Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 31/2015 van 12 maart 2015 Rolnummer : 5817 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 4 van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen, gesteld door het Hof van Beroep te Brussel."
Uittreksel uit arrest nr. 31/2015 van 12 maart 2015 Rolnummer : 5817 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 4 van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen, gesteld door het Hof van Beroep te Brussel. Extrait de l'arrêt n° 31/2015 du 12 mars 2015 Numéro du rôle : 5817 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 4 de la loi du 31 janvier 2009 relative à la continuité des entreprises, posée par la Cour d'appel de Bruxelles. composée des présidents J. Spreutels et A. Alen, et des juges L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moer(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 31/2015 van 12 maart 2015 Extrait de l'arrêt n° 31/2015 du 12 mars 2015
Rolnummer : 5817 Numéro du rôle : 5817
In zake : de prejudiciële vraag over artikel 4 van de wet van 31 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 4 de la loi
januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen, gesteld du 31 janvier 2009 relative à la continuité des entreprises, posée par
door het Hof van Beroep te Brussel. la Cour d'appel de Bruxelles.
Het Grondwettelijk Hof, La Cour constitutionnelle,
samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de composée des présidents J. Spreutels et A. Alen, et des juges L.
rechters L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en F. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et F. Daoût,
Daoût, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président J.
voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, Spreutels,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij arrest van 16 januari 2014 in zake de bvba « Jac Consulting », Par arrêt du 16 janvier 2014 en cause de la SPRL « Jac Consulting »,
waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 23 dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 23 janvier
januari 2014, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende 2014, la Cour d'appel de Bruxelles a posé la question préjudicielle
prejudiciële vraag gesteld : suivante :
« Schendt artikel 4 van de wet van 31 januari 2009 betreffende de « L'article 4 de la loi du 31 janvier 2009 relative à la continuité
continuïteit van de ondernemingen de artikelen 10 en 11 van de des entreprises viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en
Grondwet, in zoverre het impliceert dat een zelfstandige die een vrij ce qu'il implique qu'un indépendant titulaire d'une profession
beroep uitoefent en in de vorm van een burgerlijke vennootschap met libérale opérant sous la forme d'une société civile à forme
handelsvorm werkzaam is, niet het voordeel geniet van de maatregelen commerciale n'est pas admis au bénéfice des mesures mises en oeuvre
in werking gesteld bij de vermelde wet van 31 januari 2009 betreffende par ladite loi du 31 janvier 2009 relative à la continuité des
de continuïteit van de ondernemingen, terwijl elke andere zelfstandige
die in de vorm van een burgerlijke vennootschap met handelsvorm entreprises alors que tout autre indépendant opérant sous la forme
werkzaam is, wel het voordeel geniet van de bij die wet in werking d'une société civile à forme commerciale est quant à lui admis au
gestelde maatregelen ? ». bénéfice des mesures mises en oeuvre par cette loi ? ».
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1.1. Artikel 3 van de wet van 31 januari 2009 betreffende de B.1.1. L'article 3 de la loi du 31 janvier 2009 relative à la
continuïteit van de ondernemingen (hierna : de WCO), zoals gewijzigd continuité des entreprises (ci-après : la LCE), telle qu'elle a été
bij de wet van 27 mei 2013, bepaalt : modifiée par la loi du 27 mai 2013, dispose :
« Deze wet is toepasselijk op de volgende schuldenaren : de kooplieden « La présente loi est applicable aux débiteurs suivants : les
bedoeld in artikel 1 van het Wetboek van koophandel, de landbouwers, commerçants visés à l'article 1er du Code de commerce, les
de landbouwvennootschap bedoeld in artikel 2, § 3, van het Wetboek van agriculteurs, la société agricole visée à l'article 2, § 3, du Code
vennootschappen en de burgerlijke vennootschappen met handelsvorm des sociétés et les sociétés civiles à forme commerciale visées à
bedoeld in artikel 3, § 4, van hetzelfde wetboek ». l'article 3, § 4, du même Code ».
Artikel 4 van dezelfde wet, waarop de prejudiciële vraag betrekking L'article 4 de la même loi, sur lequel porte la question
heeft, bepaalt : préjudicielle, dispose :
« Deze wet is niet toepasselijk op de burgerlijke vennootschappen met « La présente loi n'est pas applicable aux sociétés civiles à forme
handelsvorm die de hoedanigheid hebben van een lid van een vrij beroep commerciale qui ont la qualité de titulaire d'une profession libérale
zoals omschreven in artikel 2, 1°, van de wet van 2 augustus 2002 définie à l'article 2, 1°, de la loi du 2 août 2002 relative à la
betreffende de misleidende en vergelijkende reclame, de onrechtmatige publicité trompeuse et à la publicité comparative, aux clauses
bedingen en de op afstand gesloten overeenkomsten inzake de vrije abusives et aux contrats à distance en ce qui concerne les professions
beroepen, of waaronder de beoefenaars van een vrij beroep hun libérales, ou sous la forme de laquelle des titulaires d'une
activiteit uitoefenen. profession libérale exercent leur activité.
Deze wet is evenmin toepasselijk op de kredietinstellingen, de De même, la présente loi n'est pas applicable aux établissements de
verzekeringsondernemingen, de beleggingsondernemingen, de crédit, aux entreprises d'assurances, aux entreprises
beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging, de d'investissement, aux sociétés de gestion d'organismes de placement
verrekenings- en vereffeningsinstellingen en de daarmee gelijkgestelde collectif, aux organismes de compensation et de liquidation et
instellingen, de herverzekeringsondernemingen, de financiële holdings assimilés, aux entreprises de réassurance, aux compagnies financières
en de gemengde financiële holdings ». et aux compagnies financières mixtes ».
B.1.2. In artikel 2, 1°, van de voormelde wet van 2 augustus 2002 B.1.2. L'article 2, 1°, de la loi du 2 août 2002 précitée définit la
wordt het vrije beroep gedefinieerd als « elke zelfstandige profession libérale comme « toute activité professionnelle
beroepsactiviteit die dienstverlening of levering van goederen omvat indépendante de prestation de services ou de fourniture de biens, qui
welke geen daad van koophandel of ambachtsbedrijvigheid is, zoals ne constitue pas un acte de commerce ou une activité artisanale visée
bedoeld in de wet van 18 maart 1965 op het ambachtsregister en die par la loi du 18 mars 1965 sur le registre de l'artisanat et qui n'est
niet wordt bedoeld in de wet van 14 juli 1991 betreffende de pas visée par la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce
handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument, et sur l'information et la protection du consommateur, a l'exclusion
met uitsluiting van de landbouwbedrijvigheden en de veeteelt ». des activités agricoles et d'élevage ».
B.2. De WCO vervangt de wet van 17 juli 1997 betreffende het B.2. La LCE remplace la loi du 17 juillet 1997 relative au concordat
gerechtelijk akkoord die volgens de wetgever « snel tegen haar grenzen judiciaire qui avait, d'après le législateur, « rapidement montré ses
[bleek] aan te lopen ». limites ».
De wetgever streefde ernaar « de duurzame ontwikkeling en de Le législateur a eu pour objectif de « poursuivre le développement
gezondmaking van de ondernemingen [voort te zetten], zonder daarom de durable des entreprises et leur assainissement, sans perturber par des
mechanismen van de normale markten te verstoren door rechterlijke décisions judiciaires les mécanismes normaux des marchés » (Doc.
beslissingen » (Parl. St., Kamer, 2007, DOC 52-0160/001, p. 4, en parl., Chambre, 2007, DOC 52-0160/001, p. 4, et Doc. parl., Chambre,
Parl. St., Kamer, 2007-2008, DOC 52-0160/002, p. 39). 2007-2008, DOC 52-0160/002, p. 39).
De bij de in het geding zijnde wet genomen maatregelen strekken ertoe
een « systeem [te creëren] waarmee zonder al te veel moeilijkheden een Les mesures prises par la loi en cause visent à créer un « système
economische activiteit kan worden geherstructureerd tegen een permettant sans trop de complication de restructurer une activité
achtergrond van pre-faillissement en zelfs van dreigend faillissement économique sur un arrière fond de pré-faillite voire même de faillite
» (Parl. St., Kamer, 2007-2008, DOC 52-0160/002, p. 39), zodat « imminente » (Doc. parl., Chambre, 2007-2008, DOC 52-0160/002, p. 39),
voortaan [...] de schuldenaar die liquiditeitsproblemen heeft - of de sorte que « dorénavant le débiteur, qui a des problèmes de
zelfs in staat van faillissement verkeert - over een waaier van liquidités, dispose, même s'il se trouve dans un état de faillite,
mogelijkheden [beschikt] om de onderneming die rendabel kan worden d'un éventail de possibilités permettant à l'entreprise de retrouver
gemaakt te redden » (ibid., p. 41). sa rentabilité » (ibid., p. 41).
B.3. Aan het Hof wordt een vraag gesteld over de bestaanbaarheid, met B.3. La Cour est interrogée sur la compatibilité, avec les articles 10
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van de uitsluiting van de zelfstandigen die een vrij beroep uitoefenen en in de vorm van een burgerlijke vennootschap met handelsvorm werkzaam zijn, van het voordeel van de bij de WCO genomen maatregelen. Het Hof beperkt zijn onderzoek tot het eerste lid van het in het geding zijnde artikel 4, aangezien het tweede lid betrekking heeft op ondernemingen of instellingen die niet onder de uitoefening van een vrij beroep in de zin van het eerste lid vallen, dat in werkelijkheid als enige door de verwijzende rechter wordt beoogd. B.4.1. De WCO, in de versie ervan die op het voor de verwijzende rechter hangende geschil van toepassing is, voorziet onder meer in een zogenoemde procedure « van gerechtelijke reorganisatie » die strekt tot het behouden, onder toezicht van de rechter, van de continuïteit van het geheel of een gedeelte van de onderneming in moeilijkheden of et 11 de la Constitution, de l'exclusion des indépendants titulaires d'une profession libérale opérant sous la forme d'une société civile à forme commerciale du bénéfice des mesures prises par la LCE. La Cour limite son examen à l'alinéa 1er de l'article 4 en cause, l'alinéa 2 visant des entreprises ou des organismes qui ne ressortissent pas à l'exercice d'une profession libérale au sens de l'alinéa 1er, seul visé, en réalité, par le juge a quo. B.4.1. La LCE, dans sa version applicable au litige devant le juge a quo, prévoit, notamment, une procédure dite « de réorganisation judiciaire » qui a pour but de préserver, sous le contrôle du juge, la continuité de tout ou partie de l'entreprise en difficulté ou de ses
van haar activiteiten (artikel 16, eerste lid); die procedure maakt activités (article 16, alinéa 1er); cette procédure permet d'accorder
het mogelijk de schuldenaar een opschorting toe te kennen (waarvan de un sursis (dont la durée est fixée par le juge en vertu de l'article
duur door de rechter wordt bepaald krachtens artikel 24, § 2) om 24, § 2) au débiteur en vue soit d'aboutir à une réorganisation
hetzij tot een gerechtelijke reorganisatie te komen door een minnelijk
akkoord tussen schuldeisers en schuldenaar - bedoeld in artikel 43 - judiciaire par accord amiable entre créanciers et débiteur, visé à
of door een collectief akkoord van de schuldeisers - bedoeld in de l'article 43, ou par accord collectif des créanciers, visé aux
artikelen 44 en volgende -, hetzij de overdracht toe te staan, aan articles 44 et suivants, soit de permettre le transfert à des tiers de
derden, van het geheel of een gedeelte van de onderneming of haar tout ou partie de l'entreprise ou de ses activités, visé aux articles
activiteiten, bedoeld in de artikelen 59 en volgende (artikel 16, 59 et suivants (article 16, alinéa 2).
tweede lid). B.4.2. Het uitsluiten van de beoefenaars van een vrij beroep van het B.4.2. L'exclusion des titulaires d'une profession libérale du champ
toepassingsgebied van de wet werd als volgt verantwoord : d'application de la loi a été justifiée comme suit :
« De vrije beroepen zoals omschreven in artikel 2 van de wet van 2 « Les professions libérales telles que définies par l'article 2 de la
augustus 2002 worden meestal onderworpen aan een tuchtregeling die ook loi du 2 août 2002 seront le plus souvent soumises à une
réglementation disciplinaire, qui comprend aussi une part de contrôle
een deel financiële controle omvat van de vennootschappen waaronder de financier de la société, sous laquelle les titulaires de professions
titularissen van vrije beroepen hun beroep uitoefenen. Zij worden dus libérales exercent leur profession. Elles sont donc contrôlées et
gecontroleerd en de nodige bijstand en raad wordt hen gegeven. Voor de l'assistance nécessaire et le conseil leur sont donnés. Cela signifie
titularissen van vrije beroepen die de vorm van een burgerlijke aussi pour les titulaires de professions libérales opérant sous la
vennootschap met handelsvorm hebben aangenomen, betekent dit ook dat forme d'une société civile à forme commerciale que les règles
de specifieke regels die voor die beroepen bestaan - bijvoorbeeld het spécifiques qui existent pour ces professions - par exemple le secret
beroepsgeheim, de naleving van deontologische regels, de specifieke professionnel, l'observation des règles de déontologie, les règles
aansprakelijkheidsregels - in de wet op de continuïteit hadden moeten spécifiques de responsabilité - auraient dû être incorporées dans la
geïncorporeerd worden, wat een differentiatie in de toepassing van
deze wet zou hebben veroorzaakt die bedenkelijk had kunnen lijken op loi sur la continuité ce qui aurait provoqué une différence dans
gebied van de gelijkheid » (Parl. St., Kamer, 2007-2008, DOC l'application de cette loi et qui aurait semblé délicat au regard de
52-0160/002, p. 47). l'égalité » (Doc. parl., Chambre, 2007-2008, DOC 52-0160/002, p. 47).
In de parlementaire voorbereiding wordt eveneens gepreciseerd dat die Les travaux préparatoires précisent encore que cette exclusion est
uitsluiting wordt verantwoord door het feit dat de beoefenaars van een justifiée par le fait que les titulaires de professions libérales ne
vrij beroep, in tegenstelling tot de handelaars, niet failliet kunnen peuvent pas être déclarés en faillite, contrairement aux commerçants :
worden verklaard :
« [...] thans [kunnen] enkel handelaars failliet [...] worden « [...] à l'heure actuelle, seuls les commerçants peuvent être
déclarés en faillite. Il est donc logique qu'une proposition de loi
verklaard. Het is bijgevolg niet meer dan logisch dat een wetsvoorstel visant à éviter la faillite s'applique exclusivement aux commerçants.
gericht op de vermijding hiervan enkel op handelaars van toepassing Poser la question de l'extension d'un tel mécanisme aux entités
is. De vraag tot uitbreiding van dergelijk mechanisme tot voornoemde économiques précitées revient en réalité à se demander si l'on peut
economische entiteiten komt in feite neer op de vraag of ook voor hen également procéder à une mise en balance des intérêts pour ces entités
de afweging van belangen mag worden gemaakt en of ze - onder bepaalde et si ces dernières peuvent - moyennant certaines conditions -
voorwaarden - hun activiteit kunnen verderzetten » (Parl. St., Kamer, poursuivre leurs activités » (Doc. parl., Chambre, 2008-2009, DOC
2008-2009, DOC 52-0160/005, p. 102). 52-0160/005, p. 102).
Bovendien is « verder onderzoek [...] noodzakelijk » (ibid.). En outre, « cette question mérite un examen plus approfondi » (ibid.).
B.5.1. Het in de prejudiciële vraag vermelde verschil in behandeling tussen de zelfstandige die een vrij beroep uitoefent en in de vorm van een burgerlijke vennootschap werkzaam is en elke andere zelfstandige die in dezelfde vorm werkzaam is, berust op de niet-commerciële aard van de handelingen die de uitoefening van een vrij beroep kenmerken. Dat criterium is objectief. Het bij de in het geding zijnde bepaling ingevoerde onderscheid beantwoordt aan het bij de wet nagestreefde doel, dat erin bestaat het de ondernemingen in moeilijkheden mogelijk te maken het faillissement te vermijden, aangezien de beoefenaars van vrije beroepen niet failliet kunnen worden verklaard omdat de handelingen die zij verrichten, niet als daden van koophandel worden B.5.1. La différence de traitement évoquée par la question préjudicielle entre l'indépendant exerçant une profession libérale opérant sous la forme d'une société civile et tout autre indépendant opérant sous la même forme repose sur la nature non commerciale des actes qui caractérisent l'exercice d'une profession libérale. Ce critère est objectif. La distinction établie par la disposition en cause rencontre l'objectif recherché par la loi, celui de permettre aux entreprises en difficulté d'éviter la faillite, puisque les titulaires de professions libérales ne peuvent être déclarés en faillite, les actes qu'ils accomplissent n'étant pas considérés comme
beschouwd. Wat de evenredigheid van de maatregel betreft, vermocht de des actes de commerce. S'agissant de la proportionnalité de la mesure,
wetgever redelijkerwijs te oordelen dat de beoefenaars van vrije le législateur a pu raisonnablement considérer qu'étant soumis à des
beroepen, aangezien zij aan eigen deontologische regels zijn
onderworpen, een financieel toezicht door de tuchtoverheden ondergaan. règles déontologiques propres, les titulaires de professions libérales
Daarenboven vermocht de wetgever te oordelen dat een aantal subissent un contrôle financier par les autorités disciplinaires.
deontologische regels die eigen zijn aan de vrije beroepen, zoals het Par ailleurs, le législateur a pu estimer que certaines des règles de
beroepsgeheim, niet in acht zouden kunnen worden genomen indien de bij déontologie propres aux professions libérales, telles que le secret
de WCO ingevoerde procedure op hen moest worden toegepast. Zulks geldt professionnel, ne pourraient être respectées si la procédure instituée
bijvoorbeeld voor de gegevensverzameling en de handelsonderzoeken par la LCE devait leur être appliquée. Il en est ainsi par exemple de
(artikelen 8 tot 14) en de inhoud van het verzoek tot gerechtelijke la collecte des données et des enquêtes commerciales (articles 8 à 14)
reorganisatie die het vermelden van alle schuldeisers omvat (artikel et du contenu de la requête en réorganisation judiciaire qui suppose
17). B.5.2. Wat in het bijzonder de accountants of boekhouders betreft, zij la mention de l'ensemble des créanciers (article 17).
worden bij verschillende bepalingen van de WCO aangewezen als B.5.2. S'agissant en particulier des experts-comptables ou des
hulporganen van de rechterlijke macht in die aangelegenheid. Aldus comptables, plusieurs dispositions de la LCE les désignent en qualité
worden zij betrokken bij het « opsporen » van gewichtige feiten die de d'auxiliaires du pouvoir judiciaire en cette matière. Ainsi sont-ils
« continuïteit » van de ondernemingen die zij adviseren, in het associés au « dépistage » de faits graves susceptibles de compromettre
gedrang kunnen brengen (artikel 10). De rechter mag bij hen la « continuité » des entreprises qu'ils conseillent (article 10). Le
inlichtingen inwinnen nopens de aanbevelingen die zij aan de juge peut recueillir auprès d'eux des informations concernant les
schuldenaar hebben gedaan (artikel 12, § 1). Artikel 17, § 2, bepaalt recommandations qu'ils ont faites au débiteur (article 12, § 1er).
dat bij het verzoek tot gerechtelijke reorganisatie, op straffe van Quant à l'article 17, § 2, il dispose que la requête en réorganisation
niet-ontvankelijkheid, een boekhoudkundige staat van de onderneming judiciaire doit, à peine d'irrecevabilité, être accompagnée d'une
die het actief en het passief weergeeft en de resultatenrekening, opgesteld onder toezicht van een bedrijfsrevisor, een externe accountant of een externe erkende boekhouder, moeten worden gevoegd. B.5.3. Ten slotte is de omstandigheid dat de wetgever aan de WCO een ruimer toepassingsgebied heeft gegeven dan dat wat in artikel 1 van het Wetboek van koophandel is bepaald en dat hij niet heeft geoordeeld dat hij, in de huidige stand van zaken, bepalingen diende aan te nemen die van toepassing zijn op de zelfstandigen die vrije beroepen uitoefenen en die in de vorm van een burgerlijke of handelsvennootschap werkzaam zijn, niet van dien aard dat zij het mogelijk maakt te oordelen dat de in het geding zijnde bepalingen discriminerend zouden zijn. B.6. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : situation comptable de l'entreprise qui reflète l'actif et le passif et le compte de résultats établis sous la supervision d'un réviseur d'entreprises, d'un expert-comptable ou d'un comptable agréé externes. B.5.3. Enfin, la circonstance que le législateur a donné à la LCE un champ d'application plus étendu que celui défini par l'article 1er du Code de commerce et qu'il n'ait pas jugé devoir, dans l'état actuel des choses, adopter des dispositions applicables aux indépendants exerçant des professions libérales et opérant sous la forme d'une société civile ou commerciale, n'est pas de nature à permettre de considérer que les dispositions en cause seraient discriminatoires. B.6. La question préjudicielle appelle une réponse négative. Par ces motifs, la Cour dit pour droit :
Artikel 4 van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit L'article 4 de la loi du 31 janvier 2009 relative à la continuité des
van de ondernemingen schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet entreprises ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution.
niet. Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise,
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
op 12 maart 2015. la Cour constitutionnelle, le 12 mars 2015.
De griffier, Le greffier,
P.-Y. Dutilleux P.-Y. Dutilleux
De voorzitter, Le président,
J. Spreutels J. Spreutels
^