Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 24/2013 van 28 februari 2013 Rolnummer : 5371 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 3 van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen, gesteld door de Rechtbank van Koophandel Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de rechter(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 24/2013 van 28 februari 2013 Rolnummer : 5371 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 3 van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen, gesteld door de Rechtbank van Koophandel Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de rechter(...) Extrait de l'arrêt n° 24/2013 du 28 février 2013 Numéro du rôle : 5371 En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 3 de la loi du 31 janvier 2009 relative à la continuité des entreprises, posées par le Tribunal de commerce de La Cour constitutionnelle, composée des présidents R. Henneuse et M. Bossuyt, et des juges L. La(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 24/2013 van 28 februari 2013 Extrait de l'arrêt n° 24/2013 du 28 février 2013
Rolnummer : 5371 Numéro du rôle : 5371
In zake : de prejudiciële vragen over artikel 3 van de wet van 31 En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 3 de la
januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen, gesteld loi du 31 janvier 2009 relative à la continuité des entreprises,
door de Rechtbank van Koophandel te Charleroi. posées par le Tribunal de commerce de Charleroi.
Het Grondwettelijk Hof, La Cour constitutionnelle,
samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de composée des présidents R. Henneuse et M. Bossuyt, et des juges L.
rechters L. Lavrysen, J.-P. Moerman, E. Derycke, P. Nihoul en F. Lavrysen, J.-P. Moerman, E. Derycke, P. Nihoul et F. Daoût, assistée
Daoût, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter R. Henneuse, du greffier F. Meersschaut, présidée par le président R. Henneuse,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging I. Objet des questions préjudicielles et procédure
Bij vonnis van 22 maart 2012 in zake Pascal Matelart, waarvan de Par jugement du 22 mars 2012 en cause de Pascal Matelart, dont
expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 27 maart 2012, heeft l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 27 mars 2012, le
de Rechtbank van Koophandel te Charleroi de volgende prejudiciële Tribunal de commerce de Charleroi a posé les questions préjudicielles
vragen gesteld : suivantes :
1. « Schendt artikel 3 van de wet van 31 januari 2009 betreffende de 1. « L'article 3 de la loi du 31 janvier 2009 relative à la continuité
continuïteit van de ondernemingen de artikelen 10 en 11 van de des entreprises viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en
Grondwet, in zoverre het impliceert dat een landbouwer die zijn ce qu'il implique qu'un agriculteur exerçant en personne physique
beroepsactiviteit als natuurlijke persoon uitoefent, niet het voordeel
geniet van de maatregelen in werking gesteld bij de vermelde wet van n'est pas admis au bénéfice des mesures mises en oeuvre par ladite loi
31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen, du 31 janvier 2009 relative à la continuité des entreprises, alors que
terwijl dezelfde landbouwer die zijn beroepsactiviteit uitoefent in le même agriculteur, exerçant dans le cadre d'une société agricole ou
het kader van een landbouwvennootschap of een burgerlijke vennootschap
met handelsvorm, wel het voordeel geniet van de bij die wet in werking d'une société civile à forme commerciale, est quant à lui admis au
gestelde maatregelen ? »; bénéfice des mesures mises en oeuvre par cette loi ? »;
2. « Schendt artikel 3 van de wet van 31 januari 2009 betreffende de 2. « L'article 3 de la loi du 31 janvier 2009 relative à la continuité
continuïteit van de ondernemingen de artikelen 10 en 11 van de des entreprises viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en
Grondwet, in zoverre het impliceert dat een landbouwer die zijn ce qu'il implique qu'un agriculteur exerçant en personne physique
beroepsactiviteit als natuurlijke persoon uitoefent, niet het voordeel
geniet van de maatregelen in werking gesteld bij de vermelde wet van n'est pas admis au bénéfice des mesures mises en oeuvre par ladite loi
31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen, du 31 janvier 2009 relative à la continuité des entreprises, alors que
terwijl de koopman die zijn beroepsactiviteit als natuurlijke persoon le commerçant exerçant en personne physique est quant à lui admis au
uitoefent, wel het voordeel geniet van de bij die wet in werking gestelde maatregelen ? ». bénéfice des mesures mises en oeuvre par cette loi ? ».
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1. De prejudiciële vragen hebben betrekking op artikel 3 van de wet B.1. Les questions préjudicielles portent sur l'article 3 de la loi du
van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen 31 janvier 2009 relative à la continuité des entreprises (ci-après :
(hierna : de wet van 31 januari 2009), dat bepaalt : la loi du 31 janvier 2009), qui dispose :
« Deze wet is toepasselijk op de volgende schuldenaren : de kooplieden « La présente loi est applicable aux débiteurs suivants : les
bedoeld in artikel 1 van het Wetboek van koophandel, de commerçants visés à l'article 1er du Code de commerce, la société
landbouwvennootschap bedoeld in artikel 2, § 3, van het Wetboek van agricole visée à l'article 2, § 3, du Code des sociétés et les
vennootschappen en de burgerlijke vennootschappen met handelsvorm sociétés civiles à forme commerciale visées à l'article 3, § 4, du
bedoeld in artikel 3, § 4, van hetzelfde wetboek ». même Code ».
B.2. De wet van 31 januari 2009 vervangt de wet van 17 juli 1997 B.2. La loi du 31 janvier 2009 remplace la loi du 17 juillet 1997
betreffende het gerechtelijk akkoord, die volgens de wetgever « snel relative au concordat judiciaire, qui avait, d'après le législateur, «
tegen haar grenzen [bleek] aan te lopen ». rapidement montré ses limites ».
De wetgever streefde ernaar « de duurzame ontwikkeling en de Le législateur a eu pour objectif de « poursuivre le développement
gezondmaking van de ondernemingen [voort te zetten], zonder daarom de durable des entreprises et leur assainissement, sans perturber par des
mechanismen van de normale markten te verstoren door rechterlijke décisions judiciaires les mécanismes normaux des marchés » (Doc.
beslissingen » (Parl. St., Kamer, 2007, DOC 52-0160/001, p. 4, en parl., Chambre, 2007, DOC 52-0160/001, p. 4, et Doc. parl., Chambre,
Parl. St., Kamer, 2007-2008, DOC 52-0160/002, p. 39). 2007-2008, DOC 52-0160/002, p. 39).
De bij de in het geding zijnde wet in werking gestelde maatregelen
strekken ertoe een « systeem [te creëren] waarmee zonder al te veel Les mesures mises en oeuvre par la loi en cause visent à créer un «
moeilijkheden een economische activiteit kan worden geherstructureerd système permettant sans trop de complication de restructurer une
tegen een achtergrond van pre-faillissement en zelfs van dreigend activité économique sur un arrière fond de pré-faillite voire même de
faillissement » (Parl. St., Kamer, 2007-2008, DOC 52-0160/002, p. 39), faillite imminente » (Doc. parl., Chambre, 2007-2008, DOC 52-0160/002,
zodat « voortaan [...] de schuldenaar die liquiditeitsproblemen heeft p. 39), de sorte que « dorénavant le débiteur, qui a des problèmes de
- of zelfs in staat van faillissement verkeert - over een waaier van liquidités, dispose, même s'il se trouve dans un état de faillite,
mogelijkheden [beschikt] om de onderneming die rendabel kan worden d'un éventail de possibilités permettant à l'entreprise de retrouver
gemaakt te redden » (ibid., p. 41). sa rentabilité » (ibid., p. 41).
B.3.1. Aan het Hof worden vragen gesteld over de bestaanbaarheid, met B.3.1. La Cour est interrogée sur la compatibilité, avec les articles
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van het feit dat de landbouwers 10 et 11 de la Constitution, de la non-admission au bénéfice des
die hun beroepsactiviteit als natuurlijke persoon uitoefenen, niet het voordeel van de in de wet van 31 januari 2009 bedoelde maatregelen genieten, terwijl, enerzijds, de landbouwers die hun beroepsactiviteit uitoefenen in het kader van een landbouwvennootschap of een burgerlijke vennootschap met handelsvorm (eerste vraag) en, anderzijds, de kooplieden die hun beroepsactiviteit als natuurlijke persoon uitoefenen (tweede vraag), wel het voordeel ervan genieten. Het Hof onderzoekt beide vragen samen. B.3.2. De grondwettelijke regels van de gelijkheid en de niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel. mesures prévues par la loi du 31 janvier 2009 des agriculteurs exerçant en personne physique, alors que sont admis au bénéfice de celles-ci, d'une part, les agriculteurs exerçant dans le cadre d'une société agricole ou d'une société civile à forme commerciale (première question) et, d'autre part, les commerçants exerçant en personne physique (seconde question). La Cour examine les deux questions conjointement. B.3.2. Les règles constitutionnelles de l'égalité et de la non-discrimination n'excluent pas qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et qu'elle soit raisonnablement justifiée. L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la nature des principes en cause; le principe d'égalité est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés et le but visé.
B.4.1. In het oorspronkelijke wetsvoorstel werd de toepassing van de B.4.1. La proposition de loi initiale réservait l'application des
nieuwe maatregelen enkel voorbehouden aan kooplieden, zowel nouvelles mesures uniquement aux commerçants, tant personnes physiques
natuurlijke personen als rechtspersonen. De indieners ervan wensten que morales. Ses auteurs entendaient ainsi maintenir « le parallélisme
aldus « de parallellie met de faillissementswet » te handhaven (Parl. avec la loi sur la faillite » (Doc. parl., Chambre, 2007, DOC
St., Kamer, 2007, DOC 52-0160/001, p. 10). 52-0160/001, p. 10).
De huidige tekst van de wet is ontstaan uit een amendement dat door de Le texte actuel de la loi est issu d'un amendement déposé par le
Regering is ingediend. Met betrekking tot het toepassingsgebied van de Gouvernement. Concernant le champ d'application de la loi, la
wet wordt in de verantwoording van dat amendement aangegeven : justification de cet amendement indique :
« Tijdens de hoorzittingen van 27 november 2007 tot 12 februari 2008 « Lors des auditions du 27 novembre 2007 au 12 février 2008, il est
is gebleken dat een uitbreiding wenselijk was van het apparu qu'une extension du champ d'application d'une loi permettant la
toepassingsgebied van een wet die de herstructurering van restructuration d'entreprises était souhaitable. Les sociétés civiles
ondernemingen mogelijk maakt. De burgerlijke vennootschappen met à forme commerciale et les sociétés agricoles ne peuvent actuellement
handelsvorm en de landbouwvennootschappen kunnen thans geen prétendre bénéficier d'un concordat. Pourtant, ce sont des entités
gerechtelijk akkoord genieten. Het zijn evenwel economische entiteiten économiques qui pourraient parfaitement convenir dans le cadre de la
die perfect passen in het kader van de regelgeving die u wordt réglementation qui vous est proposée. C'est la raison pour laquelle le
voorgesteld. Daarom is het toepassingsgebied van de wet door het champ d'application de la loi a été étendu par l'amendement du
amendement van de regering uitgebreid tot deze entiteiten, met als Gouvernement à ces entités, avec la seule exception des professions
enige uitzondering de vrije beroepen die overigens voldoende worden libérales qui font par ailleurs l'objet de suffisamment
begeleid door Orden of Instituten » (Parl. St., Kamer, 2007-2008, DOC d'accompagnement par des Ordres ou des Instituts » (Doc. parl.,
52-0160/002, p. 40); Chambre, 2007-2008, DOC 52-0160/002, p. 40);
en : et :
« De verruiming heeft tot gevolg dat de meeste ondernemingen voor wie « L'élargissement a pour conséquence que la plupart des entreprises,
de wetgeving nuttig zou zijn, betrokken worden bij de nieuwe wetgeving pour lesquelles la législation sera utile, sont concernées par la
» (ibid., p. 46). législation nouvelle » (ibid., p. 46).
B.4.2. Op de vraag van een lid van de bevoegde commissie van de Kamer B.4.2. A la question d'un membre de la commission compétente de la
van volksvertegenwoordigers over het uitsluiten van de « gewone Chambre des représentants portant sur l'exclusion des « agriculteurs
landbouwers die een zelfstandigenstatuut hebben » van het voordeel van ordinaires, sous le statut de travailleur indépendant », du bénéfice
de nieuwe regeling, antwoordde de minister dat « de procedure van de la nouvelle réglementation, le ministre répondit que « la procédure
gerechtelijk akkoord niet van toepassing zijn op zelfstandige de concordat judiciaire ne [pouvait] pas s'appliquer aux agriculteurs
landbouwers omdat zij geen afgescheiden vermogen hebben » (Parl. St., indépendants dès lors qu'ils n'ont pas de patrimoine distinct » (Doc.
Kamer, 2008-2009, DOC 52-0160/005, p. 157). parl., Chambre, 2008-2009, DOC 52-0160/005, p. 157).
B.5.1. Het in de eerste prejudiciële vraag vermelde verschil in behandeling tussen de landbouwer die zijn beroepsactiviteit als natuurlijke persoon uitoefent en diegene die dezelfde beroepsactiviteit in het kader van een vennootschap uitoefent, berust op het criterium van de rechtspersoonlijkheid die de vennootschap kenmerkt, terwijl zij bij de natuurlijke persoon ontbreekt. In tegenstelling tot wat het geval is voor de landbouwer die zijn activiteit in het kader van een vennootschap uitoefent, is het vermogen dat verband houdt met de beroepsactiviteit van de landbouwer-natuurlijke persoon, niet afgescheiden van zijn persoonlijk vermogen. B.5.2. Dat criterium van onderscheid op grond van de rechtspersoonlijkheid en met betrekking tot het al dan niet bestaan van afgescheiden vermogens is objectief. Het kan echter niet als relevant worden beschouwd in het kader van de toepassing van de in de wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen bedoelde maatregelen en procedures aangezien de kooplieden die hun activiteit als natuurlijke persoon uitoefenen en bijgevolg evenmin over een afgescheiden vermogen beschikken, van hun kant wel het voordeel van de B.5.1. La différence de traitement évoquée dans la première question préjudicielle entre l'agriculteur exerçant en personne physique et celui qui pratique la même activité professionnelle dans le cadre d'une société repose sur le critère de la personnalité morale qui caractérise la société alors qu'elle fait défaut à la personne physique. Contrairement à ce qui est le cas pour l'agriculteur exerçant son activité dans le cadre d'une société, le patrimoine lié à l'activité professionnelle de l'agriculteur personne physique n'est pas distinct de son patrimoine personnel. B.5.2. Ce critère de distinction fondé sur la personnalité morale et lié à l'existence ou non de patrimoines distincts est objectif. Toutefois, il ne saurait être tenu pour pertinent dans le cadre de l'application des mesures et des procédures prévues par la loi relative à la continuité des entreprises dès lors que les commerçants qui exercent leur activité en personne physique et qui ne disposent en conséquence pas non plus d'un patrimoine distinct sont, quant à eux,
in de in het geding zijnde wet bedoelde regeling genieten. admis au bénéfice de la réglementation prévue par la loi en cause.
De toepassing van de in het geding zijnde wet op de kooplieden die hun L'application de la loi en cause aux commerçants qui exercent en
beroepsactiviteit als natuurlijke persoon uitoefenen, toont dus aan
dat het bezitten van rechtspersoonlijkheid geen noodzakelijke personne physique démontre donc que le fait de posséder la
voorwaarde is om de maatregelen te kunnen genieten waarin door de personnalité morale n'est pas une condition nécessaire pour pouvoir
wetgever is voorzien teneinde de continuïteit van de ondernemingen in bénéficier des mesures prévues par le législateur en vue de favoriser
moeilijkheden te bevorderen. la continuité des entreprises en difficulté.
B.6.1. Het in de tweede prejudiciële vraag vermelde verschil in B.6.1. La différence de traitement évoquée dans la seconde question
behandeling tussen de landbouwer die zijn beroepsactiviteit als préjudicielle entre l'agriculteur exerçant en personne physique et le
natuurlijke persoon uitoefent en de koopman die zijn beroepsactiviteit commerçant exerçant également en personne physique repose sur la
eveneens als natuurlijke persoon uitoefent, berust op de kwalificatie qualification d'actes de commerce qui peut être donnée aux activités
als daden van koophandel die kan worden gegeven aan de activiteiten du commerçant alors qu'elle ne caractérise pas, en tout ou en partie,
van de koopman, terwijl zij de activiteiten van de landbouwer niet, les activités de l'agriculteur. Ce critère de distinction, tiré de la
geheel of gedeeltelijk, kenmerkt. Dat criterium van onderscheid, dat
is afgeleid uit de hoedanigheid van koopman van de schuldenaar op wie qualité de commerçant du débiteur concerné par les procédures
de insolventieprocedures betrekking hebben, is dat waarop het d'insolvabilité, est celui sur lequel reposait la détermination du
vaststellen van het toepassingsgebied van de wet van 17 juli 1997 champ d'application de la loi du 17 juillet 1997 relative au concordat
betreffende het gerechtelijk akkoord, opgeheven bij artikel 85 van de judiciaire, abrogée par l'article 85 de la loi en cause. Il est
in het geding zijnde wet, was gebaseerd. Het is eveneens identiek aan
het criterium waarop het vaststellen van het toepassingsgebied van de également identique au critère sur lequel repose la détermination du
faillissementswet van 8 augustus 1997 berust. champ d'application de la loi du 8 août 1997 sur les faillites.
B.6.2. Het criterium met betrekking tot de hoedanigheid van koopman B.6.2. Le critère relatif à la qualité de commerçant du débiteur est
van de schuldenaar is objectief. Het Hof dient nog na te gaan of het objectif. La Cour doit encore vérifier s'il est pertinent.
relevant is. B.6.3. De wet van 31 januari 2009 is krachtens de in het geding zijnde B.6.3. La loi du 31 janvier 2009 est applicable, en vertu de la
bepaling niet alleen op de in artikel 1 van het Wetboek van koophandel disposition en cause, non seulement aux commerçants visés à l'article
bedoelde kooplieden maar ook op de in het Wetboek van vennootschappen 1er du Code de commerce, mais également aux sociétés agricoles et aux
bedoelde landbouwvennootschappen en burgerlijke vennootschappen met handelsvorm van toepassing. Daaruit vloeit voort dat de wetgever aan de in het geding zijnde wet een ruimer toepassingsgebied heeft gegeven dan dat van de twee voormelde wetten. De wetgever heeft dus zelf geoordeeld dat het voordeel van de maatregelen en procedures die ertoe strekken de continuïteit van de ondernemingen in moeilijkheden te verzekeren, niet enkel tot de ondernemingen met de hoedanigheid van koopman moest worden beperkt en dat het in overeenstemming zou zijn met het algemeen belang om het uit te breiden tot andere schuldenaars, met name tot de vennootschappen die actief zijn op het gebied van de landbouw. sociétés civiles à forme commerciale visées par le Code des sociétés. Il en résulte que le législateur a donné à la loi en cause un champ d'application plus étendu que celui des deux lois précitées. Le législateur a donc lui-même considéré que le bénéfice des mesures et procédures visant à assurer la continuité des entreprises en difficulté ne devait pas être limité aux seules entreprises ayant la qualité de commerçant et qu'il serait conforme à l'intérêt général de l'étendre à d'autres débiteurs, notamment aux sociétés actives dans le domaine de l'agriculture.
B.6.4. De wetgever heeft aldus uitdrukkelijk ervoor gekozen om het B.6.4. Le législateur a ainsi expressément choisi de ne pas faire
toepassingsgebied van de wet betreffende de continuïteit van de correspondre en tous points le champ d'application de la loi relative
ondernemingen niet op alle punten te doen overeenstemmen met dat van à la continuité des entreprises avec celui de l'ancienne législation
de vroegere wetgeving betreffende het gerechtelijk akkoord of nog met sur le concordat ou encore avec celui de la loi sur les faillites,
dat van de faillissementswet, aangezien hij ondernemingen waarop de puisqu'il a admis au bénéfice des mesures prévues par la première des
faillissementsprocedure geen betrekking kan hebben omdat zij niet de entreprises qui ne peuvent être concernées par la procédure de
hoedanigheid van koopman hebben, het voordeel van de in de faillite parce qu'elles n'ont pas la qualité de commerçant.
eerstgenoemde wet bedoelde maatregelen heeft laten genieten.
B.7. Daaruit kan worden afgeleid dat het uit de hoedanigheid van B.7. Il peut en être déduit que, pas davantage que le critère tiré de
koopman afgeleide criterium, net zoals het criterium dat is afgeleid la possession d'une personnalité juridique, le critère déduit de la
uit het bezitten van rechtspersoonlijkheid, niet relevant is ten qualité de commerçant n'est pertinent par rapport à l'objectif
opzichte van het bij de wet van 31 januari 2009 nagestreefde doel. poursuivi par la loi du 31 janvier 2009.
De in de prejudiciële vragen vermelde verschillen in behandeling zijn Les différences de traitement énoncées par les questions
niet redelijk verantwoord. préjudicielles ne sont pas raisonnablement justifiées.
B.8. Bovendien streeft de bij de artikelen 1675/2 en volgende van het B.8. Par ailleurs, la procédure en règlement collectif de dettes
Gerechtelijk Wetboek ingevoerde procedure van collectieve
schuldenregeling niet hetzelfde doel na als de bepalingen van de wet instituée par les articles 1675/2 et suivants du Code judiciaire ne
van 31 januari 2009. De procedure van collectieve schuldenregeling poursuit pas le même objectif que les dispositions de la loi du 31
janvier 2009. En effet, la procédure en règlement collectif de dettes
strekt immers ertoe « de financiële toestand van de schuldenaar te a pour objet de « rétablir la situation financière du débiteur, en lui
herstellen, met name hem in staat te stellen in de mate van het permettant notamment dans la mesure du possible de payer ses dettes et
mogelijke zijn schulden te betalen en tegelijkertijd te waarborgen dat en lui garantissant simultanément ainsi qu'à sa famille, qu'ils
hij zelf en zijn gezin een menswaardig leven kunnen leiden » (artikel pourront mener une vie conforme à la dignité humaine » (article
1675/3, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek), maar in 1675/3, alinéa 3, du Code judiciaire), mais elle ne vise pas,
tegenstelling tot de in de in het geding zijnde wet bedoelde contrairement aux mesures prévues par la loi en cause, à maintenir,
maatregelen strekt zij niet ertoe de activiteit van de onderneming in autant que possible, l'activité de l'entreprise en difficulté dans
moeilijkheden zoveel mogelijk te behouden, in het belang van de l'intérêt de l'entrepreneur mais également de ses créanciers.
ondernemer maar ook in het belang van zijn schuldeisers.
Daaruit vloeit voort dat de bescherming van de schuldenaar in het Il en découle que la protection du débiteur dans le cadre de la mise
kader van de inwerkingstelling van een procedure van collectieve en oeuvre d'une procédure en règlement collectif de dettes ne saurait
schuldenregeling niet gelijkwaardig kan worden geacht met het voordeel être jugée équivalente au bénéfice que l'agriculteur exerçant en
dat de landbouwer die zijn beroepsactiviteit als natuurlijke persoon personne physique et rencontrant des difficultés pourrait escompter de
uitoefent en die met moeilijkheden wordt geconfronteerd, van de l'application de la loi en cause.
toepassing van de in het geding zijnde wet zou kunnen verwachten.
B.9. Ten slotte, in tegenstelling tot wat de Ministerraad aanvoert, B.9. Enfin, contrairement à ce que soutient le Conseil des ministres,
vloeit de in B.7 vastgestelde discriminatie wel degelijk voort uit het la discrimination constatée en B.7 découle bien du champ d'application
toepassingsgebied van de in het geding zijnde wet zoals het in artikel
3 ervan wordt gedefinieerd, en niet uit de definitie van daden van de la loi en cause tel qu'il est défini par son article 3 et non de la
koophandel die uit de bepalingen van titel I van het Wetboek van définition des actes de commerce qui se déduit des dispositions du
koophandel wordt afgeleid. titre Ier du Code de commerce.
B.10. De prejudiciële vragen dienen bevestigend te worden beantwoord. B.10. Les questions préjudicielles appellent une réponse positive.
Artikel 3 van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit L'article 3 de la loi du 31 janvier 2009 relative à la continuité des
van de ondernemingen is niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van entreprises n'est pas compatible avec les articles 10 et 11 de la
de Grondwet in zoverre het inhoudt dat een landbouwer die zijn Constitution en ce qu'il implique qu'un agriculteur exerçant en
beroepsactiviteit als natuurlijke persoon uitoefent, niet het voordeel personne physique n'est pas admis au bénéfice des mesures et
van de bij die wet in werking gestelde maatregelen en procedures procédures mises en oeuvre par cette loi.
geniet. B.11. Aangezien de in B.10 vastgestelde leemte zich bevindt in de aan B.11. Dès lors que la lacune constatée en B.10 est située dans le
het Hof voorgelegde tekst, komt het de verwijzende rechter toe een texte soumis à la Cour, il appartient au juge a quo de mettre fin à
einde te maken aan de door het Hof vastgestelde ongrondwettigheid, l'inconstitutionnalité constatée par celle-ci, ce constat étant
vermits die vaststelling is uitgedrukt in voldoende precieze en exprimé en des termes suffisamment précis et complets, qui permettent
volledige bewoordingen, die toelaten dat de in het geding zijnde que la disposition en cause soit appliquée dans le respect des
bepaling wordt toegepast met inachtneming van de artikelen 10 en 11 articles 10 et 11 de la Constitution.
van de Grondwet.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
Artikel 3 van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit L'article 3 de la loi du 31 janvier 2009 relative à la continuité des
van de ondernemingen schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in entreprises viole les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il
zoverre het inhoudt dat een landbouwer die zijn beroepsactiviteit als
natuurlijke persoon uitoefent, niet het voordeel van de bij die wet in implique qu'un agriculteur exerçant en personne physique n'est pas
werking gestelde maatregelen en procedures geniet. admis au bénéfice des mesures et procédures mises en oeuvre par cette
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig loi. Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise,
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 28 februari 2013. la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 28 février 2013.
De griffier, Le greffier,
F. Meersschaut F. Meersschaut
De voorzitter, Le président,
R. Henneuse R. Henneuse
^