het recht [erkennen] de | que les Etats parties « reconnaissent à tout enfant le droit de |
voordelen te genieten van voorzieningen voor sociale zekerheid, met | |
inbegrip van sociale verzekering, en [...] de nodige maatregelen | bénéficier de la sécurité sociale, y compris les assurances sociales, |
[nemen] om de algehele verwezenlijking van dit recht te | et prennent les mesures nécessaires pour assurer la pleine réalisation |
bewerkstelligen in overeenstemming met hun nationale recht ». | de ce droit en conformité avec leur législation nationale ». |
B.7.1. Artikel 57, § 3, van de organieke wet van 8 juli 1976 | B.7.1. L'article 57, § 3, de la loi du 8 juillet 1976 organique des |
betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn bepaalt | centres publics d'action sociale dispose que le centre exerce la |
dat het centrum de voogdij uitoefent over of althans de bewaring, het | tutelle ou à tout le moins assure la garde, l'entretien et l'éducation |
onderhoud en de opvoeding van de minderjarige kinderen verzekert die | des enfants mineurs d'âge lorsqu'ils lui sont confiés par la loi, les |
door de wet, de ouders of overheidsorganen aan het centrum zijn | parents ou les organismes publics. |
toevertrouwd. B.7.2. Artikel 63 van de voormelde organieke wet van 8 juli 1976 | B.7.2. L'article 63 de la loi organique précitée du 8 juillet 1976 |
bepaalt dat iedere minderjarige over wie niemand het ouderlijk gezag, | prévoit que tout mineur d'âge à l'égard duquel personne n'est investi |
de voogdij of de materiële bewaring heeft, wordt toevertrouwd aan het | de l'autorité parentale ou n'exerce la tutelle ou la garde matérielle |
openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van de gemeente waar hij | est confié au centre public d'action sociale de la commune où il se |
zich bevindt. Alsdan wijst, zo bepaalt artikel 65 van die organieke | trouve. L'article 65 de cette loi organique stipule que, dans ce cas, |
wet, de raad voor maatschappelijk welzijn onder zijn leden een persoon | le conseil de l'aide sociale désigne parmi ses membres une personne |
aan die de taak van voogd zal vervullen alsook een persoon die de taak | qui exercera la fonction de tuteur et une personne qui exercera la |
van toeziend voogd zal vervullen. De voogdij van een lid van de raad | fonction de subrogé-tuteur. Conformément à l'article 68, 1°, la |
voor maatschappelijk welzijn neemt luidens artikel 68, 1°, een einde | tutelle exercée par un membre du conseil de l'aide sociale prend fin, |
zodra, zoals te dezen, is voorzien in een voogdij met toepassing van de regels van het Burgerlijk Wetboek. B.7.3. Wanneer ten behoeve van een kind, ingevolge het overlijden van de natuurlijke persoon ten aanzien van wie het ten laste is, geen gewaarborgde gezinsbijslag meer wordt toegekend, heeft dat kind recht op volledige maatschappelijke dienstverlening. Wanneer niet is voldaan aan de voorwaarden voor het verkrijgen van het recht op gewaarborgde gezinsbijslag, behoort het tot de bevoegdheid van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, binnen de perken van zijn wettelijke opdracht en, in geval van conflict, tot die van de rechter, om het meest passende middel te kiezen teneinde te voorzien in de reële en actuele behoeften van het kind, zodat zijn gezondheid en zijn ontwikkeling worden gevrijwaard. B.7.4. Aangezien de maatschappelijke dienstverlening alle behoeften van het kind in aanmerking moet nemen, dient, bij het bepalen van de aan dat kind toe te kennen maatschappelijke dienstverlening, rekening te worden gehouden met het feit dat er niemand is die de kosten van zijn onderhoud en opvoeding ten laste neemt. Om de omvang van de maatschappelijke dienstverlening die aan dat kind wordt toegekend te bepalen, moet bijgevolg rekening worden gehouden met de omstandigheid dat voor dat kind niet de gewaarborgde gezinsbijslag wordt toegekend, die wel zou worden toegekend indien het ten laste zou zijn van een natuurlijke persoon. B.8. Onder voorbehoud van hetgeen is vermeld in B.7.4, is artikel 1 van de wet van 20 juli 1971 niet onbestaanbaar met de artikelen 10 en | comme c'est le cas en l'espèce, dès qu'une tutelle a été organisée en exécution des règles du Code civil. B.7.3. Lorsqu'un enfant ne bénéficie plus de prestations familiales garanties, à la suite du décès de la personne physique à la charge de laquelle il se trouve, cet enfant dispose du droit à l'aide sociale complète. Lorsque les conditions d'ouverture du droit aux prestations familiales garanties ne sont pas remplies, il appartient au centre public d'action sociale, dans les limites de sa mission légale, et, en cas de conflit, au juge, de choisir le moyen le plus approprié pour pourvoir aux besoins réels et actuels de l'enfant, pour que sa santé et son développement soient garantis. B.7.4. Dès lors que l'aide sociale doit prendre en considération l'ensemble des besoins de l'enfant, il convient de tenir compte, pour la fixation de l'aide sociale à octroyer à cet enfant, du fait qu'il n'y a personne pour prendre en charge les frais de son entretien et de son éducation. Pour déterminer l'étendue de l'aide sociale octroyée à cet enfant, il faut en conséquence que soit pris en considération le fait que ne sont pas octroyées, pour cet enfant, les prestations familiales garanties qui seraient octroyées s'il était à la charge d'une personne physique. B.8 Sous réserve de ce qui est dit en B.7.4, l'article 1er de la loi du 20 juillet 1971 n'est pas incompatible avec les articles 10 et 11 |
11 van de Grondwet. | de la Constitution. |
B.9. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.9. La question préjudicielle appelle une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Onder voorbehoud van hetgeen is vermeld in B.7.4, schendt artikel 1 | Sous réserve de ce qui est dit en B.7.4, l'article 1er de la loi du 20 |
van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde | juillet 1971 instituant des prestations familiales garanties ne viole |
gezinsbijslag de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. | pas les articles 10 et 11 de la Constitution. |
Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel | Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, |
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
op 10 maart 2016. | la Cour constitutionnelle, le 10 mars 2016. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
De wnd. voorzitter, | Le président f.f., |
A. Alen | A. Alen |