← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 161/2013 van 21 november 2013 Rolnummer : 5552 In zake :
de prejudiciële vraag over artikel 378 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals vervangen
bij artikel 380 van de programmawet van 27 december 20 Het
Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en M. Bossuyt, en de rechte(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 161/2013 van 21 november 2013 Rolnummer : 5552 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 378 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals vervangen bij artikel 380 van de programmawet van 27 december 20 Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en M. Bossuyt, en de rechte(...) | Extrait de l'arrêt n° 161/2013 du 21 novembre 2013 Numéro du rôle : 5552 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 378 du Code des impôts sur les revenus 1992, tel qu'il a été remplacé par l'article 380 de la loi-programme du La Cour constitutionnelle, composée des présidents J. Spreutels et M. Bossuyt, et des juges E. (...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 161/2013 van 21 november 2013 | Extrait de l'arrêt n° 161/2013 du 21 novembre 2013 |
Rolnummer : 5552 | Numéro du rôle : 5552 |
In zake : de prejudiciële vraag over artikel 378 van het Wetboek van | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 378 du Code |
de inkomstenbelastingen 1992, zoals vervangen bij artikel 380 van de | des impôts sur les revenus 1992, tel qu'il a été remplacé par |
programmawet van 27 december 2004, gesteld door het Hof van Cassatie. | l'article 380 de la loi-programme du 27 décembre 2004, posée par la Cour de cassation. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en M. Bossuyt, en de | composée des présidents J. Spreutels et M. Bossuyt, et des juges E. De |
rechters E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. | Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, |
Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût en T. | T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût et T. Giet, assistée du |
Giet, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, | greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président J. Spreutels, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij arrest van 20 december 2012 in zake de nv « Les Studios américains | Par arrêt du 20 décembre 2012 en cause de la SA « Les Studios |
» tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het | américains » contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au |
Hof is ingekomen op 11 januari 2013, heeft het Hof van Cassatie de | greffe de la Cour le 11 janvier 2013, la Cour de cassation a posé la |
volgende prejudiciële vraag gesteld : | question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 378 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen | « L'article 378 du Code des impôts sur les revenus 1992, qui impose |
1992, dat de verplichting oplegt dat de voorziening in cassatie van | que le pourvoi en cassation d'un contribuable contre un arrêt rendu en |
een belastingplichtige tegen een arrest dat is gewezen inzake | |
inkomstenbelastingen wordt ingesteld bij een verzoekschrift dat is | matière d'impôts sur les revenus soit formé par une requête signée par |
ondertekend door een advocaat, maar het recht van de bevoegde | un avocat mais laisse intact le droit du fonctionnaire compétent de |
ambtenaar van de Administratie der directe belastingen om zelf een | l'administration des contributions directes de signer lui-même |
dergelijk verzoekschrift te ondertekenen intact laat, de artikelen 10 | pareille requête, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution |
en 11 van de Grondwet ? ». | ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1.1. Artikel 378 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen (WIB | B.1.1. L'article 378 du Code des impôts sur les revenus (CIR 1992), |
1992), zoals het is gewijzigd bij artikel 380 van de programmawet van | tel qu'il a été modifié par l'article 380 de la loi-programme du 27 |
27 december 2004, bepaalt : | décembre 2004, dispose : |
« Het verzoekschrift houdende voorziening in cassatie en het antwoord | « La requête introduisant le pourvoi en cassation et la réponse au |
op de voorziening mag door een advocaat worden ondertekend en neergelegd ». | pourvoi peuvent être signées et déposées par un avocat ». |
B.1.2. De voormelde bepaling heeft artikel 378 van het WIB 1992, zoals | B.1.2. La disposition précitée a complété l'article 378 du CIR 1992, |
het was ingevoerd bij de wet van 15 maart 1999 betreffende de | tel qu'il avait été introduit par la loi du 15 mars 1999 relative au |
beslechting van fiscale geschillen, dat alleen bepaalde dat het « | contentieux en matière fiscale, lequel prévoyait seulement que la « |
verzoekschrift » door een advocaat kon worden ondertekend, aangevuld. | requête » pouvait être signée par un avocat. |
B.2. Het Hof van Cassatie vraagt aan het Hof of de in het geding | B.2. La Cour de cassation demande à la Cour si la disposition en cause |
zijnde bepaling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt in | viole les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que, selon la |
zoverre zij, volgens het verwijzende rechtscollege, « de verplichting | juridiction a quo, elle « impose » que le pourvoi en cassation d'un |
oplegt » dat de voorziening in cassatie van een belastingplichtige | contribuable contre un arrêt rendu en matière d'impôts sur les revenus |
tegen een arrest dat is gewezen inzake inkomstenbelastingen wordt | soit formé par une requête signée par un avocat, tout en laissant |
ingesteld bij een verzoekschrift dat is ondertekend door een advocaat, | intact le droit du fonctionnaire compétent de l'administration fiscale |
terwijl het tegelijkertijd het recht van de bevoegde ambtenaar van de | de signer lui-même pareille requête. |
belastingadministratie om zelf een dergelijk verzoekschrift te | |
ondertekenen intact laat. | |
B.3. In zijn verwijzingsarrest heeft het Hof van Cassatie geoordeeld : | B.3. Par l'arrêt de renvoi, la Cour de cassation a jugé : |
« [Artikel 378 van het Wetboek van inkomstenbelastingen, dat] afwijkt | |
van artikel 1080 van het Gerechtelijk Wetboek in zoverre laatstgenoemd | « Dérogeant à l'article 1080 du Code judiciaire dans la mesure où |
artikel bepaalt dat het verzoekschrift in cassatie zowel op het afschrift als op het origineel door een advocaat bij het Hof van Cassatie is ondertekend, en die trouwens het recht onverkort laat van de bevoegde ambtenaar van de administratie der directe belastingen om zelf een cassatieverzoekschrift te ondertekenen, legt op dat het verzoekschrift waarbij een belastingplichtige een inzake directe belastingen gewezen arrest aan het toezicht van het Hof [van Cassatie] onderwerpt, door een advocaat moet zijn ondertekend ». Het is in die interpretatie dat het Hof de prejudiciële vraag beantwoordt. B.4. Tijdens de parlementaire voorbereiding van de voormelde wet van | celui-ci prescrit que la requête en cassation soit signée, tant sur la copie que sur l'original, par un avocat à la Cour de cassation, [l'article 378 du Code des impôts sur les revenus], qui laisse d'ailleurs intact le droit du fonctionnaire compétent de l'administration des contributions directes de signer lui-même une requête en cassation, impose que la requête par laquelle un contribuable défère à la censure de la Cour [de cassation] un arrêt rendu en matière d'impôts sur les revenus soit signée par un avocat ». C'est dans cette interprétation que la Cour répond à la question préjudicielle. |
15 maart 1999 heeft de minister van Financiën het amendement van de | B.4. Au cours des travaux préparatoires de la loi du 15 mars 1999 |
Regering dat aan de oorsprong ligt van de voormelde bepaling, in de | précitée, le ministre des Finances a justifié l'amendement |
volgende bewoordingen verantwoord : | gouvernemental à l'origine de la disposition susvisée en ces termes : |
« [...] voortaan [kan] voorziening in Cassatie [...] worden ingesteld | « [...] la procédure de pourvoi en cassation pourra dorénavant être |
zonder dat daarvoor een advocaat bij het Hof van Cassatie hoeft te | |
worden ingeschakeld (zie het door de regering bij de Senaat ingediende | initiée sans l'intervention d'un avocat à la Cour de cassation (cf. |
amendement nr. 78 - Stukken nrs. 1-966/7 en 11, blz. 170). Daarbij is | l'amendement n° 78 déposé au Sénat par le gouvernement - Doc. nos |
het zaak de toegang van de belastingplichtigen tot alle niveaus van | 1-9661/7 et 11, p. 170). Il s'agit de faciliter l'accès des |
gerechtelijke aanleg te vergemakkelijken. Bovendien wordt de | contribuables à tous les niveaux de juridiction. Le projet étend par |
mogelijkheid voor de Administratie der directe belastingen om zonder | ailleurs aux différents types d'impôt la possibilité qu'a aujourd'hui |
een beroep te doen op een advocaat voorziening in Cassatie in te | l'Administration des Contributions directes de se pourvoir en |
stellen door het ontwerp uitgebreid tot de verschillende soorten van | cassation sans faire appel à un avocat » (Doc. parl., Chambre, |
belastingen » (Parl. St., Kamer, 1997-1998, nr. 1341/23, pp. 19, 20 en 35). B.5.1. De wetgever vermocht aldus ervan uit te gaan dat, in belastingzaken, van de verplichting om een beroep te doen op een advocaat bij het Hof van Cassatie kon worden afgeweken. B.5.2. Het cassatieberoep is een buitengewoon rechtsmiddel waardoor een partij in de mogelijkheid wordt gesteld om, wegens schending van de wet of wegens overtreding van hetzij substantiële, hetzij op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen, de vernietiging te vorderen van een in laatste aanleg gewezen beslissing. Het verzoekschrift dat dat beroep inleidt, moet, zonder dat het daarna kan | 1997-1998, n° 1341/23, pp. 19, 20 et 35). B.5.1. Le législateur a ainsi pu estimer qu'il y avait lieu de déroger, en matière d'impôts, à l'obligation de recourir au ministère d'un avocat à la Cour de cassation. B.5.2. Le pourvoi en cassation est une voie de recours extraordinaire qui permet à une partie de demander l'annulation, pour contravention à la loi ou pour violation des formes, soit substantielles, soit prescrites à peine de nullité, d'une décision rendue en dernier ressort. La requête introductive de ce recours doit contenir, sans |
worden aangevuld of gewijzigd, de uiteenzetting van de middelen van de | qu'il soit possible de la compléter ou de la modifier par la suite, |
verzoeker, de vermelding van de geschonden wetsbepalingen en de met de | l'exposé des moyens du demandeur, l'indication des dispositions |
voorziening nagestreefde gevolgen bevatten. Onverminderd artikel 26, § | légales violées et les effets recherchés par le pourvoi. Sans |
4, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | préjudice de l'article 26, § 4, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
voert het Hof van Cassatie in fiscale zaken geen middel ambtshalve aan. | sur la Cour constitutionnelle, la Cour de cassation ne soulève pas de |
B.5.3. Wegens het ingewikkelde karakter van die materie en omwille van | moyen d'office en matière fiscale. |
de zorg om te voorkomen dat bij het Hof van Cassatie een groot aantal | B.5.3. En raison de la complexité de cette matière mais aussi dans le |
beroepen die niet ontvankelijk zijn of kennelijk elke grondslag | souci d'éviter que la Cour de cassation ne soit saisie d'un grand |
missen, worden ingesteld, is het verantwoord dat wordt opgelegd dat | nombre de recours irrecevables ou manifestement dénués de tout |
het verzoekschrift van de belastingplichtige wordt ondertekend en | fondement, il est justifié d'imposer que la requête du contribuable |
neergelegd door een advocaat. | soit signée et déposée par un avocat. |
B.6. Overigens, artikel 379, in het Wetboek van de | B.6. Par ailleurs, l'article 379, introduit dans le Code des impôts |
inkomstenbelastingen 1992 ingevoerd bij de wet van 10 december 2001 « | sur les revenus 1992 par la loi du 10 décembre 2001 « modifiant divers |
tot wijziging van verscheidene belastingwetboeken, wat de voorziening | |
in cassatie betreft en de vertegenwoordiging van de Staat voor de | codes fiscaux, en ce qui concerne le pourvoi en cassation et la |
hoven en rechtbanken », bepaalt : | représentation de l'Etat devant les cours et tribunaux », dispose : |
« Inzake de geschillen betreffende de toepassing van een belastingwet, | « Dans les contestations relatives à l'application d'une loi d'impôt, |
kan de verschijning in persoon in naam van de Staat worden gedaan door | la comparution en personne au nom de l'Etat peut être assurée par tout |
elke ambtenaar van een belastingadministratie ». | fonctionnaire d'une administration fiscale ». |
B.7. Met zijn arrest nr. 34/2003 van 12 maart 2003 heeft het Hof | B.7. Par son arrêt n° 34/2003 du 12 mars 2003, la Cour a jugé : |
geoordeeld : « B.2.7. De keuze voor een vertegenwoordiging van de Staat door een | « B.2.7. Le choix d'une représentation de l'Etat par tout |
ambtenaar van de belastingadministratie werd verantwoord door het | fonctionnaire de l'administration fiscale a été justifié par le souci |
streven om een eenvormig beheer van de taxatie en de geschillen in te | |
voeren en aan de taxatieambtenaren de verantwoordelijkheid toe te | d'instaurer une unité de gestion de la taxation et du contentieux et |
vertrouwen voor de geschillen die uit hun regularisaties voortvloeien | de confier aux agents taxateurs la responsabilité du contentieux issu |
door hen ermee te belasten zelf hun dossiers voor de rechtbank te | de leurs redressements en les chargeant de défendre eux-mêmes leurs |
verdedigen (Parl. St., Kamer, Doc 50 0176/002, p. 2). Door die keuze | dossiers devant le tribunal (Doc. parl., Chambre, Doc 50 0176/002, p. |
zou een einde kunnen worden gemaakt aan de controversen over de manier | 2). Ce choix permettait de mettre fin aux controverses sur la manière |
waarop de Staat in eigen persoon dient te verschijnen en zou de | pour l'Etat de comparaître en personne et d'alléger la procédure |
procedure voor de rechtbank kunnen worden verlicht, waarbij een | devant le tribunal, une formation complémentaire devant permettre aux |
bijkomende vorming de ambtenaren in staat zou moeten stellen het hoofd | fonctionnaires de faire face à leurs nouvelles attributions (Doc. |
te bieden aan hun nieuwe opdrachten (Parl. St., Kamer, Doc 50 | parl., Chambre, Doc 50 0176/003, p. 5). |
0176/003, p. 5). B.2.8. De aangevochten bepaling breidt voor de Staat weliswaar de | B.2.8. Si la disposition attaquée étend la possibilité pour l'Etat de |
mogelijkheid uit om ' in persoon ' te verschijnen in de fiscale | comparaître ' en personne ' dans les litiges fiscaux, elle ne remet |
geschillen, maar zij brengt het beginsel van het pleitmonopolie van de | pas en cause le principe du monopole de plaidoirie des avocats. Il fut |
advocaten niet in het geding. Er werd trouwens gepreciseerd dat voor | d'ailleurs précisé que, pour les cas complexes mettant en cause des |
ingewikkelde gevallen waarin principiële kwesties of buitengewoon | |
belangrijke zaken op het spel staan, de minister, op verzoek van de | questions de principe ou des enjeux particulièrement importants, le |
administratie, advocaten aanwijst om de Staat te vertegenwoordigen en | ministre désigne, à la demande de l'administration, des avocats pour |
dat het ' louter de bedoeling [is] ambtenaren in staat te stellen het | représenter l'Etat et qu'il s'agit ' uniquement de permettre que des |
departement te vertegenwoordigen in minder complexe gevallen ' (Parl. | fonctionnaires représentent le département dans des cas moins |
St., Senaat, 2001-2002, nr. 2-865/3, p. 3). | complexes ' (Doc. parl., Sénat, 2001-2002, n° 2-865/3, p. 3). |
B.3. Uit die elementen blijkt dat de wetgever, door te bepalen dat in | B.3. Il ressort de ces éléments que, en disposant que, dans les |
fiscale geschillen de Staat door ambtenaren kon worden | litiges fiscaux, l'Etat pouvait être représenté par des fonctionnaires |
vertegenwoordigd - wat doorgaans in alle aangelegenheden wordt | - ce qui est généralement admis en toute matière devant les |
aanvaard voor de rechtscolleges belast met de objectieve controle van | juridictions chargées du contrôle objectif de légalité et de |
de wettigheid en de grondwettigheid -, een pertinente maatregel heeft | constitutionnalité -, le législateur a pris une mesure pertinente et |
genomen die een redelijk verband van evenredigheid met het | qui est dans un rapport raisonnable de proportionnalité avec |
nagestreefde doel vertoont ». | l'objectif poursuivi ». |
B.8. Ook al heeft het in het geding zijnde artikel 378 geen betrekking | B.8. Même si l'article 378 en cause ne concerne pas la comparution du |
op de verschijning van de bevoegde ambtenaar van de belastingadministratie, kan, om vergelijkbare motieven, worden aanvaard dat die ambtenaar, die ter zake gespecialiseerd is, met name wegens zijn aanvullende opleiding, een cassatieverzoekschrift zelf kan ondertekenen. Bovendien doet de in het geding zijnde maatregel niet op onevenredige wijze afbreuk aan de rechten van de belastingplichtige, vermits de maatregel, hoewel hij de belastingplichtige niet toestaat een dergelijk verzoekschrift zelf te ondertekenen, hij hem niettemin vrijstelt van de verplichting, die nochtans de regel is in niet-strafrechtelijke aangelegenheden, een beroep te doen op het optreden van een advocaat bij het Hof van Cassatie. B.9. Het verschil in behandeling is niet zonder redelijke verantwoording en de prejudiciële vraag dient derhalve ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : In zoverre het de verplichting oplegt dat de voorziening in cassatie van een belastingplichtige tegen een arrest dat inzake inkomstenbelastingen is gewezen, wordt ingesteld bij een verzoekschrift dat door een advocaat is ondertekend en neergelegd, | fonctionnaire compétent de l'administration fiscale, il peut être admis, pour des motifs similaires, que ce fonctionnaire, spécialisé en la matière, notamment en raison de sa formation complémentaire, puisse signer lui-même une requête en cassation. En outre, la mesure en cause ne porte pas une atteinte disproportionnée aux droits du contribuable puisque, si elle ne lui permet pas de signer lui-même une telle requête, elle le dispense néanmoins de l'obligation, pourtant de règle dans les matières non pénales, de recourir au ministère d'un avocat à la Cour de cassation. B.9. La différence de traitement n'est pas sans justification raisonnable et la question préjudicielle appelle dès lors une réponse négative. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : En ce qu'il impose que le pourvoi en cassation d'un contribuable contre un arrêt rendu en matière d'impôts sur les revenus soit formé |
schendt artikel 378 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, | par une requête signée et déposée par un avocat, l'article 378 du Code |
des impôts sur les revenus 1992, tel qu'il a été remplacé par | |
zoals het is vervangen bij artikel 380 van de programmawet van 27 | l'article 380 de la loi-programme du 27 décembre 2004, ne viole pas |
december 2004, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. | les articles 10 et 11 de la Constitution. |
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 21 november 2013. | la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 21 novembre 2013. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
De voorzitter, | Le président, |
J. Spreutels | J. Spreutels |