← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 55/2014 van 27 maart 2014 Rolnummer : 5807 In zake : de
prejudiciële vraag betreffende artikel 444 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld
door de Rechtbank van eerste aanleg te Luik. Het Grondwe samengesteld uit
de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters L. Lavrysen, J.-P. Snappe, (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 55/2014 van 27 maart 2014 Rolnummer : 5807 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 444 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Luik. Het Grondwe samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters L. Lavrysen, J.-P. Snappe, (...) | Extrait de l'arrêt n° 55/2014 du 27 mars 2014 Numéro du rôle : 5807 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 444 du Code des impôts sur les revenus 1992, posée par le Tribunal de première instance de Liège. La Cour constit composée des présidents J. Spreutels et A. Alen, et des juges L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moer(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 55/2014 van 27 maart 2014 | Extrait de l'arrêt n° 55/2014 du 27 mars 2014 |
Rolnummer : 5807 | Numéro du rôle : 5807 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 444 van het | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 444 du Code |
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank | des impôts sur les revenus 1992, posée par le Tribunal de première |
van eerste aanleg te Luik. | instance de Liège. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de | composée des présidents J. Spreutels et A. Alen, et des juges L. |
rechters L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en F. | Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et F. Daoût, |
Daoût, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder | assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président J. |
voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, | Spreutels, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij vonnis van 6 januari 2014 in zake Benoît Ligot tegen de Belgische | Par jugement du 6 janvier 2014 en cause de Benoît Ligot contre l'Etat |
Staat, en mede in zake Benoît Ligot en Sophie Petithan tegen de | belge, et encore en cause de Benoît Ligot et Sophie Petithan contre |
Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is | l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le |
ingekomen op 15 januari 2014, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te | 15 janvier 2014, le Tribunal de première instance de Liège a posé la |
Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : | question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 444 van het WIB 1992 de artikelen 10, 11 en 172 van | « L'article 444 du C.I.R./92 viole-t-il les articles 10, 11 et 172 de |
de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees | la Constitution, lus en combinaison avec l'article 6 de la Convention |
Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het het de rechtbank | européenne des droits de l'Homme, en ce qu'il ne permet pas au |
van eerste aanleg niet mogelijk maakt de in die bepaling bedoelde | Tribunal de première instance d'assortir d'un sursis les |
belastingverhogingen gepaard te laten gaan met een uitstel, terwijl de | accroissements d'impôts prévus par cette disposition alors que le |
belastingplichtige wettelijke maatregelen tot individualisering van de | contribuable pourrait bénéficier de mesures légales |
straf (opschorting, uitstel, probatie) zou kunnen genieten wanneer hij | d'individualisation de la peine (suspension, sursis, probation) si, |
zich voor de correctionele rechtbank blootstelt aan de in het Wetboek | comparaissant devant le Tribunal correctionnel, il s'exposait aux |
van de inkomstenbelastingen bedoelde straffen ? ». | peines prévues par le Code des impôts sur les revenus ? ». |
Op 4 februari 2014 hebben de rechters-verslaggevers J.-P. Snappe en L. | Le 4 février 2014, en application de l'article 72, alinéa 1er, de la |
Lavrysen, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de bijzondere | |
wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, het Hof ervan in | loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les |
kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht voor te | juges-rapporteurs J.-P. Snappe et L. Lavrysen ont informé la Cour |
stellen het onderzoek van de zaak af te doen met een arrest van | qu'ils pourraient être amenés à proposer de mettre fin à l'examen de |
onmiddellijk antwoord. | l'affaire par un arrêt de réponse immédiate. |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. De prejudiciële vraag luidt : | B.1. La question préjudicielle est libellée comme suit : |
« Schendt artikel 444 van het WIB 1992 de artikelen 10, 11 en 172 van | « L'article 444 du C.I.R./92 viole-t-il les articles 10, 11 et 172 de |
de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees | la Constitution, lus en combinaison avec l'article 6 de la Convention |
Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het het de rechtbank | européenne des droits de l'Homme, en ce qu'il ne permet pas au |
van eerste aanleg niet mogelijk maakt de in die bepaling bedoelde | Tribunal de première instance d'assortir d'un sursis les |
belastingverhogingen gepaard te laten gaan met een uitstel, terwijl de | accroissements d'impôts prévus par cette disposition alors que le |
belastingplichtige wettelijke maatregelen tot individualisering van de | contribuable pourrait bénéficier de mesures légales |
straf (opschorting, uitstel, probatie) zou kunnen genieten wanneer hij | d'individualisation de la peine (suspension, sursis, probation) si, |
zich voor de correctionele rechtbank blootstelt aan de in het Wetboek | comparaissant devant le Tribunal correctionnel, il s'exposait aux |
van de inkomstenbelastingen bedoelde straffen ? ». | peines prévues par le Code des impôts sur les revenus ? ». |
B.2. Artikel 444 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB | B.2. L'article 444 du Code des impôts sur les revenus 1992 (CIR 1992) |
1992) bepaalt : | dispose : |
« Bij niet-aangifte of in geval van onvolledige of onjuiste aangifte, | |
worden de op het niet aangegeven inkomstengedeelte verschuldigde | « En cas d'absence de déclaration ou en cas de déclaration incomplète |
belastingen vermeerderd met een belastingverhoging die wordt bepaald | ou inexacte, les impôts dus sur la portion des revenus non déclarés |
naar gelang van de aard en de ernst van de overtreding, volgens een | sont majorés d'un accroissement d'impôt fixé d'après la nature et la |
schaal waarvan de trappen door de Koning worden vastgesteld en gaande | gravité de l'infraction, selon une échelle dont les graduations sont |
van 10 pct. tot 200 pct. van de op het niet aangegeven | déterminées par le Roi et allant de 10 p.c. à 200 p.c. des impôts dus |
inkomstengedeelte verschuldigde belastingen. | sur la portion des revenus non déclarés. |
Bij ontstentenis van kwade trouw kan worden afgezien van het minimum van 10 pct. belastingverhoging. | En l'absence de mauvaise foi, il peut être renoncé au minimum de 10 |
Het totaal van de op het niet aangegeven inkomstengedeelte | p.c. d'accroissement. |
verschuldigde belastingen en de belastingverhogingen mag niet hoger | Le total des impôts dus sur la portion des revenus non déclarés et de |
zijn dan het bedrag van de niet aangegeven inkomsten. | l'accroissement d'impôt ne peut dépasser le montant des revenus non |
De verhoging wordt slechts toegepast wanneer de niet aangegeven | déclarés. L'accroissement ne s'applique que si les revenus non déclarés |
inkomsten 620 EUR bereiken ». | atteignent 620 EUR ». |
B.3. Bij zijn arresten nrs. 157/2008 en 13/2013 heeft het Hof twee | B.3. Par ses arrêts nos 157/2008 et 13/2013, la Cour a répondu |
positivement à deux questions préjudicielles posées en ce qui | |
prejudiciële vragen betreffende, respectievelijk, paragraaf 1, eerste | concerne, respectivement, le paragraphe 1er, alinéa 1er, et le |
lid, en paragraaf 2, eerste lid, van artikel 70 van het Wetboek van de | paragraphe 2, alinéa 1er, de l'article 70 du Code de la taxe sur la |
belasting over de toegevoegde waarde (hierna : BTW-Wetboek) | valeur ajoutée (ci-après : le Code de la TVA). |
bevestigend beantwoord. | |
In het laatstvermelde arrest heeft het Hof geoordeeld : | Dans le dernier arrêt précité, la Cour a jugé : |
« B.3.1. De in artikel 70, § 2, eerste lid, van het BTW-Wetboek | « B.3.1. Les amendes fiscales prévues à l'article 70, § 2, alinéa 1er, |
bedoelde fiscale geldboeten hebben tot doel de inbreuken begaan door | du Code de la TVA ont pour objet de prévenir et de sanctionner les |
alle belastingschuldigen, zonder enig onderscheid, die de bij dat | infractions commises par tous les redevables, sans distinction aucune, |
Wetboek opgelegde verplichtingen niet naleven, te voorkomen en te | qui ne respectent pas les obligations imposées par ce Code. Elles ont |
bestraffen. Zij hebben derhalve een repressief karakter en zijn | donc un caractère répressif et sont de nature pénale au sens de |
strafrechtelijk in de zin van artikel 6 van het Europees Verdrag voor | l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme. |
de rechten van de mens. | |
B.3.2. In tegenstelling tot de persoon die wordt gedagvaard om voor de | B.3.2. Toutefois, contrairement à la personne citée à comparaître |
correctionele rechtbank te verschijnen, kan de persoon die voor de | devant le tribunal correctionnel, la personne qui exerce, devant le |
rechtbank van eerste aanleg opkomt tegen de beslissing waarbij hem een | tribunal de première instance, un recours contre la décision lui |
fiscale geldboete wordt opgelegd, evenwel geen uitstel, dat enkel door | infligeant une amende fiscale ne peut bénéficier du sursis, lequel ne |
een strafgerecht kan worden bevolen, genieten. | peut être ordonné que par une juridiction pénale. |
B.3.3. Onder voorbehoud dat hij geen maatregel mag nemen die kennelijk onredelijk is, vermag de democratisch gekozen wetgever het repressief beleid zelf vast te stellen en aldus de beoordelingsvrijheid van de rechter te beperken. De wetgever heeft nochtans meermaals geopteerd voor de individualisering van straffen, met name door de rechter toe te staan maatregelen tot uitstel toe te kennen. B.3.4. Het staat aan de wetgever te oordelen of het wenselijk is de rechter te dwingen tot gestrengheid wanneer een inbreuk het algemeen belang schaadt, vooral in een aangelegenheid die, zoals te dezen, aanleiding geeft tot een aanzienlijke fraude. Die gestrengheid kan met name betrekking hebben op de maatregelen tot uitstel. Het Hof zou een dergelijke keuze alleen kunnen afkeuren indien die kennelijk onredelijk zou zijn of indien de in het geding zijnde bepaling ertoe zou leiden aan een categorie van rechtsonderhorigen het recht op een eerlijk proces voor een onafhankelijke en onpartijdige instantie, zoals gewaarborgd bij artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, te ontzeggen. B.4.1. Het uitstel van de tenuitvoerlegging van de straffen heeft tot doel de nadelen die inherent zijn aan de tenuitvoerlegging van de straffen, te beperken en de re-integratie van de veroordeelde niet in het gedrang te brengen. Het kan worden bevolen met betrekking tot | B.3.3. Sous la réserve qu'il ne peut prendre une mesure manifestement déraisonnable, le législateur démocratiquement élu peut vouloir déterminer lui-même la politique répressive et limiter ainsi le pouvoir d'appréciation du juge. Le législateur a toutefois opté à diverses reprises pour l'individualisation des peines, notamment en autorisant le juge à accorder des mesures de sursis. B.3.4. Il appartient au législateur d'apprécier s'il est souhaitable de contraindre le juge à la sévérité quand une infraction nuit particulièrement à l'intérêt général, spécialement dans une matière qui, comme en l'espèce, donne lieu à une fraude importante. Cette sévérité peut notamment porter sur les mesures de sursis. La Cour ne pourrait censurer pareil choix que si celui-ci était manifestement déraisonnable ou si la disposition en cause avait pour effet de priver une catégorie de justiciables du droit à un procès équitable devant une juridiction impartiale et indépendante, garanti par l'article 6.1 de la Convention européenne des droits de l'homme. B.4.1. Le sursis à l'exécution des peines a pour objectif de réduire les inconvénients inhérents à l'exécution des peines et de ne pas compromettre la réinsertion du condamné. Il peut être ordonné à propos |
geldboeten. Bovendien blijkt uit artikel 157, § 1, van de | de peines d'amende. Il ressort en outre de l'article 157, § 1er, de la |
gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte | loi coordonnée le 14 juillet 1994 relative à l'assurance obligatoire |
verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, hersteld bij | soins de santé et indemnités, rétabli par l'article 108 de la loi du |
artikel 108 van de wet van 13 december 2006 houdende diverse | 13 décembre 2006 portant des dispositions diverses en matière de |
bepalingen betreffende gezondheid, alsook uit artikel 1quater van de | |
wet van 30 juni 1971 betreffende de administratieve geldboeten | santé, ainsi que de l'article 1erquater de la loi du 30 juin 1971 |
toepasselijk in geval van inbreuk op sommige sociale wetten, ingevoegd | relative aux amendes administratives applicables en cas d'infraction à |
bij artikel 145 van de programmawet van 27 december 2004, dat het | certaines lois sociales, inséré par l'article 145 de la loi-programme |
uitstel door de wetgever niet onverenigbaar wordt geacht met een | du 27 décembre 2004, que le sursis n'est pas considéré par le |
geldboete die wordt opgelegd door een andere overheid dan een strafgerecht. | législateur comme incompatible avec une amende imposée par une |
De in het geding zijnde regeling van de fiscale geldboeten kan allicht | autorité autre qu'une juridiction pénale. |
in diverse bestanddelen verschillen van de regeling van de in het | Sans doute le régime des amendes fiscales en cause peut-il différer en |
BTW-Wetboek voorgeschreven strafrechtelijke sancties of van de | divers éléments de celui des sanctions pénales prévues par le Code de |
regeling van de in andere aangelegenheden voorgeschreven | la TVA ou de celui des sanctions administratives prévues en d'autres |
administratieve sancties, ongeacht of het gaat om de verschillende | matières, qu'il s'agisse de la formulation différente de l'exigence de |
formulering van de vereiste van het morele bestanddeel, om de | l'élément moral, de la possibilité de cumuler des amendes |
mogelijkheid administratieve geldboeten samen te voegen, om de wijze van vaststelling van de straffen of om de toepassing van opdeciemen. Dergelijke verschillen kunnen weliswaar relevant zijn om de toepassing van specifieke regels op bepaalde gebieden te verantwoorden, maar ze zijn dat niet op het gebied dat het voorwerp uitmaakt van de prejudiciële vraag : ongeacht of het uitstel wordt verleend door de correctionele rechtbank of door een ander rechtscollege, zoals de rechtbank van eerste aanleg, kan het de veroordeelde ertoe aanzetten zijn gedrag te wijzigen, door de dreiging om, indien hij zou recidiveren, de veroordeling tot de betaling van een geldboete uit te voeren. | administratives, du mode de fixation des peines ou de l'application de décimes additionnels. S'il est vrai que de telles différences peuvent être pertinentes pour justifier l'application de règles spécifiques dans certains domaines, elles ne le sont pas dans celui qui fait l'objet de la question préjudicielle : en effet, qu'il soit accordé par le tribunal correctionnel ou par une autre juridiction, telle que le tribunal de première instance, le sursis peut inciter le condamné à s'amender, par la menace d'exécuter, s'il venait à récidiver, la condamnation au paiement d'une amende. |
Indien de wet van 29 juni 1964 niet van toepassing is, komt het aan de | Si la loi du 29 juin 1964 n'est pas applicable, il appartient au |
wetgever toe ter zake te bepalen onder welke voorwaarden een uitstel, | législateur de déterminer en la matière les conditions auxquelles un |
net zoals eventueel een probatie-uitstel, kan worden verleend en de | sursis, de même éventuellement qu'un sursis probatoire, peut être |
voorwaarden en de rechtspleging volgens welke dat uitstel kan worden | ordonné et de fixer les conditions et la procédure de son retrait. |
ingetrokken, vast te stellen. | |
B.4.2. Uit hetgeen voorafgaat, vloeit voort dat artikel 70, § 2, | B.4.2. Il résulte de ce qui précède que l'article 70, § 2, alinéa 1er, |
eerste lid, van het BTW-Wetboek, in zoverre het het de rechtbank van | |
eerste aanleg niet mogelijk maakt het voordeel van het uitstel te | |
verlenen aan de eerste in B.2 bedoelde overtreder, niet bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. B.4.3. Die vaststelling van gedeeltelijke ongrondwettigheid heeft echter niet tot gevolg dat die bepaling, in afwachting van een optreden van de wetgever, niet meer zou kunnen worden toegepast door de rechtsinstanties wanneer zij vaststellen dat de overtredingen vaststaan, dat het bedrag van de geldboete niet onevenredig is met de ernst van de overtreding en dat er geen reden zou zijn geweest om uitstel te verlenen zelfs indien de wet in die maatregel had voorzien. B.5.1. De prejudiciële vraag heeft eveneens betrekking op de | du Code de la TVA n'est pas compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il ne permet pas au tribunal de première instance d'accorder le bénéfice du sursis au premier contrevenant visé en B.2. B.4.3. Ce constat d'inconstitutionnalité partielle n'a toutefois pas pour conséquence que cette disposition ne pourrait plus, dans l'attente d'une intervention législative, être appliquée par les juridictions lorsque celles-ci constatent que les infractions sont établies, que le montant de l'amende n'est pas disproportionné à la gravité de l'infraction et qu'il n'y aurait pas eu lieu d'accorder un sursis même si cette mesure avait été prévue par la loi. B.5.1. La question préjudicielle porte également sur l'impossibilité |
onmogelijkheid, voor de rechtbank van eerste aanleg, om een maatregel | pour le tribunal de première instance d'accorder une mesure de |
tot opschorting van de uitspraak van de veroordeling toe te kennen. | suspension du prononcé de la condamnation. |
B.5.2. Een dergelijke maatregel is niet verzoenbaar met een | B.5.2. Une telle mesure n'est pas conciliable avec une procédure qui |
rechtspleging die niet voor een strafgerecht wordt gevoerd. De door de | ne se déroule pas devant une juridiction pénale. En effet, la décision |
rechtbank van eerste aanleg gewezen beslissing bestaat immers niet | |
erin een veroordeling tot een geldboete uit te spreken, maar de | que rend le tribunal de première instance ne consiste pas à prononcer |
administratieve beslissing waarbij de geldboete wordt opgelegd te | une condamnation à une amende, mais à contrôler la décision |
controleren. | administrative qui l'inflige. |
B.5.3. Daaruit volgt dat, in zoverre het het de rechtbank van eerste | B.5.3. Il en résulte qu'en ce qu'il ne permet pas au tribunal de |
aanleg niet mogelijk maakt een maatregel tot opschorting van de | première instance d'accorder une mesure de suspension du prononcé de |
uitspraak van de veroordeling toe te kennen, artikel 70, § 2, eerste | la condamnation, l'article 70, § 2, alinéa 1er, du Code de la TVA |
lid, van het BTW-Wetboek niet onbestaanbaar is met de artikelen 10 en | n'est pas incompatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution, |
11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van | lus isolément ou combinés avec l'article 6 de la Convention européenne |
het Europees Verdrag voor de rechten van de mens ». | des droits de l'homme ». |
B.4. Hieruit vloeit voort dat hetzelfde antwoord moet worden gegeven | B.4. Il résulte de ceci que la même réponse doit être donnée en ce qui |
met betrekking tot de in artikel 444 van het WIB 1992 bedoelde | |
belastingverhogingen. | |
B.5.1. In zoverre het het de rechtbank van eerste aanleg niet mogelijk | |
maakt het voordeel van het uitstel te verlenen, is artikel 444 van het | concerne les accroissements d'impôts prévus à l'article 444 du CIR 1992. |
B.5.1. En ce qu'il ne permet pas au tribunal de première instance | |
d'accorder le bénéfice du sursis, l'article 444 du CIR 1992 n'est pas | |
WIB 1992 niet bestaanbaar met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet. | compatible avec les articles 10, 11 et 172 de la Constitution. |
B.5.2. In zoverre het het de rechtbank van eerste aanleg niet mogelijk | B.5.2. En ce qu'il ne permet pas au tribunal de première instance |
maakt een maatregel tot opschorting van de uitspraak van de | d'accorder une mesure de suspension du prononcé de la condamnation, le |
veroordeling toe te kennen, is hetzelfde artikel niet onbestaanbaar | |
met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, al dan niet in | même article n'est pas incompatible avec les articles 10, 11 et 172 de |
samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de | la Constitution, lus isolément ou combinés avec l'article 6 de la |
rechten van de mens. | Convention européenne des droits de l'homme. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
- In zoverre het het de rechtbank van eerste aanleg niet mogelijk | - En ce qu'il ne permet pas au tribunal de première instance |
maakt het voordeel van het uitstel te verlenen, schendt artikel 444 | d'accorder le bénéfice du sursis, l'article 444 du Code des impôts sur |
van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 de artikelen 10, 11 | les revenus 1992 viole les articles 10, 11 et 172 de la Constitution. |
en 172 van de Grondwet. | |
- In zoverre het het de rechtbank van eerste aanleg niet mogelijk | - En ce qu'il ne permet pas au tribunal de première instance |
maakt een maatregel tot opschorting van de uitspraak van de | d'accorder une mesure de suspension du prononcé de la condamnation, le |
veroordeling toe te kennen, schendt hetzelfde artikel niet de | |
artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, al dan niet in samenhang | même article ne viole pas les articles 10, 11 et 172 de la |
gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de | Constitution, lus isolément ou combinés avec l'article 6 de la |
mens. | Convention européenne des droits de l'homme. |
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 27 maart 2014. | la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 27 mars 2014. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
De voorzitter, | Le président, |
J. Spreutels | J. Spreutels |