← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 61/2013 van 25 april 2013 Rolnummer : 5478 In zake : de
prejudiciële vraag betreffende de artikelen 102 en 105 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende
sociale bepalingen, gesteld door het Arbeidshof te Brusse Het Grondwettelijk Hof, samengesteld
uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechter(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 61/2013 van 25 april 2013 Rolnummer : 5478 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 102 en 105 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, gesteld door het Arbeidshof te Brusse Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechter(...) | Extrait de l'arrêt n° 61/2013 du 25 avril 2013 Numéro du rôle : 5478 En cause : la question préjudicielle relative aux articles 102 et 105 de la loi de redressement du 22 janvier 1985 contenant des dispositions sociales, posée par la Cour du La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges E. De(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 61/2013 van 25 april 2013 | Extrait de l'arrêt n° 61/2013 du 25 avril 2013 |
Rolnummer : 5478 | Numéro du rôle : 5478 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 102 en 105 | En cause : la question préjudicielle relative aux articles 102 et 105 |
van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, | de la loi de redressement du 22 janvier 1985 contenant des |
gesteld door het Arbeidshof te Brussel. | dispositions sociales, posée par la Cour du travail de Bruxelles. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de | composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges E. De |
rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moerman, E. Derycke en P. | Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moerman, E. Derycke et P. Nihoul, assistée |
Nihoul, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, | du greffier F. Meersschaut, présidée par le président M. Bossuyt, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij arrest van 6 september 2012 in zake de Rijksdienst voor | Par arrêt du 6 septembre 2012 en cause de l'Office national de |
Arbeidsvoorziening tegen Kathleen De Rijck, waarvan de expeditie ter | l'emploi contre Kathleen De Rijck, dont l'expédition est parvenue au |
griffie van het Hof is ingekomen op 12 september 2012, heeft het | greffe de la Cour le 12 septembre 2012, la Cour du travail de |
Arbeidshof te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : | Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : |
« Schenden de artikelen 102 en 105 van de herstelwet van 22 januari | « Les articles 102 et 105 de la loi de redressement du 22 janvier 1985 |
1985 houdende sociale bepalingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet | contenant des dispositions sociales violent-ils les articles 10 et 11 |
in zoverre ze zo worden geïnterpreteerd dat het recht op een uitkering | de la Constitution s'ils sont interprétés en ce sens que le droit à |
voor loopbaanonderbreking niet kan toegekend worden aan werknemers die | |
wel voltijds tewerkgesteld zijn, maar dit ingevolge de cumulatie van | une allocation pour interruption de carrière ne peut être octroyé aux |
twee deeltijdse arbeidsbetrekkingen bij twee werkgevers van | travailleurs qui sont certes occupés à temps plein mais cumulent pour |
respectievelijk 70 % en 30% van een voltijdse arbeidsbetrekking, in | cela deux emplois à temps partiel, équivalant respectivement à 70 % et |
acht nemende de omstandigheid dat beide werkgevers op de hoogte waren | 30 % d'un emploi à temps plein, auprès de deux employeurs, compte tenu |
en akkoord waren met de opsplitsing van een oorspronkelijk voltijdse | de ce que les deux employeurs en étaient informés et ont marqué leur |
tewerkstelling in twee deeltijdse tewerkstellingen ». | accord sur la scission d'un emploi initialement à temps plein en deux emplois à temps partiel ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op de artikelen 102 en | B.1.1. La question préjudicielle porte sur les articles 102 et 105 de |
105 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen | la loi de redressement du 22 janvier 1985 contenant des dispositions |
(hierna : herstelwet). | sociales (ci-après : la loi de redressement). |
B.1.2. Artikel 102 van de herstelwet bepaalt : | B.1.2. L'article 102 de la loi de redressement dispose : |
« § 1. Een uitkering wordt toegekend aan de werknemer die met zijn | « § 1. Une indemnité est accordée au travailleur qui convient avec son |
werkgever overeenkomt om zijn arbeidsprestaties te verminderen met | employeur de réduire ses prestations de travail d'1/5, 1/4, 1/3 ou 1/2 |
1/5, 1/4, 1/3 of 1/2 van het normaal aantal arbeidsuren van een | du nombre normal d'heures de travail d'un emploi à temps plein ou qui |
voltijdse betrekking, ofwel de toepassing vraagt van een collectieve | demande l'application d'une convention collective de travail prévoyant |
arbeidsovereenkomst die in een dergelijke regeling voorziet, ofwel een | un régime semblable ou qui fait appel aux dispositions de l'article |
beroep doet op de bepalingen van artikel 102bis. | 102bis. |
De Koning bepaalt bij in Ministerraad overlegd besluit het bedrag van | Le Roi détermine, par arrêté délibéré en Conseil des Ministres, le |
de uitkering, alsmede de nadere voorwaarden en regelen tot toekenning | montant de l'allocation ainsi que les conditions particulières et les |
van deze uitkering. | modalités d'octroi de cette allocation. |
§ 2. De bij § 1 bedoelde overeenkomst wordt schriftelijk vastgesteld | § 2. La convention visée au § 1er est constatée par écrit, |
overeenkomstig de bepalingen van artikel 11bis van de wet van 3 juli | conformément aux dispositions de l'article 11bis de la loi du 3 |
1978 ». | juillet 1978 ». |
Artikel 102 van de herstelwet maakt het mogelijk een uitkering voor | L'article 102 de la loi de redressement permet d'accorder une |
loopbaanonderbreking toe te kennen aan de werknemer die zijn | indemnité d'interruption de carrière au travailleur qui réduit ses |
arbeidsprestaties vermindert; de mogelijkheid om de arbeidsprestaties | prestations de travail; la possibilité de réduire les prestations de |
te verminderen en een uitkering voor loopbaanonderbreking te genieten | travail et de bénéficier d'une indemnité d'interruption de carrière |
wordt met name toegekend aan de werknemers, mannen en vrouwen, die | est accordée notamment aux travailleurs, hommes et femmes, qui |
voor hun kind wensen te zorgen in het kader van het ouderschapsverlof. | souhaitent s'occuper de leur enfant dans le cadre d'un congé parental. |
B.1.3. Artikel 105 van de herstelwet, zoals van toepassing op het | B.1.3. L'article 105 de la loi de redressement, tel qu'il s'appliquait |
bodemgeschil, bepaalde : | au litige porté devant le juge a quo, disposait : |
« § 1. De Koning kan, bij een in Ministerraad overlegd besluit, | « § 1er. Le Roi peut, par arrêté royal délibéré en Conseil des |
bepalen in welke gevallen en onder welke voorwaarden en nadere regelen | Ministres, fixer les cas, les conditions et les modalités d'octroi du |
er een recht wordt toegekend op de onderbreking van de beroepsloopbaan | droit à l'interruption de la carrière professionnelle et du droit à la |
en op het verminderen van de arbeidsprestaties zoals bedoeld in de onderafdelingen 2 en 3. | réduction des prestations de travail, visés aux sous-sections 2 et 3. |
Het recht op een vermindering van de arbeidsprestaties, bedoeld in het | Le droit à la réduction des prestations de travail visé à l'alinéa 1er |
eerste lid, kan enkel ten belope van 1/5 of 1/2 van het normaal aantal | ne peut s'exercer qu'à concurrence d'1/5 ou d'1/2 du nombre d'heures |
arbeidsuren van een voltijdse betrekking. | de travail d'un emploi à temps plein. |
§ 2. De Koning neemt bij een besluit vastgesteld na overleg in de | § 2. Le Roi prend, par arrêté délibéré en Conseil des ministres, les |
Ministerraad de nodige maatregelen met het oog op de aanpassing van de | |
sociale-zekerheidswetgeving ten behoeve van de werknemers bedoeld in | mesures nécessaires pour adapter la législation relative à la sécurité |
deze afdeling ». | sociale au profit des travailleurs visés par cette section ». |
Artikel 105 van de herstelwet biedt de Koning de mogelijkheid om, | L'article 105 de la loi de redressement offre au Roi la possibilité |
onder bepaalde voorwaarden, een recht op onderbreking van de | d'accorder, sous certaines conditions, un droit à l'interruption de la |
beroepsloopbaan of een vermindering van de arbeidsprestaties toe te kennen. | carrière professionnelle ou une réduction des prestations de travail. |
B.2.1. De richtlijn 96/34/EG van de Raad van 3 juni 1996 « betreffende | B.2.1. La directive 96/34/CE du Conseil du 3 juin 1996 « concernant |
de door de UNICE [Unie van Industrie- en Werkgeversfederaties der | l'accord-cadre sur le congé parental conclu par l'UNICE [Union des |
Europese Gemeenschap], het CEEP [Europees Centrum van | confédérations de l'industrie et des employeurs d'Europe], le CEEP |
gemeenschapsbedrijven] en het EVV [Europees Verbond van | |
Vakverenigingen] gesloten raamovereenkomst inzake ouderschapsverlof », | [Centre européen de l'entreprise publique] et la CES [Confédération |
werd ten uitvoer gelegd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 64 | européenne des syndicats] » a été mise en oeuvre par la convention |
van 29 april 1997 van de Nationale Arbeidsraad tot instelling van een | collective de travail n° 64 du 29 avril 1997 du Conseil national du |
recht op ouderschapsverlof (algemeen verbindend verklaard bij een | travail instituant un droit au congé parental (rendue obligatoire par |
koninklijk besluit van 29 oktober 1997) en door het koninklijk besluit | un arrêté royal du 29 octobre 1997) et par l'arrêté royal du 29 |
van 29 oktober 1997 tot invoering van een recht op ouderschapsverlof | octobre 1997 relatif à l'introduction d'un droit au congé parental |
in het kader van de onderbreking van de beroepsloopbaan. | dans le cadre d'une interruption de la carrière professionnelle. |
B.2.2. Artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 64 bepaalt | B.2.2. L'article 3 de la convention collective de travail n° 64 |
: | dispose : |
« Aan het recht op ouderschapsverlof zijn voorwaarden verbonden die | « Le droit au congé parental est subordonné à des conditions qui |
door het kind en de werknemer moeten zijn vervuld ». | doivent être satisfaites dans le chef de l'enfant et du travailleur ». |
Artikel 7 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst bepaalt : | L'article 7 de la même convention collective dispose : |
« § 1. In geval van uitoefening van het recht op ouderschapsverlof | « § 1er. En cas d'exercice du droit au congé parental, l'exécution du |
wordt de uitvoering van de arbeidsovereenkomst volledig geschorst voor een periode van 3 maanden. | contrat de travail est suspendue totalement pendant 3 mois. |
§ 2. De werkgever en de werknemer kunnen evenwel overeenkomen dat het | § 2. L'employeur et le travailleur peuvent toutefois s'accorder sur |
recht op ouderschapsverlof wordt uitgeoefend in gedeelten of met een | l'exercice du droit au congé parental de manière fragmentée ou par le |
vermindering van de arbeidsprestaties. Zo kan het gaan om een | biais d'une réduction des prestations de travail. Il peut ainsi s'agir |
halvering van de arbeidsprestaties gedurende 6 maanden. | d'une réduction des prestations de travail à concurrence d'un mi-temps pendant 6 mois. |
In het geval van een vermindering van de arbeidsprestaties en | Dans le cas d'une réduction des prestations de travail et conformément |
overeenkomstig de bepalingen van artikel 11bis van de wet van 3 juli | aux dispositions de l'article 11bis de la loi du 3 juillet 1978 |
1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, wordt de | relative aux contrats de travail, le contrat de travail est constaté |
arbeidsovereenkomst schriftelijk vastgesteld; dat geschrift vermeldt | |
de overeengekomen regeling van deeltijdse arbeid en het overeengekomen | par écrit; cet écrit mentionne le régime de travail à temps partiel et |
werkrooster ». | l'horaire convenus ». |
De commentaar van die bepaling preciseert : | Le commentaire de cette disposition précise : |
« Opgemerkt dient te worden, dat de halvering van de arbeidsprestaties | « Il y a lieu de noter que la réduction des prestations de travail à |
gedurende 6 maanden, zoals vermeld in de eerste alinea van § 2 van dit | concurrence d'un mi-temps pendant 6 mois, telle qu'elle figure à |
artikel, bij wijze van voorbeeld is gegeven en dat andere regelingen | l'alinéa 1er du § 2 du présent article est donnée à titre exemplatif |
dus niet uitgesloten zijn ». | et n'est donc pas exclusive d'autres modalités ». |
B.2.3. Artikel 2 van het koninklijk besluit van 29 oktober 1997, zoals | B.2.3. L'article 2 de l'arrêté royal du 29 octobre 1997, tel qu'il a |
het werd vervangen bij het koninklijk besluit van 15 juli 2005 en vóór | été remplacé par l'arrêté royal du 15 juillet 2005 et avant sa |
de wijziging ervan door het koninklijk besluit van 31 mei 2012, | modification par l'arrêté royal du 31 mai 2012, dispose : |
bepaalt : « § 1. Om voor zijn kind te zorgen heeft de werknemer het recht om : | « § 1er. Afin de prendre soin de son enfant, le travailleur a le droit : |
- hetzij gedurende een periode van drie maanden de uitvoering van zijn | - soit de suspendre l'exécution de son contrat de travail comme prévu |
arbeidsovereenkomst te schorsen zoals bedoeld bij artikel 100 van de | à l'article 100 de la loi de redressement du 22 janvier 1985 contenant |
herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen; deze | des dispositions sociales pendant une période de trois mois; au choix |
periode kan naar keuze van de werknemer worden opgesplitst in maanden; | du travailleur, cette période peut être fractionnée par mois; |
- hetzij gedurende een periode van zes maanden zijn arbeidsprestaties | - soit de poursuivre ses prestations de travail à temps partiel sous |
deeltijds verder te zetten in de vorm van een halftijdse vermindering | la forme d'un mi-temps durant une période de six mois comme prévu à |
zoals bedoeld in artikel 102 van voornoemde wet, wanneer hij voltijds | l'article 102 de la loi susmentionnée, lorsqu'il est occupé à temps |
is tewerkgesteld; deze periode kan naar keuze van de werknemer worden | plein; au choix du travailleur, cette période peut être fractionnée en |
opgesplitst in periodes van twee maanden of een veelvoud hiervan; | périodes de deux mois ou un multiple de ce chiffre; |
- hetzij gedurende een periode van vijftien maanden zijn | - soit de poursuivre ses prestations de travail à temps partiel sous |
arbeidsprestaties deeltijds verder te zetten in de vorm van een | la forme d'une réduction d'un cinquième durant une période de quinze |
vermindering met één vijfde zoals bedoeld in artikel 102 van | mois comme prévu à l'article 102 de la loi susmentionnée, lorsqu'il |
voornoemde wet wanneer hij voltijds is tewerkgesteld; deze periode kan | est occupé à temps plein; au choix du travailleur, cette période peut |
naar keuze van de werknemer worden opgesplitst in periodes van vijf | être fractionnée en périodes de cinq mois ou un multiple de ce |
maanden of een veelvoud hiervan. | chiffre. |
§ 2. De werknemer heeft de mogelijkheid om bij het opnemen van zijn | § 2. Le travailleur a la possibilité dans le cadre de l'exercice de |
ouderschapsverlof gebruik te maken van de verschillende modaliteiten | son droit au congé parental de faire usage des différentes modalités |
vermeld in paragraaf 1. Bij een wijziging van opnamevorm moet rekening | prévues au paragraphe 1er. Lors d'un changement de forme, il convient |
worden gehouden met het principe dat één maand schorsing van de | de tenir compte du principe qu'un mois de suspension de l'exécution du |
uitvoering van de arbeidsovereenkomst gelijk is aan twee maanden | contrat de travail est équivalent à deux mois de réduction des |
halftijdse verderzetting van de arbeidsprestaties en gelijk is aan | prestations à mi-temps et équivalent à cinq mois de réduction des |
vijf maanden vermindering van de arbeidsprestaties met één vijfde ». | prestations de travail d'un cinquième ». |
B.2.4. Artikel 7 van het koninklijk besluit van 2 januari 1991 | B.2.4. L'article 7 de l'arrêté royal du 2 janvier 1991 relatif à |
betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen (hierna : het koninklijk besluit van 2 januari 1991) bepaalt : | l'octroi d'allocations d'interruption (ci-après : l'arrêté royal du 2 janvier 1991) dispose : |
« § 1. De werknemers tewerkgesteld in een voltijdse arbeidsregeling | « § 1er. Les travailleurs occupés dans un régime de travail à temps |
die, in toepassing van artikel 102 van voormelde wet van 22 januari | plein qui, en application de l'article 102 de la loi du 22 janvier |
1985, hun arbeidsprestaties verminderen met een vijfde, een vierde, | 1985 précitée, réduisent leurs prestations de travail d'un cinquième, |
een derde of de helft zijn gerechtigd op onderbrekingsuitkeringen, op | d'un quart, d'un tiers ou de la moitié ont droit à des allocations |
voorwaarde dat : | d'interruption, à condition : |
1° de voorziene duur van de vermindering van de arbeidsprestaties | 1° que la durée prévue de la réduction des prestations de travail soit |
tenminste drie maanden bedraagt; | de trois mois au moins; |
2° dat zij een aanvraag tot onderbrekingsuitkeringen indienen volgens | 2° qu'ils introduisent une demande d'allocations selon les conditions |
de voorwaarden en modaliteiten bepaald in dit besluit in dewelke de | et modalités fixées par le présent arrêté, dans laquelle l'employeur |
werknemer er zich toe verbindt hen te vervangen volgens de regels bepaald in § 2. | s'engage à les remplacer selon les dispositions fixées au § 2. |
§ 2. De werkgever dient de werknemer die zijn arbeidsprestaties met de | § 2. L'employeur est tenu de remplacer le travailleur qui réduit ses |
helft of met een derde vermindert te vervangen door een volledig | prestations de travail de la moitié ou d'un tiers, par un chômeur |
vergoede werkloze die uitkeringen geniet voor alle dagen van de week | complet indemnisé qui bénéficie d'allocations pour tous les jours de |
of een daarmee gelijkgestelde persoon. | la semaine ou par une personne assimilée. |
De werkgever dient de werknemer die zijn arbeidsprestaties vermindert | L'employeur est tenu de remplacer le travailleur qui réduit ses |
met een vierde of een vijfde te vervangen indien hij een ander | prestations d'un quart ou d'un cinquième lorsqu'il a à son service un |
personeelslid in dienst heeft dat zijn arbeidsprestaties met een | autre membre du personnel qui a réduit ses prestations d'un quart ou |
vierde of een vijfde verminderd heeft en dat niet vervangen werd. In | d'un cinquième et qui n'a pas été remplacé. Dans ce cas, il doit |
dit geval dient hij beide werknemers te vervangen vanaf de | remplacer les deux travailleurs à partir du début de la réduction de |
vermindering van de arbeidsprestaties door de tweede werknemer. | travail du deuxième travailleur. |
§ 3. In afwijking van § 1 kunnen de werknemers die anders dan in | § 3. Par dérogation au § 1er, les travailleurs qui, autrement qu'en |
toepassing van artikel 102 van de voormelde wet van 22 januari 1985, | vertu de l'article 102 de la loi du 22 janvier 1985 précitée, sont |
tewerkgesteld zijn in een deeltijdse arbeidsregeling waarvan het | employés dans un régime de travail à temps partiel dont le nombre |
normaal gemiddeld aantal arbeidsuren per week ten minste gelijk is aan | d'heures de travail hebdomadaires est, en moyenne, au moins égal aux |
drie vierden van het gemiddeld voltijds aantal arbeidsuren van een | trois quarts du nombre d'heures de travail hebdomadaires prestées en |
werknemer die voltijds is tewerkgesteld in dezelfde onderneming, of | moyenne par un travailleur qui est occupé à temps plein dans la même |
bij ontstentenis, in dezelfde bedrijfstak, overgaan naar een | entreprise ou, à défaut, dans la même branche d'activité, peuvent |
deeltijdse arbeidsregeling waarvan het aantal arbeidsuren gelijk is | passer à un régime de travail à temps partiel dont le nombre d'heures |
aan de helft van het aantal arbeidsuren van de voltijdse | de travail égale la moitié du nombre d'heures de travail du régime de |
arbeidsregeling. | travail à temps plein. |
De werkgever is verplicht de werknemer bedoeld in het vorige lid te | L'employeur est obligé de remplacer le travailleur visé à l'alinéa |
vervangen door een volledig uitkeringsgerechtigde werkloze of een | précédent par un chômeur complet indemnisé ou par une personne |
hiermee gelijkgesteld persoon wanneer het aantal uren vrijgekomen door | assimilée lorsque le nombre d'heures libérées par le passage à un |
de overgang naar een deeltijdse arbeidsregeling hoger is of gelijk is | régime de travail à mi-temps est supérieur ou égal au nombre d'heures |
aan het aantal uren in een derde-tijds arbeidsregeling of indien hij | d'un régime de travail à tiers-temps ou s'il a son service un autre |
een ander personeelslid in dienst heeft dat zijn arbeidsprestaties | membre du personnel qui a réduit ses prestations de travail et n'a pas |
verminderd heeft en dat niet vervangen werd. In dit geval dient hij | été remplacé. Dans ce cas, il doit remplacer les deux travailleurs à |
beide werknemers te vervangen vanaf de vermindering van de | partir du début de la réduction des prestations de travail du deuxième |
arbeidsprestaties van de tweede werknemer ». | travailleur ». |
Thans bestaat er ten aanzien van de werknemers die hun prestaties | Il n'existe actuellement plus d'obligation de remplacer les |
hebben verminderd overeenkomstig het koninklijk besluit van 29 oktober 1997, geen vervangingsplicht meer. | travailleurs qui ont réduit leurs prestations conformément à l'arrêté royal du 29 octobre 1997. |
B.3. Uit de voormelde bepalingen vloeit voort dat de werknemer die | B.3. Il ressort des dispositions précitées que le travailleur qui |
ouderschapsverlof wenst te nemen, de mogelijkheid heeft om met zijn | souhaite bénéficier d'un congé parental a la possibilité de convenir |
werkgever af te spreken, hetzij de uitvoering van zijn arbeid volledig | avec son employeur soit de suspendre totalement l'exécution de son |
te schorsen gedurende drie maanden, hetzij zijn arbeidsprestaties te | travail pendant trois mois, soit de réduire ses prestations de travail |
verminderen over een periode van meer dan drie maanden. | sur une période de plus de trois mois. |
B.4.1. Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid, met de | B.4.1. La Cour est interrogée au sujet de la compatibilité, avec les |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van de artikelen 102 en 105 van de | articles 10 et 11 de la Constitution, des articles 102 et 105 de la |
herstelwet, waarnaar het koninklijk besluit van 29 oktober 1997 en het | loi de redressement auxquels renvoient l'arrêté royal du 29 octobre |
koninklijk besluit van 2 januari 1991 verwijzen, waarbij die | 1997 et l'arrêté royal du 2 janvier 1991, ces dispositions étant |
bepalingen zo worden geïnterpreteerd dat het recht op een | interprétées en ce sens que le droit à une allocation pour |
onderbrekingsuitkering enkel wordt geopend voor werknemers die | interruption de carrière n'est ouvert qu'aux travailleurs qui sont |
occupés à temps plein lorsqu'ils sont occupés auprès d'un seul | |
voltijds zijn tewerkgesteld wanneer zij bij één enkele werkgever zijn | employeur, et pas aux travailleurs qui cumulent deux emplois à temps |
tewerkgesteld, en niet voor de werknemers die twee deeltijdse | partiel auprès de deux employeurs, équivalant respectivement à 70 % et |
arbeidsbetrekkingen van respectievelijk 70 pct. en 30 pct. bij twee werkgevers cumuleren. B.4.2. Het voor de verwijzende rechter hangende geschil betreft de situatie van een werkneemster die, tijdens het aan haar toegestane deeltijdse ouderschapsverlof (20 pct.), de voltijdse arbeidsovereenkomst met de oorspronkelijke werkgever vermindert naar 30 pct. en een andere deeltijdse arbeidsovereenkomst van 70 pct. sluit met een andere werkgever, zodat zij opnieuw over een voltijdse tewerkstelling beschikt; zij meent recht te blijven houden op het deeltijdse ouderschapsverlof met de daarbij horende onderbrekingsuitkering. Het Hof beperkt zijn onderzoek tot dat geval. B.5.1. De Ministerraad is van mening dat de prejudiciële vraag geen antwoord behoeft, omdat zij klaarblijkelijk niet bijdraagt tot de oplossing van het bodemgeschil; de verwerende partij voor de verwijzende rechter zou immers niet behoren tot die categorie van personen die rechten kunnen putten uit de artikelen 102 en 105 van de herstelwet, omdat haar situatie op verschillende punten niet reglementair zou zijn. B.5.2. Het staat in beginsel aan de verwijzende rechter om na te gaan of het nuttig is aan het Hof een prejudiciële vraag te stellen over de bepalingen die hij van toepassing acht op het geschil. Slechts wanneer dit klaarblijkelijk niet het geval is, kan het Hof beslissen niet op de vraag in te gaan. B.5.3. Uit de feiten van het verwijzingsarrest blijkt dat de verwerende partij voor de verwijzende rechter recht had op het deeltijds ouderschapsverlof en de daarbij horende onderbrekingsuitkering op het ogenblik van de kennisgeving van haar aanvraag aan haar werkgever en op het ogenblik dat het ouderschapsverlof inging. Evenwel blijkt tevens dat de oorspronkelijke voltijdse arbeidsovereenkomst, die het recht op ouderschapsverlof heeft doen ontstaan, is opgezegd en vervangen door twee deeltijdse arbeidsovereenkomsten waardoor aan de gestelde anciënniteitsvoorwaarde, voor het ontstaan van het recht op ouderschapsverlof en de daarmee gepaard gaande onderbrekingsuitkering, niet meer is voldaan. B.5.4. Rekening houdend met de bovenvermelde gegevens, blijkt niet dat de in geding zijnde bepalingen thans nog van toepassing kunnen zijn op het bodemgeschil. B.6. De prejudiciële vraag behoeft geen antwoord. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : De prejudiciële vraag behoeft geen antwoord. Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk hof, op de openbare terechtzitting van 25 april 2013. De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, | 30 %. B.4.2. Le litige pendant devant le juge a quo porte sur la situation d'une travailleuse qui, durant le congé parental à temps partiel qui lui a été accordé (20 % ), diminue à 30 % le contrat de travail à temps plein conclu avec l'employeur initial et conclut avec un autre employeur un contrat de travail à temps partiel de 70 %, de manière à disposer à nouveau d'un emploi à temps plein; elle estime pouvoir conserver son droit à un congé parental à temps partiel et l'allocation pour interruption de carrière qui y est attachée. La Cour limite son examen à cette hypothèse. B.5.1. Le Conseil des ministres estime que la question préjudicielle n'appelle pas de réponse parce qu'elle ne contribue manifestement pas à la solution du litige soumis au juge du fond; en effet, la partie défenderesse devant le juge a quo n'appartiendrait pas à la catégorie des personnes qui peuvent puiser des droits dans les articles 102 et 105 de la loi de redressement, dès lors que sa situation ne serait pas réglementaire, sur plusieurs points. B.5.2. Il appartient en principe au juge a quo d'examiner s'il est utile de poser une question préjudicielle à la Cour concernant les dispositions qu'il estime applicables au litige. Ce n'est que lorsque tel n'est manifestement pas le cas que la Cour peut décider de ne pas répondre à la question. B.5.3. Il ressort des faits mentionnés dans l'arrêt de renvoi que la partie défenderesse devant le juge a quo avait droit au congé parental à temps partiel et à l'allocation pour interruption de carrière qui y est liée au moment de la notification de sa demande à son employeur et au moment où le congé parental a pris cours. Il apparaît toutefois également que le contrat de travail à temps plein initial, qui a donné naissance au droit au congé parental, a été résilié et remplacé par deux contrats de travail à temps partiel, ce qui implique qu'il n'est plus satisfait à la condition d'ancienneté qui doit être remplie pour faire naître le droit au congé parental et à l'allocation pour interruption de carrière qui y est liée. B.5.4. Compte tenu des éléments précités, il n'apparaît pas que les dispositions en cause puissent actuellement encore s'appliquer au litige soumis au juge du fond. B.6. La question préjudicielle n'appelle pas de réponse. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : La question préjudicielle n'appelle pas de réponse. Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 25 avril 2013. Le greffier, F. Meersschaut Le président, |
M. Bossuyt | M. Bossuyt |