← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 109/2014 van 17 juli 2014 Rolnummers : 5687 en 5707 In zake
: het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 20, § 2, van het decreet van 21 december
2012 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vla Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit
de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 109/2014 van 17 juli 2014 Rolnummers : 5687 en 5707 In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 20, § 2, van het decreet van 21 december 2012 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vla Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters (...) | Extrait de l'arrêt n° 109/2014 du 17 juillet 2014 Numéros du rôle : 5687 et 5707 En cause : le recours en annulation partielle de l'article 20, § 2, du décret du 21 décembre 2012 contenant le budget général des dépenses de la Communauté La Cour constitutionnelle, composée des présidents A. Alen et J. Spreutels, et des juges E. De G(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 109/2014 van 17 juli 2014 | Extrait de l'arrêt n° 109/2014 du 17 juillet 2014 |
Rolnummers : 5687 en 5707 | Numéros du rôle : 5687 et 5707 |
In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 20, § | En cause : le recours en annulation partielle de l'article 20, § 2, du |
2, van het decreet van 21 december 2012 houdende de algemene | décret du 21 décembre 2012 contenant le budget général des dépenses de |
uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar | la Communauté flamande pour l'année budgétaire 2013, introduit par |
2013, ingesteld door het Gemeenschapsonderwijs. | l'Enseignement communautaire. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de | composée des présidents A. Alen et J. Spreutels, et des juges E. De |
rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. | Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. |
Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. | Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée |
Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, | du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Alen, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging | I. Objet du recours et procédure |
Bij verzoekschriften die aan het Hof zijn toegezonden bij op 28 juni | Par requêtes adressées à la Cour par lettres recommandées à la poste |
2013 en 6 augustus 2013 ter post aangetekende brieven en ter griffie | le 28 juin 2013 et le 6 août 2013 et parvenues au greffe le 1er |
zijn ingekomen op 1 juli 2013 en 7 augustus 2013, heeft het | juillet 2013 et le 7 août 2013, l'Enseignement communautaire, assisté |
Gemeenschapsonderwijs, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. J. | et représenté par Me J. Deridder, avocat au barreau d'Anvers, a |
Deridder, advocaat bij de balie te Antwerpen, beroep tot gedeeltelijke | |
vernietiging ingesteld van artikel 20, § 2, van het decreet van 21 | introduit un recours en annulation partielle de l'article 20, § 2, du |
december 2012 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse | décret du 21 décembre 2012 contenant le budget général des dépenses de |
Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2013 (bekendgemaakt in het | la Communauté flamande pour l'année budgétaire 2013 (publié au |
Belgisch Staatsblad van 24 juli 2013). | Moniteur belge du 24 juillet 2013). |
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 5687 en 5707 van de rol van | Ces affaires, inscrites sous les numéros 5687 et 5707 du rôle de la |
het Hof, werden samengevoegd. | Cour, ont été jointes. |
(...) | (...) |
II. In rechte | II. En droit |
(...) | (...) |
Ten aanzien van de ontvankelijkheid | Quant à la recevabilité |
B.1. Artikel 20, § 2, van het decreet van 21 december 2012 houdende de | B.1. L'article 20, § 2, du décret du 21 décembre 2012 contenant le |
algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het | budget général des dépenses de la Communauté flamande pour l'année |
begrotingsjaar 2013 bepaalt : | budgétaire 2013 dispose : |
« Het gemeenschapsonderwijs (begrotingsartikel FC0/1FK-I-5-X/IS) wordt | « L'Enseignement communautaire (article budgétaire FC0/1FK-I-5-X/IS) |
gemachtigd verbintenissen aan te gaan voor een bedrag van 35.872.000 | est autorisé à contracter des engagements à concurrence d'un montant |
euro voor grote infrastructuurwerken in schoolgebouwen van het | de 35.872.000 euros pour des travaux d'infrastructure à grande échelle |
gemeenschapsonderwijs ». | dans les bâtiments scolaires de l'Enseignement communautaire ». |
B.2.1. De verzoekende partij, het Gemeenschapsonderwijs, vordert in | B.2.1. La partie requérante, l'Enseignement communautaire, poursuit, |
twee verzoekschriften de vernietiging van dat artikel, in zoverre het | dans deux requêtes, l'annulation de cet article, en ce que celui-ci |
de middelen inperkt waarop zij uit hoofde van artikel 17 van het | réduit les moyens financiers auxquels elle peut prétendre en vertu de |
decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs-II aanspraak maakt. | l'article 17 du décret du 31 juillet 1990 relatif à l'enseignement-II. |
B.2.2. Volgens de Vlaamse Regering is het eerste verzoekschrift (zaak | B.2.2. Selon le Gouvernement flamand, la première requête (affaire n° |
nr. 5687) niet ontvankelijk omdat het werd ingediend vooraleer de | 5687) n'est pas recevable, parce qu'elle a été introduite avant que la |
bestreden bepaling op 24 juli 2013 in het Belgisch Staatsblad werd | disposition attaquée soit publiée au Moniteur belge du 24 juillet |
bekendgemaakt. | 2013. |
B.2.3. Krachtens artikel 3, § 1, van de bijzondere wet van 6 januari | B.2.3. En vertu de l'article 3, § 1er, de la loi spéciale du 6 janvier |
1989 op het Grondwettelijk Hof moet een beroep tot vernietiging worden | 1989 sur la Cour constitutionnelle, un recours en annulation doit être |
ingesteld binnen een termijn van zes maanden na de bekendmaking van de | introduit dans un délai de six mois suivant la publication de la norme |
bestreden norm. | attaquée. |
De bekendmaking van een norm vormt een voorwaarde om die norm te | La publication d'une norme constitue une condition pour pouvoir |
kunnen tegenwerpen. Weliswaar doet de bekendmaking de termijn ingaan | opposer celle-ci. La publication fait certes courir le délai dans |
waarbinnen de norm kan worden bestreden, maar zij vormt geen | lequel la norme peut être attaquée, mais elle ne constitue pas une |
voorwaarde voor de opening van het recht van beroep tegen een | condition pour l'ouverture du droit de recours contre une norme qui |
aangenomen, bekrachtigde en afgekondigde norm (vergelijk HvJ, 26 | est adoptée, sanctionnée et promulguée (cf. CJUE, 26 septembre 2013, |
september 2013, C-626/11 P, PPG en SNF t. ECHA, punten 32-39). | PPG et SNF c. ECHA, C-626/11 P, points 32-39). |
B.2.4. De exceptie wordt verworpen. | B.2.4. L'exception est rejetée. |
B.3. De verzoekende partij heeft na de bekendmaking van de bestreden | B.3. La partie requérante a introduit à nouveau une requête (affaire |
bepaling in het Belgisch Staatsblad opnieuw een verzoekschrift | n° 5707) après la publication de la disposition attaquée au Moniteur |
ingediend (zaak nr. 5707). | belge. |
Aangezien beide verzoekschriften in gelijkluidende bewoordingen zijn | Etant donné que les deux requêtes sont formulées en des termes |
geformuleerd, dienen zij voor het verdere onderzoek ervan als één | identiques, elles doivent être considérées pour l'examen ultérieur de |
enkel beroep tot vernietiging te worden beschouwd. | celles-ci comme formant un seul recours en annulation. |
Ten gronde | Quant au fond |
B.4. Het enige middel is afgeleid uit de schending van de artikelen | |
10, 11 en 24, § 4, van de Grondwet in zoverre op de kredieten vermeld | B.4. Le moyen unique est pris de la violation des articles 10, 11 et |
in de bestreden bepaling, die betrekking hebben op de toekenning van | 24, § 4, de la Constitution, en ce que les crédits prévus par la |
middelen voor investeringen in schoolgebouwen, een bedrag van 4 022 | disposition attaquée, qui concernent l'octroi de moyens financiers |
000 euro in mindering is gebracht. Door die vermindering zou de | pour des investissements dans les bâtiments scolaires, sont réduits de |
verzoekende partij, wat de subsidiëring van de onroerende | 4.022.000 euros. En raison de cette diminution, la partie requérante |
serait discriminée par rapport à l'enseignement subventionné, en ce | |
infrastructuur van de onderwijsinstellingen betreft, worden | qui concerne le subventionnement de l'infrastructure immobilière des |
gediscrimineerd ten opzichte van het gesubsidieerd onderwijs. | établissements d'enseignement. |
B.5. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet waarborgen het beginsel van | B.5. Les articles 10 et 11 de la Constitution garantissent le principe |
gelijkheid en niet-discriminatie. Artikel 24, § 4, van de Grondwet is | d'égalité et de non-discrimination. L'article 24, § 4, de la |
een bijzondere toepassing van dat beginsel in onderwijszaken. Volgens | Constitution constitue une application particulière de ce principe en |
matière d'enseignement. Selon cette disposition, tous les | |
die bepaling zijn alle onderwijsinstellingen gelijk voor de wet of het decreet. | établissements d'enseignement sont égaux devant la loi ou le décret. |
B.6. Hoewel de gelijke behandeling van onderwijsinstellingen het | B.6. Bien que l'égalité de traitement des établissements |
beginsel is, sluit artikel 24, § 4, van de Grondwet een verschil in | d'enseignement constitue le principe, l'article 24, § 4, de la |
behandeling niet uit, op voorwaarde dat dat gegrond is op « de eigen | Constitution n'exclut pas un traitement différencié, à la condition |
karakteristieken van iedere inrichtende macht ». Om ten aanzien van | que celui-ci soit fondé « sur les caractéristiques propres à chaque |
het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie een verschil in | pouvoir organisateur ». Pour justifier, au regard du principe |
behandeling tussen de onderwijsinstellingen van de onderwijsnetten te | d'égalité et de non-discrimination, une différence de traitement entre |
verantwoorden, is het evenwel niet voldoende te wijzen op het bestaan | les établissements d'enseignement des réseaux d'enseignement, il ne |
van objectieve verschillen tussen die instellingen. Bovendien moet | suffit cependant pas d'indiquer l'existence de différences objectives |
worden aangetoond dat, ten aanzien van de geregelde aangelegenheid, | entre ces établissements. Il doit encore être démontré qu'à l'égard de |
het aangevoerde onderscheid relevant is om een verschil in behandeling | la matière réglée, la distinction alléguée est pertinente pour |
in redelijkheid te verantwoorden. Anderzijds, kan het | justifier raisonnablement une différence de traitement. Par ailleurs, |
gelijkheidsbeginsel inzake onderwijs niet los worden gezien van de | le principe d'égalité en matière d'enseignement ne saurait être |
andere in artikel 24 van de Grondwet vervatte waarborgen, inzonderheid | dissocié des autres garanties établies par l'article 24 de la |
Constitution, en particulier la liberté d'enseignement. | |
de vrijheid van onderwijs. | B.7. Le mode de répartition des moyens financiers destinés aux |
B.7. De wijze waarop de middelen voor investeringen in schoolgebouwen | investissements dans les bâtiments scolaires est fixé par l'article |
worden verdeeld, is bepaald in artikel 17, § 1, van het decreet van 31 | 17, § 1er, du décret du 31 juillet 1990 relatif à l'enseignement-II. |
juli 1990 betreffende het onderwijs-II. De eerste zin daarvan bepaalt | La première phrase de ce paragraphe dispose que les moyens budgétaires |
dat de jaarlijks in het decreet houdende de begroting van de Vlaamse | fixés annuellement par le décret contenant le budget de la Communauté |
Gemeenschap vastgelegde middelen bestemd voor investeringen in | flamande et affectés aux investissements immobiliers dans |
onroerend goed in het onderwijs, over het gesubsidieerd vrij | l'enseignement sont répartis entre l'enseignement libre subventionné, |
onderwijs, het gesubsidieerd officieel onderwijs en het | l'enseignement officiel subventionné et l'enseignement communautaire à |
gemeenschapsonderwijs worden verdeeld naar rato van de | raison de la valeur de remplacement des bâtiments scolaires de chacun |
vervangingswaarde van de schoolgebouwen van elk vermeld net. Volgens | de ces réseaux. Selon la troisième phrase de ce paragraphe, le « taux |
de derde zin van de voormelde paragraaf is de « dekkingsgraad » in het | de couverture » dans l'enseignement subventionné est de 70 % pour |
gesubsidieerd onderwijs 70 % in het basisonderwijs en 60 % in de | l'enseignement fondamental et de 60 % pour les autres niveaux |
d'enseignement et les centres psycho-médico-sociaux (centres | |
overige onderwijsniveaus en de psycho-medisch-sociale centra (centra | d'encadrement des élèves) alors que, aux termes de la deuxième phrase, |
voor leerlingenbegeleiding) tegenover, luidens de tweede zin, 100 % in | ce taux est de 100 % dans l'enseignement communautaire. |
het gemeenschapsonderwijs. | |
B.8. Bij zijn arrest nr. 27/92 van 2 april 1992 heeft het Hof het | B.8. Par son arrêt n° 27/92 du 2 avril 1992, la Cour a jugé que la |
daaruit voortvloeiende verschil in behandeling verantwoord bevonden. Het oordeelde : | différence de traitement qui en découle était justifiée : |
« 5.B.2. Het eigendomsstelsel waaraan schoolgebouwen zijn onderworpen | « 5.B.2. Le régime de propriété auquel sont soumis les bâtiments |
varieert naargelang van de inrichtende macht die er eigenaar van is. | scolaires varie selon le pouvoir organisateur qui en est propriétaire. |
Immers, in het vrij gesubsidieerd onderwijs zijn schoolgebouwen | En effet, dans l'enseignement subventionné libre, ils appartiennent à |
eigendom van privaatrechtelijke rechtspersonen, terwijl zij in het | des personnes morales de droit privé tandis que, dans l'enseignement |
gemeenschapsonderwijs aan een publiekrechtelijke rechtspersoon, de | communautaire, ils appartiennent à une personne morale de droit |
Autonome Raad voor het Gemeenschapsonderwijs, die onder strikte | public, l'ARGO, qui est strictement contrôlée par la Communauté. Ces |
controle van de Gemeenschap staat, toebehoren. Die eigen | caractéristiques, propres à chacune des deux catégories de pouvoirs |
karakteristieken van iedere van de twee categorieën van inrichtende | organisateurs, constituent une ' différence objective ' justifiant un |
machten leveren een ' objectief verschil ' op dat een ' aangepaste | ' traitement approprié ', non seulement pour l'octroi de crédits |
behandeling ' verantwoordt, niet alleen wat betreft de toekenning van | d'investissement, mais également en ce qui concerne l'octroi de |
investeringskredieten maar ook die van kredieten voor het | crédits pour l'entretien des bâtiments à charge du propriétaire; en |
eigenaarsonderhoud, die beide in immobiliënwaarde worden omgezet, de | effet, les deux types de crédits, le premier en raison de son |
eerstgenoemde door ze te benutten voor de eigendomsverwerving van | affectation à l'acquisition de la propriété d'immeubles, le second en |
onroerend goed, de laatstgenoemde door ze aan te wenden voor de | raison de son affectation à la préservation de la valeur d'immeubles |
instandhouding van de waarde van onroerend goed waarvan de inrichtende | dont le pouvoir organisateur est propriétaire, sont transformés en une |
macht eigenaar is ». | création de valeur immobilière ». |
B.9. Het bedrag van de middelen bestemd voor investeringen in | B.9. Le montant des moyens financiers destinés aux investissements |
onroerend goed in het gemeenschapsonderwijs dat in het decreet van 21 | immobiliers dans l'enseignement communautaire qui a été fixé par le |
december 2012 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse | décret du 21 décembre 2012 contenant le budget général des dépenses de |
Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2013 is vastgelegd, houdt een | la Communauté flamande pour l'année budgétaire 2013 contient une |
eenmalige afwijking in van de verhoudingen zoals bepaald in artikel | dérogation unique aux rapports fixés à l'article 17, § 1er, du décret |
17, § 1, van het decreet van 31 juli 1990 betreffende het | du 31 juillet 1990 relatif à l'enseignement-II. |
onderwijs-II. Uit de parlementaire voorbereiding van het decreet van 21 december | Il ressort des travaux préparatoires du décret du 21 décembre 2012 que les moyens destinés aux investissements immobiliers dans |
2012 blijkt dat op de middelen bestemd voor investeringen in onroerend | l'enseignement communautaire ont subi une réduction d'un montant de 4 |
goed in het gemeenschapsonderwijs een bedrag van 4 022 000 euro in | 022 000 euros en vue de compenser « les moyens supplémentaires |
mindering werd gebracht « ter compensatie van de extra middelen nodig | nécessaires pour le déménagement vers un nouveau bâtiment de service |
voor de verhuis naar een nieuw dienstgebouw », die in een ander | », qui ont été octroyés à l'enseignement communautaire dans un autre |
begrotingsartikel aan het gemeenschapsonderwijs zijn toegekend (Parl. | article budgétaire (Doc. parl., Parlement flamand, 2012-2013, n° |
St., Vlaams Parlement, 2012-2013, nr. 13/2-F, p. 68). Het | 13/2-F, p. 68). L'Enseignement communautaire a reçu l'ordre de |
Gemeenschapsonderwijs kreeg de opdracht naar een goedkopere locatie te | déménager vers un lieu moins cher, « des moyens supplémentaires à |
verhuizen, « waarvoor binnen de begroting 2013 eenmalig extra middelen toegekend zijn » (ibid., p. 67). B.10. Het in de bestreden bepaling vermelde bedrag van 35 872 000 euro voor grote infrastructuurwerken in schoolgebouwen van het gemeenschapsonderwijs houdt weliswaar een afwijking in van de door de decreetgever zelf vooropgestelde berekeningswijze, maar die afwijking doet door haar eenmalig karakter, door de deugdelijke reden die eraan ten grondslag ligt en door de relatief beperkte draagwijdte ervan geen afbreuk aan de « aangepaste behandeling » waarop de verzoekende partij krachtens artikel 24, § 4, van de Grondwet aanspraak maakt. Het komt het Hof niet toe, zoals het Hof reeds bij zijn voormelde arrest nr. 27/92 heeft geoordeeld, na te gaan of de door het decreet ingevoerde maatregelen opportuun of wenselijk zijn. Voor zover die maatregelen met het nagestreefde doel niet onevenredig zijn en met de behoeften inzake schoolgebouwen objectief rekening houden, behoort de keuze van de meest geschikte financieringsmethodes tot de beoordelingsbevoegdheid van de decreetgever. Zoals ook in hetzelfde arrest nr. 27/92 werd vastgesteld, blijkt evenmin dat het verschil in de toegekende investeringskredieten voor de gebouwen, afbreuk zou doen aan de keuzevrijheid van de ouders of aan het evenwicht tussen de onderwijsinstellingen en bijgevolg aan de schoolvrede. B.11. Het middel is niet gegrond. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep. Aldus gewezen in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, op 17 juli 2014. De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, | cette fin étant accordés une seule fois, dans le budget 2013 » (ibid., p. 67). B.10. Le montant de 35.872.000 euros mentionné dans la disposition attaquée, destiné aux grands travaux d'infrastructure à réaliser dans les établissements scolaires de l'enseignement communautaire, contient certes une dérogation au mode de calcul établi par le législateur décrétal lui-même mais celle-ci, en raison de son caractère unique, du motif valable qui la fonde et de sa portée relativement limitée, ne porte pas atteinte au « traitement approprié » auquel la partie requérante prétend en vertu de l'article 24, § 4, de la Constitution. Il n'appartient pas à la Cour, comme elle l'a déjà jugé par son arrêt n° 27/92 précité, d'apprécier si les mesures instaurées par le décret sont opportunes ou souhaitables. Pour autant que ces mesures ne soient pas disproportionnées au but poursuivi et qu'elles tiennent objectivement compte des besoins en matière de bâtiments scolaires, le choix des modes de financement les plus appropriés relève du pouvoir d'appréciation du législateur décrétal. Comme il a également été constaté dans le même arrêt n° 27/92, il n'apparaît pas davantage que la différence quant aux crédits d'investissement accordés pour les bâtiments porterait atteinte au libre choix des parents ou à l'équilibre entre les établissements d'enseignement ni, partant, à la paix scolaire. B.11. Le moyen n'est pas fondé. Par ces motifs, la Cour rejette le recours. Ainsi rendu en langue néerlandaise, en langue française et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, le 17 juillet 2014. Le greffier, P.-Y. Dutilleux Le président, |
A. Alen | A. Alen |