← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 110/2012 van 20 september 2012 Rolnummer 5230 In zake :
de prejudiciële vragen betreffende artikel 4 van het decreet van het Waalse Gewest van 10 december 2009
houdende fiscale billijkheid en milieuefficiëntie voor h Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters
R. Henneuse en M. Bossuyt, en de rechter(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 110/2012 van 20 september 2012 Rolnummer 5230 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 4 van het decreet van het Waalse Gewest van 10 december 2009 houdende fiscale billijkheid en milieuefficiëntie voor h Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de rechter(...) | Extrait de l'arrêt n° 110/2012 du 20 septembre 2012 Numéro du rôle : 5230 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 4 du décret de la Région wallonne du (...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 110/2012 van 20 september 2012 | Extrait de l'arrêt n° 110/2012 du 20 septembre 2012 |
Rolnummer 5230 | Numéro du rôle : 5230 |
In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 4 van het decreet | En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 4 du |
van het Waalse Gewest van 10 december 2009 houdende fiscale | décret de la Région wallonne du 10 décembre 2009 d'équité fiscale et |
billijkheid en milieuefficiëntie voor het wagenpark en de | d'efficacité environnementale pour le parc automobile et les maisons |
passiefhuizen en artikel 257, eerste lid, 4°, laatste lid, van het | passives et à l'article 257, alinéa 1er, 4°, dernier alinéa, du Code |
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals gewijzigd bij artikel | des impôts sur les revenus 1992, tel qu'il a été modifié par l'article |
2, 2°, van het vermelde decreet van het Waalse Gewest van 10 december | 2, 2°, du décret de la Région wallonne du 10 décembre 2009 précité, |
2009, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Luik. | posées par le Tribunal de première instance de Liège. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de | composée des présidents R. Henneuse et M. Bossuyt, et des juges A. |
rechters A. Alen, J.-P. Snappe, J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey en F. | Alen, J.-P. Snappe, J. Spreutels, T. MerckxVan Goey et F. Daoût, |
Daoût, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder | assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président R. |
voorzitterschap van voorzitter R. Henneuse, | Henneuse, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Objet des questions préjudicielles et procédure |
Bij vonnis van 26 oktober 2011 in zake Sabri Aydin en Suat Tekin tegen | Par jugement du 26 octobre 2011 en cause de Sabri Aydin et Suat Tekin |
de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is | contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la |
ingekomen op 4 november 2011, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te | Cour le 4 novembre 2011, le Tribunal de première instance de Liège a |
Luik de volgende prejudiciële vragen gesteld : | posé les questions préjudicielles suivantes : |
« Schendt artikel 4 van het decreet van het Waalse Gewest van 10 | « En ce qu'il énonce que l'article 2, 2°, du décret régional wallon du |
december 2009 houdende fiscale billijkheid en milieuefficiëntie voor | 10 décembre 2009 d'équité fiscale et d'efficacité environnementale |
het wagenpark en de passiefhuizen de artikelen 10, 11 en 172 van de | |
Grondwet, in samenhang gelezen met het bij artikel 1 van het Eerste | |
Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de | pour le parc automobile et les maisons passives qui modifie l'article |
mens gewaarborgde rechtszekerheidsbeginsel, in zoverre het bepaalt dat | |
artikel 2, 2°, van dat Waalse decreet van 10 december 2009, dat | |
artikel 257, eerste lid, 4°, van het Wetboek van de | |
inkomstenbelastingen 1992 wijzigt door een vierde lid in te voegen, | 257, alinéa 1er, 4°, du Code des impôts sur les revenus 1992 en |
luidend als volgt : ' Vanaf het tijdstip waarop het goed sinds meer | insérant un alinéa 4 libellé comme suit : ' A partir du moment où il |
dan twaalf maanden niet meer in gebruik is, kan, rekening houdend met | n'a plus été fait usage du bien depuis plus de douze mois, compte tenu |
het vorige aanslagjaar, de evenredige vermindering of verlaging | de l'année d'imposition précédente, la remise ou la réduction |
bedoeld in a) hierboven niet meer toegekend worden voor zover de | proportionnelle du a) ci-avant ne peut plus être accordée dans la |
leegstandperiode twaalf maanden overschrijdt (...) ', toepasselijk is | mesure où la période d'inoccupation dépasse douze mois, (...) ' est |
vanaf het aanslagjaar 2009 ? Schendt het vierde lid van artikel 257, eerste lid, 4°, van het WIB | applicable à partir de l'exercice d'imposition 2009, l'article 4 de ce |
1992, zoals gewijzigd bij artikel 2, 2°, van het Waalse decreet van 10 | décret wallon du 10 décembre 2009 viole-t-il les articles 10, 11 et |
december 2009, de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in | 172 de la Constitution lu en combinaison avec le principe de la |
samenhang gelezen met het bij artikel 1 van het Eerste Aanvullend | sécurité juridique garanti par l'article 1er du Premier Protocole |
Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens | additionnel à la Convention européenne des droits de l'homme ? |
gewaarborgde rechtszekerheidsbeginsel, in zoverre voor de toepassing | Dans la mesure où il est tenu compte, pour l'application de l'alinéa 4 |
van het vierde lid van artikel 257, eerste lid, 4°, van het WIB 1992, | de l'article 257, alinéa 1er, 4°, du C.I.R./92 tel que modifié par |
zoals gewijzigd bij artikel 2, 2°, van het Waalse decreet van 10 | l'article 2, 2°, du décret wallon du 10 décembre 2009, de la durée |
december 2009, rekening wordt gehouden met de duur van de leegstand | d'inoccupation déjà constatée avant l'entrée en vigueur de cette |
die reeds vóór de inwerkingtreding van die bepaling, zoals vastgelegd | disposition telle qu'elle est fixée par l'article 4 du même décret, |
bij artikel 4 van hetzelfde decreet, is vastgesteld ? ». | l'alinéa 4 de l'article 257, alinéa 1er, 4°, du C.I.R./92 tel que |
modifié par l'article 2, 2°, du décret wallon du 10 décembre 2009 | |
viole-t-il les articles 10, 11 et 172 de la Constitution lu en | |
combinaison avec le principe de la sécurité juridique garanti par | |
l'article 1er du Premier Protocole additionnel à la Convention | |
européenne des droits de l'homme ? ». | |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. Artikel 257, eerste lid, 4°, van het Wetboek van de | B.1. L'article 257, alinéa 1er, 4°, du Code des impôts sur les revenus |
inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992), zoals gewijzigd bij artikel 2, | 1992 (CIR 1992), tel qu'il a été modifié par l'article 2, 2°, du |
2°, van het decreet van het Waalse Gewest van 10 december 2009 | décret de la Région wallonne du 10 décembre 2009 d'équité fiscale et |
houdende fiscale billijkheid en milieuefficiëntie voor het wagenpark | d'efficacité environnementale pour le parc automobile et les maisons |
en de passiefhuizen, bepaalt : | passives dispose : |
« Op aanvraag van de belanghebbende wordt verleend : | « Sur la demande de l'intéressé, il est accordé : |
[...] | [...] |
4° kwijtschelding of verlaging van de onroerende voorheffing in | 4° remise ou modération du précompte immobilier dans une mesure |
verhouding tot de duur en de omvang van de leegstand, inactiviteit of | proportionnelle à la durée et à l'importance de l'inoccupation, de |
improductiviteit van het onroerend goed : | l'inactivité ou de l'improductivité du bien immeuble : |
a) dans le cas où un bien immobilier bâti, non meublé, est resté | |
a) indien een niet ingericht bebouwd onroerend goed minstens 180 dagen | inoccupé et improductif pendant au moins 180 jours dans le courant de |
in de loop van het jaar onbezet en improductief is gebleven; | l'année; |
b) indien het geheel van het materieel en de outillage, of een deel | b) dans le cas où la totalité du matériel et de l'outillage, ou une |
hiervan dat minstens 25 % van het kadastraal [inkomen] ervan | partie de ceux-ci représentant au moins 25 p.c. de leur revenu |
vertegenwoordigt, gedurende 90 dagen in de loop van het jaar inactief | cadastral, est restée inactive pendant 90 jours dans le courant de |
is gebleven; | l'année; |
c) indien het geheel van hetzij een bebouwd onroerend goed, hetzij van | c) dans le cas où la totalité soit d'un bien immobilier bâti, soit du |
het materieel en de outillage, of een deel hiervan dat minstens 25 % van het respectieve kadastraal inkomen ervan vertegenwoordigt, vernietigd is. De verminderingsvoorwaarden worden per kadastraal perceel of per gedeelte van kadastraal perceel vastgelegd wanneer een dergelijk gedeelte hetzij een aparte woning, hetzij een productie- of activiteitsdepartement of -afdeling vormt die apart kunnen werken of apart in aanmerking genomen kunnen worden, hetzij een entiteit die gescheiden kan worden van de overige goederen of gedeelten waaruit het perceel bestaat en die apart gekadastreerd kan worden. De improductiviteit moet van onvrij [wi]llige aard zijn. Alleen het feit dat het goed tegelijkertijd te huur en te koop aangeboden wordt door de belastingplichtige stelt de improductiviteit niet voldoende vast. Vanaf het tijdstip waarop het goed sinds meer dan twaalf maanden niet meer in gebruik is, kan, rekening houdend met het vorige aanslagjaar, de evenredige vermindering of verlaging bedoeld in a) hierboven niet meer toegekend worden voor zover de leegstandperiode twaalf maanden overschrijdt, behalve in het geval van een onroerend goed waarop de belastingplichtige de zakelijke rechten niet kan uitoefenen wegens ramp, overmacht, een procedure of een administratief of gerechtelijk onderzoek waardoor het vrije genot van het onroerend goed belet wordt, tot de dag waarop die omstandigheden die het vrije genot van het onroerend [goed] belemmeren verdwijnen. Als dusdanig wordt beschouwd een onroerend goed dat onverbeterbaar is in de zin van artikel 1, 14°, van de Waalse huisvestingscode, als dusdanig erkend door een afgevaardigde van de Minister van Huisvesting of bij een besluit van de burgemeester ». Artikel 4 van het voormelde decreet van het Waalse Gewest van 10 | matériel et de l'outillage, ou une partie de ceux-ci représentant au moins 25 p.c. de leur revenu cadastral respectif, est détruite. Les conditions de réduction doivent s'apprécier par parcelle cadastrale ou par partie de parcelle cadastrale lorsqu'une telle partie forme, soit une habitation séparée, soit un département ou une division de production ou d'activité susceptibles de fonctionner ou d'être considérés séparément, soit une entité dissociable des autres biens ou parties formant la parcelle et susceptible d'être cadastrée séparément. L'improductivité doit revêtir un caractère involontaire. La seule mise simultanée en location et en vente du bien par le contribuable n'établit pas suffisamment l'improductivité. A partir du moment où il n'a plus été fait usage du bien depuis plus de douze mois, compte tenu de l'année d'imposition précédente, la remise ou la réduction proportionnelle du a) ci-avant ne peut plus être accordée dans la mesure où la période d'inoccupation dépasse douze mois, sauf dans le cas d'un immeuble dont le contribuable ne peut exercer les droits réels pour cause de calamité, de force majeure, d'une procédure ou d'une enquête administrative ou judiciaire empêchant la jouissance libre de l'immeuble, jusqu'au jour où disparaissent ces circonstances entravant la jouissance libre de l'immeuble. Est notamment considéré comme tel, l'immeuble qui constitue un logement non améliorable, au sens de l'article 1er, 14°, du Code wallon du Logement, reconnu comme tel par un délégué du Ministre du Logement ou par un arrêté du bourgmestre ». L'article 4 du décret de la Région wallonne du 10 décembre 2009 |
december 2009 bepaalt : | précité dispose : |
« Dit hoofdstuk van dit decreet treedt in werking de dag waarop het in | « Le présent chapitre du présent décret entre en vigueur le jour de sa |
het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. De artikelen 1, 2, 1°, en | publication au Moniteur belge. Les articles 1er, 2, 1°, et 3, sont |
3 zijn toepasselijk vanaf het aanslagjaar 2010; artikel 2, 2°, is | applicables à partir de l'exercice d'imposition 2010; l'article 2, 2°, |
toepasselijk vanaf het aanslagjaar 2009 ». | est applicable à partir de l'exercice d'imposition 2009 ». |
B.2. Het door de decreetgever nagestreefde doel werd als volgt | B.2. L'objectif poursuivi par le législateur décrétal a été précisé |
verduidelijkt : | comme suit : |
« Vervolgens dient, met betrekking tot artikel 257, 4°, van het | « Ensuite, concernant l'article 257, 4°, du Code des impôts sur les |
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, dat voorziet in een | revenus 1992, qui prévoit une réduction du précompte immobilier en cas |
vermindering van de onroerende voorheffing in geval van leegstand, inactiviteit of improductiviteit van het onroerend goed gedurende het aanslagjaar (zie artikel 15 van het WIB 1992), dat voordeel in verband te worden gebracht met de werkelijke doelstellingen die erin bestaan de bezitter van een onroerend goed die om redenen die onafhankelijk zijn van zijn wil, zojuist tijdelijk in de onmogelijkheid heeft verkeerd om inkomsten van zijn onroerend goed te innen, niet te belasten; bovendien dient, bij wijze van aanvulling op het doel inzake fiscale billijkheid dat erin bestaat geen voor het Gewest duur fiscaal voordeel toe te kennen dat indruist tegen andere gewestelijke beleidslijnen, zoals de krotbestrijding, te worden opgemerkt dat het toegekende huidige voordeel ook tot een averechts effect kan leiden waarbij de eigenaar die het in het geding zijnde onroerend goed herstelt en verbetert, met de bewoning van het onroerend goed en bijgevolg het verschuldigd zijn van de onroerende voorheffing tot gevolg (en met misschien zelfs een verhoging van het kadastraal inkomen van het onroerend goed ingevolge zijn werkzaamheden), financieel wordt benadeeld ten opzichte van de eigenaar die op de waarde van de grond speculeert door het onroerend goed te laten vervallen en die de onroerende voorheffing gedurende die periode van speculatie niet moet betalen. In de huidige situatie lijkt het enigszins paradoxaal dat met betrekking tot de onroerende voorheffing een fiscaal voordeel wordt toegekend aan de eigenaar van een leegstaand onroerend goed, terwijl de gemeentelijke verankering en de | d'inoccupation, d'inactivité ou d'improductivité de l'immeuble durant l'exercice d'imposition (voy. art. 15, CIR 1992), il convient de rapporter cet avantage aux objectifs réels de ne pas taxer le possesseur d'un bien immobilier qui vient d'être mis temporairement dans l'impossibilité de percevoir des revenus de son immeuble, pour des causes indépendantes de sa volonté; de plus, de manière supplémentaire par rapport à l'objectif d'équité fiscale de ne pas octroyer d'avantage fiscal onéreux pour la Région en contrariété avec d'autres politiques régionales, telle la lutte contre la taudisation, l'on remarquera que l'avantage actuel octroyé peut également provoquer un effet pervers de finalement désavantager le propriétaire qui répare et améliore l'immeuble en cause, avec à la clé occupation de l'immeuble et, partant, débition du précompte immobilier (avec même peut-être une augmentation du revenu cadastral de l'immeuble à la suite de ses travaux), par rapport au propriétaire spéculant sur la valeur du terrain en laissant se dégrader l'immeuble qui ne doit pas payer le précompte immobilier durant cette période de spéculation. Dans la situation actuelle, il paraît quelque peu paradoxal d'octroyer, au niveau du précompte immobilier, un avantage fiscal au propriétaire d'un immeuble inoccupé, alors que l'ancrage communal et |
berekeningswijze van de gewestelijke financiering van de gemeenten de | le mode de calcul du financement régional des communes incitent les |
gemeenten ertoe aansporen een belasting op verlaten woningen in te | communes à établir une taxe sur les logements abandonnés, dès lors |
voeren, indien een onroerend goed het voorwerp heeft uitgemaakt van | qu'un immeuble a fait l'objet de deux constats d'inoccupation séparés |
twee vaststellingen van leegstand waartussen meer dan zes maanden | |
liggen; op dezelfde wijze lijkt de beperking in de tijd van dat | de plus de six mois; de même, la limitation dans le temps de cet |
fiscaal voordeel coherent te zijn met het doel van de gewestelijke | avantage fiscal paraît cohérente avec l'objectif de la taxe régionale |
belasting op de afgedankte bedrijfsruimten, die ertoe strekt de | sur les sites d'activité économique désaffectés, destinée à |
percelen grond bestemd voor economische activiteiten nieuw leven in te | redynamiser les parcelles immobilières affectés aux activités |
blazen en ze opnieuw in het economische circuit te brengen. | économiques et à les remettre dans le circuit économique. |
Er wordt dus voorgesteld om : | Il est donc proposé de : |
[...] | [...] |
- ten slotte, het voordeel van de vermindering van de onroerende | - enfin, de limiter dans le temps le bénéfice de la réduction du |
voorheffing in de tijd te beperken, door ze af te schaffen vanaf het | précompte immobilier, en la supprimant à partir du moment où la durée |
ogenblik waarop de duur van de leegstand meer dan één jaar bedraagt, | de l'inoccupation excède un an, à dater du début de l'inoccupation |
te rekenen vanaf het begin van de leegstand (aldus zal de | |
vermindering, in het geval van een leegstand die meer dan één jaar | (ainsi, dans le cas d'une inoccupation dépassant un an, à cheval sur |
bedraagt en die zich over twee jaren uitstrekt, kunnen worden | deux années, la réduction pourra être appliquée la première année où |
toegepast in het eerste jaar waarin de leegstand bijvoorbeeld 182 | l'inoccupation est, par exemple, de 182 jours, et la réduction pourra |
dagen bedraagt, en de vermindering zal ook het volgende jaar kunnen | également être appliquée l'année suivante, mais alors seulement à |
worden toegepast, maar dan enkel ten belope van het saldo van 183 in | concurrence du solde de 183 jours admissibles de l'inoccupation totale |
aanmerking komende dagen van de totale leegstand die meer dan één jaar | dépassant un an) : toutefois, compte tenu de la jurisprudence actuelle |
bedraagt) : rekening houdend met de huidige rechtspraak van het | de la Cour constitutionnelle en cette matière, il est également |
Grondwettelijk Hof ter zake, wordt evenwel ook voorgesteld dat die | |
beperking in de tijd van het voordeel van de vermindering niet zou | proposé que cette limitation dans le temps de l'avantage de la |
gelden in het geval waarin de eigenaar hoe dan ook niet over het vrije | réduction, ne joue pas dans le cas où le propriétaire ne peut de toute |
genot van zijn onroerend goed kan beschikken, en zulks onvrijwillig, | façon pas jouir librement de son immeuble, et ce de manière |
zoals trouwens in de wetgeving van het Vlaamse Gewest daarin wordt | involontaire, tel que d'ailleurs la législation de la Région flamande |
voorzien » (Parl. St., Waals Parlement, 2009-2010, nr. 118/1, pp. 3 en | le prévoit » (Doc. parl., Parlement wallon, 2009-2010, n° 118/1, pp. 3 |
4). | et 4). |
B.3. De verwijzende rechter stelt het Hof vragen over de | B.3. Le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité avec les |
bestaanbaarheid, met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in | articles 10, 11 et 172 de la Constitution, lus en combinaison avec le |
samenhang gelezen met het bij artikel 1 van het Eerste Aanvullend | principe de la sécurité juridique garanti par l'article 1er du Premier |
Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens | Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de |
gewaarborgde rechtszekerheidsbeginsel, van, enerzijds, artikel 4 van | l'homme, d'une part, de l'article 4 du décret de la Région wallonne du |
het decreet van het Waalse Gewest van 10 december 2009, in zoverre het | 10 décembre 2009, en ce qu'il prévoit l'applicabilité à partir de |
voorziet in de toepasbaarheid vanaf het aanslagjaar 2009 van artikel | l'exercice d'imposition 2009 de l'article 2, 2°, de ce décret, qui ne |
2, 2°, van dat decreet, dat het niet langer mogelijk maakt de | |
kwijtschelding of vermindering van de onroerende voorheffing toe te | permet plus d'accorder la remise ou réduction du précompte immobilier |
kennen wanneer de leegstandperiode meer dan twaalf maanden bedraagt | lorsque la période d'inoccupation dépasse douze mois (première |
(eerste prejudiciële vraag), en, anderzijds, artikel 257, eerste lid, | question préjudicielle) et, d'autre part, de l'article 257, alinéa 1er, |
4°, vierde lid, van het WIB 1992, zoals gewijzigd bij dat artikel 2, | 4°, alinéa 4, du CIR 1992, tel que modifié par cet article 2, 2°, du |
2°, van het decreet, in zoverre daarin rekening wordt gehouden met een | décret, dans la mesure où il prend en compte une durée d'inoccupation |
duur van de leegstand die reeds vóór de inwerkingtreding van het | déjà constatée avant l'entrée en vigueur du décret (seconde question |
decreet is vastgesteld (tweede prejudiciële vraag). | préjudicielle). |
B.4. Uit de feiten van de aan de verwijzende rechter voorgelegde zaak | B.4. Il ressort des faits de la cause soumise au juge a quo et des |
en uit de motieven van de verwijzingsbeslissing blijkt dat de eisende | motifs de la décision de renvoi que les parties demanderesses devant |
partijen voor die rechter een vermindering van de onroerende | ce juge ont sollicité une réduction du précompte immobilier pour |
voorheffing voor het aanslagjaar 2009 hebben aangevraagd wegens de | l'exercice d'imposition 2009 en raison de l'inoccupation du bien |
leegstand van het goed sedert juli 2007. Wat de eerste prejudiciële vraag betreft B.5. Een fiscaalrechtelijke regel kan slechts als retroactief worden gekwalificeerd wanneer hij van toepassing is op toestanden waarvan de voorwaarden voor belastingheffing definitief waren vastgelegd op het ogenblik dat hij in werking is getreden. B.6.1. Inzake inkomstenbelastingen ontstaat de belastingschuld definitief op de datum van afsluiting van de periode waarin de inkomsten verworven zijn die de belastingbasis uitmaken. Overeenkomstig de bepalingen van het WIB 1992 is de onroerende voorheffing een percentage van het kadastraal inkomen, zoals het op 1 januari van het aanslagjaar is vastgesteld. Het is evenwel pas bij het afsluiten van het aanslagjaar dat het bedrag van een eventuele vermindering van die voorheffing kan worden vastgesteld, rekening houdend met de feitelijke en juridische elementen die zich gedurende het verstreken jaar hebben voorgedaan. De belastingplichtige kent slechts definitief de voorwaarden van de belastingheffing op het einde van het belastbare tijdperk. B.6.2. Het in het geding zijnde decreet is afgekondigd op 10 december 2009 en het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 23 december 2009, dus vóór het einde van het belastbare tijdperk 2009. | depuis juillet 2007. En ce qui concerne la première question préjudicielle B.5. Une règle de droit fiscal ne peut être qualifiée de rétroactive que si elle s'applique à des situations dont les conditions de taxation étaient définitivement déterminées au moment où elle entre en vigueur. B.6.1. En matière d'impôts sur les revenus, la dette d'impôt naît définitivement à la date de la clôture de la période dont les revenus constituent la base d'imposition. Conformément aux dispositions du CIR 1992, le précompte immobilier est un pourcentage du revenu cadastral, tel que celui-ci est établi au 1er janvier de l'exercice d'imposition. Ce n'est toutefois qu'à la clôture de l'exercice d'imposition que le montant d'une réduction éventuelle de ce précompte peut être établi, compte tenu des éléments de fait et de droit intervenus durant l'année écoulée. Le contribuable n'est définitivement fixé sur les conditions de la taxation qu'à l'expiration de la période imposable. B.6.2. Le décret en cause a été promulgué le 10 décembre 2009 et a été publié au Moniteur belge du 23 décembre 2009, donc avant le terme de la période imposable 2009. Il s'ensuit qu'en rendant l'article 2, 2°, applicable à partir de |
Daaruit volgt dat artikel 4 van dat decreet, door artikel 2, 2°, vanaf | l'exercice d'imposition 2009, l'article 4 de ce décret règle des |
het aanslagjaar 2009 van toepassing te maken, fiscale situaties regelt | situations fiscales dont les conditions de taxation ne pouvaient être |
waarvan de voorwaarden voor belastingheffing niet konden worden | considérées comme définitivement déterminées. Le législateur décrétal |
beschouwd als zijnde definitief vastgelegd. De decreetgever heeft | n'a dès lors pas porté atteinte au principe de la sécurité juridique. |
bijgevolg geen afbreuk gedaan aan het rechtszekerheidsbeginsel. | En prenant par ailleurs en compte pour le calcul de l'impôt dû pour |
Door voor de berekening van de voor het aanslagjaar 2009 verschuldigde belasting bovendien rekening te houden met een leegstandperiode van het goed die dateert van vóór dat aanslagjaar, heeft de in het geding zijnde bepaling niet tot gevolg dat de regels met betrekking tot de belasting die verschuldigd is voor het aanslagjaar dat aan 2009 voorafgaat, worden gewijzigd. B.7. De eerste prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Wat de tweede prejudiciële vraag betreft B.8. Het komt de bevoegde wetgever toe te oordelen of een stelsel van fiscale vrijstellingen moet worden gehandhaafd of aangepast. Indien daaruit een verschil in behandeling tussen belastingplichtigen voortvloeit, dient het Hof na te gaan of dat verschil in behandeling objectief is en redelijk kan worden verantwoord ten aanzien van het nagestreefde doel. B.9. Met de in het geding zijnde bepaling heeft het Waalse Gewest het | l'exercice d'imposition 2009 une période d'inoccupation du bien antérieure à cet exercice d'imposition, la disposition en cause n'a pas pour effet de modifier les règles relatives à l'impôt dû pour l'exercice d'imposition antérieur à 2009. B.7. La première question préjudicielle appelle une réponse négative. En ce qui concerne la seconde question préjudicielle B.8. Il appartient au législateur compétent d'apprécier si un régime d'immunisation fiscale doit être maintenu ou modalisé. S'il en résulte une différence de traitement entre contribuables, la Cour doit vérifier si cette différence de traitement est objective et peut raisonnablement se justifier par rapport à l'objectif poursuivi. B.9. Par la disposition en cause, la Région wallonne a voulu limiter |
voordeel van de vermindering van de onroerende voorheffing willen | dans le temps le bénéfice de la réduction du précompte immobilier, |
beperken in de tijd waardoor belastingplichtigen verschillend worden | traitant ainsi dès lors de manière différente les contribuables selon |
behandeld naargelang de leegstand van hun onroerend goed al dan niet | que l'inoccupation de leur bien immobilier excède ou non un an. |
meer dan één jaar bedraagt. Het criterium van de duur van de leegstand van het onroerend goed is relevant ten aanzien van het doel van de maatregel, die zowel fiscale billijkheid als krotbestrijding beoogt teneinde de toegang tot een behoorlijke huisvesting aan te moedigen, zoals blijkt uit de in B.2 aangehaalde parlementaire voorbereiding van het decreet. Het feit dat rekening wordt gehouden met de leegstandperiode die tijdens een vorig aanslagjaar is vastgesteld, is daarenboven verantwoord, gelet op het nagestreefde doel. B.10. De tweede prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof | Le critère de la durée de l'inoccupation du bien immobilier est pertinent au regard du but de la mesure, qui vise aussi bien l'équité fiscale que la lutte contre la taudisation de manière à encourager l'accès à un logement décent, comme cela ressort des travaux préparatoires du décret cités en B.2. Le fait de tenir compte de la période d'inoccupation constatée lors d'un exercice antérieur est par ailleurs justifié eu égard à l'objectif poursuivi. B.10. La seconde question préjudicielle appelle une réponse négative. Par ces motifs, la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
De artikelen 2, 2°, en 4 van het decreet van het Waalse Gewest van 10 | Les articles 2, 2°, et 4 du décret de la Région wallonne du 10 |
december 2009 houdende fiscale billijkheid en milieuefficiëntie voor | décembre 2009 d'équité fiscale et d'efficacité environnementale pour |
het wagenpark en de passiefhuizen schenden de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet niet. | le parc automobile et les maisons passives ne violent pas les articles 10, 11 et 172 de la Constitution. |
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 20 september 2012. | la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 20 septembre 2012. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
De voorzitter, | Le président, |
R. Henneuse | R. Henneuse |