Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 88/2014 van 6 juni 2014 Rolnummer : 5653 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 219 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Leuven. Het Grondwe samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 88/2014 van 6 juni 2014 Rolnummer : 5653 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 219 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Leuven. Het Grondwe samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J(...) Extrait de l'arrêt n° 88/2014 du 6 juin 2014 Numéro du rôle : 5653 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 219 du Code des impôts sur les revenus 1992, posée par le Tribunal de première instance de Louvain. La Cour consti composée des présidents A. Alen et J. Spreutels, et des juges E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snapp(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 88/2014 van 6 juni 2014 Extrait de l'arrêt n° 88/2014 du 6 juin 2014
Rolnummer : 5653 Numéro du rôle : 5653
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 219 van het En cause : la question préjudicielle relative à l'article 219 du Code
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank des impôts sur les revenus 1992, posée par le Tribunal de première
van eerste aanleg te Leuven. instance de Louvain.
Het Grondwettelijk Hof, La Cour constitutionnelle,
samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de composée des présidents A. Alen et J. Spreutels, et des juges E. De
rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T.
Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée
Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, du greffier F. Meersschaut, présidée par le président A. Alen,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij vonnis van 10 mei 2013 in zake de bvba « DVB Racing » tegen de Par jugement du 10 mai 2013 en cause de la SPRL « DVB Racing » contre
Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is
ingekomen op 7 juni 2013, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 7
juin 2013, le Tribunal de première instance de Louvain a posé la
Leuven de volgende prejudiciële vraag gesteld : question préjudicielle suivante :
« Schendt artikel 219 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen « L'article 219 du Code des impôts sur les revenus 1992 viole-t-il les
1992, de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, gelezen in samenhang articles 10, 11 et 13 de la Constitution, combinés avec l'article 6.1
met artikel 6.1 van het Europees Verdrag tot bescherming van de de la Convention européenne de sauvegarde des droits de l'homme et des
Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden, doordat wanneer aan libertés fondamentales, en ce que, lorsqu'il est satisfait aux
de wettelijke voorwaarden van artikel 219, eerste lid, WIB 92 voldaan conditions légales de l'article 219, alinéa 1er, du CIR 1992 et que le
is en de belastingplichtige niet aantoont dat het bedrag van de contribuable ne démontre pas que le montant des dépenses visées à
kosten, vermeld in artikel 57 WIB 92, of van de voordelen van alle l'article 57 du CIR 1992 ou des avantages de toute nature visés aux
aard als bedoeld in de artikelen 31, tweede lid, 2°, en 32, tweede articles 31, alinéa 2, 2°, et 32, alinéa 2, 2°, du CIR 1992 est
lid, 2°, WIB 92 begrepen is in een door de genieter overeenkomstig compris dans une déclaration introduite par le bénéficiaire
artikel 305 WIB 92 ingediende aangifte, de rechter de aanslag niet kan conformément à l'article 305 du CIR 1992, le juge ne peut pas modérer
milderen terwijl deze aanslag een strafrechtelijk karakter heeft en la cotisation alors que celle-ci revêt un caractère pénal et que le
het gemeen strafrecht de mogelijkheid voorziet voor de rechter om de droit pénal commun prévoit la possibilité pour le juge d'adapter la
straf aan te passen aan de individuele toestand van de beklaagde en peine à la situation individuelle du prévenu et alors qu'en vertu du
terwijl krachtens het evenredigheidsbeginsel de zwaarte van de straf principe de proportionnalité, la gravité de la peine ne peut pas être
niet onevenredig mag zijn aan het strafbare feit ? ». disproportionnée à l'infraction ? ».
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op de afzonderlijke B.1.1. La question préjudicielle porte sur la cotisation distincte à
aanslag in de vennootschapsbelasting op de zogenaamde « geheime l'impôt des sociétés établie sur les « commissions secrètes ». La
commissielonen ». De in het geding zijnde bepaling is artikel 219 van disposition en cause est l'article 219 du Code des impôts sur les
het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992), zoals die revenus 1992 (CIR 1992), telle que cette disposition s'appliquait à
bepaling van toepassing was voor het aanslagjaar 2009. l'exercice d'imposition 2009.
Artikel 219 van het WIB 1992 bepaalt : L'article 219 du CIR 1992 dispose :
« Een afzonderlijke aanslag wordt gevestigd op kosten bedoeld in « Une cotisation distincte est établie à raison des dépenses visées à
artikel 57 en op voordelen van alle aard als bedoeld in de artikelen l'article 57 et des avantages de toute nature visés aux articles 31,
31, tweede lid, 2°, en 32, tweede lid, 2°, die niet worden verantwoord alinéa 2, 2°, et 32, alinéa 2, 2°, qui ne sont pas justifiés par la
door individuele fiches en een samenvattende opgave alsmede op de production de fiches individuelles et d'un relevé récapitulatif ainsi
verdoken meerwinsten die niet onder de bestanddelen van het vermogen qu'à raison des bénéfices dissimulés qui ne se retrouvent pas parmi
van de vennootschap worden teruggevonden, en op de in artikel 53, 24°, les éléments du patrimoine de la société, et des avantages financiers
bedoelde financiële voordelen of voordelen van alle aard. ou de toute nature visés à l'article 53, 24°.
Die aanslag is gelijk aan 300 pct. van die kosten, voordelen van alle Cette cotisation est égale à 300 p.c. de ces dépenses, avantages de
aard en verdoken meerwinsten. toute nature et bénéfices dissimulés.
Als verdoken meerwinsten worden niet aangemerkt, de reserves als Ne sont pas considérées comme des bénéfices dissimulés, les réserves
bedoeld in artikel 24, eerste lid, 2° tot 4°. visées à l'article 24, alinéa 1er, 2° à 4°.
Deze aanslag is niet van toepassing indien de belastingplichtige Cette cotisation n'est pas applicable si le contribuable démontre que
aantoont dat het bedrag van de kosten, vermeld in artikel 57 of van de le montant des dépenses, visées à l'article 57 ou des avantages de
voordelen van alle aard als bedoeld in de artikelen 31, tweede lid, toute nature visés aux articles 31, alinéa 2, 2°, et 32, alinéa 2, 2°,
2°, en 32, tweede lid, 2°, begrepen is in een door de genieter est compris dans une déclaration introduite par le bénéficiaire
overeenkomstig artikel 305 ingediende aangifte ». conformément à l'article 305 ».
Die bepaling vormt, samen met artikel 219bis van hetzelfde Wetboek, Avec l'article 219bis du même Code, cette disposition constitue la
afdeling II (« Afzonderlijke aanslagen ») van hoofdstuk III (« section II (« Cotisations distinctes ») du chapitre III (« Calcul de
Berekening van de belasting ») van titel III (« Vennootschapsbelasting l'impôt ») du titre III (« Impôt des sociétés ») du CIR 1992.
») van het WIB 1992.
B.1.2. Artikel 57 van het WIB 1992, zoals het op het aanslagjaar 2009 B.1.2. L'article 57 du CIR 1992, tel qu'il était applicable à
van toepassing was, bepaalde : l'exercice d'imposition 2009, disposait :
« De volgende kosten worden slechts als beroepskosten aangenomen « Les dépenses ci-après ne sont considérées comme des frais
wanneer ze worden verantwoord door individuele fiches en een professionnels que si elles sont justifiées par la production de
samenvattende opgave die worden overgelegd in de vorm en binnen de fiches individuelles et d'un relevé récapitulatif établis dans les
termijn die de Koning bepaalt : formes et délais déterminés par le Roi :
1° commissies, makelaarslonen, handels- of andere restorno's, 1° commissions, courtages, ristournes commerciales ou autres,
toevallige of niet-toevallige vacatiegelden of erelonen, vacations ou honoraires occasionnels ou non, gratifications,
gratificaties, vergoedingen of voordelen van alle aard die voor de rétributions ou avantages de toute nature qui constituent pour les
verkrijgers al dan niet in België belastbare beroepsinkomsten zijn, bénéficiaires des revenus professionnels imposables ou non en
behoudens de in artikel 30, 3°, bedoelde bezoldigingen; Belgique, à l'exclusion des rémunérations visées à l'article 30, 3°;
2° bezoldigingen, pensioenen, renten of als zodanig geldende toelagen, 2° rémunérations, pensions, rentes ou allocations en tenant lieu,
betaald aan personeelsleden, aan gewezen personeelsleden of aan hun payées aux membres du personnel, aux anciens membres du personnel ou à
rechtverkrijgenden, met uitzondering van de sociale voordelen die ten leurs ayants droit, à l'exclusion des avantages sociaux exonérés dans
name van de verkrijgers zijn vrijgesteld; le chef des bénéficiaires;
3° vaste vergoedingen toegekend aan de leden van het personeel als 3° indemnités forfaitaires allouées aux membres du personnel en
terugbetaling van werkelijke eigen kosten van de werkgever ». remboursement de frais effectifs propres à l'employeur ».
B.1.3. Artikel 305 van het WIB 1992, zoals het op het aanslagjaar 2009 B.1.3. L'article 305 du CIR 1992, tel qu'il était applicable à
van toepassing was, bepaalde : l'exercice d'imposition 2009, disposait :
« Belastingplichtigen die aan de personenbelasting, aan de « Les contribuables assujettis à l'impôt des personnes physiques, à
vennootschapsbelasting of aan de rechtspersonenbelasting zijn l'impôt des sociétés ou à l'impôt des personnes morales, ainsi que les
onderworpen, zomede belastingplichtigen die ingevolge de artikelen 232 contribuables assujettis à l'impôt des non-résidents, conformément aux
tot 234 en 248, § 2, aan de belasting van niet-inwoners zijn articles 232 à 234 et 248 § 2, sont tenus de remettre, chaque année, à
onderworpen, zijn gehouden ieder jaar aan de administratie der directe l'administration des contributions directes une déclaration dans les
belastingen een aangifte over te leggen in de vormen en binnen de
termijnen omschreven in de artikelen 307 tot 311. formes et délais précisés aux articles 307 à 311.
Indien de belastingplichtige overleden of wettelijk onbekwaam is, rust Si le contribuable est décédé ou en état d'incapacité légale,
de verplichting tot aangifte in het eerste geval op de erfgenamen, l'obligation de déclarer incombe dans le premier cas, aux héritiers ou
algemene legatarissen of begiftigden, in het tweede geval op de aux légataires ou donataires universels et dans le second cas, au
wettelijke vertegenwoordiger. représentant légal.
Bij de zonder vereffening ontbonden vennootschappen in het kader van Pour les sociétés dissoutes sans liquidation dans le cadre d'une
een fusie, een aan een fusie gelijkgestelde verrichting of een fusion, d'une opération assimilée à une fusion ou d'une scission
splitsing als bedoeld in de artikelen 671 tot en met 677 van het Wetboek van vennootschappen, of een gelijkaardige vennootschapsrechtelijke verrichting onder buitenlands recht, rust de verplichting tot aangifte naargelang het geval op de overnemende vennootschap of op de verkrijgende vennootschappen. Bij de andere ontbonden vennootschappen rust deze verplichting op de vereffenaars. Belastingplichtigen die niet kunnen lezen, noch ondertekenen, mogen hun aangifte laten invullen door de personeelsleden van de aanslagdienst waaronder zij ressorteren, mits zij de vereiste inlichtingen verstrekken. In dat geval wordt van deze omstandigheid melding gemaakt in de aangifte en wordt deze ondertekend door het personeelslid die ze ingevuld heeft. De aangiften mogen ook worden overgelegd door een lasthebber, die alsdan van de algemene lastgeving krachtens welke hij optreedt moet doen blijken ». B.2. Uit de feiten van de aan de verwijzende rechter voorgelegde zaak, visées aux articles 671 à 677 du Code des sociétés, ou d'une opération de droit des sociétés similaire en droit étranger, l'obligation de déclarer incombe selon le cas à la société absorbante ou aux sociétés bénéficiaires. Pour les autres sociétés dissoutes, cette obligation incombe aux liquidateurs. Les contribuables ne sachant ni lire, ni signer, peuvent faire remplir leur déclaration par les agents du service de taxation compétent, à condition qu'ils donnent les indications requises. Dans ce cas, il est fait mention de ladite circonstance dans la déclaration et celle-ci est revêtue de la signature de l'agent qui l'a remplie. Les déclarations peuvent aussi être souscrites par un mandataire, qui doit alors justifier du mandat général en vertu duquel il agit ». B.2. Les faits de la cause dont est saisi le juge a quo, les motifs de
de motieven van de verwijzingsbeslissing en de bewoordingen van de la décision de renvoi et la formulation de la question préjudicielle
prejudiciële vraag kan worden afgeleid dat de verwijzende rechter van permettent de déduire que le juge a quo interroge la Cour sur la
het Hof beoogt te vernemen of de in het geding zijnde bepaling, voor compatibilité de la disposition en cause, pour l'exercice d'imposition
het aanslagjaar 2009, bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 13 van 2009, avec les articles 10, 11 et 13 de la Constitution, combinés avec
de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6.1 van het Europees l'article 6.1 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce
Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre zij een verschil in qu'elle instaure une différence de traitement entre les contribuables
behandeling invoert tussen belastingplichtigen ten aanzien van wie de vis-à-vis desquels le juge ne peut pas modérer la cotisation
afzonderlijke aanslag door de rechter niet kan worden gemilderd, « distincte, « alors que celle-ci revêt un caractère pénal », et les
terwijl deze aanslag een strafrechtelijk karakter heeft », en de prévenus en droit pénal commun pour lesquels le juge répressif dispose
beklaagden in het gemeen strafrecht waarbij de strafrechter wel over de la possibilité d'adapter la peine à la situation individuelle du
de mogelijkheid beschikt om de straf aan te passen aan de individuele
toestand van de beklaagde « en terwijl krachtens het prévenu « et alors qu'en vertu du principe de proportionnalité, la
evenredigheidsbeginsel de zwaarte van de straf niet onevenredig mag gravité de la peine ne peut pas être disproportionnée à l'infraction
zijn aan het strafbare feit ». ».
B.3.1. De Ministerraad werpt op dat de prejudiciële vraag geen B.3.1. Le Conseil des ministres objecte que la question préjudicielle
vergelijkbare situaties betreft, omdat de verwijzende rechter uitgaat ne traite pas de situations comparables, au motif que le juge a quo se
van een verkeerd uitgangspunt; de afzonderlijke aanslag, zoals bepaald fonde sur une prémisse erronée : la cotisation distincte, prévue par
in artikel 219 van het WIB 1992, zou niet als een strafrechtelijke l'article 219 du CIR 1992, ne saurait être qualifiée de sanction
sanctie kunnen worden beschouwd. pénale.
B.3.2. De door de Ministerraad opgeworpen exceptie van B.3.2. L'exception de non-comparabilité soulevée par le Conseil des
niet-vergelijkbaarheid komt in feite erop neer de interpretatie te ministres revient en fait à contester l'interprétation de la
betwisten van de bepaling die in de prejudiciële vraag aan het Hof ter disposition que le juge soumet au contrôle de la Cour par la question
toetsing wordt voorgelegd wat de kwalificatie van de door haar préjudicielle en ce qui concerne la qualification de la mesure qu'elle
ingestelde maatregel betreft. Er is evenwel geen reden om die instaure. Il n'y a cependant aucune raison de mettre en cause cette
kwalificatie in het geding te brengen. qualification.
B.3.3. Uit de bewoordingen van de prejudiciële vraag blijkt dat de B.3.3. Il apparaît de la formulation de la question préjudicielle que
verwijzende rechter van oordeel is dat de afzonderlijke aanslag van le juge a quo estime que la cotisation distincte de l'article 219 du
artikel 219 van het WIB 1992 een strafrechtelijk karakter heeft. De motivering van het verwijzingsvonnis preciseert in welk opzicht de afzonderlijke aanslag, volgens de verwijzende rechter, als een maatregel met een strafrechtelijk karakter dient te worden beschouwd in de zin van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. Het Hof gaat na of dit het geval is. B.3.4. De afzonderlijke aanslag in de vennootschapsbelasting strekt ertoe de belastingplichtigen te dwingen hun verplichting na te komen om in de wettelijke vorm en binnen de wettelijke termijn de fiscale administratie de inlichtingen te bezorgen die het haar mogelijk maken tot de aanslag van de verkrijgers over te gaan. Sedert de wetswijziging van 30 maart 1994 blijkt dat naast die wettige doelstelling de wetgever tevens de bedoeling had de fraude te ontraden, waarbij de afzonderlijke aanslag zonder onderscheid aan eenieder die belastingplichtig is, wordt opgelegd, en onder meer ertoe strekt het niet-nakomen door de belastingplichtige van zijn verplichtingen te bestraffen teneinde herhaling van de inbreuken te CIR 1992 revêt un caractère pénal. Les motifs du jugement de renvoi précisent en quoi la cotisation distincte doit être considérée, selon le juge a quo, comme une mesure à caractère pénal au sens de la Convention européenne des droits de l'homme. La Cour examine si tel est le cas. B.3.4. La cotisation distincte à l'impôt des sociétés tend à contraindre les contribuables à respecter leur obligation de fournir à l'administration fiscale, dans la forme légale et dans le délai légal, les informations qui lui permettent de procéder à l'imposition des bénéficiaires. Depuis la modification législative du 30 mars 1994, il s'avère qu'outre cet objectif légitime, le législateur a voulu combattre la fraude, la cotisation distincte étant appliquée sans distinction à tout contribuable et visant entre autres à sanctionner le contribuable qui ne respecte pas ses obligations, afin d'éviter la récidive des
voorkomen (Parl. St., Kamer, 1993-1994, nr. 1290/6, pp. 45-46 en p. infractions (Doc. parl., Chambre, 1993-1994, n° 1290/6, pp. 45-46 et
86). p. 86).
Derhalve kan worden aangenomen dat de verwijzende rechter van oordeel Il peut dès lors être admis que le juge a quo considère que la
is dat de afzonderlijke aanslag waarin artikel 219 van het WIB 1992 cotisation distincte prévue par l'article 219 du CIR 1992 présente, à
voorziet, minstens ten dele, een repressief karakter vertoont en een tout le moins en partie, un caractère répressif et constitue une
sanctie van strafrechtelijke aard is in de zin van artikel 6.1 van het sanction de nature pénale au sens de l'article 6.1 de la Convention
Europees Verdrag voor de rechten van de mens. Het Europees Hof voor de européenne des droits de l'homme. La Cour européenne des droits de
Rechten van de Mens heeft overigens beslist dat het algemene karakter l'homme a décidé par ailleurs que le caractère général de dispositions
van wetsbepalingen betreffende belastingverhogingen en het doel van de législatives relatives à des majorations d'impôt et le but des
straffen, zowel ontradend als repressief, kunnen volstaan om aan te pénalités, tout à la fois dissuasif et répressif, peuvent suffire à
tonen dat de belastingplichtige het voorwerp is van een montrer que le contribuable a fait l'objet d'une accusation en matière
strafvervolging in de zin van artikel 6.1 van het Verdrag (EHRM, 23 pénale au sens de l'article 6.1 de la Convention (CEDH, 23 juillet
juli 2002, Janosevic t. Zweden, § 68). 2002, Janosevic c. Suède, § 68).
B.3.5. Daar de twee in de prejudiciële vraag beoogde categorieën van B.3.5. Dès lors que les deux catégories de personnes visées par la
personen in de in B.3.4 aangegeven mate vergelijkbaar zijn, wordt de question préjudicielle sont comparables dans la mesure indiquée en
exceptie van de Ministerraad verworpen. B.3.4, l'exception du Conseil des ministres est rejetée.
B.4. Het belastingstelsel dat geldt voor geheime commissielonen, is B.4. Le système de taxation des commissions secrètes résulte de
het resultaat van meerdere opeenvolgende wetswijzigingen. De plusieurs modifications législatives successives. Les travaux
parlementaire voorbereiding van die verschillende aanpassingen toont préparatoires de ces différentes adaptations montrent que le
aan dat de wetgever bepaalde vormen van misbruik heeft willen législateur entendait combattre certaines formes d'abus. Il a dès lors
bestrijden. Hij heeft dan ook een « correlatie [gelegd] tussen, instauré une « corrélation entre, d'une part, la déductibilité des
eensdeels, de aftrekbaarheid van de bedragen in hoofde van diegene die montants dans le chef de celui qui les paie et, d'autre part, l''
ze betaalt en, anderdeels, de belastbaarheid van die bedragen ten name imposabilité ' de ces montants au nom des bénéficiaires » (Doc. parl.,
van de verkrijgers » (Parl. St., Kamer, 1972-1973, nr. 521/7, p. 38). Chambre, 1972-1973, n° 521/7, p. 38).
Het is gewettigd dat de wetgever ernaar streeft de fiscale fraude te Il est légitime que le législateur veille à prévenir la fraude fiscale
voorkomen en de belangen van de Schatkist te vrijwaren, vanuit de zorg et à protéger les intérêts du Trésor, par souci de justice et pour
voor gerechtigheid en om de taken van algemeen belang waarmee hij is remplir au mieux les tâches d'intérêt général dont il a la charge.
belast zo goed mogelijk te vervullen.
B.5.1. Aangezien in B.3.4 is aangenomen dat de afzonderlijke aanslag B.5.1. Dès lors qu'il a été admis en B.3.4 que la cotisation distincte
een repressief karakter kan vertonen, houdt het Hof, bij de toetsing peut présenter un caractère répressif, la Cour prend en compte, dans
aan de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, rekening met de waarborgen le contrôle qu'elle exerce au regard des articles 10 et 11 de la
vervat in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de Constitution, les garanties contenues dans l'article 6 de la
mens en, met name, de waarborg dat een onafhankelijke en onpartijdige Convention européenne des droits de l'homme et, notamment, la garantie
rechter een controle met volle rechtsmacht kan uitoefenen op de door qu'un juge indépendant et impartial doit pouvoir exercer un contrôle
de bevoegde administratieve overheid gevestigde afzonderlijke aanslag. de pleine juridiction sur la cotisation distincte établie par l'autorité administrative compétente.
B.5.2. De waarborgen vervat in artikel 6 van het Europees Verdrag voor B.5.2. Les garanties contenues à l'article 6 de la Convention
de rechten van de mens vereisen niet dat op iedere persoon ten aanzien européenne des droits de l'homme n'exigent pas que toute personne à
van wie een afzonderlijke aanslag wordt gevestigd die als een
strafrechtelijke sanctie in de zin van die bepaling wordt charge de laquelle est établie une cotisation distincte, qualifiée de
gekwalificeerd, dezelfde maatregelen tot verzachting van de straf sanction pénale au sens de cette disposition, puisse se voir appliquer
kunnen worden toegepast als die welke de persoon geniet ten aanzien les mêmes mesures d'adoucissement de la peine que celles dont
van wie een sanctie wordt opgelegd die als een strafrechtelijke bénéficie la personne à laquelle est infligée une sanction qualifiée
sanctie in de zin van het interne recht wordt gekwalificeerd. B.6. Wanneer de wetgever oordeelt dat sommige inbreuken op wettelijke bepalingen moeten worden bestraft, behoort het tot zijn beoordelingsbevoegdheid te beslissen of het opportuun is om voor strafsancties sensu stricto of voor een afzonderlijke aanslag te opteren. De keuze voor een specifieke maatregel kan op zich niet worden geacht discriminerend te zijn. Van discriminatie zou slechts sprake zijn indien het verschil in behandeling dat uit die keuze voortvloeit, een onevenredige beperking van de rechten van de daarbij betrokken personen met zich zou meebrengen. B.7. De vaststelling van de ernst van een tekortkoming en de zwaarwichtigheid waarmee die tekortkoming kan worden bestraft, behoren tot de beoordelingsbevoegdheid van de wetgever. Hij mag bijzonder zware straffen opleggen in aangelegenheden waar de aard van de inbreuken de grondrechten van de burgers en de belangen van de de pénale au sens du droit interne. B.6. Lorsque le législateur estime que certains manquements à des dispositions législatives doivent faire l'objet d'une répression, il relève de son pouvoir d'appréciation de décider s'il est opportun d'opter pour des sanctions pénales sensu stricto ou pour une cotisation distincte. Le choix d'une mesure spécifique ne peut être considéré comme établissant en soi une discrimination. Il n'y aurait discrimination que si la différence de traitement qui découle de ce choix impliquait une limitation disproportionnée des droits des personnes concernées. B.7. L'appréciation de la gravité d'un manquement et la sévérité avec laquelle ce manquement peut être puni relèvent du pouvoir d'appréciation du législateur. Il peut imposer des peines particulièrement lourdes dans des matières où les infractions sont de nature à porter gravement atteinte aux droits fondamentaux des
gemeenschap ernstig kunnen aantasten. individus et aux intérêts de la collectivité.
Het staat derhalve aan de wetgever om de perken en de bedragen vast te C'est dès lors au législateur qu'il appartient de fixer les limites et
stellen waarbinnen de beoordelingsbevoegdheid van de administratie, en les montants dans le cadre desquels le pouvoir d'appréciation de
bijgevolg die van de rechtbank, moet worden uitgeoefend. Het Hof zou l'administration et, par conséquent, celui du tribunal, doit
een dergelijk systeem alleen kunnen afkeuren indien het op s'exercer. La Cour ne pourrait censurer un tel système que s'il
onevenredige wijze afbreuk zou doen aan het algemene beginsel volgens portait une atteinte disproportionnée au principe général qui exige
hetwelk inzake sancties niets wat onder de beoordelingsbevoegdheid van qu'en matière de sanctions rien de ce qui appartient au pouvoir
de administratie valt, ontsnapt aan de toetsing van de rechter (arrest d'appréciation de l'administration n'échappe au contrôle du juge
nr. 138/2006 van 14 september 2006, B.7.2). (arrêt n° 138/2006 du 14 septembre 2006, B.7.2).
B.8.1. Artikel 219 van het WIB 1992 is niet bestaanbaar met de B.8.1. L'article 219 du CIR 1992 est incompatible avec les articles
artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, in samenhang gelezen met 10, 11 et 13 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 6.1
artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, de la Convention européenne des droits de l'homme, s'il est interprété
indien het in die zin wordt geïnterpreteerd dat het de rechter niet en ce sens qu'il n'autorise pas le juge à exercer un contrôle de
toestaat met volle rechtsmacht toezicht uit te oefenen op de pleine juridiction sur la cotisation distincte.
afzonderlijke aanslag.
Dat toezicht moet het de rechter immers mogelijk maken na te gaan of Ce contrôle doit en effet permettre au juge de vérifier si cette
die beslissing in feite en in rechte verantwoord is en of zij alle décision est justifiée en fait et en droit et si elle respecte
wetsbepalingen en algemene beginselen naleeft die de administratie in l'ensemble des dispositions législatives et des principes généraux qui
acht moet nemen, waaronder het evenredigheidsbeginsel. s'imposent à l'administration, parmi lesquels le principe de
proportionnalité.
B.8.2. Wanneer bij de rechter aldus een beroep wordt ingesteld tegen B.8.2. Ainsi, lorsqu'il est saisi d'un recours contre une cotisation
een afzonderlijke aanslag (artikel 219 van het WIB 1992), moet die distincte (article 219 du CIR 1992), le juge doit pouvoir exercer un
rechter een dergelijke controle kunnen uitoefenen. tel contrôle.
B.9. In de in B.8.1 vermelde interpretatie dient de prejudiciële vraag B.9. Dans l'interprétation mentionnée en B.8.1, la question
bevestigend te worden beantwoord. préjudicielle appelle une réponse affirmative.
B.10. Artikel 219 van het WIB 1992 kan evenwel anders worden B.10. L'article 219 du CIR 1992 peut cependant recevoir une autre
geïnterpreteerd, waarbij die bepaling zich niet ertegen verzet dat de interprétation, selon laquelle cette disposition ne s'oppose pas à ce
rechter, bij wie een beroep is ingesteld tegen een afzonderlijke que le juge, saisi d'un recours contre une cotisation distincte,
aanslag, een bevoegdheid met volle rechtsmacht uitoefent in de zin van exerce une compétence de pleine juridiction au sens de ce qui est
hetgeen is vermeld in B.8.1. mentionné en B.8.1.
In die interpretatie dient de prejudiciële vraag ontkennend te worden Dans cette interprétation, la question préjudicielle appelle une
beantwoord. réponse négative.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof, la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
- In die zin geïnterpreteerd dat het de rechter verbiedt een toezicht - Interprété en ce sens qu'il interdit au juge d'exercer un contrôle
met volle rechtsmacht uit te oefenen op de afzonderlijke aanslag, de pleine juridiction sur la cotisation distincte, l'article 219 du
schendt artikel 219 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 Code des impôts sur les revenus 1992 viole les articles 10, 11 et 13
de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de la Constitution, combinés avec l'article 6.1 de la Convention
artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. européenne des droits de l'homme.
- In die zin geïnterpreteerd dat het de rechter niet verbiedt een - Interprété en ce sens qu'il n'interdit pas au juge d'exercer un
toezicht met volle rechtsmacht uit te oefenen op de afzonderlijke contrôle de pleine juridiction sur la cotisation distincte, l'article
aanslag, schendt artikel 219 van het Wetboek van de 219 du Code des impôts sur les revenus 1992 ne viole pas les articles
inkomstenbelastingen 1992 de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, 10, 11 et 13 de la Constitution, combinés avec l'article 6.1 de la
in samenhang gelezen met artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de Convention européenne des droits de l'homme.
rechten van de mens, niet.
Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française,
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
op 6 juni 2014. la Cour constitutionnelle, le 6 juin 2014.
De griffier, Le greffier,
F. Meersschaut F. Meersschaut
De voorzitter, Le président,
A. Alen A. Alen
^