← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 136/2012 van 30 oktober 2012 Rolnummer 5272 In zake : de
prejudiciële vraag betreffende de artikelen 15, § 1, 1°, en 257, 4°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen
1992, gesteld door de Rechtbank van eerst Het Grondwettelijk Hof, samengesteld
uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de rechter(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 136/2012 van 30 oktober 2012 Rolnummer 5272 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 15, § 1, 1°, en 257, 4°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank van eerst Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de rechter(...) | Extrait de l'arrêt n° 136/2012 du 30 octobre 2012 Numéro du rôle : 5272 En cause : la question préjudicielle relative aux articles 15, § 1 er , 1°, et 257, 4°, du Code des impôts sur les revenus 1992, posée par le Tribunal de pr La Cour constitutionnelle, composée des présidents R. Henneuse et M. Bossuyt, et des juges A. Al(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 136/2012 van 30 oktober 2012 | Extrait de l'arrêt n° 136/2012 du 30 octobre 2012 |
Rolnummer 5272 | Numéro du rôle : 5272 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 15, § 1, 1°, | En cause : la question préjudicielle relative aux articles 15, § 1er, |
en 257, 4°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld | 1°, et 257, 4°, du Code des impôts sur les revenus 1992, posée par le |
door de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel. | Tribunal de première instance de Bruxelles. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de | composée des présidents R. Henneuse et M. Bossuyt, et des juges A. |
rechters A. Alen, J.-P. Snappe, E. Derycke, J. Spreutels en P. Nihoul, | Alen, J.-P. Snappe, E. Derycke, J. Spreutels et P. Nihoul, assistée du |
bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter R. Henneuse, | greffier F. Meersschaut, présidée par le président R. Henneuse, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij vonnis van 7 december 2011 in zake Pauline Devos tegen de | Par jugement du 7 décembre 2011 en cause de Pauline Devos contre |
Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is | l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le |
ingekomen op 20 december 2011, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te | 20 décembre 2011, le Tribunal de première instance de Bruxelles a posé |
Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : | la question préjudicielle suivante : |
« Schenden de artikelen 15, § 1, 1°, en 257, 4°, WIB 92, in samenhang | « Les articles 15, § 1er, 1°, et 257, 4°, CIR 92, en combinaison avec |
met artikel 2bis van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke | l'article 2bis de l'ordonnance de Bruxelles-Capitale du 23 juillet |
Gewest van 23 juli 1992 betreffende de onroerende voorheffing (zoals | 1992 relative au précompte immobilier (tel que modifiée par ordonnance |
gewijzigd bij ordonnantie van 13 april 1995), - geheel of voor een | du 13 avril 1995), violent-ils - en tout ou pour partie des conditions |
deel van de aan de vrijstelling van voorheffing gestelde voorwaarden - | |
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, ten aanzien van het oogmerk van | posées à l'exonération de précompte - les articles 10 et 11 de la |
die wettelijke regeling, in zoverre zij de volle eigenaar en de | Constitution, au regard de la finalité de ce système législatif, en ce |
vruchtgebruiker op dezelfde wijze behandelen ? ». | qu'ils traitent de même manière le plein-propriétaire et l'usufruitier ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. Artikel 257, 4°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 | B.1. L'article 257, 4°, du Code des impôts sur les revenus 1992 (CIR |
(WIB 1992) bepaalt : | 1992) dispose : |
« Op aanvraag van de belanghebbende wordt verleend : | « Sur la demande de l'intéressé, il est accordé : |
[...] | [...] |
4° kwijtschelding of proportionele vermindering van de onroerende | 4° remise ou modération proportionnelle du précompte immobilier dans |
voorheffing voor zover het belastbare kadastraal inkomen ingevolge | la mesure où le revenu cadastral imposable peut être réduit en vertu |
artikel 15 kan worden verminderd ». | de l'article 15 ». |
Artikel 15, § 1, van hetzelfde Wetboek bepaalt : | L'article 15, § 1er, du même Code dispose : |
« Het kadastraal inkomen wordt proportioneel verminderd naar | « Le revenu cadastral est réduit dans une mesure proportionnelle à la |
verhouding tot de duur en de omvang van de onproduktiviteit, van het | durée et à l'importance de l'improductivité, de l'absence de |
ontbreken van het genot van inkomsten of van het verlies ervan : | jouissance de revenus ou de la perte de ceux-ci : |
1° wanneer een niet gemeubileerd gebouwd onroerend goed in de loop van | 1° dans le cas où un immeuble bâti, non meublé, est resté totalement |
het jaar gedurende ten minste 90 dagen volstrekt niet in gebruik is | inoccupé et improductif de revenus pendant au moins 90 jours dans le |
genomen en volstrekt geen inkomsten heeft opgebracht; | courant de l'année; |
2° wanneer materieel en outillage geheel, of voor een gedeelte dat ten | 2° dans le cas où la totalité du matériel et de l'outillage, ou une |
minste 25 pct. van het kadastraal inkomen ervan vertegenwoordigt, in | partie de ceux-ci, représentant au moins 25 p.c. de leur revenu |
het jaar gedurende ten minste 90 dagen buiten werking zijn gebleven; | cadastral, est restée inactive pendant au moins 90 jours dans le courant de l'année; |
3° wanneer een onroerend goed of materieel en outillage geheel, of | 3° dans le cas où la totalité soit d'un immeuble, soit du matériel et |
voor een gedeelte dat ten minste 25 pct. van het kadastraal inkomen | de l'outillage, ou une partie de ceux-ci représentant au moins 25 p.c. |
ervan vertegenwoordigt, zijn vernield ». | de leur revenu cadastral respectif, est détruite ». |
B.2. Artikel 2bis van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke | B.2. L'article 2bis de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale |
Gewest van 23 juli 1992 betreffende de onroerende voorheffing, zoals | du 23 juillet 1992 relative au précompte immobilier, tel qu'il a été |
ingevoegd bij artikel 3 van de ordonnantie van 13 april 1995, bepaalt | inséré par l'article 3 de l'ordonnance du 13 avril 1995, dispose : |
: « In afwijking van artikel 257, 4° van het Wetboek van de | « Par dérogation à l'article 257, 4°, du Code des impôts sur les |
Inkomstenbelastingen 1992 wordt op het grondgebied van het Brussels | |
Hoofdstedelijk Gewest slechts een kwijtschelding of proportionele | revenus 1992, une remise ou modération proportionnelle du précompte |
vermindering van de onroerende voorheffing verleend onder de volgende | immobilier sur le territoire de la Région de Bruxelles-Capitale n'est |
voorwaarden : | accordée qu'aux conditions suivantes : |
1° dat het een gebouwd onroerend goed betreft dat niet gemeubileerd is | 1° qu'il s'agisse d'un bien immobilier bâti, non meublé, resté |
en dat in de loop van het jaar gedurende ten minste negentig dagen | totalement inoccupé et improductif de revenus pendant au moins nonante |
niet in gebruik is genomen en geen inkomsten heeft opgebracht; | jours dans le courant de l'année; |
2° dat het onder 1° bedoelde gebouw hetzij ongezond maar verbeterbaar | 2° que l'immeuble visé au 1° soit ou bien déclaré insalubre mais |
is verklaard, in de zin van artikel 6 van het besluit van de Brusselse | améliorable au sens de l'article 6 de l'arrêté de l'Exécutif de la |
Hoofdstedelijke Executieve van 29 maart 1990 betreffende de toekenning | Région de Bruxelles-Capitale du 29 mars 1990 relatif à l'octroi de |
van toelagen voor de renovatie van woningen aan natuurlijke personen, | primes pour la rénovation d'habitations au bénéfice des personnes |
physiques ou bien soit déclaré insalubre mais améliorable par le | |
hetzij door de gemeenteraad, krachtens artikel 119 van de nieuwe | conseil communal en vertu de l'article 119 de la nouvelle loi |
gemeentewet, of door de burgemeester, krachtens de artikelen 133 en | communale ou par le bourgmestre en vertu des articles 133 et 135 de |
135 van dezelfde wet, ongezond maar verbeterbaar is verklaard; | cette même loi; |
3° dat het gebouw na de werkzaamheden voldoet aan de minimale | 3° que cet immeuble réponde, après travaux, aux normes minimales |
bewoonbaarheidsnormen, omschreven in artikel 6 van hetzelfde besluit; | d'habitabilité prévues à l'article 6 de ce même arrêté; |
4° dat de belastingplichtige, bedoeld in artikel 251 van hetzelfde | 4° que le contribuable visé à l'article 251 du même code justifie |
wetboek een bewoning van het gebouw bewijst gedurende een | d'une occupation ininterrompue de neuf années. Les interruptions de |
ononderbroken periode van negen jaar. De onderbrekingen van maximaal | nonante jours au maximum sont considérées comme des occupations |
negentig dagen worden beschouwd als ononderbroken bewoning; | ininterrompues; |
5° dat de belastingplichtige aan de gewestelijke directeur van de | 5° que le contribuable remette au directeur régional de |
administratie van de directe belastingen, bevoegd voor de plaats waar | l'administration des contributions directes compétent pour le lieu où |
het ongezond verklaard maar verbeterbaar gebouw is gelegen, een attest | est situé l'immeuble déclaré insalubre mais améliorable, une |
bezorgt dat al naargelang het geval door de administratie voor | attestation délivrée par l'administration du logement de la Région de |
huisvesting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of door het gemeentebestuur is uitgereikt ». | Bruxelles-Capitale ou par l'administration communale selon le cas ». |
B.3. Aan het Hof wordt de vraag gesteld of de artikelen 15, § 1, 1°, | B.3. La Cour est interrogée sur le point de savoir si les articles 15, |
en 257, 4°, van het WIB 1992, in samenhang gelezen met het voormelde | § 1er, 1°, et 257, 4°, du CIR 1992, lus en combinaison avec l'article |
artikel 2bis van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke | |
Gewest van 23 juli 1992 betreffende de onroerende voorheffing, de | 2bis précité de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 23 |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden in zoverre zij de volle | juillet 1992, violent les articles 10 et 11 de la Constitution en ce |
eigenaar en de vruchtgebruiker van een ongezond pand op gelijke wijze behandelen. Uit de feiten die aanleiding hebben gegeven tot het geschil voor de verwijzende rechter en uit de motivering van het vonnis blijkt dat het Hof wordt verzocht de situatie van een vruchtgebruiker te vergelijken met die van een eigenaar die, gemakkelijker dan de eerstgenoemde, zou kunnen beantwoorden aan de voorwaarden voor een gedeeltelijke vermindering of een vrijstelling van de onroerende voorheffing, terwijl een vruchtgebruiker, in uitzonderlijke omstandigheden waarin de in het geding zijnde bepalingen niet voorzien, kan worden verhinderd om die voorwaarden te vervullen. B.4. Gebruik makend van zijn bevoegdheid om de vrijstellingen van de onroerende voorheffing te wijzigen, heeft de ordonnantiegever de kwijtschelding of proportionele vermindering van de onroerende voorheffing voor een gebouwd onroerend goed dat niet is gemeubileerd aan bijkomende voorwaarden onderworpen. Die kwijtschelding of proportionele vermindering voor panden die in de | qu'ils traitent de manière égale les pleins propriétaires et les usufruitiers d'immeubles insalubres. Les faits à l'origine du litige devant le juge a quo et la motivation du jugement font apparaître que la Cour est invitée à comparer la situation d'un usufruitier avec celle d'un propriétaire, lequel pourrait, plus facilement que le premier, répondre aux conditions de réduction partielle ou d'exonération du précompte immobilier, l'usufruitier, quant à lui, pouvant être empêché, dans des circonstances exceptionnelles non prévues par les dispositions en cause, de remplir ces conditions. B.4. Faisant usage de sa compétence pour modifier les exonérations du précompte immobilier, le législateur ordonnanciel a soumis à des conditions supplémentaires la remise ou la modération proportionnelle du précompte immobilier pour un immeuble bâti non meublé. Le législateur ordonnanciel a considéré cette remise ou modération proportionnelle pour les immeubles qui sont restés inoccupés pendant |
loop van het jaar gedurende minstens 90 dagen niet werden gebruikt, | au moins 90 jours dans le courant de l'année comme l'un des facteurs |
werd door de ordonnantiegever beschouwd als één van de factoren die de | qui ont contribué à la spéculation immobilière sur le territoire de la |
vastgoedspeculatie op het grondgebied van het Brusselse | |
Hoofdstedelijke Gewest in de hand heeft gewerkt « met nefaste gevolgen | Région de Bruxelles-Capitale « avec ses effets néfastes pour les |
voor de inwoners zoals onder andere de verhoging van de huurprijzen, | habitants tels que l'augmentation des loyers, la taudisation et |
de verkrotting en leegstand van de woningen » (Parl. St., Brusselse | l'abandon d'habitat » (Doc., Conseil de la Région de |
Hoofdstedelijke Raad, 1993-1994, A-319/1, p. 1). | Bruxelles-Capitale, 1993-1994, A-319/1, p. 1). |
Om die toestand te verhelpen, heeft de ordonnantiegever de | Afin de remédier à cette situation, il a limité la remise ou la |
kwijtschelding of proportionele vermindering van de onroerende | modération proportionnelle du précompte immobilier aux immeubles qui |
voorheffing beperkt tot de panden die ongezond maar verbeterbaar zijn | ont été déclarés insalubres mais améliorables et qui, à l'issue des |
verklaard en die na de werkzaamheden aan de minimale bewoonbaarheidsnormen voldoen. | travaux, satisfont aux normes minimales en matière d'habitabilité. |
Die beperking beoogt niet alleen de verkrotting tegen te gaan, zij wil | Cette restriction vise non seulement à lutter contre la taudisation, |
ook « een groot aantal eigenaars ertoe aanzetten om hun gebouwen en | mais elle entend aussi inciter « un nombre important de propriétaires |
appartementen sneller te huur te zetten ». In die zin moeten de in het | à mettre en location plus rapidement leurs immeubles et appartements |
geding zijnde bepalingen worden beschouwd « als een middel dat wordt | ». En ce sens, les dispositions en cause doivent être considérées « |
uitgewerkt om een doelstelling te bereiken die bij de laatste | comme un moyen mis en oeuvre afin d'atteindre un but inséré lors de la |
grondwetsherziening werd ingevoerd, met name het recht op een gepaste | dernière réforme constitutionnelle, à savoir le droit à un logement |
woning » (Parl. St., Brusselse Hoofdstedelijke Raad, 1993-1994, | décent » (Doc., Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale, 1993-1994, |
A-319/1, p. 2, en A-319/2, p. 3). | A-319/1, p. 2, et A-319/2, p. 3). |
B.5. In zijn arrest nr. 187/2002 van 19 december 2002 heeft het Hof | B.5. Par son arrêt n° 187/2002 du 19 décembre 2002, la Cour a jugé : |
geoordeeld : « B.8. Door de voormelde bijkomende voorwaarden worden bepaalde | « B.8. En raison des conditions supplémentaires précitées, certaines |
categorieën van eigenaars die voorheen in aanmerking kwamen voor de | catégories de propriétaires qui entraient auparavant en ligne de |
kwijtschelding of vermindering van de onroerende voorheffing omdat hun | compte pour la remise ou la modération du précompte immobilier parce |
pand in de loop van het jaar gedurende minstens 90 dagen niet werd gebruikt, daarvan uitgesloten. Het betreft de eigenaars van gezonde woningen, de eigenaars van ongezonde woningen die hun woning niet renoveren en de eigenaars van panden die niet voor bewoning maar voor andere doeleinden zijn bestemd. De uitsluiting van de eigenaars van gezonde leegstaande woningen is in overeenstemming met de doelstelling die erin bestaat de leegstand van woningen te bestrijden. De uitsluiting van de eigenaars van ongezonde leegstaande woningen die hun woning niet renoveren, is in overeenstemming met de betrachting om de verkrotting van woningen tegen te gaan. De uitsluiting van de eigenaars van panden die niet voor bewoning maar voor andere doeleinden zijn bestemd, is in overeenstemming met de bekommernis van de gewestelijke wetgever om in de eerste plaats de huisvesting in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest te verbeteren. B.9. Rekening houdend met de verplichting die op grond van artikel 23, derde lid, 3°, van de Grondwet voor de wetgevers, meer bepaald voor de gewestelijke wetgevers, geldt om het recht op een behoorlijke huisvesting te waarborgen, staat de beperking van de mogelijkheid tot kwijtschelding of proportionele vermindering van de onroerende | que leur immeuble était inoccupé pendant au moins 90 jours dans le courant de l'année, en sont exclues. Il s'agit des propriétaires d'habitations salubres, des propriétaires d'habitations insalubres qui ne les rénovent pas et des propriétaires d'immeubles qui ont une affectation autre que le logement. L'exclusion des propriétaires d'habitations inoccupées salubres est conforme à l'objectif qui consiste à lutter contre l'inoccupation d'habitations. L'exclusion des propriétaires d'habitations inoccupées insalubres qui ne rénovent pas leur habitation est conforme au souci de lutter contre la taudisation. L'exclusion des propriétaires d'immeubles qui ont une autre affectation que le logement est conforme au souci du législateur régional d'améliorer en premier lieu le logement en Région de Bruxelles-Capitale. B.9. Compte tenu de l'obligation que l'article 23, alinéa 3, 3°, de la Constitution a faite aux législateurs, et plus précisément aux législateurs régionaux, d'assurer le droit à un logement décent, la restriction apportée à la possibilité de remise ou de modération |
voorheffing in verband met de doelstellingen van de in het geding | proportionnelle du précompte immobilier est en rapport avec les |
zijnde maatregel ». | objectifs de la mesure litigieuse ». |
B.6.1. De verplichting tot betaling van de onroerende voorheffing, die | B.6.1. L'obligation qui pèse en l'espèce sur l'usufruitier de payer le |
te dezen op de vruchtgebruiker weegt, volgt uit artikel 251 van het WIB 1992, dat niet het voorwerp uitmaakt van de prejudiciële vraag en volgens hetwelk het kadastraal inkomen een element is van het inkomen van de persoon die het genot heeft van een onroerend goed, ongeacht overigens diens hoedanigheid van eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker. B.6.2. Daaruit volgt dat hetgeen het Hof heeft geoordeeld in zijn voormelde arrest nr. 187/2002, met verwijzing naar de situatie van eigenaars van onroerende goederen die in die hoedanigheid de onroerende voorheffing verschuldigd zijn, geldt voor de andere categorieën van belastingplichtigen inzake onroerende voorheffing | précompte immobilier découle de l'article 251 du CIR 1992, qui ne fait pas l'objet de la question préjudicielle, selon lequel le revenu cadastral est un élément du revenu de la personne qui jouit d'un bien immobilier, quelle que soit par ailleurs sa qualité de propriétaire, possesseur, emphytéote, superficiaire ou usufruitier. B.6.2. Il en résulte que ce que la Cour a jugé par son arrêt n° 187/2002 précité, en se référant à la situation de propriétaires de biens immobiliers redevables du précompte immobilier en cette qualité, vaut pour les autres catégories de redevables du précompte immobilier |
vastgelegd in artikel 251 van het WIB 1992 en, meer bepaald, voor de | définies à l'article 251 du CIR 1992 et, notamment, pour les personnes |
personen die met betrekking tot de onroerende goederen een recht op | qui détiennent sur les biens immobiliers un droit d'usufruit. |
vruchtgebruik bezitten. | |
B.7.1. Het verschil in behandeling tussen de eigenaar van een ongezond | B.7.1. La différence de traitement entre le propriétaire d'un immeuble |
pand en de vruchtgebruiker van een soortgelijk pand, gaat niet terug | insalubre et l'usufruitier d'un immeuble semblable n'a pas pour |
op de in het geding zijnde bepalingen, maar op specifieke | origine les dispositions en cause mais des circonstances particulières |
omstandigheden die te dezen te maken hebben met de persoonlijke | tenant, en l'espèce, à la situation personnelle des deux titulaires du |
situatie van de twee houders van het gesplitste eigendomsrecht. | droit de propriété démembré. |
B.7.2. Wanneer die omstandigheden te maken hebben met de persoonlijke | B.7.2. Lorsque ces circonstances tiennent aux relations personnelles |
relatie tussen de vruchtgebruiker en de eigenaar, regelt het | entre l'usufruitier et le propriétaire, le Code civil règle les |
Burgerlijk Wetboek de respectieve verplichtingen van de ene en de | obligations respectives de l'un et de l'autre, relatives aux |
andere met betrekking tot de herstellingen aan het pand (artikelen 605 | réparations de l'immeuble (articles 605 et 606 du Code civil). |
en 606 van het Burgerlijk Wetboek). | |
Bovendien bepaalt artikel 599 van het Burgerlijk Wetboek dat de | En outre, l'article 599 du Code civil dispose que le propriétaire ne |
eigenaar geen afbreuk mag doen aan de rechten van de vruchtgebruiker | |
die, wanneer de blote eigendom behoort aan de afstammelingen van de | peut nuire aux droits de l'usufruitier, lequel peut, quand la |
langstlevende echtgenoot - zoals dat het geval is in de aan de | nue-propriété appartient aux descendants du conjoint survivant - comme |
verwijzende rechter voorgelegde zaak -, kan vorderen dat het | c'est le cas en l'espèce soumise au juge a quo -, demander la |
vruchtgebruik wordt omgezet overeenkomstig artikel 745quater, § 1, van | conversion de l'usufruit conformément à l'article 745quater, § 1er, du |
hetzelfde Wetboek. | même Code. |
B.7.3. Indien de fiscale wetgever rekening had moeten houden met de | B.7.3. Si le législateur fiscal avait dû tenir compte des |
bovenvermelde omstandigheden, die het voorwerp uitmaken van een | circonstances évoquées ci-dessus, qui font l'objet d'une |
regelgeving van burgerlijk recht, dan had hij redelijkerwijs niet de | réglementation en droit civil, il n'aurait pu raisonnablement |
in B.4 en B.5 vermelde doelstellingen kunnen bereiken. | atteindre les objectifs rappelés en B.4 et B.5. |
B.8. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.8. La question préjudicielle appelle une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
De artikelen 15, § 1, 1°, en 257, 4°, van het Wetboek van de | Les articles 15, § 1er, 1°, et 257, 4°, du Code des impôts sur les |
inkomstenbelastingen 1992, in samenhang gelezen met artikel 2bis van | revenus 1992, lus en combinaison avec l'article 2bis de l'ordonnance |
de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 23 juli | de la Région de Bruxelles-Capitale du 23 juillet 1992 relative au |
1992 betreffende de onroerende voorheffing, schenden de artikelen 10 | précompte immobilier, ne violent pas les articles 10 et 11 de la |
en 11 van de Grondwet niet. | Constitution. |
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 30 oktober 2012, | la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 30 octobre 2012, |
door rechter J.-P. Snappe, waarnemend voorzitter ter vervanging van | par le juge J.-P. Snappe, faisant fonction de président en |
voorzitter R. Henneuse, wettig verhinderd. | remplacement du président R. Henneuse, légitimement empêché. |
De griffier, | Le greffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
De wnd. voorzitter, | Le président f.f., |
J.-P. Snappe | J.-P. Snappe |