← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 118/2012 van 10 oktober 2012 Rolnummer 5259 In zake : de
prejudiciële vragen betreffende artikel 205, § 3, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen
1992, de wet van 19 september 1996 « houdende instemming van Het Grondwettelijk Hof, samengesteld
uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechter(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 118/2012 van 10 oktober 2012 Rolnummer 5259 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 205, § 3, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, de wet van 19 september 1996 « houdende instemming van Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechter(...) | Extrait de l'arrêt n° 118/2012 du 10 octobre 2012 Numéro du rôle : 5259 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 205, § 3, du Code des impôts sur les revenus 1992, à la loi du 19 septembre 1996 « portant assentiment La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges L. La(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 118/2012 van 10 oktober 2012 | Extrait de l'arrêt n° 118/2012 du 10 octobre 2012 |
Rolnummer 5259 | Numéro du rôle : 5259 |
In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 205, § 3, van het | En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 205, § |
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, de wet van 19 september 1996 | 3, du Code des impôts sur les revenus 1992, à la loi du 19 septembre |
« houdende instemming van de Aanvullende Overeenkomst ondertekend te | 1996 « portant assentiment à la Convention additionnelle signée à |
Brussel op 20 april 1994 tot wijziging van de Overeenkomst en tot | Bruxelles le 20 avril 1994, modifiant la Convention et supprimant le |
opheffing van het Protocol tussen de Republiek Korea en het Koninkrijk | Protocole entre la République de Corée et le Royaume de Belgique |
België tot vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van | tendant à éviter la double imposition et à prévenir l'évasion fiscale |
het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, | |
ondertekend te Brussel op 29 augustus 1977 » en de wet van 19 | en matière d'impôts sur le revenu, signés à Bruxelles le 29 août 1977 |
september 1996 « houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het | » et à la loi du 19 septembre 1996 « portant approbation de la |
Koninkrijk België en de Republiek Venezuela tot het vermijden van | Convention entre le Royaume de Belgique et la République du Venezuela |
dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting | tendant à éviter les doubles impositions et à prévenir l'évasion |
inzake belastingen naar het inkomen, en Protocol, ondertekend te | fiscale en matière d'impôts sur le revenu et [du] Protocole, signé[s] |
Brussel op 22 april 1993 », gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. | à Bruxelles le 22 avril 1993 », posées par la Cour d'appel d'Anvers. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de | composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges L. |
rechters L. Lavrysen, J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels en P. | Lavrysen, J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels et P. Nihoul, |
Nihoul, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder | assistée du greffier F. Meersschaut, présidée par le président M. |
voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, | Bossuyt, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Objet des questions préjudicielles et procédure |
Bij arrest van 22 november 2011 in zake de nv « Agfa-Gevaert » tegen | Par arrêt du 22 novembre 2011 en cause de la SA « Agfa-Gevaert » |
(1) de Belgische Staat, FOD Financiën, Administratie der directe | contre (1) l'Etat belge, SPF Finances, Administration des |
belastingen, minister van Financiën, en (2) de Belgische Staat, FOD | contributions directes, ministre des Finances, et (2) l'Etat belge, |
Financiën, gewestelijk directeur van de directe belastingen Antwerpen | SPF Finances, directeur régional des contributions directes d'Anvers |
2, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 29 | 2, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 29 novembre |
november 2011, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de volgende | 2011, la Cour d'appel d'Anvers a posé les questions préjudicielles |
prejudiciële vragen gesteld : | suivantes : |
« 1. Schendt het artikel 205, § 3 WIB92, ingevoerd door de wet van 21 | « 1. L'article 205, § 3, du CIR 1992, inséré par la loi du 21 décembre |
december 2009 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in de mate dat de | 2009, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution dans la |
in artikel 202, § 1, 1° en 3° van voornoemd wetboek bedoelde | |
inkomsten, tot 95 % van hun bedrag, verleend of toegekend door een in | mesure où les revenus, à concurrence de 95 % de leur montant, visés à |
l'article 202, § 1er, 1° et 3°, du Code précité, alloués ou attribués | |
paragraaf 2, derde lid bedoelde vennootschap, niet kunnen worden | par une société visée au paragraphe 2, alinéa 3, ne peuvent être |
afgetrokken bij gebreke aan voldoende winst indien deze | déduits à défaut de bénéfices suffisants si cette société filiale |
dochtervennootschap niet gevestigd is in een lidstaat van de Europese | n'est pas établie dans un Etat membre de l'Union européenne, alors que |
Unie, terwijl deze overdracht van DBI-overschotten wel toegelaten is | ce report d'excédents de RDT est autorisé si les revenus précités sont |
indien de voornoemde inkomsten worden uitgekeerd door een | distribués par une société filiale établie dans un Etat membre de |
dochtervennootschap gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie ? | l'Union européenne ? |
2. Schendt het artikel 205, § 3 WIB92, samen gelezen met de artikelen | 2. L'ar ticle 205, § 3, du CIR 1992, combiné avec les articles 63 et |
63 en 64 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie | 64 du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne, viole-t-il |
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in de mate dat een Belgische | les articles 10 et 11 de la Constitution dans la mesure où une société |
moedervennootschap die dividenden ontvangt van een dochtervennootschap | mère belge qui reçoit des dividendes d'une société filiale établie en |
gevestigd in Zuid-Korea en Venezuela, waarin zij een directe | Corée du Sud et au Venezuela, dans laquelle elle détient un |
investering aanhoudt, geen recht heeft om de DBI-overschotten | investissement direct, n'a pas le droit de reporter les excédents de |
afkomstig van deze dividenden over te dragen, terwijl de | RDT provenant de ces dividendes, alors que la reportabilité des |
overdraagbaarheid van DBI-overschotten wel toelaatbaar zou zijn | excédents de RDT serait admissible si cette même société mère belge |
wanneer diezelfde Belgische moedervennootschap dividenden ontvangt van | |
een dochtervennootschap gevestigd in Zuid-Korea en Venezuela, waarin | recevait des dividendes d'une société filiale établie en Corée du Sud |
zij een indirecte investering aanhoudt ? | et au Venezuela dans laquelle elle détient un investissement indirect |
3. Schendt de wet van 19 september 1996 houdende goedkeuring van de | ? 3. La loi du 19 septembre 1996 portant assentiment à la Convention |
Aanvullende Overeenkomst van 20 april 1994 tussen het Koninkrijk | additionnelle du 20 avril 1994 entre le Royaume de Belgique et la |
België en de Republiek Korea tot het vermijden van dubbele belasting | République de Corée tendant à éviter la double imposition et à |
en tot het voorkomen van het ontgaan van belastingen met betrekking | prévenir l'évasion fiscale en matière d'impôts sur le revenu, |
tot belastingen naar het inkomen, daarin vervat het artikel 22, § 2, | |
(c), de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre deze bepalingen | contenant l'article 22, § 2, (c), viole-t-elle les articles 10 et 11 |
leiden tot de niet-overdracht van DBI-overschotten afkomstig van | de la Constitution en ce que ces dispositions entraînent le non-report |
dividenden van een vennootschap gevestigd in de Republiek Korea | des excédents de RDT provenant de dividendes d'une société établie |
conform artikel 205, § 2 WIB92 juncto 77 KB/WIB92, terwijl dergelijk | dans la République de Corée, conformément à l'article 205, § 2, du CIR |
1992 combiné avec l'article 77 de l'AR/CIR 1992, alors qu'un tel | |
overdracht van DBI-overschotten van dividenden afkomstig van een | report d'excédents de RDT en rapport avec des dividendes provenant |
Belgische dochtervennootschap wel toelaatbaar is ? | d'une société filiale belge est quant à lui admissible ? |
4. Schendt de wet van 19 september 1996 houdende goedkeuring van de | 4. La loi du 19 septembre 1996 portant approbation de la Convention |
Aanvullende Overeenkomst [lees : van de Overeenkomst] van 22 april | additionnelle [lire : de la Convention] du 22 avril 1993 entre le |
1993 tussen het Koninkrijk België en de Republiek Venezuela tot het | Royaume de Belgique et la République du Venezuela tendant à éviter les |
vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan | doubles impositions et à prévenir l'évasion fiscale en matière |
van belastingen met betrekking tot belastingen naar het inkomen, | d'impôts sur le revenu, contenant l'article 23, § 2, c), viole-t-elle |
daarin vervat het artikel 23, § 2, c), de artikelen 10 en 11 van de | les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que ces dispositions |
Grondwet in zoverre deze bepalingen leiden tot de niet-overdracht van | entraînent le non-report des excédents de RDT provenant de dividendes |
DBI-overschotten afkomstig van dividenden van een vennootschap | d'une société établie dans la République du Venezuela, conformément à |
gevestigd in de Republiek Venezuela conform artikel 205, § 2 WIB92 | l'article 205, § 2, du CIR 1992 combiné avec l'article 77 de l'AR/CIR |
juncto 77 KB/WIB92, terwijl dergelijk overdracht van DBI-overschotten | 1992, alors qu'un tel report d'excédents de RDT en rapport avec des |
van dividenden afkomstig van een Belgische dochtervennootschap wel | dividendes provenant d'une société filiale belge est quant à lui |
toelaatbaar is ? ». | admissible ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. Krachtens artikel 202 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen | B.1. En vertu de l'article 202 du Code des impôts sur les revenus 1992 |
1992 (WIB 1992) kunnen de dividenden die een vennootschap ontvangt, in | (CIR 1992), les dividendes qu'une société perçoit peuvent en principe |
beginsel als definitief belaste inkomsten (DBI) van de winst van het | être déduits au titre de revenus définitivement taxés (RDT) du |
belastbare tijdperk worden afgetrokken (DBI-aftrek). | bénéfice réalisé sur la période imposable (déduction des RDT). |
Het zogenaamde DBI-stelsel, zoals het is geregeld bij de artikelen 202 | Le régime dit des RDT, tel qu'il est organisé par les articles 202 à |
tot 205 van het WIB 1992, is een corrigerend mechanisme dat ertoe | 205 du CIR 1992, est un mécanisme correcteur qui tend à éviter la |
strekt de economische dubbele belasting van de dividenden te | double imposition économique des dividendes. |
voorkomen. B.2. De prejudiciële vragen hebben betrekking op bepalingen die de | B.2. Les questions préjudicielles concernent des dispositions qui |
overdraagbaarheid van het DBI-overschot beperken, dat zijn de DBI die | limitent la possibilité de reporter l'excédent de RDT, c'est-à-dire |
bij gebrek aan voldoende winst tijdens het belastbare tijdperk niet | les RDT qui n'entrent pas en ligne de compte pour une déduction, faute |
voor aftrek in aanmerking komen. Het gaat meer bepaald om artikel 205, | de bénéfice suffisant au cours de la période imposable. Il s'agit plus |
§ 3, van het WIB 1992 en om twee wetten houdende goedkeuring van een | précisément de l'article 205, § 3, du CIR 1992 et de deux lois portant |
bilateraal belastingverdrag. | assentiment à des conventions fiscales bilatérales. |
B.3.1. Artikel 205, § 3, van het WIB 1992, zoals ingevoegd bij artikel | B.3.1. L'article 205, § 3, du CIR 1992, tel qu'il a été inséré par |
8 van de wet van 21 december 2009 en vóór de wijziging bij artikel 45, | l'article 8 de la loi du 21 décembre 2009 et avant sa modification par |
3°, van de wet van 14 april 2011, bepaalde : | l'article 45, 3°, de la loi du 14 avril 2011, disposait : |
« De in artikel 202, § 1, 1° en 3°, bedoelde inkomsten, tot 95 pct. | « Les revenus, à concurrence de 95 p.c. de leur montant, visés à |
van hun bedrag, verleend of toegekend door een in paragraaf 2, derde | l'article 202, § 1er, 1° et 3°, alloués ou attribués par une société |
lid, bedoelde dochteronderneming gevestigd in een lidstaat van de | filiale visée au paragraphe 2, alinéa 3, et établie dans un Etat |
Europese Unie, die niet kunnen worden afgetrokken, mogen naar volgende | membre de l'Union européenne, qui n'ont pu être déduits peuvent être |
belastbare tijdperken worden overgedragen ». | reportés sur les exercices d'imposition postérieurs ». |
Onder « dochteronderneming » wordt verstaan de dochteronderneming | Par « société filiale », il fallait entendre la société filiale telle |
zoals ze werd omschreven in de richtlijn 90/435/EEG van de Raad van 23 | qu'elle était définie par la directive 90/435/CEE du Conseil du 23 |
juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor | juillet 1990 concernant le régime fiscal commun applicable aux |
moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende | sociétés mères et filiales d'Etats membres différents. Conformément à |
lidstaten. Overeenkomstig artikel 3, lid 1, onder a, van die richtlijn | l'article 3, paragraphe 1, point a), de cette directive, la qualité de |
werd de hoedanigheid van moedermaatschappij toegekend aan iedere | société mère était reconnue à toute société d'un Etat membre qui |
vennootschap van een lidstaat die aan de voorwaarden van artikel 2 van | remplit les conditions énoncées à l'article 2 de cette directive et |
qui détient, dans le capital d'une société d'un autre Etat membre | |
deze richtlijn voldoet en die een deelneming van ten minste 20 pct. | remplissant les mêmes conditions, une participation minimale de 20 % . |
bezit in het kapitaal van een vennootschap van een andere lidstaat die | Conformément à l'article 3, paragraphe 1, point b), de cette même |
aan dezelfde voorwaarden voldoet. Een dochteronderneming is, | directive, on entend par « société filiale » la société dans le |
overeenkomstig artikel 3, lid 1, onder b, van dezelfde richtlijn, de | |
vennootschap in het kapitaal waarvan de voormelde deelneming wordt | capital de laquelle la participation précitée est détenue. |
gehouden. B.3.2. Artikel 205, § 3, van het WIB 1992 doet een verschil in | B.3.2. L'article 205, § 3, du CIR 1992 fait naître une différence de |
behandeling ontstaan tussen een vennootschap die dividenden ontvangt | traitement entre une société qui perçoit des dividendes d'une société |
van een in de Europese Unie gevestigde dochteronderneming en een | filiale établie au sein de l'Union européenne et une société qui |
vennootschap die dividenden ontvangt van een buiten de Europese Unie | perçoit des dividendes d'une société filiale établie en dehors de |
gevestigde dochteronderneming. De eerstgenoemde vennootschap kan het | l'Union européenne. La première peut reporter l'excédent de RDT sur |
DBI-overschot overdragen naar volgende belastbare tijdperken, terwijl | des périodes imposables suivantes, alors que la seconde ne le peut pas. |
de laatstgenoemde vennootschap dat niet kan. Dat verschil in behandeling vormt het voorwerp van de eerste | Cette différence de traitement constitue l'objet de la première |
prejudiciële vraag. | question préjudicielle. |
B.3.3. Dezelfde bepaling doet, in samenhang gelezen met de artikelen | |
63 en 64 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, | B.3.3. La même disposition, combinée avec les articles 63 et 64 du |
tevens een verschil in behandeling ontstaan tussen een vennootschap | Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne, fait également |
die dividenden ontvangt van een (buiten de Europese Unie gevestigde) | naître une différence de traitement entre une société qui perçoit des |
vennootschap waarin zij een directe investering aanhoudt en een vennootschap die dividenden ontvangt van een (buiten de Europese Unie gevestigde) vennootschap waarin zij een indirecte investering aanhoudt. De eerstgenoemde vennootschap kan het DBI-overschot niet overdragen naar volgende belastbare tijdperken, terwijl de laatstgenoemde vennootschap dat wel zou kunnen. Dat verschil in behandeling vormt het voorwerp van de tweede prejudiciële vraag. B.3.4. Aangezien de eerste en de tweede vraag dezelfde bepaling betreffen, worden zij samen onderzocht. | dividendes d'une société (établie en dehors de l'Union européenne) dans laquelle elle détient un investissement direct et une société qui perçoit des dividendes d'une société (établie en dehors de l'Union européenne) dans laquelle elle détient un investissement indirect. La première ne peut reporter l'excédent de RDT sur les périodes imposables suivantes, alors que la seconde pourrait le faire. Cette différence de traitement constitue l'objet de la deuxième question préjudicielle. B.3.4. Etant donné que les première et deuxième questions préjudicielles concernent la même disposition, elles sont examinées conjointement. |
B.4.1. De in het geding zijnde instemmingswetten zijn (1) de wet van | B.4.1. Les lois d'assentiment en cause sont (1) la loi du 19 septembre |
19 september 1996 houdende instemming van de Aanvullende Overeenkomst | 1996 « portant assentiment à la Convention additionnelle signée à |
ondertekend te Brussel op 20 april 1994 tot wijziging van de | Bruxelles le 20 avril 1994, modifiant la Convention et supprimant le |
Overeenkomst en tot opheffing van het Protocol tussen de Republiek | Protocole entre la République de Corée et le Royaume de Belgique |
Korea en het Koninkrijk België tot vermijden van dubbele belasting en | tendant à éviter la double imposition et à prévenir l'évasion fiscale |
tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen | |
naar het inkomen, ondertekend te Brussel op 29 augustus 1977, en (2) | en matière d'impôts sur le revenu, signés à Bruxelles le 29 août 1977 |
de wet van 19 september 1996 houdende goedkeuring van de Overeenkomst | » et (2) la loi du 19 septembre 1996 « portant approbation de la |
tussen het Koninkrijk België en de Republiek Venezuela tot het | Convention entre le Royaume de Belgique et la République du Venezuela |
vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan | tendant à éviter les doubles impositions et à prévenir l'évasion |
van belasting inzake belastingen naar het inkomen, en Protocol, | fiscale en matière d'impôts sur le revenu et [du] Protocole, signé [s] |
ondertekend te Brussel op 22 april 1993. | à Bruxelles le 22 avril 1993 ». |
B.4.2. Het Hof kan een instemmingswet niet op zinvolle wijze toetsen | B.4.2. La Cour ne peut utilement contrôler une loi d'assentiment à un |
zonder de inhoud van de relevante bepalingen van de goedgekeurde | traité sans impliquer dans son examen le contenu des dispositions |
verdragen in zijn onderzoek te betrekken. | pertinentes de ce traité. |
Artikel 22, § 2, c), van het eerste verdrag bepaalt : | L'article 22, § 2, c), de la première convention dispose : |
« Indien een vennootschap die inwoner is van België aandelen of delen | « Lorsqu'une société qui est un résident de la Belgique a la propriété |
in eigendom bezit van een vennootschap op aandelen die inwoner is van | |
Korea, worden de dividenden die haar door de laatstbedoelde | d'actions ou parts d'une société par actions qui est un résident de la |
vennootschap worden betaald, in België vrijgesteld van de | Corée, les dividendes qui lui sont payés par cette dernière société |
vennootschapsbelasting op de voorwaarden en binnen de grenzen die in | sont exemptés de l'impôt des sociétés en Belgique, dans les conditions |
de Belgische wetgeving zijn bepaald ». | et limites prévues par la législation belge ». |
Artikel 23, § 2, c), van het tweede verdrag bepaalt : | L'article 23, § 2, c), de la seconde convention dispose : |
« Dividenden verkregen door een vennootschap die inwoner is van België | « Les dividendes qu'une société qui est un résident de la Belgique |
van een vennootschap die inwoner is van Venezuela, en die in Venezuela | reçoit d'une société qui est un résident du Venezuela, et qui sont |
ingevolge artikel 10, paragraaf 2, mogen worden belast, worden in | imposables au Venezuela conformément à l'article 10, paragraphe 2, |
België vrijgesteld van de vennootschapsbelasting op de voorwaarden en | sont exemptés de l'impôt des sociétés en Belgique dans les conditions |
binnen de grenzen die in de Belgische wetgeving zijn bepaald ». | et limites prévues par la législation belge ». |
B.4.3. Die bepalingen doen, doordat zij refereren aan de voorwaarden | B.4.3. En ce qu'elles renvoient aux conditions prévues par la |
die in de Belgische wetgeving zijn bepaald, een verschil in | législation belge, ces dispositions font naître une différence de |
behandeling ontstaan tussen een vennootschap die dividenden ontvangt | traitement entre une société qui reçoit des dividendes d'une société |
van een in de Republiek Korea of Venezuela gevestigde | filiale établie en République de Corée ou au Venezuela et une société |
dochteronderneming en een vennootschap die dividenden ontvangt van een in België gevestigde dochteronderneming. De eerstgenoemde vennootschap kan het DBI-overschot niet overdragen naar volgende belastbare tijdperken, terwijl de laatstgenoemde vennootschap dat wel kan. Dat verschil in behandeling vormt het voorwerp van de derde en vierde prejudiciële vraag. Aangezien die vragen soortgelijke bepalingen betreffen, worden zij samen onderzocht. Ten aanzien van de eerste en de tweede prejudiciële vraag B.5.1. Bij wet van 21 december 2009 werd aan artikel 205 van het WIB 1992 een derde paragraaf toegevoegd om het DBI-stelsel in overeenstemming te brengen met de richtlijn 90/435/EEG van de Raad van | qui reçoit des dividendes d'une société filiale établie en Belgique. La première ne peut reporter l'excédent de RDT sur les périodes imposables suivantes, alors que la seconde peut le faire. Cette différence de traitement constitue l'objet des troisième et quatrième questions préjudicielles. Etant donné qu'elles concernent des dispositions similaires, ces questions sont examinées conjointement. Quant aux première et deuxième questions préjudicielles B.5.1. La loi du 21 décembre 2009 a ajouté un troisième paragraphe à l'article 205 du CIR 1992, afin de mettre le régime des RDT en |
23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor | conformité avec la directive 90/435/CEE du Conseil du 23 juillet 1990 |
moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende | concernant le régime fiscal commun applicable aux sociétés mères et |
lidstaten. | filiales d'Etats membres différents. |
Die richtlijn beoogde de hergroeperingen van vennootschappen uit | Cette directive tendait à favoriser les regroupements de sociétés |
verschillende lidstaten te bevorderen, inzonderheid door de fiscale | d'Etats membres différents, en particulier en éliminant les |
nadelen op te heffen die groepen van vennootschappen uit verschillende | désavantages fiscaux subis par les groupes de sociétés d'Etats membres |
lidstaten ondervinden ten opzichte van groepen van vennootschappen uit | différents par rapport aux groupes de sociétés d'un même Etat membre. |
dezelfde lidstaat. | |
B.5.2. Artikel 4 van de voormelde richtlijn bepaalde : | B.5.2. L'article 4 de la directive précitée disposait : |
« 1. Wanneer een moedermaatschappij als deelgerechtigde van haar | « 1. Lorsqu'une société mère reçoit, à titre d'associée de sa société |
dochteronderneming uitgekeerde winst ontvangt, anders dan bij de | filiale, des bénéfices distribués autrement qu'à l'occasion de la |
liquidatie van de dochteronderneming, moet de lidstaat van de moedermaatschappij : | liquidation de celle-ci, l'Etat de la société mère : |
- of wel zich onthouden van het belasten van deze winst; | - soit s'abstient d'imposer ces bénéfices, |
- of wel de winst belasten, maar in dat geval de moedermaatschappij | - soit les impose, tout en autorisant cette société à déduire du |
toestaan dat gedeelte van de belasting van de dochteronderneming dat | montant de son impôt la fraction de l'impôt de la filiale afférente à |
op deze winst betrekking heeft van haar eigen belasting af te trekken | |
en, in voorkomend geval, het bedrag dat, ingevolge de | ces bénéfices et, le cas échéant, le montant de la retenue à la source |
uitzonderingsbepalingen van artikel 5, door de lidstaat waar de | perçue par l'Etat membre de résidence de la filiale en application des |
dochteronderneming gevestigd is aan de bron is ingehouden, zulks | |
binnen de grenzen van het bedrag van de overeenstemmende nationale belasting. | dispositions dérogatoires de l'article 5, dans la limite du montant de |
2. Iedere lidstaat blijft evenwel bevoegd om te bepalen dat lasten die | l'impôt national correspondant. |
betrekking hebben op de deelneming en waardeverminderingen die | 2. Toutefois, tout Etat membre garde la faculté de prévoir que des |
voortvloeien uit de uitkering van de winst van de dochteronderneming, | charges se rapportant à la participation et des moins-values résultant |
niet aftrekbaar zijn van de belastbare winst van de | de la distribution des bénéfices de la société filiale ne sont pas |
moedermaatschappij. Indien in dit geval de kosten van beheer met | déductibles du bénéfice imposable de la société mère. Si, dans ce cas, |
betrekking tot de deelneming forfaitair worden vastgesteld, mag het | les frais de gestion se rapportant à la participation sont fixés |
forfaitaire bedrag niet meer dan 5 % bedragen van de door de | forfaitairement, le montant forfaitaire ne peut excéder 5 % des |
dochteronderneming uitgekeerde winst. | bénéfices distribués par la société filiale. |
[...] ». | [...] ». |
B.5.3. De voormelde richtlijn is in het Belgisch recht omgezet bij wet | B.5.3. La directive précitée a été transposée en droit belge par la |
van 23 oktober 1991, waarbij het bestaande DBI-stelsel werd gewijzigd | loi du 23 octobre 1991, qui a modifié le régime existant des RDT et a |
en het bedrag van de ontvangen dividenden dat van de | |
belastinggrondslag van de moedervennootschap kan worden afgetrokken, is vastgesteld op 95 percent. | fixé à 95 % le montant des dividendes perçus pouvant être déduits de |
Hoewel de voormelde richtlijn daar niet toe verplichtte, heeft de | la base imposable de la société mère. |
wetgever de DBI-aftrek niet beperkt tot de dividenden ontvangen van | Même si la directive précitée ne l'y obligeait pas, le législateur n'a |
een in de Europese Unie gevestigde dochteronderneming. Tijdens de | pas limité la déduction des RDT aux dividendes perçus d'une société |
filiale établie dans l'Union européenne. Au cours des travaux | |
parlementaire voorbereiding werd gepreciseerd dat « de maatregelen | préparatoires, il a été précisé que les « mesures d'élimination de la |
inzake D.B.I. ter voorkoming van dubbele belastingen [...] zowel voor | double imposition par le régime des R.D.T. s'appliquent tant aux flux |
binnenlandse als voor grensoverschrijdende - zowel in de E.E.G. als | de dividendes internes au pays, qu'aux flux en provenance de la C.E.E. |
daarbuiten - dividendenoverdrachten [gelden] » (Parl. St., Senaat, 1991-1992, nr. 1454/2, p. 3). | ou hors C.E.E. » (Doc. parl., Sénat, 1991-1992, n° 1454-2, p. 3). |
De wetgever heeft, eveneens ongeacht de oorsprong van de dividenden, | Le législateur a, ici aussi quelle que soit la provenance des |
de overdraagbaarheid van het DBI-overschot naar volgende belastbare | dividendes, exclu la possibilité de reporter l'excédent de RDT sur les |
tijdperken uitgesloten. Op die manier werden dividenden enkel | périodes imposables suivantes. De cette manière, les dividendes |
vrijgesteld van belasting wanneer er andere belastbare winst aanwezig | étaient uniquement exonérés d'impôt lorsqu'il existait un autre |
is en werd de belastingvrijstelling van dividenden in werkelijkheid | bénéfice imposable, et l'exonération fiscale des dividendes était en |
afhankelijk gemaakt van een voorwaarde die niet in de richtlijn is | réalité subordonnée à une condition non prévue dans la directive. |
voorzien. B.5.4. In het arrest Cobelfret van 12 februari 2009 (C-138/07) heeft | B.5.4. Dans l'arrêt Cobelfret du 12 février 2009 (C-138/07), la Cour |
het Hof van Justitie die laatstgenoemde voorwaarde afgewezen. Meer | de justice a censuré cette dernière condition. Plus précisément, la |
bepaald heeft het Hof voor recht verklaard dat artikel 4, lid 1, | Cour a dit pour droit que l'article 4, paragraphe 1, premier tiret, de |
eerste streepje, van richtlijn 90/435/EEG aldus moet worden uitgelegd | la directive 90/435/CEE doit être interprété en ce sens « qu'il |
« dat het zich verzet tegen een wettelijke regeling van een lidstaat | s'oppose à la réglementation d'un Etat membre [...] qui prévoit que |
[...], die bepaalt dat de door een moedermaatschappij ontvangen | les dividendes perçus par une société mère sont inclus dans la base |
dividenden in de belastbare basis van deze vennootschap worden | imposable de celle-ci, pour en être par la suite déduits à hauteur de |
opgenomen en daarna ten belope van 95 % daarvan worden afgetrokken | 95 % dans la mesure où, pour la période d'imposition concernée, un |
voor zover er voor het betrokken belastbare tijdperk na aftrek van de | solde bénéficiaire positif subsiste après déduction des autres |
andere vrijgestelde winsten een positief winstsaldo overblijft ». | bénéfices exonérés ». |
Om aan dat arrest tegemoet te komen, heeft artikel 8 van de wet van 21 | En réponse à cet arrêt, l'article 8 de la loi du 21 décembre 2009 a |
december 2009 de in het geding zijnde bepaling ingevoerd, die toestaat | instauré la disposition en cause, qui permet de reporter l'excédent de |
dat het DBI-overschot naar de volgende belastbare tijdperken wordt | RDT sur les périodes imposables suivantes lorsque les dividendes |
overgedragen indien de betrokken dividenden afkomstig zijn van een in | concernés proviennent d'une société filiale établie dans l'Union européenne. |
de Europese Unie gevestigde dochteronderneming. | En adoptant l'article 45, 3°, de la loi du 14 avril 2011, le |
Bij artikel 45, 3°, van de wet van 14 april 2011 heeft de wetgever het | législateur a étendu le champ d'application de la disposition en cause |
toepassingsgebied van de in het geding zijnde bepaling uitgebreid tot | aux dividendes provenant d'une société filiale établie dans l'Espace |
de dividenden afkomstig van een in de Europese Economische Ruimte | économique européen. Cette modification législative est toutefois sans |
gevestigde dochteronderneming. Die wetswijziging is evenwel niet van | incidence pour répondre aux questions préjudicielles. |
belang voor het antwoord op de prejudiciële vragen. | B.5.5. La Cour de justice n'a pas limité dans le temps les effets de |
B.5.5. Het Hof van Justitie heeft de gevolgen van het arrest Cobelfret | l'arrêt Cobelfret. A cet égard, il convient de rappeler que |
niet beperkt in de tijd. In dat verband zij eraan herinnerd dat de | l'interprétation que la Cour de justice donne à une règle du droit de |
uitlegging die het Hof van Justitie krachtens de bij artikel 267 van | l'Union dans l'exercice de la compétence que lui confère l'article 267 |
het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aan dat Hof | du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne éclaire et |
verleende bevoegdheid geeft aan een voorschrift van Unierecht, de | précise la signification et la portée de cette règle telle qu'elle |
betekenis en de strekking van dat voorschrift zoals het sedert het | |
tijdstip van de inwerkingtreding ervan moet of had moeten worden | doit ou aurait dû être comprise et appliquée depuis le moment de son |
verstaan en toegepast, verklaart en preciseert. | entrée en vigueur. |
Hieruit volgt dat het aldus uitgelegde voorschrift door de rechter ook | |
kan en moet worden toegepast op rechtsbetrekkingen die zijn ontstaan | Il en résulte que la règle ainsi interprétée peut et doit être |
en tot stand gekomen vóór het arrest waarbij op het verzoek om | appliquée par le juge même à des rapports juridiques nés et constitués |
uitlegging is beslist, indien voor het overige is voldaan aan de | avant l'arrêt statuant sur la demande d'interprétation si, par |
voorwaarden waaronder een geschil over de toepassing van dat | ailleurs, les conditions permettant de porter devant les juridictions |
voorschrift voor de bevoegde rechter kan worden gebracht (HvJ, grote | compétentes un litige relatif à l'application de ladite règle se |
kamer, 6 maart 2007, Meilicke, C-292/04, punt 34). | trouvent réunies (CJCE, grande chambre, 6 mars 2007, Meilicke, |
C-292/04, point 34). | |
B.5.6. In een beschikking van 4 juni 2009 (C-439/07 en C-499/07) heeft | B.5.6. Dans une ordonnance du 4 juin 2009 (C-439/07 et C-499/07), la |
het Hof van Justitie gepreciseerd dat, indien volgens de nationale | Cour de justice a précisé que si, en vertu de la réglementation |
regeling van een lidstaat dividenden afkomstig van een in een derde | nationale d'un Etat membre, les dividendes provenant d'une société |
land gevestigde vennootschap minder gunstig worden behandeld dan | établie dans un Etat tiers sont traités de manière moins favorable que |
dividenden afkomstig van een vennootschap met zetel in deze lidstaat, | les dividendes provenant d'une société ayant son siège dans ledit Etat |
de nationale rechter, in het licht van het voorwerp van de nationale | membre, il appartient à la juridiction nationale, compte tenu tant de |
regeling en rekening houdend met de feiten van de bij hem aanhangige | l'objet de la réglementation nationale que des faits de l'affaire dont |
zaak, moet onderzoeken of artikel 56 EG (thans artikel 63 van het | elle est saisie, de vérifier si l'article 56 CE (actuellement |
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) van toepassing is | l'article 63 du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne) |
en, in voorkomend geval, of het zich verzet tegen dit verschil in | est applicable et, le cas échéant, s'il s'oppose audit traitement |
behandeling. | différencié. |
De voormelde beschikking steunt op de volgende redengeving : | L'ordonnance précitée est fondée sur le raisonnement suivant : |
« 65 Artikel 56, lid 1, EG heeft het kapitaalverkeer tussen de | « 65 L'article 56, paragraphe 1, CE a mis en oeuvre la libéralisation |
lidstaten onderling en tussen de lidstaten en derde landen | des capitaux entre les Etats membres ainsi qu'entre les Etats membres |
geliberaliseerd. Daartoe bepaalt het dat in het kader van het | et les pays tiers. A cet effet, il dispose que, dans le cadre du |
hoofdstuk van het EG-verdrag ' Kapitaal en betalingsverkeer ' alle | chapitre du traité CE intitulé ' Les capitaux et les paiements ', |
beperkingen van het kapitaalverkeer tussen de lidstaten onderling en | toutes les restrictions aux mouvements de capitaux entre les Etats |
membres ainsi qu'entre les Etats membres et les pays tiers sont | |
tussen de lidstaten en derde landen verboden zijn (arrest van 14 | interdites (arrêts du 14 décembre 1995, Sanz de Lera e.a., C-163/94, |
december 1995, Sanz de Lera e.a., C-163/94, C-165/94 en C-250/94, | |
Jurispr. blz. I-4821, punt 19; arresten Van Hilten-Van der Heijden, | C-165/94 et C-250/94, Rec. p. I-4821, point 19; van Hilten-van der |
reeds aangehaald, punt 37, en A, reeds aangehaald, punt 20, en | Heijden, précité, point 37; A, précité, point 20, ainsi que ordonnance |
beschikking Test Claimants in the CFC and Dividend Group Litigation, | Test Claimants in the CFC and Dividend Group Litigation, précitée, |
reeds aangehaald, punt 90). | point 90). |
66 Bovendien heeft het Hof reeds geoordeeld dat, wat het | 66 En outre, la Cour a déjà jugé que, s'agissant des mouvements de |
kapitaalverkeer tussen de lidstaten en derde landen betreft, artikel | capitaux entre les Etats membres et les pays tiers, l'article 56, |
56, lid 1, EG junctis de artikelen 57 EG en 58 EG, voor de nationale | paragraphe 1, CE, en liaison avec les articles 57 CE ainsi que 58 CE, |
rechter kan worden ingeroepen en tot gevolg kan hebben dat de daarmee | peut être invoqué devant le juge national et entraîner |
strijdige nationale bepalingen buiten toepassing worden gelaten, | l'inapplicabilité des règles nationales qui lui sont contraires, |
ongeacht om welke categorie van kapitaalverkeer het gaat (arrest A, | indépendamment de la catégorie de mouvements de capitaux en cause |
reeds aangehaald, punt 27, en beschikking Test Claimants in the CFC | (arrêt A, précité, point 27, et ordonnance Test Claimants in the CFC |
and Dividend Group Litigation, reeds aangehaald, punt 91). | and Dividend Group Litigation, précitée, point 91). |
67 Indien volgens de nationale regeling dividenden afkomstig van een | 67 Si, en vertu de l'application de la réglementation nationale, les |
dividendes provenant d'une société établie dans un Etat tiers | |
in een derde land gevestigde vennootschap minder gunstig worden | bénéficient d'un traitement moins favorable que celui accordé aux |
behandeld dan dividenden afkomstig van een vennootschap met zetel in | dividendes provenant d'une société ayant son siège en Belgique, il |
België, is het de taak van de nationale rechter om vooraf te | appartient à la juridiction nationale de vérifier au préalable si |
onderzoeken of artikel 56 EG van toepassing is. | l'article 56 CE est applicable. |
68 In dit verband zij eraan herinnerd dat met betrekking tot de vraag | 68 A cet égard, il convient de rappeler que, pour déterminer si une |
of een nationale wettelijke regeling onder de ene of de andere | législation nationale relève de l'une ou l'autre des libertés de |
vrijheid van verkeer valt, uit ondertussen vaste rechtspraak blijkt | circulation, il résulte d'une jurisprudence à présent bien établie |
dat rekening dient te worden gehouden met het voorwerp van de | qu'il y a lieu de prendre en considération l'objet de la législation |
wettelijke regeling in kwestie (zie arrest van 24 mei 2007, Holböck, | en cause (voir arrêt du 24 mai 2007, Holböck, C-157/05, Rec. p. |
C-157/05, Jurispr. blz. I-4051, punt 22 en aldaar aangehaalde | I-4051, point 22 et jurisprudence citée). |
rechtspraak). | |
69 Het Hof heeft eveneens geoordeeld dat een nationale wettelijke | 69 La Cour a également jugé qu'une législation nationale, dont |
regeling waarvan de toepassing niet afhankelijk is van de omvang van | l'application ne dépend pas de l'ampleur de la participation que la |
de deelneming die de ontvangende vennootschap in de uitkerende | société bénéficiaire des dividendes détient dans la société |
vennootschap heeft, zowel onder artikel 43 EG betreffende de vrijheid | distributrice, est susceptible de relever aussi bien de l'article 43 |
van vestiging als onder artikel 56 EG betreffende het vrije verkeer | CE, relatif à la liberté d'établissement, que de l'article 56 CE, |
relatif à la libre circulation des capitaux (voir, en ce sens, arrêts | |
van kapitaal kan vallen (zie in die zin arrest Test Claimants in the | Test Claimants in the FII Group Litigation, précité, point 36, et du |
FII Group Litigation, reeds aangehaald, punt 36, en arrest van 26 juni | 26 juin 2008, Burda, C-284/06, Rec. p. I-4571, point 71). |
2008, Burda, C-284/06, Jurispr. blz. I-4571, punt 71). | |
70 Voor zover het echter gaat om deelnemingen die de houder ervan een | 70 Toutefois, pour autant qu'il s'agit de participations qui confèrent |
zodanige invloed op de besluiten van de betrokken vennootschappen | à leur détenteur une influence certaine sur les décisions des sociétés |
verlenen dat hij de activiteiten ervan kan bepalen, zijn de | concernées et lui permettent d'en déterminer les activités, ce sont |
verdragsbepalingen betreffende de vrijheid van vestiging van | les dispositions du traité relatives à la liberté d'établissement qui |
toepassing (arrest Test Claimants in the FII Group Litigation, reeds | trouvent à s'appliquer (arrêt Test Claimants in the FII Group |
aangehaald, punt 81). | Litigation, précité, point 81). |
71 Het is dus in het licht van het voorwerp van de nationale regeling | 71 Par conséquent, c'est au regard de l'objet de la réglementation |
en rekening houdend met de feiten van de bij hem aanhangige zaak dat | nationale ainsi que des faits de l'affaire dont elle est saisie qu'il |
de verwijzende rechter moet uitmaken of artikel 56 EG kan worden | appartient à la juridiction de renvoi de déterminer si l'article 56 CE |
ingeroepen. In voorkomend geval moet hij onderzoeken of dit artikel | peut être invoqué. Le cas échéant, il lui appartient de vérifier si |
zich verzet tegen een verschil in behandeling tussen dividenden die | cet article s'oppose au traitement différencié des dividendes |
afkomstig zijn van een in een derde land gevestigde | provenant de filiales établies dans un Etat tiers par rapport à ceux |
dochteronderneming, en dividenden die afkomstig zijn van een | provenant de filiales ayant leur siège en Belgique. |
dochteronderneming met zetel in België. | |
72 Uit de rechtspraak van het Hof volgt dat de mate waarin de | 72 A cette fin, il y a lieu de rappeler, d'une part, qu'il ressort de |
lidstaten bevoegd zijn om bepaalde beperkende maatregelen op het | la jurisprudence de la Cour que la mesure dans laquelle les Etats |
kapitaalverkeer toe te passen, niet kan worden bepaald zonder rekening | membres sont autorisés à appliquer certaines dispositions restrictives |
te houden met de omstandigheid dat het kapitaalverkeer naar of uit | relatives aux mouvements de capitaux ne peut être déterminée sans |
derde landen in een andere juridische context plaatsvindt dan het | qu'il soit tenu compte de la circonstance que les mouvements de |
kapitaalverkeer binnen de Europese Gemeenschap. Wegens de mate van | capitaux à destination ou en provenance de pays tiers s'effectuent |
juridische integratie van de lidstaten van de Gemeenschap, met name | dans un contexte juridique différent de ceux qui ont lieu au sein de |
het bestaan van communautaire wetgeving die strekt tot samenwerking | la Communauté européenne. Ainsi, en raison du degré d'intégration |
tussen nationale belastingdiensten, zoals richtlijn 77/799/EEG van de | juridique existant entre les Etats membres de la Communauté, et |
Raad van 19 december 1977 betreffende de wederzijdse bijstand van de | notamment de l'existence de mesures législatives communautaires visant |
à la coopération entre les autorités fiscales nationales, telles que | |
bevoegde autoriteiten van de lidstaten op het gebied van de directe | la directive 77/799/CEE du Conseil, du 19 décembre 1977, concernant |
l'assistance mutuelle des autorités compétentes des Etats membres dans | |
belastingen (PB L 336, blz. 15), is de belastingheffing door een | le domaine des impôts directs (JO L 336, p. 15), l'imposition par un |
lidstaat op economische activiteiten met grensoverschrijdende aspecten | Etat membre d'activités économiques ayant des aspects transfrontaliers |
binnen de Gemeenschap dus niet altijd vergelijkbaar met die op | qui se situent au sein de la Communauté n'est pas toujours comparable |
economische activiteiten die zich afspelen tussen lidstaten en derde | à celle d'activités économiques ayant trait à des relations entre les |
landen (arrest Test Claimants in the FII Group Litigation, reeds | Etats membres et les pays tiers (arrêt Test Claimants in the FII Group |
aangehaald, punt 170, en beschikking Test Claimants in the CFC and | Litigation, précité, point 170, et ordonnance Test Claimants in the |
Dividend Group Litigation, reeds aangehaald, punt 92). | CFC and Dividend Group Litigation, précitée, point 92). |
73 Bovendien kan evenmin worden uitgesloten dat een lidstaat in staat | 73 D'autre part, il ne saurait non plus être exclu qu'un Etat membre |
puisse démontrer qu'une restriction aux mouvements de capitaux à | |
is aan te tonen dat een beperking van het kapitaalverkeer naar of uit | destination ou en provenance de pays tiers est justifiée par un motif |
derde landen om een bepaalde reden gerechtvaardigd is, in | donné dans des circonstances où ce motif ne serait pas de nature à |
omstandigheden waarin die reden geen geldige rechtvaardiging zou | constituer une justification valide pour une restriction aux |
opleveren voor een beperking van het kapitaalverkeer tussen lidstaten | mouvements de capitaux entre Etats membres (arrêt A, précité, points |
(arrest A, reeds aangehaald, punten 36 en 37, en beschikking Test | 36 et 37, ainsi que ordonnance Test Claimants in the CFC and Dividend |
Claimants in the CFC and Dividend Group Litigation, reeds aangehaald, punt 93) ». | Group Litigation, précitée, point 93) ». |
B.6.1. Het staat aan de verwijzende rechter om uit te maken of artikel | B.6.1. C'est au juge a quo qu'il appartient de déterminer si l'article |
63 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie kan worden aangevoerd. Alhoewel prejudiciële vragen enkel kunnen worden gesteld naar aanleiding van concrete geschillen, betreffen zij immers abstracte rechtsvragen die als dusdanig door het Hof moeten worden beantwoord, en zulks los van de materiële omstandigheden van het geschil waarin de prejudiciële vraag werd opgeworpen. Het Hof moet zich derhalve uitspreken over een algemene norm en niet over het bijzondere geval dat aanhangig is bij de verwijzende rechter die de prejudiciële vraag formuleert. B.6.2. Het komt de wetgever toe de grondslag van de belasting vast te stellen. Hij beschikt ter zake over een ruime beoordelingsmarge. Fiscale maatregelen maken immers een wezenlijk onderdeel uit van het sociaaleconomische beleid. Zij zorgen niet alleen voor een substantieel deel van de inkomsten die de verwezenlijking van dat beleid mogelijk moeten maken; zij laten de wetgever ook toe om sturend en corrigerend op te treden en op die manier het sociale en economische beleid vorm te geven. De maatschappelijke keuzen die bij het inzamelen en het inzetten van middelen moeten worden gemaakt, behoren derhalve tot de beoordelingsvrijheid van de wetgever. Het Hof vermag een dergelijke beleidskeuze, alsook de motieven die daaraan ten grondslag liggen, slechts af te keuren indien zij op een manifeste vergissing zouden berusten of indien zij kennelijk onredelijk zouden zijn. | 63 du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne peut être invoqué. En effet, même si des questions préjudicielles ne peuvent être posées qu'à l'occasion de litiges concrets, elles concernent des questions de droit abstraites auxquelles la Cour doit répondre sans avoir égard aux circonstances matérielles du litige à l'occasion duquel la question préjudicielle est posée. La Cour doit donc s'exprimer au sujet d'une norme générale et non sur le cas particulier dont est saisi le juge a quo qui formule la question préjudicielle. B.6.2. Il appartient au législateur d'établir la base de l'impôt. Il dispose en la matière d'une large liberté d'appréciation. En effet, les mesures fiscales constituent un élément essentiel de la politique socioéconomique. Elles assurent non seulement une part substantielle des recettes qui doivent permettre la réalisation de cette politique, mais elles permettent également au législateur d'orienter certains comportements et d'adopter des mesures correctrices afin de donner corps à la politique sociale et économique. Les choix sociaux qui doivent être réalisés lors de la collecte et de l'affectation des ressources relèvent par conséquent du pouvoir d'appréciation du législateur. La Cour ne peut sanctionner un tel choix politique et les motifs qui le fondent que s'ils reposent sur une erreur manifeste ou s'ils sont clairement déraisonnables. |
B.6.3. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet waarborgen het beginsel | B.6.3. Les articles 10 et 11 de la Constitution garantissent le |
van gelijkheid en niet-discriminatie. Artikel 172 van de Grondwet is | principe d'égalité et de non-discrimination. L'article 172 de la |
een bijzondere toepassing van dat beginsel in fiscale aangelegenheden. | Constitution constitue une application particulière de ce principe en |
Die bepalingen omvatten geen algemeen verbod op dubbele belasting. | matière fiscale. Ces dispositions ne contiennent aucune interdiction |
générale de la double imposition. | |
Zoals reeds vastgesteld in het arrest nr. 116/2006 van 5 juli 2006, | Ainsi que la Cour l'a déjà constaté dans l'arrêt n° 116/2006 du 5 |
heeft de wetgever nooit vooropgesteld dat het DBI-stelsel op | juillet 2006, le législateur n'a jamais considéré que le régime des |
onvoorwaardelijke wijze van toepassing moest zijn in alle gevallen | RDT devait s'appliquer de manière inconditionnelle dans toutes les |
waar dividenden worden uitgekeerd. Wanneer de wetgever evenwel in een mechanisme voorziet dat de economische dubbele belasting van de dividenden beoogt te voorkomen, dan dient hij daarbij het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie in acht te nemen. B.6.4. De prejudiciële vragen hebben geen betrekking op de DBI-aftrek als zodanig, die immers geen verschil in behandeling op grond van de oorsprong van de ontvangen dividenden inhoudt, maar op de overdraagbaarheid van het DBI-overschot naar volgende belastbare tijdperken. De lidstaten van de Europese Unie vormen een specifieke rechtsorde. Die vorm van juridische integratie kan verantwoorden dat de belasting door een lidstaat op economische activiteiten met grensoverschrijdende aspecten binnen de Unie niet stelselmatig op dezelfde wijze wordt geheven als op economische activiteiten die zich afspelen tussen lidstaten en derde landen. Hoewel het, vanuit het oogpunt van een coherente regelgeving, wenselijk kan worden geacht dat de overdraagbaarheid van het DBI-overschot mogelijk wordt gemaakt voor alle dividenden die als DBI van de winst van het belastbare tijdperk worden afgetrokken, vermag de wetgever met de budgettaire gevolgen van een dergelijke afstemming rekening te houden. Anders dan de appellante voor de verwijzende rechter beweert, wordt aan de verantwoording van het in het geding zijnde verschil in | hypothèses de distribution de dividendes. Lorsque le législateur prévoit toutefois un mécanisme visant à éviter la double imposition économique des dividendes, il doit respecter, à cet égard, le principe d'égalité et de non-discrimination. B.6.4. Les questions préjudicielles ne concernent pas la déduction des RDT en tant que telle, qui n'implique en effet aucune différence de traitement fondée sur l'origine des dividendes reçus, mais bien la possibilité de reporter l'excédent de RDT sur des périodes imposables suivantes. Les Etats membres de l'Union européenne constituent un ordre juridique spécifique. Cette forme d'intégration juridique peut justifier qu'un Etat membre ne procède pas systématiquement de la même manière à l'imposition des activités économiques ayant des aspects transfrontaliers qui se situent au sein de l'Union et à celle des activités économiques ayant trait à des relations entre les Etats membres et les pays tiers. Bien qu'on puisse considérer qu'il serait souhaitable, du point de vue de la cohérence de la réglementation, que la possibilité de reporter l'excédent de RDT existe pour tous les dividendes déduits à titre de RDT du bénéfice de la période imposable, le législateur peut tenir compte des conséquences budgétaires d'une telle harmonisation. Contrairement à ce qu'affirme l'appelante devant le juge a quo, la |
behandeling geen afbreuk gedaan door het ontbreken, in de | justification de la différence de traitement litigieuse n'est |
parlementaire voorbereiding, van enige verwijzing naar de budgettaire | nullement remise en cause par l'absence, dans les travaux |
doelstelling van de maatregel. Het Hof zou immers niet tot de | préparatoires, de toute référence à l'objectif budgétaire de la |
schending van het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie kunnen | mesure. En effet, la Cour ne saurait conclure à la violation du |
besluiten om de enkele reden dat uit de parlementaire voorbereiding niet de objectieve en redelijke verantwoording van een verschil in behandeling blijkt. De vaststelling dat een dergelijke verantwoording niet in de parlementaire voorbereiding is vermeld, sluit niet uit dat aan een maatregel een doelstelling van algemeen belang ten grondslag ligt die het eruit voortvloeiende verschil in behandeling in redelijkheid kan verantwoorden. B.7. Door het in het geding zijnde verschil in behandeling in te voeren, heeft de wetgever geen manifest onjuiste of onredelijke beleidskeuze gemaakt. Het zal aan de verwijzende rechter staan te oordelen of, rekening | principe d'égalité et de non-discrimination par cela seul que la justification objective et raisonnable d'une différence de traitement ne ressort pas des travaux préparatoires. Le constat qu'une telle justification n'est pas mentionnée dans les travaux préparatoires n'exclut pas qu'une mesure ait pour fondement un objectif d'intérêt général pouvant raisonnablement justifier la différence de traitement qui en découle. B.7. En instaurant la différence de traitement en cause, le législateur n'a fait aucun choix politique manifestement erroné ou déraisonnable. Il appartiendra au juge a quo d'apprécier si, compte tenu des éléments |
houdend met de feiten van de bij hem aanhangige zaak, de in het geding | de fait de l'affaire dont il a été saisi, les participations en cause |
zijnde deelnemingen van de nv « Agfa-Gevaert » haar een zodanige | de la SA « Agfa-Gevaert » lui confèrent une influence telle sur les |
invloed op de besluiten van de betrokken buitenlandse vennootschappen | décisions des sociétés étrangères concernées que les dispositions |
verlenen, dat de bepalingen betreffende de vrijheid van vestiging van | relatives à la liberté d'établissement sont applicables, ou si |
toepassing zijn, dan wel of artikel 63 van het Verdrag betreffende de | l'article 63 du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne |
werking van de Europese Unie in verband met het vrij verkeer van | |
kapitaal van toepassing is en, in voorkomend geval, of het zich verzet | concernant la libre circulation des capitaux est applicable et, le cas |
tegen dit verschil in behandeling (zie de rechtspraak van het Hof van | échéant, s'il s'oppose à cette différence de traitement (cf. la |
Justitie aangehaald in B.5.6). | jurisprudence de la Cour de justice citée en B.5.6). |
De eerste prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | La première question préjudicielle appelle une réponse négative. |
B.8. Artikel 64, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de | B.8. L'article 64, paragraphe 1, du Traité sur le fonctionnement de |
Europese Unie bepaalt : | l'Union européenne dispose : |
« Het bepaalde in artikel 63 doet geen afbreuk aan de toepassing op | « L'article 63 ne porte pas atteinte à l'application, aux pays tiers, |
derde landen van beperkingen die op 31 december 1993 bestaan uit | des restrictions existant le 31 décembre 1993 en vertu du droit |
hoofde van het nationale recht of het recht van de Unie inzake het | national ou du droit de l'Union en ce qui concerne les mouvements de |
kapitaalverkeer naar of uit derde landen in verband met directe | capitaux à destination ou en provenance de pays tiers lorsqu'ils |
investeringen - met inbegrip van investeringen in onroerende goederen | impliquent des investissements directs, y compris les investissements |
-, vestiging, het verrichten van financiële diensten of de toelating | immobiliers, l'établissement, la prestation de services financiers ou |
van waardepapieren tot de kapitaalmarkten. Voor beperkingen uit hoofde | l'admission de titres sur les marchés des capitaux. En ce qui concerne |
van nationaal recht in Bulgarije, Estland en Hongarije geldt als datum | les restrictions existant en vertu des lois nationales en Bulgarie, en |
31 december 1999 ». | Estonie et en Hongrie, la date en question est le 31 décembre 1999 ». |
Doordat zij refereert aan het verschil in behandeling van dividenden | En ce qu'elle fait référence à la différence de traitement entre les |
in verband met directe investeringen en dividenden in verband met | dividendes impliquant des investissements directs et les dividendes |
indirecte investeringen, houdt de tweede prejudiciële vraag | impliquant des investissements indirects, la deuxième question |
rechtstreeks verband met die verdragsbepaling. De directe investering | préjudicielle est directement liée à cette disposition du Traité. |
wordt gekenmerkt door de mogelijkheid om daadwerkelijk deel te hebben | L'investissement direct est caractérisé par la possibilité de |
in het bestuur van of de controle over een vennootschap (HvJ, 13 mei | participer effectivement à la gestion d'une société et à son contrôle |
2003, C-98/01, Commissie t. Verenigd Koninkrijk, punt 40; HvJ, 13 mei | (CJCE, 13 mai 2003, C-98/01, Commission c. Royaume-Uni, point 40; |
2003, C-463/00, Commissie t. Spanje, punt 53; HvJ, 4 juni 2002, | CJCE, 13 mai 2003, C-463/00, Commission c. Espagne, point 53; CJCE, 4 |
C-503/99, Commissie t. België, punt 38; HvJ, 4 juni 2002, C-367/98, | juin 2002, C-503/99, Commission c. Belgique, point 38; CJCE, 4 juin |
Commissie t. Portugal, punt 38). | 2002, C-367/98, Commission c. Portugal, point 38). |
Zelfs indien de artikelen 63 en 64 van het Verdrag betreffende de | Même si les articles 63 et 64 du Traité sur le fonctionnement de |
werking van de Europese Unie van toepassing zouden zijn (B.7), vloeit | l'Union européenne sont applicables (B.7), la différence de traitement |
het in het geding zijnde verschil in behandeling niet voort uit | |
artikel 205, § 3, van het WIB 1992, maar uit artikel 64, lid 1, van | en cause ne découle pas de l'article 205, § 3, du CIR 1992, mais de |
het voormelde Verdrag. Het Hof is niet bevoegd om zich over dat | l'article 64, paragraphe 1, dudit Traité. La Cour n'est pas compétente |
verschil in behandeling uit te spreken. | pour se prononcer sur cette différence de traitement. |
Ten aanzien van de derde en de vierde prejudiciële vraag | Quant aux troisième et quatrième questions préjudicielles |
B.9. Met de derde en de vierde prejudiciële vraag, die dezelfde | B.9. En posant les troisième et quatrième questions préjudicielles, |
draagwijdte hebben maar respectievelijk het bilateraal | qui ont la même portée mais concernent des conventions fiscales |
belastingverdrag met de Republiek Korea en met Venezuela betreffen, | bilatérales conclues respectivement avec la République de Corée et |
wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of de | avec le Venezuela, la juridiction a quo souhaite en réalité savoir si |
instemmingswetten met die verdragen de artikelen 10 en 11 van de | les lois d'assentiment à ces conventions violent les articles 10 et 11 |
Grondwet schenden doordat zij het verschil in behandeling dat in de | de la Constitution en ce qu'elles n'ont pas abrogé la différence de |
eerste prejudiciële vraag aan de orde is, niet hebben opgeheven in | traitement soulevée dans la première question préjudicielle, dans la |
zoverre het dividenden betreft die afkomstig zijn van in die landen | mesure où il s'agit de dividendes provenant de sociétés filiales |
gevestigde dochterondernemingen. | établies dans ces pays. |
Aangezien het verschil in behandeling tussen een vennootschap die | Etant donné que la différence de traitement entre une société qui |
dividenden ontvangt van een in de Europese Unie gevestigde | perçoit des dividendes d'une société filiale établie dans l'Union |
dochteronderneming en een vennootschap die dividenden ontvangt van een | européenne et une société qui perçoit des dividendes d'une société |
buiten de Europese Unie gevestigde dochteronderneming verantwoord is | filiale établie en dehors de l'Union européenne a été reconnue comme |
bevonden (B.7), behoort het eveneens tot de beoordelingsvrijheid van de wetgever om in te stemmen met een bilateraal belastingverdrag waarin dat verschil in behandeling wordt behouden of wordt opgeheven. Het gelijkheidsbeginsel vereist voor het overige niet dat, in elk van de overeenkomsten die de Belgische Staat met andere landen sluit ter voorkoming van dubbele belasting, hij ernaar streeft geval per geval aan de belastingplichtigen het stelsel te waarborgen dat voor hen op elk ogenblik het meest gunstige zou zijn, noch dat de Belgische Staat met andere verdragsluitende partijen slechts overeenkomsten zou kunnen sluiten op voorwaarde dat die overeenkomsten dezelfde aangelegenheden op analoge wijze zouden regelen. De derde en de vierde prejudiciële vraag dienen ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof | étant justifiée (B.7), il relève également de la liberté d'appréciation du législateur de porter ou non assentiment à une convention fiscale bilatérale dans laquelle la différence de traitement est maintenue ou abrogée. Au demeurant, le principe d'égalité n'exige pas que, dans chacune des conventions qu'elle conclut avec d'autres pays pour éviter les doubles impositions, la Belgique se préoccupe d'assurer au cas par cas aux contribuables le régime qui leur serait à tout moment le plus favorable, ni que l'Etat belge ne puisse conclure des conventions avec d'autres parties contractantes qu'à la condition que ces conventions règlent les mêmes matières de manière analogue. Les troisième et quatrième questions préjudicielles appellent des réponses négatives. Par ces motifs, la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Artikel 205, § 3, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, de | L'article 205, § 3, du Code des impôts sur les revenus 1992, la loi du |
wet van 19 september 1996 « houdende instemming van de Aanvullende | 19 septembre 1996 « portant assentiment à la Convention additionnelle |
Overeenkomst ondertekend te Brussel op 20 april 1994 tot wijziging van | signée à Bruxelles le 20 avril 1994, modifiant la Convention et |
de overeenkomst en tot opheffing van het Protocol tussen de Republiek | supprimant le Protocole entre la République de Corée et le Royaume de |
Korea en het Koninkrijk België tot vermijden van dubbele belasting en | Belgique tendant à éviter la double imposition et à prévenir l'évasion |
tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen | |
naar het inkomen, ondertekend te Brussel op 29 augustus 1977 » en de | fiscale en matière d'impôts sur le revenu, signés à Bruxelles le 29 |
wet van 19 september 1996 « houdende goedkeuring van de Overeenkomst | août 1977 » et la loi du 19 septembre 1996 « portant approbation de la |
tussen het Koninkrijk België en de Republiek Venezuela tot het | Convention entre le Royaume de Belgique et la République du Venezuela |
vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan | tendant à éviter les doubles impositions et à prévenir l'évasion |
van belasting inzake belastingen naar het inkomen, en Protocol, | fiscale en matière d'impôts sur le revenu et [du] Protocole, signé[s] |
ondertekend te Brussel op 22 april 1993 » schenden de artikelen 10 en | à Bruxelles le 22 avril 1993 » ne violent pas les articles 10 et 11 de |
11 van de Grondwet niet. | la Constitution. |
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 10 oktober 2012. | la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 10 octobre 2012. |
De griffier, | Le greffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
De voorzitter, | Le président, |
M. Bossuyt | M. Bossuyt |