← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 112/2014 van 17 juli 2014 Rolnummer : 5700 In zake : de
prejudiciële vraag betreffende artikel 38, § 3quater, 10°, vierde lid, van de wet van 29 juni
1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en
A. Alen, en de rechters (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 112/2014 van 17 juli 2014 Rolnummer : 5700 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 38, § 3quater, 10°, vierde lid, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters (...) | Extrait de l'arrêt n° 112/2014 du 17 juillet 2014 Numéro du rôle : 5700 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 38, § 3quater, 10°, alinéa 4, de la loi du 29 juin 1981 établissant les principes généraux de la sécurité s La Cour constitutionnelle, composée des présidents J. Spreutels et A. Alen, et des juges E. De G(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 112/2014 van 17 juli 2014 | Extrait de l'arrêt n° 112/2014 du 17 juillet 2014 |
Rolnummer : 5700 | Numéro du rôle : 5700 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 38, § 3quater, | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 38, § |
10°, vierde lid, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene | 3quater, 10°, alinéa 4, de la loi du 29 juin 1981 établissant les |
beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, gesteld door het | principes généraux de la sécurité sociale des travailleurs salariés, |
Arbeidshof te Brussel. | posée par la Cour du travail de Bruxelles. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de | composée des présidents J. Spreutels et A. Alen, et des juges E. De |
rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. | Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. |
Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. | Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée |
Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, | du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président J. Spreutels, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij arrest van 15 juli 2013 in zake de bvba « Mar-Renov » tegen de | Par arrêt du 15 juillet 2013 en cause de la SPRL « Mar-Renov » contre |
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, waarvan de expeditie ter griffie | l'Office national de sécurité sociale, dont l'expédition est parvenue |
van het Hof is ingekomen op 23 juli 2013, heeft het Arbeidshof te | au greffe de la Cour le 23 juillet 2013, la Cour du travail de |
Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : | Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 38, § 3quater, 10°, vierde lid, van de wet van 29 | « L'article 38, § 3quater, 10°, alinéa 4, de la loi du 29 juin 1981 |
juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid | établissant les principes généraux de la sécurité sociale des |
voor werknemers de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in | travailleurs salariés violeùt-il les articles 10 et 11 de la |
samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de | Constitution, combinés ou non avec l'article 6 de la Convention |
rechten van de mens en met artikel 14 van het Internationaal Verdrag | européenne des droits de l'homme et avec l'article 14 du Pacte |
inzake burgerrechten en politieke rechten, in zoverre het niet | international relatif aux droits civils et politiques, en ce qu'il ne |
prévoit pas la possibilité de suspendre ou d'assortir d'un sursis | |
voorziet in de mogelijkheid om de verhoging met 200 pct. die erin | complet ou partiel, la majoration de 200 % qu'il prévoit alors que |
wordt bepaald, op te schorten of gepaard te laten gaan met een | |
volledig of gedeeltelijk uitstel, terwijl de werkgever die wegens | |
dezelfde feiten voor de correctionele rechtbank wordt vervolgd, de wet | l'employeur qui pour les mêmes faits est poursuivi devant le tribunal |
van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de | correctionnel, peut bénéficier de la loi du 29 juin 1964 concernant la |
probatie kan genieten, waardoor categorieën van personen die zich in | suspension, le sursis et la probation, traitant ainsi de manière |
vergelijkbare situaties bevinden, aldus verschillend worden behandeld | différente des catégories de personnes qui se trouvent dans des |
? ». | situations comparables ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1.1. Krachtens de wet van 29 juni 1981 « houdende de algemene | B.1.1. En vertu de la loi du 29 juin 1981 « établissant les principes |
beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers », is een | généraux de la sécurité sociale des travailleurs salariés », une |
solidariteitsbijdrage verschuldigd door de werkgever die een voertuig | cotisation de solidarité est due par l'employeur qui met à la |
dat ook voor andere dan beroepsdoeleinden is bestemd, rechtstreeks of | disposition de son travailleur, de manière directe ou indirecte, un |
onrechtstreeks ter beschikking stelt van zijn werknemer (artikel 38, § | véhicule également destiné à un usage autre que strictement |
3quater, 1°). Het bedrag van die maandelijkse bijdrage is afhankelijk | professionnel (article 38, § 3quater, 1°). Le montant de cette |
van het CO2-uitstootgehalte van het voertuig (artikel 38, § 3quater, | cotisation mensuelle est fonction du taux d'émission de CO2 du |
3°) en mag niet minder bedragen dan de som van 20,83 euro, aangepast | véhicule (article 38, § 3quater, 3°) et ne peut être inférieur à la |
overeenkomstig de berekeningsmethode beschreven in artikel 38, § | somme de 20,83 euros, adaptée conformément à la méthode de calcul |
3quater, 9°. | décrite à l'article 38, § 3quater, 9°. |
B.1.2. De bijdrage wordt door de werkgever betaald aan de Rijksdienst | B.1.2. La cotisation est payée par l'employeur à l'Office national de |
voor Sociale Zekerheid, binnen dezelfde termijnen en onder dezelfde | sécurité sociale, dans les mêmes délais et dans les mêmes conditions |
voorwaarden als de socialezekerheidsbijdragen voor de werknemers | que les cotisations de sécurité sociale pour les travailleurs salariés |
(artikel 38, § 3quater, 10°, eerste lid). | (article 38, § 3quater, 10°, alinéa 1er). |
De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 38, § 3quater, 10°, | La question préjudicielle porte sur l'article 38, § 3quater, 10°, |
vierde lid, van de voormelde wet, dat bepaalt : | alinéa 4, de la loi précitée, qui dispose : |
« Onverminderd de toepassing van de andere burgerlijke sancties en de | « Sans préjudice de l'application des autres sanctions civiles et des |
strafbepalingen, is de werkgever ten aanzien van wie wordt vastgesteld | dispositions pénales, l'employeur à l'égard duquel il est établi qu'il |
dat hij één of meerdere voertuigen onderworpen aan de | n'a pas déclaré un ou plusieurs véhicules soumis à la cotisation de |
solidariteitsbijdrage niet heeft aangegeven of ten aanzien van wie | solidarité ou qu'il a commis une ou plusieurs fausses déclarations |
wordt vastgesteld dat hij één of meerdere valse aangiften heeft gedaan | |
om de betaling van de bijdrage of een deel ervan te ontduiken, een | visant à éluder le paiement de la cotisation ou partie de celui-ci, |
forfaitaire vergoeding verschuldigd waarvan het bedrag gelijk is aan | est redevable d'une indemnité forfaitaire dont le montant est égal au |
het dubbel van de ontdoken bijdragen, en waarvan de opbrengst door de | double des cotisations éludées, et dont le produit est transmis par |
Rijksdienst voor sociale zekerheid wordt gestort aan het R.S.Z.-globaal beheer ». | l'Office national de Sécurité sociale à l'O.N.S.S.-gestion globale ». |
B.1.3. Voorts dient te worden opgemerkt dat noch artikel 38, § | B.1.3. Il convient d'encore relever que ni l'article 38, § 3quater, |
3quater, 10°, zesde lid, van de in het geding zijnde wet, ingevoegd | |
bij de wet van 14 april 2011 houdende diverse bepalingen, noch artikel | 10°, alinéa 6, de la loi en cause, inséré par la loi du 14 avril 2011 |
55, § 2, derde lid en § 5, van het koninklijk besluit van 28 november | portant des dispositions diverses, ni l'article 55, § 2, alinéa 3, et |
1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de | § 5, de l'arrêté royal du 28 novembre 1969 pris en exécution de la loi |
besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke | du 27 juin 1969 révisant l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant |
zekerheid der arbeiders, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 25 | la sécurité sociale des travailleurs, insérés par l'arrêté royal du 25 |
oktober 2011 « tot wijziging van artikel 55, van het koninklijk | octobre 2011 « modifiant l'article 55, de l'arrêté royal du 28 |
besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni | novembre 1969 pris en exécution de la loi du 27 juin 1969 révisant |
1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende | l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des |
de maatschappelijke zekerheid der arbeiders », van toepassing waren op | travailleurs » n'étaient d'application au moment du calcul par l'ONSS |
het ogenblik van de berekening door de RSZ van de forfaitaire | de l'indemnité forfaitaire. |
vergoeding. B.2. Het Hof wordt gevraagd naar de bestaanbaarheid van de in het | B.2. La Cour est interrogée sur la compatibilité de la disposition en |
geding zijnde bepaling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al | cause avec les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés ou non |
dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag | avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme et |
voor de rechten van de mens en met artikel 14 van het Internationaal | avec l'article 14 du Pacte international relatif aux droits civils et |
Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, in zoverre die | politiques, en ce qu'elle ne prévoit pas la possibilité pour le juge |
bepaling niet voorziet in de mogelijkheid voor de rechter om de | de suspendre ou d'assortir d'un sursis la majoration de la cotisation |
verhoging van de solidariteitsbijdrage op te schorten of gepaard te | de solidarité alors que l'employeur poursuivi pour les mêmes faits |
laten gaan met een uitstel terwijl de werkgever die voor dezelfde | |
feiten voor de correctionele rechtbank wordt vervolgd de toepassing | devant le tribunal correctionnel peut bénéficier de l'application de |
van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en | la loi du 29 juin 1964 concernant la suspension, le sursis et la |
de probatie kan genieten. | probation. |
B.3.1. De solidariteitsbijdrage bedoeld in artikel 38, § 3quater, 1°, | B.3.1. La cotisation de solidarité visée à l'article 38, § 3quater, |
van de wet van 29 juni 1981 wordt verantwoord door de vaststelling dat | 1°, de la loi du 29 juin 1981 est justifiée par le constat que lorsque |
wanneer de werkgever zijn werknemer een voertuig ter beschikking stelt | l'employeur met à la disposition de son travailleur un véhicule |
dat ook voor andere dan beroepsdoeleinden is bestemd, hij hem een | également destiné à un usage autre que strictement professionnel, il |
voordeel verstrekt. Dat voordeel ontsnapt aan de toepassing van de | lui procure un avantage. Cet avantage échappe à l'application des |
gewone socialezekerheidsbijdragen, aangezien het privégebruik van een | cotisations de sécurité sociale ordinaires dès lors que l'usage privé |
bedrijfswagen niet als loon wordt beschouwd. | d'un véhicule de société n'est pas considéré comme une rémunération. |
B.3.2. De in artikel 38, § 3quater, 10°, vierde lid, bedoelde | B.3.2. L'indemnité forfaitaire visée à l'article 38, § 3quater, 10°, |
forfaitaire vergoeding wordt door de Rijksdienst voor Sociale | alinéa 4, est imposée d'office par l'Office national de la sécurité |
Zekerheid ambtshalve opgelegd aan de werkgever wanneer die één of meer | sociale à l'employeur lorsque celui-ci n'a pas déclaré un ou plusieurs |
bedrijfsvoertuigen onderworpen aan de solidariteitsbijdrage niet heeft | véhicules de société soumis à la cotisation de solidarité ou lorsqu'il |
aangegeven of indien hij één of meer valse aangiften heeft gedaan om | a fait une ou plusieurs fausses déclarations afin d'éluder le paiement |
de betaling van de bijdrage of een deel ervan te ontduiken. | de la cotisation de solidarité ou d'une partie de celle-ci. |
B.4.1. Volgens de memorie van toelichting strekt de forfaitaire | B.4.1. Selon l'exposé des motifs, l'indemnité forfaitaire tend à |
vergoeding ertoe « een betere inning van de solidariteitsbijdrage op | réaliser « une meilleure perception de la cotisation de solidarité sur |
de bedrijfsvoertuigen » te realiseren (Parl. St., Kamer, 2005-2006, | les véhicules de société » (Doc. parl., Chambre, 2005-2006, DOC |
DOC 51-2517/001, p. 36) : | 51-2517/001, p. 36) : |
« Het gaat dus om een nieuwe burgerlijke sanctie die van toepassing is | « Il s'agit donc d'une nouvelle sanction civile applicable à tout |
op alle werkgevers die verzuimd hebben één of meerdere voertuigen | employeur ayant omis de déclarer un ou plusieurs véhicules soumis à la |
onderworpen aan de solidariteitsbijdrage aan te geven. Alle valse | cotisation de solidarité. Toute fausse déclaration visant à éluder le |
aangiften met het oog op het ontduiken van de betaling van de bijdrage | paiement de la cotisation ou partie de celui-ci est aussi visée. |
of een deel ervan worden eveneens beoogd. | |
De inwerkingtreding van de wet op 1 januari 2005 is gegrond op het | L'entrée en vigueur de la loi au 1er janvier 2005 se justifie aux |
feit dat de beoogde sanctie niet van strafrechtelijke aard is en op | motifs que la sanction visée n'est pas de nature pénale et au regard |
het feit dat de werkgever de mogelijkheid heeft om zijn situatie te | de la possibilité dont dispose l'employeur de régulariser sa situation |
regulariseren tot 30 juni 2006 » (ibid., p. 37). | jusqu'au 30 juin 2006 » (ibid., p. 37). |
B.4.2. De memorie van toelichting preciseerde voorts dat « de | B.4.2. L'exposé des motifs précisa encore que « l'objectif de la |
doelstelling van de maatregel [...] enerzijds [is] tot [het] | mesure est d'une part de contribuer à l'équilibre financier de la |
financiële evenwicht van de sociale zekerheid bijdragen en anderzijds | sécurité sociale et d'autre part de veiller à lutter contre la |
de strijd tegen oneerlijke concurrentie tussen werkgevers voeren » | concurrence déloyale entre employeurs ». (Doc. parl., Chambre, |
(Parl. St., Kamer, 2005-2006, DOC 51-2517/001, p. 39). | 2005-2006, DOC 51-2517/001, p. 39). |
Tijdens de parlementaire voorbereiding is meermaals het bestraffende | A plusieurs reprises au cours des travaux préparatoires, le caractère |
karakter van de forfaitaire vergoeding belicht (Parl. St., Kamer, | punitif de l'indemnité forfaitaire fut mis en exergue (Doc. parl., |
2005-2006, DOC 51-2517/001, pp. 3 en 4; Parl. St., Senaat, 2005-2006, | Chambre, 2005-2006, DOC 51-2517/011, pp. 3 et 4; Doc. parl., Sénat, |
nr. 3-1774/3, p. 3). | 2005-2006, n° 3-1774/3, p. 3). |
Bovendien heeft de wetgever, naar aanleiding van een latere wijziging | En outre, à l'occasion d'une modification ultérieure de l'article 38, |
van artikel 38, § 3quater, van de in het geding zijnde wet, gevolg | § 3quater, de la loi en cause, le législateur a entendu donner suite à |
willen geven aan de jurisprudentiële interpretatie volgens welke de in | l'interprétation jurisprudentielle selon laquelle l'indemnité |
het geding zijnde forfaitaire vergoeding een strafrechtelijk karakter | forfaitaire en cause avait un caractère pénal (Doc. parl., Chambre, |
had (Parl. St., Kamer, 2010-2011, DOC 53-1208/008, p. 6). | 2010-2011, DOC 53-1208/008, p. 6). |
B.4.3. De forfaitaire vergoeding heeft een overwegend repressief | B.4.3. L'indemnité forfaitaire revêt un caractère répressif |
karakter en moet bijgevolg worden beschouwd als een bepaling van | prédominant et doit dès lors être considérée comme une disposition de |
strafrechtelijke aard in de zin van artikel 6 van het Europees Verdrag | nature pénale au sens de l'article 6 de la Convention européenne des |
voor de rechten van de mens. | droits de l'homme. |
B.4.4. Het Hof stelt in dat verband vast dat in tegenstelling tot de | B.4.4. La Cour constate à cet égard qu'à la différence de la |
solidariteitsbijdrage bedoeld in artikel 22quater van de wet van 27 | cotisation de solidarité visée à l'article 22quater de la loi du 27 |
juni 1969 « tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 | juin 1969 « révisant l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la |
betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders », de in het | sécurité sociale des travailleurs », l'indemnité forfaitaire en cause |
geding zijnde forfaitaire vergoeding niet wordt vastgesteld volgens | n'est pas déterminée selon un mode de calcul qui tend à compenser |
een berekeningswijze die ertoe strekt de ontweken bijdrage forfaitair | forfaitairement la cotisation éludée, de même que les frais |
te vergoeden, alsmede de aan de vaststelling van de inbreuk verbonden | administratifs liés au constat de l'infraction. |
administratieve kosten. | |
Het bedrag van de forfaitaire vergoeding wordt berekend op basis van | Le montant de l'indemnité forfaitaire est calculé en fonction du |
het bedrag dat door de betrokken werkgever werkelijk verschuldigd is, | montant réellement dû par l'employeur concerné et non du montant |
en niet rekening houdend met het minimumbedrag van de | minimal de la cotisation de solidarité. En outre, l'indemnité |
solidariteitsbijdrage. Bovendien wordt de forfaitaire vergoeding niet | forfaitaire n'est pas diminuée à concurrence de la partie de la |
verminderd met het deel van de solidariteitsbijdrage dat daadwerkelijk | |
door de werkgever is betaald en mag zij niet minder bedragen dan het | cotisation de solidarité effectivement payée par l'employeur et ne |
dubbele van het minimumbedrag van de solidariteitsbijdrage. Zij wordt | peut être inférieure au double du montant minimal de la cotisation de |
bovendien gecumuleerd met de verhogingen en de verwijlinteresten die | solidarité. Elle se cumule par ailleurs avec les majorations et |
eveneens door die werkgever verschuldigd zijn. Ten slotte, is de in | intérêts de retard également dus par cet employeur. Enfin, tout comme |
het geding zijnde vergoeding, net zoals de solidariteitsbijdrage, per hele maand verschuldigd, zelfs indien de werkgever aantoont dat het bedrijfsvoertuig enkel tijdens een minder lange periode werd gebruikt voor privédoeleinden. De omstandigheid dat de wetgever een bijdrageregeling heeft uitgewerkt die bijzonder voordelig is voor bedrijfsvoertuigen in vergelijking met de sociale bijdragen die verschuldigd zijn op de andere voordelen in natura die aan de werknemers worden toegekend, is niet van dien aard dat die conclusie wordt gewijzigd. B.5.1. In tegenstelling tot de persoon die wordt gedagvaard om voor de correctionele rechtbank te verschijnen, kan de persoon die voor de arbeidsrechtbank opkomt tegen de beslissing waarbij hem de in het geding zijnde forfaitaire vergoeding wordt opgelegd, evenwel geen uitstel, dat enkel door een strafgerecht kan worden bevolen, genieten. B.5.2. Onder voorbehoud dat hij geen maatregel mag nemen die kennelijk onredelijk is, vermag de democratisch gekozen wetgever het repressief beleid zelf vast te stellen en aldus de beoordelingsvrijheid van de rechter te beperken. De wetgever heeft nochtans meermaals geopteerd voor de individualisering van straffen, met name door de rechter toe te staan maatregelen tot uitstel toe te kennen. Het staat aan de wetgever te oordelen of het wenselijk is de rechter te dwingen tot gestrengheid wanneer een inbreuk het algemeen belang schaadt. Die gestrengheid kan met name betrekking hebben op de maatregelen tot uitstel. Het Hof zou een dergelijke keuze alleen kunnen afkeuren indien die kennelijk onredelijk zou zijn of indien de in het geding zijnde bepaling ertoe zou leiden aan een categorie van rechtsonderhorigen het recht op een eerlijk proces voor een onafhankelijke en onpartijdige instantie, zoals gewaarborgd bij artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, te ontzeggen. B.6.1. Het uitstel van de tenuitvoerlegging van de straffen heeft tot | la cotisation de solidarité, l'indemnité en cause est due par mois entier, même si l'employeur démontre que le véhicule de la société n'a été utilisé à des fins privées que durant une période inférieure. La circonstance que le législateur a élaboré un régime de cotisation particulièrement avantageux pour les véhicules de société par rapport aux cotisations sociales dues sur les autres avantages en nature reconnus aux employés n'est pas de nature à modifier cette conclusion. B.5.1. Contrairement à la personne citée à comparaître devant le tribunal correctionnel, la personne qui exerce, devant le tribunal du travail, un recours contre la décision lui infligeant l'indemnité forfaitaire en cause ne peut bénéficier du sursis, lequel ne peut être ordonné que par une juridiction pénale. B.5.2. Sous la réserve qu'il ne peut prendre une mesure manifestement déraisonnable, le législateur démocratiquement élu peut vouloir déterminer lui-même la politique répressive et exclure ainsi le pouvoir d'appréciation du juge. Le législateur a toutefois opté à diverses reprises pour l'individualisation des peines, notamment en autorisant le juge à accorder des mesures de sursis. Il appartient au législateur d'apprécier s'il est souhaitable de contraindre le juge à la sévérité quand une infraction nuit particulièrement à l'intérêt général. Cette sévérité peut notamment porter sur les mesures de sursis. La Cour ne pourrait censurer pareil choix que si celui-ci était manifestement déraisonnable ou si la disposition en cause avait pour effet de priver une catégorie de justiciables du droit à un procès équitable devant une juridiction impartiale et indépendante, garanti par l'article 6.1 de la Convention européenne des droits de l'homme. |
doel de nadelen die inherent zijn aan de tenuitvoerlegging van de | B.6.1. Le sursis à l'exécution des peines a pour objectif de réduire |
straffen, te beperken en de re-integratie van de veroordeelde niet in | les inconvénients inhérents à l'exécution des peines et de ne pas |
het gedrang te brengen. Het kan worden bevolen met betrekking tot | compromettre la réinsertion du condamné. Il peut être ordonné à propos |
geldboeten. Bovendien blijkt uit artikel 157, § 1, van de | de peines d'amende. Il ressort en outre de l'article 157, § 1er, de la |
gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte | loi coordonnée le 14 juillet 1994 relative à l'assurance obligatoire |
verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, hersteld bij | |
artikel 108 van de wet van 13 december 2006 houdende diverse | soins de santé et indemnités, rétabli par l'article 108 de la loi du |
bepalingen betreffende gezondheid, alsook uit artikel 1quater van de | 13 décembre 2006 « portant dispositions diverses en matière de santé |
wet van 30 juni 1971 betreffende de administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op sommige sociale wetten, ingevoegd bij artikel 145 van de programmawet van 27 december 2004, dat het uitstel door de wetgever niet onverenigbaar wordt geacht met een geldboete die wordt opgelegd door een andere overheid dan een strafgerecht. De in het geding zijnde sanctieregeling kan in diverse bestanddelen verschillen van de regeling van de in het Sociaal Strafwetboek voorgeschreven strafrechtelijke sancties. Dergelijke verschillen kunnen relevant zijn om de toepassing van specifieke regels op bepaalde gebieden te verantwoorden, maar ze zijn dat niet op het gebied dat het voorwerp uitmaakt van de prejudiciële vraag : ongeacht of het uitstel wordt verleend door de correctionele rechtbank of door andere rechtscolleges, zoals de arbeidsgerechten, kan het de veroordeelde immers ertoe aanzetten zijn gedrag te wijzigen, door de dreiging om, indien hij zou recidiveren, de veroordeling tot de betaling van een geldelijke sanctie uit te voeren. B.6.2. Hieruit vloeit voort dat het verschil in behandeling, wat het | », ainsi que de l'article 1quater de la loi du 30 juin 1971 relative aux amendes administratives applicables en cas d'infraction à certaines lois sociales, inséré par l'article 145 de la loi-programme du 27 décembre 2004, que le sursis n'est pas considéré par le législateur comme incompatible avec une sanction pécuniaire imposée par une autorité autre qu'une juridiction pénale. Le régime de la sanction en cause peut différer en divers éléments de celui des sanctions pénales prévues par le Code pénal social. De telles différences peuvent être pertinentes pour justifier l'application de règles spécifiques dans certains domaines mais elles ne le sont pas dans celui qui fait l'objet de la question préjudicielle : en effet, qu'il soit accordé par le tribunal correctionnel ou par d'autres juridictions, telles que celles du travail, le sursis peut inciter le condamné à s'amender en raison de la menace d'exécuter, s'il venait à récidiver, la condamnation au paiement d'une sanction pécuniaire. |
voordeel van een maatregel van uitstel betreft, tussen de werkgever | B.6.2. Il en résulte que la différence de traitement, en ce qui |
die strafrechtelijk wordt vervolgd en diegene die voor de | concerne le bénéfice d'une mesure de sursis, entre l'employeur |
arbeidsrechtbank beroep instelt tegen de in het geding zijnde | poursuivi pénalement et celui qui introduit un recours devant le |
forfaitaire vergoeding niet redelijk is verantwoord. | tribunal du travail contre l'indemnité forfaitaire en cause n'est pas |
Die discriminatie vloeit echter uit geen enkele van de in het geding | raisonnablement justifiée. |
zijnde bepalingen voort maar uit de ontstentenis van een wetsbepaling | Cette discrimination ne provient toutefois d'aucune des dispositions |
die het de werkgevers die zijn veroordeeld tot de betaling van de in | en cause, mais de l'absence d'une disposition législative permettant |
het geding zijnde forfaitaire vergoeding mogelijk maakt een maatregel | aux employeurs condamnés au paiement de l'indemnité forfaitaire en |
van uitstel te genieten. Wanneer de wet van 29 juni 1964 niet | cause de bénéficier d'une mesure de sursis. Lorsque la loi du 29 juin |
toepasbaar is, staat het uitsluitend aan de wetgever om ter zake de | 1964 n'est pas applicable, il n'appartient qu'au législateur de |
voorwaarden vast te stellen waaronder een uitstel kan worden gelast en | déterminer en la matière les conditions auxquelles un sursis peut être |
om de voorwaarden en de procedure van intrekking ervan vast te | ordonné et de fixer les conditions et la procédure de son retrait. |
stellen. B.7.1. De prejudiciële vraag heeft eveneens betrekking op de | B.7.1. La question préjudicielle porte également sur l'impossibilité |
onmogelijkheid voor de arbeidsgerechten om een maatregel van | pour les juridictions du travail d'accorder une mesure de suspension |
opschorting van de uitspraak van de veroordeling toe te kennen. | du prononcé de la condamnation. |
Een dergelijke maatregel is niet verzoenbaar met een procedure die | Une telle mesure n'est pas conciliable avec une procédure qui ne se |
niet voor een strafgerecht verloopt. De door de arbeidsrechtbank | déroule pas devant une juridiction pénale. En effet, la décision que |
gewezen beslissing bestaat immers niet erin een veroordeling tot een | rend le tribunal du travail ne consiste pas à prononcer une |
sanctie uit te spreken, maar de administratieve beslissing te | condamnation à une sanction, mais à contrôler la décision |
controleren waarbij ze wordt opgelegd. | administrative qui l'inflige. |
B.7.2. Daaruit volgt dat in zoverre het voormelde artikel 38, § | B.7.2. Il en résulte qu'en ce qu'il ne permet pas aux juridictions du |
3quater, 10°, vierde lid, van de voormelde wet van 29 juni 1981 het de | travail d'accorder une mesure de suspension du prononcé de la |
arbeidsgerechten niet toestaat een maatregel van opschorting van de | condamnation, l'article 38, § 3quater, 10°, alinéa 4, de la loi du 29 |
uitspraak van de veroordeling toe te kennen, het niet onbestaanbaar is | |
met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang | juin 1981 précitée n'est pas incompatible avec les articles 10 et 11 |
gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de | de la Constitution, lus isolément ou combinés avec l'article 6 de la |
mens en met artikel 14 van het Internationaal Verdrag inzake | Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 14 du |
burgerrechten en politieke rechten. | Pacte international relatif aux droits civils et politiques. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
- Artikel 38, § 3quater, 10°, vierde lid, van de wet van 29 juni 1981 | - L'article 38, § 3quater, 10°, alinéa 4, de la loi du 29 juin 1981 |
houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor | établissant les principes généraux de la sécurité sociale des |
werknemers schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet | travailleurs salariés ne viole pas les articles 10 et 11 de la |
in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de | Constitution, lus isolément ou combinés avec l'article 6 de la |
rechten van de mens en met artikel 14 van het Internationaal Verdrag | Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 14 du |
inzake burgerrechten en politieke rechten, niet. | Pacte international relatif aux droits civils et politiques. |
- De ontstentenis van een wetsbepaling die het mogelijk maakt de | - L'absence de disposition législative qui permette de faire |
werkgever aan wie een forfaitaire vergoeding wordt opgelegd, in de zin | bénéficier d'une mesure de sursis l'employeur auquel est infligée une |
van artikel 38, § 3quater, 10°, vierde lid, van dezelfde wet, een | indemnité forfaitaire, au sens de l'article 38, § 3quater, 10°, alinéa |
maatregel van uitstel te laten genieten, schendt de artikelen 10 en 11 | 4, de la même loi, viole les articles 10 et 11 de la Constitution. |
van de Grondwet. | |
Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel | Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, |
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
op 17 juli 2014. | la Cour constitutionnelle, le 17 juillet 2014. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
De voorzitter, | Le président, |
J. Spreutels | J. Spreutels |