← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 187/2014 van 18 december 2014 Rolnummer : 5775 In zake :
de prejudiciële vragen over artikel 63 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten,
gesteld door de Arbeidsrechtbank te Bergen. Het Gron samengesteld uit
de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 187/2014 van 18 december 2014 Rolnummer : 5775 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 63 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Bergen. Het Gron samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J(...) | Extrait de l'arrêt n° 187/2014 du 18 décembre 2014 Numéro du rôle : 5775 En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 63 de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, posées par le Tribunal du travail de Mons. |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 187/2014 van 18 december 2014 | Extrait de l'arrêt n° 187/2014 du 18 décembre 2014 |
Rolnummer : 5775 | Numéro du rôle : 5775 |
In zake : de prejudiciële vragen over artikel 63 van de wet van 3 juli | En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 63 de la |
1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, gesteld door de | loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, posées par le |
Arbeidsrechtbank te Bergen. | Tribunal du travail de Mons. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de | composée des présidents J. Spreutels et A. Alen, et des juges E. De |
rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. | Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. |
Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. | Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée |
Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, | du greffier F. Meersschaut, présidée par le président J. Spreutels, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Objet des questions préjudicielles et procédure |
Bij vonnis van 9 december 2013 in zake Frédéric Rivière tegen Dimitri | Par jugement du 9 décembre 2013 en cause de Frédéric Rivière contre |
Heyman, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op | Dimitri Heyman, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le |
18 december 2013, heeft de Arbeidsrechtbank te Bergen de volgende | 18 décembre 2013, le Tribunal du travail de Mons a posé les questions |
prejudiciële vragen gesteld : | préjudicielles suivantes : |
« 1. Schendt artikel 63 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de | « 1. L'article 63 de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de |
arbeidsovereenkomsten de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in | travail viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce |
zoverre het, enerzijds, aan een arbeider die met een overeenkomst van | que, d'une part, il accorde à un ouvrier engagé dans les liens d'un |
onbepaalde duur is aangeworven en wordt ontslagen, een vermoeden van | contrat à durée indéterminée et qui est licencié une présomption de |
willekeurige afdanking toekent en diens werkgever belast met het | licenciement abusif et fait reposer la charge de la preuve des motifs |
bewijs van de aangevoerde motieven van het ontslag en van de | du licenciement invoqués et de l'absence d'abus de droit sur son |
ontstentenis van rechtsmisbruik, en, anderzijds, als sanctie voor de | employeur, d'autre part, il prévoit à titre de sanction du |
willekeurige afdanking voorziet in een vergoeding die overeenstemt met | licenciement abusif une indemnité correspondant à la rémunération de |
het loon van zes maanden, terwijl de werkgever van een bediende niet | six mois, alors que l'employeur d'un employé n'est pas confronté à un |
met een dergelijke regeling wordt geconfronteerd ? | tel régime ? |
2. Schendt artikel 63 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de | 2. L'article 63 de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de |
arbeidsovereenkomsten, wanneer het van toepassing is op een arbeider | |
die wordt ontslagen met inachtneming van een opzeggingstermijn die | travail, lorsqu'il s'applique à un ouvrier licencié moyennant un |
afwijkt van artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de | préavis qui déroge à l'article 59 de la loi du 3 juillet 1978 relative |
arbeidsovereenkomsten, op zodanige wijze dat die opzeggingstermijn | aux contrats de travail, en manière telle que ce préavis se rapproche |
aanleunt bij die welke voor de bediende geldt, de artikelen 10 en 11 | de celui qui est dévolu à l'employé, viole-t-il les articles 10 et 11 |
van de Grondwet, in zoverre het, enerzijds, aan die arbeider die met | de la Constitution, en ce que, d'une part, il accorde à cet ouvrier |
een overeenkomst van onbepaalde duur is aangeworven en wordt | engagé dans les liens d'un contrat à durée indéterminée et qui est |
ontslagen, een vermoeden van willekeurige afdanking toekent en diens | licencié une présomption de licenciement abusif et fait reposer la |
werkgever belast met het bewijs van de aangevoerde motieven van het | charge de la preuve des motifs du licenciement invoqués et de |
ontslag en van de ontstentenis van rechtsmisbruik, en, anderzijds, als | l'absence d'abus de droit sur son employeur, d'autre part, il prévoit |
sanctie voor de willekeurige afdanking voorziet in een forfaitaire | à titre de sanction du licenciement abusif une indemnité forfaitaire |
vergoeding die overeenstemt met het loon van zes maanden, terwijl de | correspondant à la rémunération de six mois, alors que l'employeur |
werkgever van een bediende niet met een dergelijke regeling wordt geconfronteerd ? ». | d'un employé n'est pas confronté à un tel régime ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. Zoals het van toepassing is op het voor de verwijzende rechter | B.1. Tel qu'il est applicable au litige pendant devant le juge a quo, |
hangende geschil bepaalt artikel 63 van de wet van 3 juli 1978 « | l'article 63 de la loi du 3 juillet 1978 « relative aux contrats de |
betreffende de arbeidsovereenkomsten » : | travail » dispose : |
« Onder willekeurige afdanking wordt, voor de toepassing van dit | « Est considéré comme licenciement abusif pour l'application du |
artikel, verstaan, het ontslag van een werkman die is aangeworven voor | présent article, le licenciement d'un ouvrier engagé pour une durée |
een onbepaalde tijd, om redenen die geen verband houden met de | indéterminée effectué pour des motifs qui n'ont aucun lien avec |
geschiktheid of het gedrag van de werkman of die niet berusten op de | l'aptitude ou la conduite de l'ouvrier ou qui ne sont pas fondés sur |
noodwendigheden inzake de werking van de onderneming, de instelling of | les nécessités du fonctionnement de l'entreprise, de l'établissement |
de dienst. | ou du service. |
Bij betwisting behoort het aan de werkgever het bewijs te leveren van de voor het ontslag ingeroepen redenen. Onverminderd artikel 39, § 1, zal de werkgever die een voor een onbepaalde tijd aangeworven werkman op willekeurige wijze afdankt, aan deze werkman een vergoeding moeten betalen die overeenstemt met het loon van zes maanden, behalve indien een andere vergoeding is vastgesteld door een door de Koning algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst. De in het derde lid bedoelde vergoeding is verschuldigd onafgezien van het feit of de werkman al dan niet met inachtneming van een opzeggingstermijn werd afgedankt; zij kan niet samen genoten worden | En cas de contestation, la charge de la preuve des motifs du licenciement invoqués incombe à l'employeur. Sans préjudice de l'article 39, § 1er, l'employeur qui licencie abusivement un ouvrier engagé pour une durée indéterminée est tenu de payer à cet ouvrier une indemnité correspondant à la rémunération de six mois, sauf si une autre indemnisation est prévue par une convention collective de travail rendue obligatoire par le Roi. L'indemnité visée à l'alinéa 3 est due indépendamment du fait que l'ouvrier a été licencié avec ou sans préavis; elle ne peut être |
met de vergoedingen bedoeld in artikel 39, §§ 2 en 3, van deze wet, in | cumulée avec les indemnités prévues à l'article 39, §§ 2 et 3, de la |
de artikelen 16 tot 18 van de wet van 19 maart 1991 houdende | présente loi, aux articles 16 à 18 de la loi du 19 mars 1991 portant |
bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de | un régime de licenciement particulier pour les délégués du personnel |
ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en | aux conseils d'entreprise et aux comités de sécurité, d'hygiène et |
verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de | d'embellissement des lieux de travail, ainsi que pour les |
kandidaat-personeelsafgevaardigden, of in artikel 118, § 3, van de | candidats-délégués du personnel, ou à l'article 118, § 3, de la loi de |
herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen ». | redressement du 22 janvier 1985 portant des dispositions sociales ». |
B.2.1. Artikel 38 van de wet van 26 december 2013 « betreffende de | B.2.1. L'article 38 de la loi du 26 décembre 2013 « concernant |
invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake | l'introduction d'un statut unique entre ouvriers et employés en ce qui |
de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen » | concerne les délais de préavis et le jour de carence ainsi que de |
bepaalt : | mesures d'accompagnement » dispose : |
« Artikel 63 van [de wet van 3 juli 1978], gewijzigd bij de wet van 22 | « L'article 63 de [la loi du 3 juillet 1978], modifié par la loi du 22 |
januari 1985 en het koninklijk besluit van 21 mei 1991, houdt op van | janvier 1985 et l'arrêté royal du 21 mai 1991 cesse de s'appliquer : |
toepassing te zijn : | |
1° voor wat betreft de werkgevers die onder het toepassingsgebied van | 1° en ce qui concerne les employeurs qui relèvent du champ |
de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | d'application de la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités vallen en hun | collectives de travail et les commissions paritaires et leurs |
werknemers, vanaf de inwerkingtreding van een collectieve | travailleurs, à partir de l'entrée en vigueur d'une convention |
arbeidsovereenkomst gesloten in de Nationale Arbeidsraad, algemeen | collective de travail conclue au sein du Conseil National du Travail, |
verbindend verklaard door de Koning, betreffende de motivering van het | rendue obligatoire par le Roi, relative à la motivation du |
ontslag door de werkgever; | licenciement; |
2° voor wat betreft de werkgevers die niet onder het toepassingsgebied | 2° en ce qui concerne les employeurs qui ne relèvent pas du champ |
van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | d'application de la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités vallen en hun | collectives de travail et les commissions paritaires et leurs |
werknemers, vanaf de inwerkingtreding van een regeling vergelijkbaar | travailleurs, à partir de l'entrée en vigueur d'un régime analogue à |
met deze bepaald bij de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in 1° ». | celui prévu par la convention collective de travail visée au 1° ». |
Op 1 april 2014 is de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 109 van 12 | |
februari 2014 « betreffende de motivering van het ontslag », gesloten | Le 1er avril 2014 est entrée en vigueur la convention collective de |
in de Nationale Arbeidsraad, in werking getreden. | travail n° 109 du 12 février 2014 « concernant la motivation du |
B.2.2. Aangezien die bepalingen nog niet in werking waren getreden op | licenciement », conclue au sein du Conseil national du Travail. |
het ogenblik dat van het ontslag kennis werd gegeven aan de eiser voor | B.2.2. Ces dispositions n'étant pas encore en vigueur au moment du |
de verwijzende rechter, dient daarmee geen rekening te worden | congé notifié au demandeur devant le juge a quo, il n'y a pas lieu de |
gehouden. | les prendre en compte. |
B.3. De verwijzende rechter vraagt het Hof of artikel 63 van de in het | B.3. Le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité avec les |
geding zijnde wet bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de | articles 10 et 11 de la Constitution de l'article 63 de la loi en |
Grondwet, in zoverre het op de werkgever die een arbeider ontslaat de | |
bewijslast legt van het niet-willekeurige karakter van dat ontslag en | cause en ce qu'il fait peser sur l'employeur licenciant un ouvrier la |
die werkgever verplicht tot de betaling van een vergoeding die | charge de la preuve du caractère non abusif de ce licenciement et |
overeenstemt met het loon van zes maanden in geval van willekeurig | oblige l'employeur au paiement d'une indemnité correspondant à six |
ontslag, terwijl zulks niet het geval is wanneer een werkgever een | mois de rémunération en cas de licenciement abusif alors que tel n'est |
werknemer ontslaat die het statuut van bediende heeft (eerste | pas le cas lorsqu'un employeur licencie un travailleur ayant le statut |
prejudiciële vraag). De verwijzende rechter vraagt het Hof voorts of | d'employé (première question préjudicielle). Le juge a quo interroge |
artikel 63 van de in het geding zijnde wet bestaanbaar is met de | |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het voorziet in een | encore la Cour sur la compatibilité avec les articles 10 et 11 de la |
dergelijke regeling die gunstig is voor de ontslagen arbeider, zelfs | Constitution de l'article 63 de la loi en cause en ce qu'il prévoit un |
tel régime, favorable à l'ouvrier licencié, même lorsque ce dernier | |
wanneer die een opzeggingstermijn geniet die afwijkt van artikel 59 | bénéficie d'une durée de préavis dérogatoire à l'article 59 de la loi |
van de in het geding zijnde wet en aanleunt bij de opzeggingstermijn | en cause et qui se rapproche du délai de préavis reconnu à l'employé |
die aan de bediende wordt toegekend (tweede prejudiciële vraag). | (seconde question préjudicielle). |
B.4. Bij zijn arrest nr. 84/2001 van 21 juni 2001 heeft het Hof in | B.4. Par son arrêt n° 84/2001 du 21 juin 2001, la Cour a jugé à propos |
verband met het in de in het geding zijnde bepaling vervatte verschil | de la différence de traitement contenue dans la disposition en cause |
in behandeling tussen bedienden en arbeiders geoordeeld : | entre employés et ouvriers : |
« B.4. De arbeiders en de bedienden worden in de wet verschillend | « B.4. Les ouvriers et les employés sont traités différemment par la |
behandeld wat de opzeggingstermijnen betreft die de werkgever moet | loi en ce qui concerne les délais de préavis que l'employeur doit |
naleven wanneer hij hen ontslaat : die termijnen zijn, in de regel, voor de bedienden langer dan voor de arbeiders. Zoals het Hof heeft doen opmerken in zijn arrest nr. 56/93, berust dat verschil in behandeling op een criterium dat de invoering ervan op dit ogenblik bezwaarlijk objectief en redelijk zou kunnen verantwoorden. Het Hof stelde tevens vast dat de wetgever maatregelen had genomen om de aan de arbeiders en de bedienden toegekende niveaus van bescherming tegen ontslagen dichter bij elkaar te brengen. De in het geding zijnde bepalingen maken deel uit van die maatregelen, zoals in het voormelde arrest (B.6.2.2) werd opgemerkt. B.5. Teneinde de in deze zaak gestelde vraag te beantwoorden, dient te worden onderzocht of de wetgever, door inzake willekeurige afdanking aan de arbeiders voordelen toe te kennen die hij niet aan de bedienden toekent, ten nadele van laatstgenoemden niet het gelijkheids- en | respecter quand il les licencie : ces délais sont, en règle, plus longs pour les employés que pour les ouvriers. Ainsi que l'a fait observer la Cour dans son arrêt n° 56/93, cette différence de traitement repose sur un critère qui pourrait difficilement justifier de manière objective et raisonnable qu'elle fût instaurée aujourd'hui. La Cour constatait également que le législateur avait pris des mesures afin de rapprocher les niveaux de protection contre les licenciements accordés aux ouvriers et aux employés. Les dispositions en cause font partie de ces mesures, ainsi que le relevait l'arrêt précité (B.6.2.2). B.5. Pour répondre à la question posée dans la présente affaire, il convient d'examiner si, en accordant aux ouvriers, en matière de licenciement abusif, des avantages qu'il n'accorde pas aux employés, le législateur n'a pas violé, au détriment de ceux-ci, le principe |
niet-discriminatiebeginsel heeft geschonden. | d'égalité et de non-discrimination. |
B.6. De beperking van de toelaatbare redenen van ontslag, de omkering | B.6. La limitation des motifs admissibles de licenciement, le |
van de bewijslast en de forfaitaire vaststelling van de vergoeding | renversement de la charge de la preuve et la fixation forfaitaire de |
zijn maatregelen die de vordering kunnen vergemakkelijken die door een | l'indemnité sont des mesures qui peuvent faciliter l'action introduite |
arbeider wegens willekeurig ontslag wordt ingesteld. Ze staan dus in | par un ouvrier pour licenciement abusif. Elles sont donc en rapport |
verband met de nagestreefde doelstelling om de niveaus van bescherming | avec l'objectif poursuivi de rapprocher progressivement les niveaux de |
geleidelijk dichter bij elkaar te brengen : verre van een ongelijkheid tot stand te brengen, heeft de wetgever, inzake vastheid van betrekking, enkel een verschil in behandeling doorgevoerd vanuit de bekommernis om een ander verschil in behandeling te compenseren, namelijk dat inzake de opzeggingstermijn, dat de bedienden bevoorrecht. B.7. De bediende die van mening is dat hij willekeurig is ontslagen, geniet die voordelen niet. Hij kan echter een vergoeding krijgen met toepassing van de gemeenrechtelijke regels inzake rechtsmisbruik, zodat de in het geding zijnde maatregelen de arbeiders geen onevenredig voordeel lijken toe te kennen. | protection : loin de créer une inégalité, le législateur, en matière de stabilité de l'emploi, n'a introduit une différence de traitement que dans le souci d'en compenser une autre, celle qui privilégie les employés quant aux délais de préavis. B.7. L'employé qui s'estime abusivement licencié ne bénéficie pas de ces avantages. Il peut toutefois obtenir une indemnité en application des règles du droit commun en matière d'abus de droit, de sorte que les mesures en cause n'apparaissent pas comme accordant aux ouvriers un avantage disproportionné. |
B.8. Daaruit volgt dat de bekritiseerde maatregelen redelijkerwijze | B.8. Il s'ensuit que les mesures critiquées sont raisonnablement |
verantwoord zijn ten aanzien van de doelstelling om de verschillen | justifiées par rapport à l'objectif de réduire progressivement les |
tussen bedienden en arbeiders geleidelijk aan te verminderen, wat | différences entre employés et ouvriers, en ce qui concerne les |
betreft de waarborgen die aan de enen en de anderen inzake ontslag | garanties accordées aux uns et aux autres en matière de licenciement |
worden toegekend ». | ». |
Bijgevolg heeft het Hof voor recht gezegd dat de in het geding zijnde | Par conséquent, la Cour dit pour droit que la disposition en cause ne |
bepaling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet schond. | violait pas les articles 10 et 11 de la Constitution. |
B.5. Bij zijn arrest nr. 125/2011 van 7 juli 2011 heeft het Hof in | B.5. Par son arrêt n° 125/2011 du 7 juillet 2011, la Cour a jugé, à |
verband met de bij de in het geding zijnde wet ingestelde | propos des délais de préavis différents, selon que le travailleur |
verschillende opzeggingstermijnen, naargelang de ontslagen werknemer | licencié a le statut d'ouvrier ou d'employé, institués par la loi en cause : |
het statuut van arbeider of dat van bediende heeft, geoordeeld : | « B.3.1. Ainsi que l'a déjà fait observer la Cour dans son arrêt n° |
« B.3.1. Zoals het Hof reeds opmerkte in zijn arrest nr. 56/93 van 8 | 56/93 du 8 juillet 1993, en fondant la distinction entre ouvriers et |
juli 1993 heeft de wetgever, door het onderscheid tussen arbeiders en | employés sur la nature principalement manuelle ou intellectuelle de |
bedienden te doen steunen op de voornamelijk manuele respectievelijk | leur travail, le législateur a établi des différences de traitement en |
intellectuele aard van hun werk, verschillen in behandeling ingevoerd | |
op grond van een criterium dat de invoering ervan op dat ogenblik | fonction d'un critère qui pourrait difficilement justifier de manière |
bezwaarlijk objectief en redelijk zou kunnen verantwoorden (B.6.2.1). | objective et raisonnable qu'elle fût instaurée à ce moment (B.6.2.1). |
Die vaststelling geldt a fortiori vandaag de dag, met name voor de | Il en va a fortiori de même aujourd'hui, notamment pour les |
verschillen in behandeling die te dezen worden betwist op het vlak van | différences de traitement qui sont contestées en l'espèce en matière |
de duur van de opzegging of de carenzdag. Die verschillen in | de durée de préavis ou de jour de carence. Ces différences de |
behandeling zijn derhalve in strijd met de artikelen 10 en 11 van de | traitement sont dès lors contraires aux articles 10 et 11 de la |
Grondwet. | Constitution. |
B.3.2. Het Hof stelde in het voormelde arrest eveneens vast dat de | B.3.2. Dans l'arrêt précité, la Cour constatait également que le |
wetgever maatregelen had genomen om de niveaus van bescherming tegen | législateur avait pris des mesures afin de rapprocher les niveaux de |
ontslag verleend aan de arbeiders en aan de bedienden dichter bij | protection contre les licenciements accordés aux ouvriers et aux |
elkaar te doen aansluiten (B.6.2.2) en kwam tot de slotsom ' dat de | employés (B.6.2.2) et concluait que ' le processus d'effacement de |
sedert decennia op gang gekomen vervaging van de aangeklaagde | l'inégalité dénoncée, entamé depuis des décennies, ne peut être que |
ongelijkheid slechts geleidelijk kan plaatsvinden '. Het feit dat het | progressif '. Le fait qu'il serait injustifié d'instituer à ce moment |
onverantwoord zou zijn om op dat moment een dergelijk onderscheid in | |
te voeren, werd niet voldoende geacht om de plotselinge afschaffing | une telle distinction a été jugé insuffisant pour justifier sa brusque |
ervan te rechtvaardigen (B.6.3.1) en de handhaving van het onderscheid | abolition (B.6.3.1) et le maintien de la distinction a dès lors été |
werd bijgevolg niet klaarblijkelijk onevenredig bevonden met ' een | considéré comme n'étant pas manifestement disproportionné ' à un |
doelstelling die slechts in opeenvolgende stadia kan worden bereikt ' | objectif qui ne peut être atteint que par étapes successives ' |
(B.6.3.2). | (B.6.3.2). |
B.3.3. Sinds het Hof het voormelde arrest heeft uitgesproken, zijn | B.3.3. Depuis le moment où la Cour a prononcé l'arrêt précité, de |
nieuwe maatregelen genomen die ertoe strekken de twee categorieën van | nouvelles mesures ont été prises qui tendent à rapprocher davantage |
werknemers dichter bij elkaar te brengen. Aldus voorzien verschillende | |
sectorale koninklijke besluiten, op grond van artikel 61, § 1, van de | les deux catégories de travailleurs. Ainsi, sur la base de l'article |
wet van 3 juli 1978, in opzeggingstermijnen die gunstiger zijn dan die | 61, § 1er, de la loi du 3 juillet 1978, plusieurs arrêtés royaux |
waarin de voormelde wet voorziet in geval van ontslag. Bovendien heeft | sectoriels prévoient des délais de préavis plus favorables que ceux |
prévus par la loi précitée en cas de licenciement. En outre, la | |
de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 75 betreffende de | convention collective de travail n° 75 relative aux délais de préavis |
opzeggingstermijnen van de werklieden, in werking getreden op 1 | des ouvriers, entrée en vigueur le 1er janvier 2000, a également |
januari 2000, eveneens een afwijking ingevoerd van artikel 59 van de | instauré une dérogation à l'article 59 de la loi du 3 juillet 1978 en |
wet van 3 juli 1978 door de opzeggingstermijn in geval van ontslag van | allongeant le délai de préavis à observer en cas de licenciement d'un |
een arbeider te verlengen volgens diens anciënniteit. | ouvrier en fonction de son ancienneté. |
Die intersectorale collectieve overeenkomst, gesloten binnen de | Conclue au sein du Conseil national du travail, cette convention |
Nationale Arbeidsraad, is van toepassing op alle werkgevers van de | collective intersectorielle s'applique à tous les employeurs du |
privésector. | secteur privé. |
Ten slotte wijzigt de wet van 12 april 2011 ' houdende aanpassing van | Enfin, la loi du 12 avril 2011 ' modifiant la loi du 1er février 2011 |
de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de | portant la prolongation de mesures de crise et l'exécution de l'accord |
crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en | |
tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot | interprofessionnel, et exécutant le compromis du Gouvernement relatif |
het ontwerp van interprofessioneel akkoord ', bekendgemaakt in het | au projet d'accord interprofessionnel ', publiée au Moniteur belge du |
Belgisch Staatsblad van 28 april 2011, op substantiële wijze de | 28 avril 2011, modifie substantiellement les délais de préavis et |
opzeggingstermijnen en getuigt zij van de uitdrukkelijke wil van de wetgever om stapsgewijs een verdere harmonisatie van de statuten van bedienden en arbeiders tot stand te brengen. B.4.1. Rekening houdend met de ruime beoordelingsbevoegdheid waarover de wetgever beschikt bij het bepalen van zijn beleid in sociaal-economische aangelegenheden, verzet het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie zich niet tegen een geleidelijke vermindering van de vastgestelde verschillen in behandeling. Wanneer een hervorming die beoogt de gelijkheid te herstellen verreikende en ernstige gevolgen heeft, kan de wetgever immers niet worden verweten dat hij die hervorming op doordachte wijze en in opeenvolgende stadia | témoigne de la volonté expresse du législateur de poursuivre, par étapes, l'harmonisation du statut des employés et des ouvriers. B.4.1. Compte tenu du pouvoir d'appréciation étendu dont dispose le législateur pour fixer sa politique en matière socio-économique, le principe d'égalité et de non-discrimination ne s'oppose pas à une diminution progressive des différences de traitement constatées. Lorsqu'une réforme qui vise à rétablir l'égalité a des implications qui sont importantes et graves, le législateur ne peut, en effet, se voir reprocher d'élaborer cette réforme de manière réfléchie et par |
tot stand brengt (zie, mutatis mutandis, EHRM, grote kamer, 12 april | étapes successives (voy., mutatis mutandis, CEDH, grande chambre, 12 |
2006, Stec e.a. t. Verenigd Koninkrijk, § 65). | avril 2006, Stec e.a. c. Royaume-Uni, § 65). |
B.4.2. In het voormelde arrest nr. 56/93 heeft het Hof voorts | B.4.2. Dans l'arrêt n° 56/93 précité, la Cour a encore fait observer |
opgemerkt dat de gedifferentieerde regelingen betrekking hebben op | que les réglementations différenciées concernent des matières |
aangelegenheden die nu eens voor de arbeiders, dan weer voor de | actuellement favorables tantôt aux ouvriers, tantôt aux employés |
bedienden gunstig zijn (B.6.3.2). Dat is te dezen overigens het geval, | (B.6.3.2). C'est le cas d'ailleurs en l'espèce, le demandeur devant le |
daar de eiser voor de feitenrechter artikel 63 van de wet van 3 juli | juge du fond ayant pu bénéficier de l'article 63 de la loi du 3 |
1978 heeft kunnen genieten, dat alleen aan de arbeiders die het | juillet 1978 qui réserve aux seuls ouvriers victimes d'un licenciement |
slachtoffer zijn van een willekeurig ontslag het voordeel voorbehoudt | abusif le bénéfice d'un renversement de la charge de la preuve et |
van een omkering van de bewijslast en van een forfaitaire compenserende vergoeding gelijk aan het loon van zes maanden. Het zou niet coherent zijn het onderscheid enkel te beschouwen ten aanzien van de duur van de opzegging zonder rekening te houden met de gevolgen ervan in andere aangelegenheden van het arbeidsrecht en de sociale zekerheid die op hetzelfde onderscheid berusten. B.4.3. De tijd waarover de wetgever vermag te beschikken om een vastgestelde ongrondwettige situatie te verhelpen is echter niet onbegrensd. Het doel van een geleidelijke harmonisatie van de statuten van de arbeiders en de bedienden waaraan de wetgever de voorkeur heeft gegeven boven een plotselinge afschaffing van het onderscheid tussen die beroepscategorieën, inzonderheid in een aangelegenheid waar de normen kunnen evolueren ten gevolge van collectieve onderhandelingen, verantwoordt niet langer, achttien jaar nadat het Hof heeft vastgesteld dat het in het geding zijnde criterium van onderscheid niet meer pertinent kon worden geacht, dat sommige verschillen in behandeling, zoals die welke voor de verwijzende rechter zijn aangevoerd, nog geruime tijd kunnen worden behouden, waardoor een | d'une rémunération compensatoire forfaitaire équivalente à six mois de salaire. Il ne serait pas cohérent d'isoler la distinction dans la seule matière de la durée du préavis sans tenir compte des effets qu'elle a dans d'autres matières du droit du travail et de la sécurité sociale qui reposent sur la même distinction. B.4.3. Le temps dont peut disposer le législateur pour remédier à une situation jugée inconstitutionnelle n'est cependant pas illimité. L'objectif d'une harmonisation progressive des statuts des ouvriers et des employés jugée préférable par le législateur à une brusque suppression de la distinction de ces catégories professionnelles, spécialement dans une matière où les normes peuvent évoluer grâce à la négociation collective, ne justifie plus, dix-huit ans après que la Cour eut constaté que le critère de distinction en cause ne pouvait plus être considéré comme pertinent, que certaines différences de traitement, comme celles qui sont invoquées devant le juge a quo, puissent encore être longtemps maintenues, perpétuant ainsi une |
toestand van manifeste ongrondwettigheid zou worden bestendigd ». | situation d'inconstitutionnalité manifeste ». |
Bijgevolg zegt het Hof met name voor recht dat artikel 59 van de in | Par conséquent, la Cour dit notamment pour droit que l'article 59 de |
het geding zijnde wet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schond. | la loi en cause violait les articles 10 et 11 de la Constitution. |
Teneinde te vermijden dat de « niet-gemoduleerde vaststelling van | Cependant, afin d'éviter que « le constat, non modulé, |
ongrondwettigheid in tal van hangende en toekomstige zaken tot een | d'inconstitutionnalité » entraîne « dans de nombreuses affaires |
aanzienlijke rechtsonzekerheid [zou] leiden » en « een groot aantal | pendantes et futures une insécurité juridique considérable » et puisse |
werkgevers in ernstige financiële moeilijkheden [zou] kunnen brengen | « engendrer des difficultés financières graves pour un grand nombre |
», enerzijds, en teneinde « de inspanningen van verdere harmonisatie | d'employeurs », d'une part, et afin de ne pas « faire obstacle aux |
[...] waartoe het Hof de wetgever in zijn arrest nr. 56/93 heeft | efforts d'harmonisation que la Cour, dans son arrêt n° 56/93, a incité |
aangespoord [niet te doorkruisen] », anderzijds, handhaafde het Hof | le législateur à réaliser », d'autre part, la Cour maintint entre |
onder andere de gevolgen van dat artikel 59 uiterlijk tot 8 juli 2013. | autres les effets de cet article 59 jusqu'au 8 juillet 2013 au plus tard. |
B.6. Zoals is uiteengezet in B.4.3 van het voormelde arrest nr. | B.6. Comme il a été exposé en B.4.3 de l'arrêt n° 125/2011 précité, la |
125/2011 kan de wil om een geleidelijke harmonisatie van het statuut | volonté de parvenir à une harmonisation progressive entre les statuts |
van arbeider en dat van bediende te bereiken, thans niet langer | d'ouvrier et d'employé ne peut plus justifier, à l'heure actuelle, |
verantwoorden dat een dergelijk criterium van onderscheid wordt | qu'un tel critère de distinction soit maintenu, notamment en ce qui |
gehandhaafd, met name wat betreft de beperking van de aanvaardbare | concerne la limitation des motifs admissibles de licenciement, le |
motieven van ontslag, de omkering van de bewijslast en de forfaitaire | renversement de la charge de la preuve et la fixation forfaitaire de |
vaststelling van de aanvullende ontslagvergoeding die verschuldigd is | l'indemnité de licenciement complémentaire due en cas de licenciement |
in geval van willekeurig ontslag. | abusif. |
Daaruit volgt dat de in het geding zijnde bepaling de artikelen 10 en | Il s'ensuit que la disposition en cause viole les articles 10 et 11 de |
11 van de Grondwet schendt. | la Constitution. |
B.7. Niettemin zou de niet-gemoduleerde vaststelling van | B.7. Néanmoins, le constat, non modulé, d'inconstitutionnalité |
ongrondwettigheid aanzienlijke rechtsonzekerheid teweegbrengen ten | entraînerait une insécurité juridique considérable au détriment des |
nadele van de arbeiders, terwijl die konden worden ontslagen met | ouvriers alors même que ces derniers ont pu être licenciés moyennant |
inachtneming van de opzeggingstermijnen bepaald in artikel 59 van de | les délais de préavis fixés à l'article 59 de la loi en cause. |
in het geding zijnde wet. | |
B.8. Uit wat voorafgaat volgt dat de prejudiciële vragen bevestigend | B.8. Il résulte de ce qui précède que les questions préjudicielles |
dienen te worden beantwoord maar dat de gevolgen van de in het geding | appellent une réponse affirmative mais que les effets de la |
zijnde bepaling moeten worden gehandhaafd tot 1 april 2014. | disposition en cause doivent être maintenus jusqu'au 1er avril 2014. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
- Artikel 63 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de | - L'article 63 de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de |
arbeidsovereenkomsten schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | travail viole les articles 10 et 11 de la Constitution. |
- De gevolgen van die wetsbepaling worden gehandhaafd tot 1 april | - Les effets de cette disposition législative sont maintenus jusqu'au |
2014. | 1er avril 2014. |
Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel | Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, |
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
op 18 december 2014. | la Cour constitutionnelle, le 18 décembre 2014. |
De griffier, | Le greffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
De voorzitter, | Le président, |
J. Spreutels | J. Spreutels |