Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 160/2012 van 20 december 2012 Rolnummer : 5283 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 9, § 7, vierde lid, van de kaderwet betreffende de dienstverlenende intellectuele beroepen, gecodificeerd bij koninklij Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit rechter J.-P. Snappe, waarnemend voorzitter, voorzitter(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 160/2012 van 20 december 2012 Rolnummer : 5283 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 9, § 7, vierde lid, van de kaderwet betreffende de dienstverlenende intellectuele beroepen, gecodificeerd bij koninklij Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit rechter J.-P. Snappe, waarnemend voorzitter, voorzitter(...) Extrait de l'arrêt n° 160/2012 du 20 décembre 2012 Numéro du rôle : 5283 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 9, § 7, alinéa 4, de la loi-cadre relative aux professions intellectuelles prestataires de services, codif La Cour constitutionnelle, composée du juge J.-P. Snappe, faisant fonction de président, du prés(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 160/2012 van 20 december 2012 Extrait de l'arrêt n° 160/2012 du 20 décembre 2012
Rolnummer : 5283 Numéro du rôle : 5283
In zake : de prejudiciële vraag over artikel 9, § 7, vierde lid, van En cause : la question préjudicielle concernant l'article 9, § 7,
de kaderwet betreffende de dienstverlenende intellectuele beroepen, alinéa 4, de la loi-cadre relative aux professions intellectuelles
gecodificeerd bij koninklijk besluit van 3 augustus 2007, gesteld door prestataires de services, codifiée par l'arrêté royal du 3 août 2007,
het Hof van Cassatie. posée par la Cour de cassation.
Het Grondwettelijk Hof, La Cour constitutionnelle,
samengesteld uit rechter J.-P. Snappe, waarnemend voorzitter, composée du juge J.-P. Snappe, faisant fonction de président, du
voorzitter M. Bossuyt, en de rechters E. De Groot, J.-P. Moerman, T. président M. Bossuyt, et des juges E. De Groot, J.-P. Moerman, T.
Merckx-Van Goey, P. Nihoul en F. Daoût, bijgestaan door de griffier F. Merckx-Van Goey, P. Nihoul et F. Daoût, assistée du greffier F.
Meersschaut, onder voorzitterschap van rechter J.-P. Snappe, Meersschaut, présidée par le juge J.-P. Snappe,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij arrest van 16 december 2011 in zake J.-C. M. tegen het Par arrêt du 16 décembre 2011 en cause de J.-C. M. contre l'Institut
Beroepsinstituut van vastgoedmakelaars, waarvan de expeditie ter professionnel des agents immobiliers, dont l'expédition est parvenue
griffie van het Hof is ingekomen op 5 januari 2012, heeft het Hof van au greffe de la Cour le 5 janvier 2012, la Cour de cassation a posé la
Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : question préjudicielle suivante :
« Schendt artikel 9, § 7, vierde lid, van de kaderwet betreffende de « L'article 9, § 7, alinéa 4, de la loi-cadre relative aux professions
dienstverlenende intellectuele beroepen, gecodificeerd bij koninklijk intellectuelles prestataires de services, codifiée par l'arrêté royal
besluit van 3 augustus 2007 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet du 3 août 2007, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en
doordat het de regels die gelden in burgerlijke zaken toepasselijk soumettant aux règles applicables en matière civile la procédure du
maakt op de rechtspleging van het cassatieberoep dat ingesteld wordt pourvoi en cassation formé contre une décision disciplinaire rendue
tegen een tuchtrechtelijke beslissing die gewezen is door een kamer par une chambre d'appel d'un institut professionnel régi par cette
van beroep van een beroepsinstituut waarop die wet van toepassing is, loi, en sorte que s'appliquent à ce pourvoi les articles 478, alinéa 1er,
zodat voornoemd cassatieberoep onder de toepassing valt van de
artikelen 478, eerste lid, en 1080 van het Gerechtelijk Wetboek die et 1080 du Code judiciaire prescrivant le ministère d'un avocat à la
het optreden van een advocaat bij het Hof van Cassatie opleggen Cour de cassation, alors qu'une personne faisant l'objet d'une
terwijl een persoon die strafrechtelijk veroordeeld is, die verplichting niet heeft ? ». condamnation pénale n'est pas astreinte à cette obligation ? ».
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1.1. Het Hof van Cassatie stelt aan het Hof een vraag over de B.1.1. La Cour de cassation interroge la Cour sur la compatibilité de
bestaanbaarheid van artikel 9, § 7, vierde lid, van de kaderwet l'article 9, § 7, alinéa 4, de la loi-cadre relative aux professions
betreffende de dienstverlenende intellectuele beroepen, gecodificeerd intellectuelles prestataires de services, codifiée par l'arrêté royal
bij koninklijk besluit van 3 augustus 2007, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre, in tegenstelling met een strafrechtelijk veroordeelde persoon, de krachtens de in het geding zijnde wet tuchtrechtelijk veroordeelde persoon ertoe gehouden is zich voor het instellen van zijn voorziening in cassatie te onderwerpen aan de regels die van toepassing zijn in burgerlijke zaken, hetgeen het optreden van een advocaat bij het Hof van Cassatie impliceert. B.1.2. De aan het Hof voorgelegde vergelijking strekt zich dus niet uit tot de fiscale geschillen, waarbij een voorziening in cassatie in het algemeen kan worden ingesteld zonder het optreden van een advocaat bij het Hof van Cassatie, noch tot de mogelijkheid voor de burgerlijke partij in een strafproces om cassatieberoep in te stellen zonder de bijstand van een advocaat bij het Hof van Cassatie. du 3 août 2007, avec les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que, à la différence d'une personne condamnée pénalement, l'individu condamné disciplinairement en vertu de la loi en cause est tenu d'introduire son pourvoi en cassation en se soumettant aux règles applicables en matière civile, ce qui implique l'intervention d'un avocat à la Cour de cassation. B.1.2. La comparaison soumise à la Cour ne s'étend donc pas aux litiges fiscaux où un pourvoi en cassation peut, en général, être introduit sans le ministère d'un avocat à la Cour de cassation, ni à la faculté pour la partie civile dans un procès pénal de se pourvoir en cassation sans l'assistance d'un avocat à la Cour de cassation. Contrairement à ce que soutient la partie demanderesse, la Cour n'est
In tegenstelling tot wat de eisende partij betoogt, is bij het Hof pas davantage saisie de la question de la compatibilité du délai
evenmin de vraag aanhangig gemaakt van de bestaanbaarheid met de d'introduction du pourvoi prévu par la disposition en cause avec les
artikelen 10 en 11 van de Grondwet van de termijn voor het instellen articles 10 et 11 de la Constitution.
van het cassatieberoep waarin is voorzien bij de in het geding zijnde bepaling.
B.2.1. Artikel 9, § 7, van de in het geding zijnde wet bepaalt : B.2.1. L'article 9, § 7, de la loi en cause dispose :
« De door de uitvoerende kamers of de verenigde uitvoerende kamers in « Les décisions rendues en dernier ressort par les chambres exécutives
laatste aanleg gewezen beslissingen, de eindbeslissingen van de kamers ou les chambres exécutives réunies, les décisions définitives des
van beroep of van de verenigde kamers van beroep kunnen door de chambres d'appel ou des chambres d'appel réunies peuvent être déférées
betrokkenen of door de voorzitter van de Nationale Raad samen met een à la Cour de cassation par les intéressés ou par le président du
rechtskundig assessor voor het Hof van cassatie worden gebracht wegens Conseil national conjointement avec un assesseur juridique, pour
schending van de wet of wegens schending van substantiële of op contravention à la loi ou pour violation des formes soit
straffe van nietigheid voorgeschreven vormen. substantielles, soit prescrites à peine de nullité.
Het staat de procureur-generaal bij het Hof van cassatie vrij zich bij Il est loisible au procureur général près de la Cour de cassation de
dit Hof van cassatie te voorzien in het belang van de wet. se pourvoir devant cette Cour dans l'intérêt de la loi.
In geval van cassatie wordt de zaak verwezen naar de anders En cas de cassation, la cause est renvoyée devant la chambre ou les
samengestelde kamer of kamers. Deze schikken zich naar de beslissing chambres réunies autrement composées. Celles-ci se conforment à la
van het Hof van cassatie op de door dit Hof beoordeelde rechtspunten. décision de la Cour de cassation sur les points de droit jugés par
De rechtspleging van voorziening in cassatie wordt geregeld zoals in elle. La procédure du pourvoi en cassation est réglée comme en matière
burgerlijke zaken; de termijn voor het instellen van de voorziening is civile; le délai pour introduire le pourvoi est d'un mois à partir de
één maand te rekenen vanaf de betekening van de beslissing ». la notification de la décision ».
B.2.2. Artikel 478, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt : B.2.2. L'article 478, alinéa 1er, du Code judiciaire dispose :
« Voor het Hof van Cassatie kunnen in burgerlijke zaken alleen « Le droit de postuler et de conclure devant la Cour de cassation
advocaten optreden en conclusies nemen, die de titel van advocaat bij appartient exclusivement, en matière civile, à des avocats qui portent
het Hof van Cassatie voeren. De voorgaande bepaling geldt niet voor de le titre d'avocats à la Cour de cassation. La disposition qui précède
burgerlijke partij in strafzaken. Het aantal advocaten wordt, na ne s'applique pas à la partie civile en matière pénale. Le nombre des
advies van het Hof van Cassatie, bepaald door de Koning, die hen avocats, après avis de la Cour de cassation, est fixé par le Roi qui
benoemt uit een lijst van drie kandidaten, voorgesteld door de les nomme sur une liste de trois candidats proposée par la commission
commissie bedoeld bij artikel 478bis ». visée à l'article 478bis ».
B.2.3. Artikel 1080 van hetzelfde Wetboek bepaalt in verband met het B.2.3. L'article 1080 du même Code dispose, à propos de la requête par
verzoekschrift waarmee de voorziening in cassatie wordt ingesteld : laquelle est introduit le pourvoi en cassation :
« Het verzoekschrift, dat zowel op het afschrift als op het origineel « La requête, signée tant sur la copie que sur l'original par un
door een advocaat bij het Hof van Cassatie is ondertekend, bevat de
uiteenzetting van de middelen van de eiser, zijn conclusie en de avocat à la Cour de cassation, contient l'exposé des moyens de la
vermelding van de wettelijke bepalingen waarvan de schending wordt partie demanderesse, ses conclusions et l'indication des dispositions
aangevoerd, een en ander op straffe van nietigheid ». légales dont la violation est invoquée : le tout à peine de nullité ».
B.3.1. De in het geding zijnde bepaling vindt haar oorsprong in B.3.1. La disposition en cause trouve son origine dans l'article 5 de
artikel 5 van de wet van 15 juli 1985 « tot wijziging van de kaderwet la loi du 15 juillet 1985 « modifiant la loi-cadre du 1er mars 1976
van 1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming van de réglementant la protection du titre professionnel et l'exercice des
beroepstitel en van de uitoefening van de dienstverlenende professions intellectuelles prestataires de services ».
intellectuele beroepen ».
B.3.2. Zoals bepaald in artikel 8 van de kaderwet van 1 maart 1976, B.3.2. Tel qu'il était prévu à l'article 8 de la loi-cadre du 1er mars
bestond het beroep dat met name tegen de tuchtbeslissingen van de 1976, le recours ouvert notamment contre les décisions disciplinaires
kamers van beroep van een beroepsinstituut openstond, in een beroep des chambres d'appel d'un institut professionnel consistait en un
tot nietigverklaring bij de Raad van State. recours en annulation devant le Conseil d'Etat.
Tijdens de parlementaire voorbereiding van de voormelde wet van 15 Au cours des travaux préparatoires de la loi du 15 juillet 1985
juli 1985 diende de Regering echter een amendement in teneinde de précitée, le Gouvernement déposa toutefois un amendement afin de
wettigheidstoetsing van die beslissingen aan het Hof van Cassatie toe confier le contrôle de légalité de ces décisions à la Cour de
te vertrouwen. De Regering stelde : cassation. Selon le Gouvernement :
« De wettigheidstoetsing van de beslissingen van de kamers van beroep « C'est à la Cour de cassation qu'appartient le contrôle de légalité
en van de beroepsinstituten staat aan het Hof van Cassatie. sur les décisions des chambres d'appel et instituts professionnels.
De aard van het recht van de belanghebbenden eist immers de La nature du droit des intéressés requiert en effet la compétence des
bevoegdheid van de rechterlijke overheden. autorités judiciaires.
[...] [...]
De tussenkomst van het Hof van Cassatie is ter zake traditioneel : zij
is voorzien in de meerderheid van de wetten tot regeling van de L'intervention de la Cour de cassation est traditionnelle en la
uitoefening van vrije beroepen. matière : elle est prévue par la majorité des lois organisant
Het Hof heeft op dit gebied een samenhangende rechtspraak in het leven l'exercice des professions libérales.
geroepen; het zou uit het oogpunt van rechtszekerheid weinig opportuun La Cour a créé dans ce domaine une jurisprudence cohérente; il serait
zijn ze in gevaar te brengen » (Parl. St., Senaat, 1983-1984, nr. peu opportun du point de vue de la sécurité juridique de la mettre en
667/2, pp. 25-26). péril » (Doc. parl., Sénat, 1983-1984, n° 667/2, pp. 25-26).
Het amendement bepaalde eveneens dat de procedure van voorziening in L'amendement prévoyait également que la procédure du pourvoi en
cassatie wordt geregeld zoals in burgerlijke zaken. cassation était réglée comme en matière civile.
B.3.3. Dat amendement is artikel 8, § 6, van de kaderwet van 1 maart B.3.3. Cet amendement est devenu l'article 8, § 6, de la loi-cadre du
1976 en vervolgens artikel 9, § 7, van de in het geding zijnde wet geworden. 1er mars 1976 et, par la suite, l'article 9, § 7, de la loi en cause.
B.4.1. Het verschil in behandeling tussen bepaalde categorieën van B.4.1. La différence de traitement entre certaines catégories de
personen dat voortvloeit uit de toepassing van verschillende personnes qui découle de l'application de règles procédurales
procedureregels in verschillende omstandigheden houdt op zich geen différentes dans des circonstances différentes n'est pas
discriminatie in. Van discriminatie zou slechts sprake zijn indien het discriminatoire en soi. Il ne pourrait être question de discrimination
verschil in behandeling dat voortvloeit uit de toepassing van die que si la différence de traitement qui découle de l'application de ces
procedureregels een onevenredige beperking van de rechten van de règles de procédure entraînait une limitation disproportionnée des
daarbij betrokken personen met zich zou meebrengen. droits des personnes concernées.
B.4.2. Het cassatieberoep is een buitengewoon rechtsmiddel waardoor B.4.2. Le pourvoi en cassation est une voie de recours extraordinaire
een partij in de mogelijkheid wordt gesteld om, wegens schending van de wet of wegens verzuim van substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen, de vernietiging te vragen van een beslissing gewezen in laatste aanleg. B.4.3. Wanneer de wetgever, zoals met de in het geding zijnde bepaling, in de mogelijkheid voorziet om cassatieberoep in te stellen tegen de tuchtbeslissingen van een kamer van beroep van een beroepsinstituut, dan is hij niet verplicht om het instellen van dat cassatieberoep te onderwerpen aan dezelfde ontvankelijkheidsvoorwaarden als het instellen van een cassatieberoep in strafzaken. Die ontvankelijkheidsvoorwaarden mogen echter niet ertoe leiden dat het recht om in tuchtzaken cassatieberoep in te stellen op zodanige wijze wordt beperkt dat de kern ervan wordt aangetast. Dit zou het geval zijn wanneer de beperkingen geen wettig doel nastreven of indien er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het nagestreefde doel. Er is derhalve vereist dat de ontvankelijkheidsvoorwaarden niet leiden tot een onevenredige beperking van de bij de wet aan de partijen toegekende mogelijkheid om in tuchtzaken cassatieberoep in te stellen. permettant à une partie de demander l'annulation, pour contravention à la loi ou pour violation des formes, soit substantielles, soit prescrites à peine de nullité, de décisions rendues en dernier ressort. B.4.3. Lorsque le législateur prévoit la possibilité, comme par la disposition en cause, de former un pourvoi en cassation des décisions disciplinaires d'une chambre d'appel d'un institut professionnel, il n'est pas obligé de soumettre l'introduction de ce pourvoi en cassation aux mêmes conditions de recevabilité que l'introduction d'un pourvoi en cassation en matière pénale. Ces conditions de recevabilité ne peuvent cependant aboutir à restreindre le droit de former un pourvoi en cassation en matière disciplinaire, de manière telle que celui-ci s'en trouve atteint dans sa substance même. Tel serait le cas si les restrictions ne tendaient pas vers un but légitime ou s'il n'existait pas un rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés et le but visé. Il est donc requis que les conditions de recevabilité n'aient pas pour effet que la possibilité de se pourvoir en cassation en matière disciplinaire, que la loi donne aux parties, soit limitée de manière disproportionnée.
B.5.1. Doordat de wetgever de verplichting oplegt om een beroep te doen op het optreden van een advocaat bij het Hof van Cassatie teneinde op geldige wijze een voorziening in cassatie te kunnen instellen tegen een tuchtbeslissing gewezen door een kamer van beroep van een beroepsinstituut, heeft hij een maatregel genomen die in verband staat met de wettige doelstelling die erin bestaat zowel een toevloed van kennelijk niet-gegronde beroepen te verhinderen als, vanuit de zorg om de belangen van de rechtzoekende en de goede werking van de justitie, een hoge kwaliteit van de bij het Hof van Cassatie neergelegde proceduregeschriften te waarborgen. B.5.1. En imposant de recourir au ministère d'un avocat à la Cour de cassation pour pouvoir introduire valablement un pourvoi en cassation contre une décision disciplinaire rendue par une chambre d'appel d'un institut professionnel, le législateur a adopté une mesure en rapport avec l'objectif légitime consistant tant à empêcher l'afflux de recours manifestement non fondés qu'à garantir, dans le souci des intérêts du justiciable et du bon fonctionnement de la justice, une haute qualité aux écrits de procédure déposés devant la Cour de cassation.
B.5.2. De verplichting om een beroep te doen op een advocaat die is B.5.2. L'obligation de recourir au ministère d'un avocat inscrit au
ingeschreven op het tableau van de Orde van advocaten bij het Hof van tableau de l'Ordre des avocats à la Cour de cassation pour introduire
Cassatie teneinde een voorziening in tuchtzaken in te stellen, kan un pourvoi en matière disciplinaire peut se justifier en raison tant
worden verantwoord zowel door het buitengewone karakter als door de du caractère extraordinaire que de la portée spécifique et des effets
specifieke draagwijdte en de bijzondere gevolgen van dat rechtsmiddel. particuliers de cette voie de recours.
B.6. Gezien hetgeen is uiteengezet in B.5, kan het feit dat een tuchtrechtelijk veroordeelde persoon, naar het voorbeeld van de cassatieprocedure in burgerlijke zaken doch in tegenstelling tot de strafrechtelijk veroordeelde persoon, voor het indienen van een voorziening in cassatie een beroep moet doen op een advocaat bij het Hof van Cassatie, redelijkerwijs niet worden geacht de rechten van die partij op onevenredige wijze te beperken. Dat is des te meer het geval nu de wetgever een procedure van rechtsbijstand bij het Hof van Cassatie heeft opgezet teneinde te vermijden dat het verplichte optreden van een advocaat die is ingeschreven bij de Orde van advocaten bij het Hof van Cassatie, voor de tuchtrechtelijk veroordeelde persoon een onoverkomelijke of overdreven moeilijk te dragen financiële hinderpaal vormt. B.7. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof B.6. Compte tenu de ce qui est exposé en B.5, le fait qu'une personne condamnée disciplinairement ait dû, comme dans la procédure de cassation en matière civile mais contrairement à la personne condamnée pénalement, faire appel à un avocat à la Cour de cassation pour introduire un pourvoi en cassation ne saurait raisonnablement être considéré comme une restriction disproportionnée des droits de cette partie. Il en est d'autant plus ainsi que le législateur a mis sur pied une procédure d'assistance judiciaire auprès de la Cour de cassation afin d'éviter que le ministère obligatoire d'un avocat inscrit à l'Ordre des avocats à la Cour de cassation constitue un obstacle financier insurmontable ou exagérément difficile à supporter pour la personne condamnée disciplinairement. B.7. La question préjudicielle appelle une réponse négative. Par ces motifs, la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
Artikel 9, § 7, vierde lid, van de kaderwet betreffende de L'article 9, § 7, alinéa 4, de la loi-cadre relative aux professions
dienstverlenende intellectuele beroepen, gecodificeerd bij koninklijk intellectuelles prestataires de services, codifiée par l'arrêté royal
besluit van 3 augustus 2007, schendt de artikelen 10 en 11 van de du 3 août 2007, ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution
Grondwet niet, in zoverre het het optreden van een advocaat bij het en ce qu'il impose le ministère d'un avocat à la Cour de cassation.
Hof van Cassatie oplegt.
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise,
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 20 december 2012. la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 20 décembre 2012.
De griffier, Le greffier,
F. Meersschaut F. Meersschaut
De wnd. voorzitter, Le président f.f.,
J.-P. Snappe J.-P. Snappe
^