Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 65/2015 van 21 mei 2015 Rolnummer : 5903 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 335 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg Henegouwen, afdeling Doornik. Het Grondwett samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters J.-P. Snappe, T. Merckx-Van(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 65/2015 van 21 mei 2015 Rolnummer : 5903 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 335 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg Henegouwen, afdeling Doornik. Het Grondwett samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters J.-P. Snappe, T. Merckx-Van(...) Extrait de l'arrêt n° 65/2015 du 21 mai 2015 Numéro du rôle : 5903 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 335 du Code civil, posées par le Tribunal de première instance du Hainaut, division Tournai. La Cour constitut composée des présidents J. Spreutels et A. Alen, et des juges J.-P. Snappe, T. Merckx-Van Goey, P. (...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 65/2015 van 21 mei 2015 Extrait de l'arrêt n° 65/2015 du 21 mai 2015
Rolnummer : 5903 Numéro du rôle : 5903
In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 335 van het En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 335 du
Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg Code civil, posées par le Tribunal de première instance du Hainaut,
Henegouwen, afdeling Doornik. division Tournai.
Het Grondwettelijk Hof, La Cour constitutionnelle,
samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de composée des présidents J. Spreutels et A. Alen, et des juges J.-P.
rechters J.-P. Snappe, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en R. Snappe, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet et R. Leysen, assistée
Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président J. Spreutels,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging I. Objet des questions préjudicielles et procédure
Bij vonnis van 14 april 2014 in zake M.P. en S.J., waarvan de Par jugement du 14 avril 2014 en cause de M.P. et S.J., dont
expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 15 mei 2014, heeft l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 15 mai 2014, le
de Rechtbank van eerste aanleg Henegouwen, afdeling Doornik, de Tribunal de première instance du Hainaut, division Tournai, a posé les
volgende prejudiciële vragen gesteld : questions préjudicielles suivantes :
« 1. Schendt artikel 335 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en « 1. L'article 335 du Code civil viole-t-il les articles 10 et 11 de
11 van de Grondwet, in het bijzonder artikel 10, derde lid, en artikel la Constitution, particulièrement l'article 10, alinéa 3, et l'article
22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van 22 de la Constitution, lus en combinaison avec les articles 8 et 14 de
het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 26 van la Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 26 du
het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, Pacte international relatif aux droits civils et politiques, en ce
in zoverre het niet toestaat dat het kind de namen van de vader en van qu'il ne permet pas que l'enfant porte les noms du père et de la mère
de moeder naast elkaar draagt wanneer de afstamming van het kind accolés lorsque la filiation de l'enfant est établie à l'égard de ses
vaststaat ten aanzien van zijn twee ouders ? deux parents ?
2. Schendt artikel 335 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 2. L'article 335 du Code civil viole-t-il les articles 10 et 11 de la
11 van de Grondwet, in het bijzonder artikel 10, derde lid, en artikel Constitution, particulièrement l'article 10, alinéa 3, et l'article 22
22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van de la Constitution, lus en combinaison avec les articles 8 et 14 de la
het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 26 van Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 26 du
het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, Pacte international relatif aux droits civils et politiques, en ce
in zoverre het verbiedt de naam van de moeder aan het kind door te
geven wanneer de afstamming van het kind vaststaat ten aanzien van qu'il interdit la transmission du nom de la mère à l'enfant lorsque la
zijn twee ouders ? ». filiation de l'enfant est établie à l'égard de ses deux parents ? ».
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1. Bij brief van 24 oktober 2014, die op 27 oktober 2014 ter griffie van het Hof is ontvangen, heeft de raadsman van de verzoekende partijen voor de verwijzende rechter het Hof meegedeeld dat zijn cliënten uiteindelijk genoegdoening hadden gekregen met betrekking tot de naam van hun dochters, en de lopende procedures niet langer wensten voort te zetten; in die brief werd vermeld dat zijn mandaat dan ook was stopgezet. De verzoekende partijen voor de verwijzende rechter hebben echter niet vermeld dat zij voor de verwijzende rechter het verzoek tot afstand hebben ingediend dat, indien het werd aanvaard of toegelaten door het rechtscollege dat de prejudiciële vraag heeft gesteld, een einde zou B.1. Par lettre datée du 24 octobre 2014, reçue au greffe de la Cour le 27 octobre 2014, le conseil des requérants devant le juge a quo a informé la Cour que ses clients avaient finalement obtenu satisfaction en ce qui concerne le nom de leurs filles, et ne souhaitaient plus poursuivre les procédures en cours; ce courrier indiquait que son mandat avait dès lors cessé. Les requérants devant le juge a quo n'ont toutefois pas mentionné avoir introduit devant le juge a quo la demande de désistement qui, si elle était acceptée ou admise par la juridiction qui a posé la question préjudicielle, mettrait fin à la procédure devant la Cour,
maken aan de rechtspleging voor het Hof, overeenkomstig artikel 99 van conformément à l'article 99 de la loi spéciale sur la Cour
de bijzondere wet op het Grondwettelijk Hof. constitutionnelle.
B.2. Gelet op dat nieuwe element en gelet op de feiten van de zaak zoals zij blijken uit het dossier voorgelegd aan de Rechtbank van eerste aanleg Henegouwen, afdeling Doornik, acht het Hof het noodzakelijk de zaak terug te zenden naar de verwijzende rechter, opdat hij beslist of het antwoord op de prejudiciële vragen nog steeds onontbeerlijk is om zijn vonnis te wijzen. Om die redenen, het Hof zendt de zaak terug naar de verwijzende rechter opdat hij beslist of het antwoord op de prejudiciële vragen nog steeds onontbeerlijk is om zijn vonnis te wijzen. Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel B.2. Compte tenu de cet élément nouveau et des faits de l'espèce tels qu'ils ressortent du dossier soumis au Tribunal de première instance du Hainaut, division de Tournai, la Cour estime nécessaire de renvoyer l'affaire devant le juge a quo, afin qu'il décide si la réponse aux questions préjudicielles est toujours indispensable pour rendre son jugement. Par ces motifs, la Cour renvoie l'affaire au juge a quo afin qu'il décide si la réponse aux questions préjudicielles est toujours indispensable pour rendre son jugement. Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise,
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
op 21 mei 2015. la Cour constitutionnelle, le 21 mai 2015.
De griffier, Le greffier,
P.-Y. Dutilleux P.-Y. Dutilleux
De voorzitter, Le président,
J. Spreutels J. Spreutels
^