← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 105/2012 van 9 augustus 2012 Rolnummer 5247 In zake : de
prejudiciële vragen over artikel 4, 1°, van de wet van 6 juli 1976 tot beteugeling van het sluikwerk
met handels- of ambachtskarakter en artikel 19, § 1, Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M.
Bossuyt en R. Henneuse, en de rechter(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 105/2012 van 9 augustus 2012 Rolnummer 5247 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 4, 1°, van de wet van 6 juli 1976 tot beteugeling van het sluikwerk met handels- of ambachtskarakter en artikel 19, § 1, Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechter(...) | Extrait de l'arrêt n° 105/2012 du 9 août 2012 Numéro du rôle : 5247 En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 4, 1°, de la loi du 6 juillet 1976 sur(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 105/2012 van 9 augustus 2012 | Extrait de l'arrêt n° 105/2012 du 9 août 2012 |
Rolnummer 5247 | Numéro du rôle : 5247 |
In zake : de prejudiciële vragen over artikel 4, 1°, van de wet van 6 | En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 4, 1°, de |
juli 1976 tot beteugeling van het sluikwerk met handels- of | la loi du 6 juillet 1976 sur la répression du travail frauduleux à |
caractère commercial ou artisanal et l'article 19, § 1er, 1°, de la | |
ambachtskarakter en artikel 19, § 1, 1°, van de wet van 15 mei 2007 | loi du 15 mai 2007 relative à la répression de la contrefaçon et de la |
betreffende de bestraffing van namaak en piraterij van intellectuele | piraterie de droits de propriété intellectuelle, posées par le |
eigendomsrechten, gesteld door de Correctionele Rechtbank te | Tribunal correctionnel d'Anvers. |
Antwerpen. Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de | composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges A. |
rechters A. Alen, J.-P. Snappe, E. Derycke, J. Spreutels en P. Nihoul, | Alen, J.-P. Snappe, E. Derycke, J. Spreutels et P. Nihoul, assistée du |
bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, | greffier F. Meersschaut, présidée par le président M. Bossuyt, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Objet des questions préjudicielles et procédure |
Bij vonnis van 12 oktober 2011 in zake het openbaar ministerie tegen | Par jugement du 12 octobre 2011 en cause du ministère public contre |
Ashot Gevorkian en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het | Ashot Gevorkian et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de |
Hof is ingekomen op 16 november 2011, heeft de Correctionele Rechtbank | la Cour le 16 novembre 2011, le Tribunal correctionnel d'Anvers a posé |
te Antwerpen de volgende prejudiciële vragen gesteld : | les questions préjudicielles suivantes : |
« 1. Schenden artikel 4, 1°, van de wet van 6 juli 1976 tot | « 1. L'article 4, 1°, de la loi du 6 juillet 1976 sur la répression du |
beteugeling van het sluikwerk met handels- of ambachtskarakter en | travail frauduleux à caractère commercial ou artisanal et l'article |
artikel 19, § 1, 1°, van de wet van 15 mei 2007 betreffende de | 19, § 1er, 1°, de la loi du 15 mai 2007 relative à la répression de la |
bestraffing van namaak en piraterij van intellectuele eigendomsrechten | contrefaçon et de la piraterie de droits de propriété intellectuelle, |
in die zin geïnterpreteerd dat zij elk rechterlijk toezicht op de | interprétés en ce sens qu'ils excluent tout contrôle juridictionnel de |
wettigheid van de door de politierechter verleende machtiging | la légalité de l'autorisation accordée par le juge de police de |
respectievelijk toestemming om bewoonde lokalen te betreden | |
uitsluiten, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang | pénétrer dans des bâtiments habités, violent-ils les articles 10 et 11 |
gelezen met de artikelen 6.1 en 13 van het Europees Verdrag voor de | de la Constitution, combinés avec les articles 6.1 et 13 de la |
rechten van de mens ? | Convention européenne des droits de l'homme ? |
2. Schenden artikel 4, 1°, van de wet van 6 juli 1976 tot beteugeling | 2. L'article 4, 1°, de la loi du 6 juillet 1976 sur la répression du |
van het sluikwerk met handels- of ambachtskarakter en artikel 19, § 1, | travail frauduleux à caractère commercial ou artisanal et l'article |
1°, van de wet van 15 mei 2007 betreffende de bestraffing van namaak | 19, § 1er, 1°, de la loi du 15 mai 2007 relative à la répression de la |
en piraterij van intellectuele eigendomsrechten in die zin | |
geïnterpreteerd dat zij de bescheiden en toelichtingen waarop de | contrefaçon et de la piraterie de droits de propriété intellectuelle, |
machtiging respectievelijk toestemming van de politierechter om | interprétés en ce sens qu'ils soustraient totalement au principe du |
bewoonde lokalen te betreden is gebaseerd volledig aan het beginsel | contradictoire les documents et explications sur lesquels |
van tegenspraak onttrekken, artikel 15 van de Grondwet, in samenhang | l'autorisation accordée par le juge de police est basée, violent-ils |
gelezen met de artikelen [lees : met artikel] 8 van het Europees | l'article 15 de la Constitution, combiné avec l'article 8 de la |
Verdrag voor de rechten van de mens ? | Convention européenne des droits de l'homme ? |
3. Schenden artikel 4, 1°, van de wet van 6 juli 1976 tot beteugeling | 3. L'article 4, 1°, de la loi du 6 juillet 1976 sur la répression du |
van het sluikwerk met handels- of ambachtskarakter en artikel 19, § 1, | travail frauduleux à caractère commercial ou artisanal et l'article |
1°, van de wet van 15 mei 2007 betreffende de bestraffing van namaak | 19, § 1er, 1°, de la loi du 15 mai 2007 relative à la répression de la |
en piraterij van intellectuele eigendomsrechten in die zin | |
geïnterpreteerd dat de door de politierechter verleende machtiging | contrefaçon et de la piraterie de droits de propriété intellectuelle, |
respectievelijk toestemming niet dient te worden gemotiveerd, de | interprétés en ce sens que l'autorisation accordée par le juge de |
artikelen 10 en 11 en 17 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de | police ne doit pas être motivée, violent-ils les articles 10, 11 et 17 |
artikelen [lees : met artikel] 6.1 van het Europees Verdrag voor de | de la Constitution, combinés avec l'article 6.1 de la Convention |
rechten van de mens ? ». | européenne des droits de l'homme ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
Ten aanzien van de in het geding zijnde bepalingen | Quant aux dispositions en cause |
B.1.1. Artikel 4, 1°, van de wet van 6 juli 1976 tot beteugeling van | B.1.1. L'article 4, 1°, de la loi du 6 juillet 1976 sur la répression |
het sluikwerk met handels- of ambachtskarakter (hierna : de wet van 6 juli 1976) bepaalt : | du travail frauduleux à caractère commercial ou artisanal (ci-après : la loi du 6 juillet 1976) dispose : |
« De in artikel 3 bedoelde leden van het overheidspersoneel mogen voor | « Les agents de l'autorité visés à l'article 3 peuvent, dans |
het vervullen van hun ambt : | l'exercice de leurs fonctions : |
1° op elk ogenblik van de dag of van de nacht, zonder voorafgaande | 1° pénétrer librement, à toute heure du jour ou de la nuit, sans |
verwittiging, vrij binnentreden in alle gebouwen, werkplaatsen, | avertissement préalable, dans tous les bâtiments, ateliers, |
inrichtingen, lokalen of andere plaatsen waar werkzaamheden als | établissements, locaux ou autres lieux où sont effectués ou sont |
bedoeld bij deze wet verricht of vermoedelijk verricht worden; tot | présumés être effectués des travaux réputés frauduleux au sens de la |
particuliere woningen of bewoonde lokalen hebben zij evenwel alleen | présente loi; toutefois, ils ne peuvent pénétrer dans les bâtiments ou |
toegang tussen vijf uur 's morgens en negen uur 's avonds en met | les locaux habités que de cinq heures du matin à neuf heures du soir |
machtiging van de politierechter ». | et uniquement avec l'autorisation du juge de police ». |
B.1.2. Artikel 19, § 1, 1°, van de wet van 15 mei 2007 betreffende de | B.1.2. L'article 19, § 1er, 1°, de la loi du 15 mai 2007 relative à la |
bestraffing van namaak en piraterij van intellectuele eigendomsrechten | répression de la contrefaçon et de la piraterie de droits de propriété |
(hierna : de wet van 15 mei 2007), in de redactie zoals van toepassing | intellectuelle (ci-après : la loi du 15 mai 2007) dispose, dans sa |
op het bodemgeschil, bepaalt : | version applicable au litige au fond : |
« Met het oog op het opsporen en vaststellen van de in de artikelen 8, | « § 1er. Aux fins de rechercher et de constater les infractions |
9 en 10 bepaalde inbreuken, mogen de in artikel 18, eerste lid, | établies aux articles 8, 9 et 10, les agents visés à l'article 18, |
bedoelde ambtenaren, in de uitoefening van hun ambt, in voorkomend | alinéa 1er, peuvent, dans l'exercice de leurs fonctions, accompagnés |
geval vergezeld door de gerechtelijke experten of door de experten die | le cas échéant par les experts judiciaires ou par les experts agréés |
door de Minister bevoegd voor Economie erkend werden in toepassing van | par le Ministre qui a l'Economie dans ses attributions en application |
§ 3 : | du § 3 : |
1° op elk uur van de dag en de nacht, zonder voorafgaande verwittiging | 1° avoir accès, à toute heure du jour et de la nuit, sans |
toegang hebben tot de werkplaatsen, gebouwen, schepen, entrepots, | avertissement préalable, aux ateliers, bâtiments, navires, entrepôts, |
silo's, vervoermiddelen, bijgebouwen en niet bebouwde zones alsook | silos, moyens de transport, annexes et zones non bâties ainsi que tout |
elke andere plaats waarvan de toegang nodig is tot het vervullen van | autre lieu dont l'accès est nécessaire à l'accomplissement de leur |
hun opdracht, wanneer het redelijkerwijze is toegelaten te veronderstellen dat goederen die inbreuk maken op een intellectueel eigendomsrecht zich op deze plaatsen bevinden. Op het eerste verzoek moeten de vervoerders hun voertuig tot stilstand brengen en de nodige bijstand verlenen voor de vaststelling van de aard en de kwantiteit van de vervoerde goederen. In geval het onmogelijk is om ter plaatse tot de voornoemde verificatie over te gaan, moet de vracht, indien de eisende ambtenaar er het bevel toe geeft, naar een plaats worden gebracht waar de verificatie plaats kan vinden, dit alles ten laste van de vervoerder indien een inbreuk wordt waargenomen. De bezoeken in de bewoonde lokalen dienen evenwel te gebeuren tussen acht en achttien uur en door ten minste twee ambtenaren samen, die echter pas vrij mogen binnenkomen indien zij daartoe voorafgaandelijk door de rechter van de politierechtbank de toestemming kregen. Bij behoorlijk gemotiveerde hoogdringendheid kan de in het vorig lid bedoelde toestemming per telefax gevraagd en verkregen worden. Zij dient binnen een termijn van acht dagen schriftelijk te worden bevestigd ». Ten aanzien van de ontvankelijkheid van de prejudiciële vragen B.2.1. Volgens de Ministerraad zou in de prejudiciële vragen niet zijn | mission, lorsqu'il est raisonnablement permis de supposer que des marchandises portant atteinte à un droit de propriété intellectuelle se trouvent dans ces lieux. A la première réquisition, les transporteurs doivent immobiliser leur véhicule et prêter l'aide nécessaire pour la constatation de la nature et de la quantité des marchandises transportées. En cas d'impossibilité de procéder sur place à la vérification précitée, le transport doit être conduit, si l'agent requérant en donne l'ordre, à un endroit où la vérification pourra avoir lieu, le tout aux frais du transporteur si une infraction est relevée à sa charge. Toutefois, les visites dans les bâtiments habités doivent s'effectuer entre huit heures et dix-huit heures et être exécutées conjointement par deux agents au moins, qui ne peuvent pénétrer librement dans les lieux qu'avec l'autorisation préalable du juge du tribunal de police. En cas d'urgence dûment motivée, l'autorisation visée à l'alinéa précédent peut être sollicitée et obtenue par télécopie. Elle doit être confirmée par écrit dans un délai qui n'excède pas huit jours ». Quant à la recevabilité des questions préjudicielles B.2.1. Selon le Conseil des ministres, les questions préjudicielles |
aangegeven op welke wijze het beginsel van gelijkheid en | n'indiqueraient pas en quoi le principe d'égalité et de |
niet-discriminatie zou zijn geschonden. De in het geding zijnde | non-discrimination serait violé. Selon le Conseil des ministres, les |
bepalingen zouden volgens de Ministerraad moeten worden vergeleken met | dispositions en cause devraient être comparées aux dispositions de |
de gemeenrechtelijke bepalingen inzake huiszoeking, opgenomen in het | droit commun en matière de perquisition, qui figurent dans le Code |
Wetboek van strafvordering, meer bepaald in de artikelen 87, 88 en | d'instruction criminelle, plus précisément aux articles 87, 88 et |
89bis van dat Wetboek. | 89bis de ce Code. |
B.2.2. Met de prejudiciële vragen wordt het Hof verzocht te | B.2.2. Par ces questions préjudicielles, il est demandé à la Cour |
onderzoeken of de in het geding zijnde bepalingen bestaanbaar zijn met | d'examiner si les dispositions en cause sont compatibles avec les |
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met | articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec diverses |
verschillende bepalingen van het Europees Verdrag voor de rechten van | dispositions de la Convention européenne des droits de l'homme. |
de mens. Wanneer een prejudiciële vraag een schending aanvoert van de artikelen | Lorsqu'une question préjudicielle dénonce une violation des articles |
10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met een verdragsbepaling die een fundamenteel recht waarborgt, bestaat de aangevoerde schending erin dat een verschil in behandeling wordt doorgevoerd doordat een categorie van personen dat fundamentele recht wordt ontnomen, terwijl dat recht wordt gewaarborgd voor iedere andere persoon. In tegenstelling tot wat de Ministerraad beweert, dient de in het geding zijnde maatregel niet noodzakelijkerwijze met de gemeenrechtelijke regeling inzake huiszoeking te worden vergeleken om het Hof in staat te stellen de grondwettigheid van de in het geding zijnde bepalingen te onderzoeken. De exceptie wordt verworpen. B.3.1. Volgens de Ministerraad zou niet in te zien zijn op welke wijze | 10 et 11 de la Constitution, combinés avec une disposition conventionnelle garantissant un droit fondamental, la violation alléguée consiste en ce qu'une différence de traitement est instaurée, parce qu'une catégorie de personnes est privée de ce droit fondamental, alors que ce droit est garanti à toute autre personne. Contrairement à ce qu'affirme le Conseil des ministres, la mesure en cause ne doit pas nécessairement être comparée aux règles de droit commun en matière de perquisition pour que la Cour puisse examiner la constitutionnalité des dispositions en cause. L'exception est rejetée. B.3.1. Selon le Conseil des ministres, l'on n'apercevrait pas comment |
de in het geding zijnde bepalingen artikel 17 van de Grondwet zouden | les dispositions en cause pourraient violer l'article 17 de la |
kunnen schenden doordat de beslissing van de politierechter waarbij | Constitution en ce que la décision du juge de police autorisant une |
een machtiging tot visitatie wordt verleend, niet zou moeten worden | visite ne devrait pas être motivée. |
gemotiveerd. B.3.2. Volgens artikel 17 van de Grondwet kan de straf van verbeurdverklaring der goederen niet worden ingevoerd. Vermits die grondwetsbepaling vreemd is aan de in het geding zijnde aangelegenheid, onderzoekt het Hof de derde prejudiciële vraag enkel in zoverre zij betrekking heeft op een mogelijke schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. De exceptie is gegrond. Ten gronde | B.3.2. Aux termes de l'article 17 de la Constitution, la peine de la confiscation des biens ne peut être établie. Cette disposition constitutionnelle étant étrangère à la matière en cause, la Cour n'examine la troisième question préjudicielle que dans la mesure où elle concerne une éventuelle violation des articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec l'article 6.1 de la Convention européenne des droits de l'homme. L'exception est fondée. Quant au fond B.4.1. Dans la première question préjudicielle, le juge a quo demande à la Cour si les dispositions en cause, interprétées en ce sens |
B.4.1. Met de eerste prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter | qu'elles excluent tout contrôle juridictionnel de la légalité de |
van het Hof te vernemen of de in het geding zijnde bepalingen de | l'autorisation accordée par le juge de police de pénétrer dans des |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de | bâtiments ou locaux habités, violent les articles 10 et 11 de la |
artikelen 6.1 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de | Constitution, combinés avec les articles 6.1 et 13 de la Convention |
mens, schenden wanneer zij aldus worden begrepen dat zij elk | européenne des droits de l'homme. |
rechterlijk toezicht uitsluiten op de wettigheid van de door de | Dans la deuxième question préjudicielle, le juge a quo demande si ces |
politierechter verleende machtiging of toestemming om particuliere | mêmes dispositions, interprétées en ce sens qu'elles soustraient |
woningen of bewoonde lokalen te betreden. | totalement au principe du contradictoire les documents et explications |
Met de tweede prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter te | sur lesquels est basée l'autorisation accordée par le juge de police |
vernemen of dezelfde bepalingen artikel 15 van de Grondwet, in | de pénétrer dans des bâtiments ou locaux habités, violent l'article 15 |
samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de | de la Constitution, combiné avec l'article 8 de la Convention |
rechten van de mens, schenden wanneer zij aldus worden begrepen dat | |
zij de bescheiden en de toelichtingen waarop de machtiging of de | européenne des droits de l'homme. |
toestemming van de politierechter om particuliere woningen of bewoonde | Dans la troisième question préjudicielle, le juge a quo demande si ces |
lokalen te betreden is gebaseerd, volledig aan het beginsel van de | mêmes dispositions, interprétées en ce sens que l'autorisation |
tegenspraak onttrekken. | |
Met de derde prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter te | accordée par le juge de police de pénétrer dans des bâtiments ou |
vernemen of dezelfde bepalingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, schenden wanneer zij aldus worden begrepen dat de door de politierechter verleende machtiging of toestemming om particuliere woningen of bewoonde lokalen te betreden niet dient te worden gemotiveerd. B.4.2. De voormelde prejudiciële vragen hebben derhalve betrekking op de controle op, de voorwaarden tot en de motivering van de machtiging of de toestemming om particuliere woningen of bewoonde lokalen te betreden. B.5.1. De in het geding zijnde bepalingen maken deel uit van de regelgevingen over de bestraffing van, enerzijds, het sluikwerk en, anderzijds, de namaak en piraterij van intellectuele eigendomsrechten. Die regelgevingen strekken ertoe de omvang en de frequentie van de fraude te bestrijden in die bijzonder technische en, inzonderheid wat de namaak en piraterij van intellectuele eigendomsrechten betreft, grensoverschrijdende materie, die mede door een uitgebreide Europese regelgeving wordt beheerst. Een dergelijke doelstelling ontslaat de wetgever niet van de verplichting de grondrechten van de betrokken personen te eerbiedigen. B.5.2. Meer in het bijzonder maken de in het geding zijnde bepalingen | locaux habités ne doit pas être motivée, violent les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec l'article 6.1 de la Convention européenne des droits de l'homme. B.4.2. Les questions préjudicielles précitées portent dès lors sur le contrôle, les conditions et la motivation de l'autorisation d'accéder à des bâtiments ou locaux habités. B.5.1. Les dispositions en cause font partie des réglementations relatives à la répression, d'une part, du travail frauduleux et, d'autre part, de la contrefaçon et de la piraterie de droits de propriété intellectuelle. Ces réglementations visent à combattre l'ampleur et la fréquence des fraudes en cette matière particulièrement technique et, spécialement en ce qui concerne la piraterie de droits de propriété intellectuelle, transfrontalière, matière qui est également régie par une abondante réglementation européenne. Semblable objectif ne dispense pas le législateur de l'obligation de respecter les droits fondamentaux des personnes concernées. |
deel uit van de regelgeving betreffende de opsporing en de | B.5.2. Les dispositions en cause font plus précisément partie de la |
vaststelling van de inbreuken. De visitatie betreft de bevoegdheid van | réglementation relative à la recherche et au constat des infractions. |
de door de in het geding zijnde wetten aangewezen ambtenaren om | La visite relève de la compétence dont disposent les fonctionnaires |
bepaalde plaatsen te bezoeken en te onderzoeken. Die plaatsen zijn, | désignés par les lois en cause pour visiter et examiner certains |
enerzijds, « alle gebouwen, werkplaatsen, inrichtingen, lokalen of | lieux. Ces lieux sont, d'une part, « tous les bâtiments, ateliers, |
andere plaatsen waar werkzaamheden als bedoeld bij deze wet verricht | établissements, locaux ou autres lieux où sont effectués ou sont |
of vermoedelijk verricht worden » (wet van 6 juli 1976) en, | présumés être effectués des travaux réputés frauduleux » (loi du 6 |
anderzijds, « de werkplaatsen, gebouwen, schepen, entrepots, silo's, | juillet 1976) et, d'autre part, les « ateliers, bâtiments, navires, |
vervoermiddelen, bijgebouwen en niet bebouwde zones alsook elke andere | entrepôts, silos, moyens de transport, annexes et zones non bâties |
plaats waarvan de toegang nodig is tot het vervullen van hun opdracht, | ainsi que tout autre lieu dont l'accès est nécessaire à |
wanneer het redelijkerwijze is toegelaten te veronderstellen dat | l'accomplissement de leur mission, lorsqu'il est raisonnablement |
goederen die inbreuk maken op een intellectueel eigendomsrecht zich op | permis de supposer que des marchandises portant atteinte à un droit de |
deze plaatsen bevinden » (wet van 15 mei 2007). | propriété intellectuelle se trouvent dans ces lieux » (loi du 15 mai |
De visitatie van de voormelde plaatsen is niet aan een rechterlijke | 2007). La visite des lieux précités n'est pas soumise à une autorisation |
machtiging onderworpen. Artikel 4, 1°, eerste zin, van de wet van 6 | judiciaire. L'article 4, 1°, première phrase, de la loi du 6 juillet |
juli 1976 en artikel 19, § 1, 1°, eerste lid, van de wet van 15 mei | 1976 et l'article 19, § 1er, 1°, alinéa 1er, de la loi du 15 mai 2007 |
2007 wijken af van de gemeenrechtelijke regel die de huiszoeking aan | dérogent à la règle de droit commun qui soumet la perquisition à une |
een rechterlijke machtiging onderwerpt. | autorisation judiciaire. |
B.5.3. In de arresten nrs. 16/2001 en 60/2002 heeft het Hof uitspraak | B.5.3. Dans les arrêts nos 16/2001 et 60/2002, la Cour s'est prononcée |
gedaan over de voormelde afwijking. Het heeft met name vastgesteld dat | sur la dérogation précitée. Elle a notamment constaté que la dispense |
de vrijstelling van de rechterlijke machtiging beperkt is tot hetgeen | de l'autorisation judiciaire est limitée à ce qui est strictement |
strikt noodzakelijk is om het in B.5.1 omschreven doel te bereiken, | nécessaire pour atteindre l'objectif décrit en B.5.1, cependant que |
terwijl ook de uitoefening van de visitatiebevoegdheid met voldoende | l'exercice du droit de visite est entouré lui aussi de garanties |
waarborgen ter voorkoming van misbruik is omringd. Daardoor heeft de | suffisantes pour prévenir les abus. Le législateur a ainsi établi un |
wetgever een billijk evenwicht tot stand gebracht tussen, enerzijds, | juste équilibre entre, d'une part, les droits des personnes concernées |
de rechten van de betrokken personen en, anderzijds, de noodzaak om op | et, d'autre part, la nécessité de pouvoir constater de manière |
een doeltreffende manier inbreuken op de in het geding zijnde | |
wetgeving te kunnen vaststellen (arrest nr. 16/2001, B.13.7, en arrest | efficace les infractions à la législation en cause (arrêt n° 16/2001, |
nr. 60/2002, B.3.8). | B.13.7; arrêt n° 60/2002, B.3.8). |
B.5.4. De voorliggende prejudiciële vragen hebben evenwel betrekking | B.5.4. Les questions préjudicielles soumises à la Cour concernent |
op de situatie waarin de visitatie wel aan een rechterlijke machtiging | toutefois la situation dans laquelle la visite est soumise à une |
of toestemming is onderworpen, meer bepaald wanneer zij particuliere | autorisation judiciaire, plus particulièrement lorsqu'elle porte sur |
woningen of bewoonde lokalen betreft. | des bâtiments ou locaux habités. |
B.6.1. Artikel 15 van de Grondwet bepaalt : | B.6.1. L'article 15 de la Constitution dispose : |
« De woning is onschendbaar; geen huiszoeking kan plaatshebben dan in | « Le domicile est inviolable; aucune visite domiciliaire ne peut avoir |
lieu que dans les cas prévus par la loi et dans la forme qu'elle | |
de gevallen die de wet bepaalt en in de vorm die zij voorschrijft ». | prescrit ». Cette disposition est invoquée devant la Cour, en combinaison avec |
Die bepaling wordt voor het Hof aangevoerd in samenhang met artikel 8 | l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme, qui |
van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, dat bepaalt : | dispose : |
« 1. Eenieder heeft recht op eerbiediging van zijn privéleven, zijn | « 1. Toute personne a droit au respect de sa vie privée et familiale, |
gezinsleven, zijn huis en zijn briefwisseling. | de son domicile et de sa correspondance. |
2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan met betrekking | 2. Il ne peut y avoir ingérence d'une autorité publique dans |
tot de uitoefening van dit recht dan voor zover bij de wet is voorzien | l'exercice de ce droit que pour autant que cette ingérence est prévue |
en in een democratische samenleving nodig is in het belang van 's | par la loi et qu'elle constitue une mesure qui, dans une société |
lands veiligheid, de openbare veiligheid, of het economisch welzijn | démocratique, est nécessaire à la sécurité nationale, à la sûreté |
van het land, de bescherming van de openbare orde en het voorkomen van | publique, au bien-être économique du pays, à la défense de l'ordre et |
strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, | à la prévention des infractions pénales, à la protection de la santé |
of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen ». | ou de la morale, ou à la protection des droits et libertés d'autrui ». |
B.6.2. Het recht op de eerbiediging van de woning heeft een | B.6.2. Le droit au respect du domicile revêt un caractère civil au |
burgerrechtelijk karakter in de zin van artikel 6.1 van het Europees | sens de l'article 6.1 de la Convention européenne des droits de |
Verdrag voor de rechten van de mens. Aangezien de uitoefening van het | l'homme. Etant donné que l'exercice du droit de pénétrer dans des |
recht van toegang tot bewoonde lokalen een inmenging in dat recht | locaux habités constitue une ingérence dans ce droit, les |
vormt, moeten de daarmee verband houdende betwistingen worden | contestations y relatives doivent être traitées dans le respect des |
behandeld met naleving van de in die bepaling vervatte waarborgen. | garanties prévues par cette disposition. |
B.6.3. Zoals het Hof in zijn arrest nr. 171/2008 van 3 december 2008 | B.6.3. Comme la Cour l'a jugé dans ses arrêts nos 171/2008 du 3 |
en in zijn arrest nr. 10/2011 van 27 januari 2011, met betrekking tot | décembre 2008 et 10/2011 du 27 janvier 2011, qui portaient sur des |
een soortgelijke bepaling van respectievelijk de wet van 16 november | dispositions analogues figurant respectivement dans la loi du 16 |
1972 betreffende de arbeidsinspectie en de algemene wet inzake douane | novembre 1972 concernant l'inspection du travail et dans la loi |
en accijnzen, heeft geoordeeld, houden de waarborgen van artikel 6.1 | générale sur les douanes et accises, les garanties de l'article 6.1 de |
van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens met name in dat | la Convention européenne des droits de l'homme impliquent, entre |
de betrokkenen een jurisdictionele controle, zowel in feite als in | autres, que les personnes concernées puissent bénéficier d'un contrôle |
rechte, kunnen verkrijgen op de regelmatigheid van de beslissing | juridictionnel, en fait comme en droit, de la régularité de la |
waarmee de toegang tot bewoonde lokalen wordt toegestaan, alsook, in | décision autorisant l'accès aux locaux habités ainsi que, le cas |
voorkomend geval, van de maatregelen die op grond daarvan zijn | échéant, des mesures prises sur son fondement. Le ou les recours |
genomen. Het beschikbare beroep moet of de beschikbare beroepen | disponibles doivent permettre, en cas de constat d'irrégularité, soit |
moeten, wanneer een onregelmatigheid wordt vastgesteld, het mogelijk | |
maken ofwel de toegang te voorkomen, ofwel, indien een onregelmatig | de prévenir l'accès, soit, dans l'hypothèse où un accès jugé |
geachte toegang reeds heeft plaatsgehad, de betrokkene een gepast | irrégulier a déjà eu lieu, de fournir à l'intéressé un redressement |
herstel te bieden. | approprié. |
B.6.4. In de interpretatie van de verwijzende rechter volgens welke de | B.6.4. Dans l'interprétation du juge a quo selon laquelle les |
in het geding zijnde bepalingen elk rechterlijk toezicht op de | dispositions en cause excluent tout contrôle juridictionnel de la |
wettigheid van de door de politierechter verleende machtiging of | légalité de l'autorisation accordée par le juge de police, ces |
toestemming uitsluiten, voldoen die bepalingen niet aan de vereisten | dispositions ne répondent pas aux exigences de l'article 6.1 de la |
van artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens | Convention européenne des droits de l'homme et constituent dès lors |
en zijn zij derhalve in strijd met de artikelen 10 en 11 van de | une violation des articles 10 et 11 de la Constitution. |
Grondwet. In die interpretatie dient de eerste prejudiciële vraag bevestigend te | Dans cette interprétation, la première question préjudicielle appelle |
worden beantwoord. | une réponse affirmative. |
B.6.5. Een toetsing van de in het geding zijnde bepalingen aan de | B.6.5. Un contrôle des dispositions en cause au regard des articles 10 |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet in samenhang met artikel 13 van het | et 11 de la Constitution, combinés avec l'article 13 de la Convention |
Europees Verdrag voor de rechten van mens, kan niet tot een ruimere | européenne des droits de l'homme, ne saurait aboutir à un constat de |
vaststelling van schending leiden. | violation plus ample. |
B.6.6. De in het geding zijnde bepalingen kunnen evenwel anders worden | B.6.6. Les dispositions en cause peuvent cependant recevoir une autre |
geïnterpreteerd, in die zin dat die bepalingen zich niet ertegen | interprétation, selon laquelle ces dispositions ne s'opposent pas à ce |
verzetten dat de machtiging of de toestemming van de politierechter om | que l'autorisation du juge de police de pénétrer dans les bâtiments ou |
particuliere woningen of bewoonde lokalen te betreden, voor de | locaux habités soit contestée devant le juge pénal. |
strafrechter wordt betwist. | |
In die interpretatie dient de eerste prejudiciële vraag ontkennend te | Dans cette interprétation, la première question préjudicielle appelle |
worden beantwoord. | une réponse négative. |
B.7.1. Tot de waarborgen van artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor | B.7.1. Les garanties de l'article 6.1 de la Convention européenne des |
de rechten van de mens behoort ook de eerbiediging van het beginsel | droits de l'homme comprennent également le respect du principe du |
van de tegenspraak. Dat beginsel impliceert in de regel het recht voor | contradictoire. Ce principe implique en règle le droit pour les |
de gedingvoerende partijen om kennis te nemen van elk stuk dat of elke | parties litigantes de prendre connaissance de toute pièce ou |
opmerking die bij de rechter wordt neergelegd en ze te bespreken. | observation présentée devant le juge et de la discuter. |
De rechten van de verdediging moeten echter worden afgewogen tegen de | Les droits de la défense doivent cependant être mis en balance avec |
belangen die onder de toepassing van artikel 8 van het Europees | les intérêts qui relèvent du domaine de l'article 8 de la Convention |
Verdrag voor de rechten van de mens vallen. Aldus is het in | européenne des droits de l'homme. On peut ainsi concevoir des |
uitzonderlijke situaties denkbaar dat bepaalde stukken van het dossier | situations exceptionnelles dans lesquelles certaines pièces du dossier |
aan de tegenspraak ontsnappen. | échappent à la contradiction. |
Ten aanzien van artikel 6.1 van dat Verdrag zijn evenwel enkel die | Toutefois, seules sont légitimes au regard de l'article 6.1 de la |
maatregelen die de rechten van de verdediging beperken legitiem die noodzakelijk zijn in een democratische samenleving. Bovendien moeten de moeilijkheden die een van de partijen bij de uitoefening van haar verdediging zou ondervinden vanwege een beperking van haar rechten, worden gecompenseerd door de waarborg van de voor het rechtscollege gevolgde procedure. In het omgekeerde geval moeten de inbreuken op het privéleven die voortvloeien uit een gerechtelijke procedure, zoveel mogelijk worden beperkt tot diegene die door specifieke kenmerken van de procedure, enerzijds, en door de gegevens van het geschil, anderzijds, strikt noodzakelijk worden gemaakt. B.7.2. In de interpretatie van de verwijzende rechter kan de machtiging of de toestemming van de politierechter om particuliere woningen of bewoonde lokalen te betreden, steunen op bescheiden en toelichtingen die niet aan het strafdossier worden toegevoegd. Het gaat om bescheiden en toelichtingen op grond waarvan het vermoeden kan worden gestaafd dat een inbreuk op de in het geding zijnde wetgevingen heeft plaatsgevonden en op grond waarvan de machtiging of de toestemming om de particuliere woning of het bewoonde lokaal te betreden, is verleend. De materiële vaststellingen die de bevoegde ambtenaren doen naar aanleiding van de uitoefening van hun recht van toegang tot de particuliere woning of het bewoonde lokaal worden opgenomen in processen-verbaal die uiteraard wel aan het strafdossier worden toegevoegd. | Convention précitée les mesures restreignant les droits de la défense qui sont nécessaires dans une société démocratique. De surcroît, les difficultés qu'éprouverait une des parties dans l'exercice de sa défense en raison d'une limitation de ses droits doivent être compensées par la garantie qu'offre la procédure suivie devant la juridiction. Inversement, les atteintes à la vie privée qui découlent d'une procédure judiciaire doivent se limiter autant que faire se peut à celles rendues strictement nécessaires par les spécificités de la procédure, d'une part, et par les données du litige, d'autre part. B.7.2. Dans l'interprétation du juge a quo, l'autorisation du juge de police de pénétrer dans les bâtiments ou locaux habités peut se fonder sur des documents et déclarations qui ne sont pas joints au dossier répressif. Il s'agit de documents et déclarations sur la base desquels peut être étayée la présomption qu'a été commise une infraction aux législations en cause et sur la base desquels a été donnée l'autorisation de pénétrer dans le bâtiment ou local habité. Les constatations matérielles effectuées par les agents compétents dans le cadre de l'exercice de leur droit de pénétrer dans le bâtiment ou local habité sont actées dans des procès-verbaux qui sont évidemment versés au dossier répressif. |
B.7.3. Uit hetgeen voorafgaat volgt dat de rechten van de verdediging | B.7.3. Il découle de ce qui précède que les droits de la défense |
op onevenredige wijze zouden worden beperkt indien de bescheiden en | seraient restreints de manière disproportionnée si les documents et |
toelichtingen waarop de machtiging of de toestemming van de | explications sur lesquels est fondée l'autorisation du juge de police |
politierechter om particuliere woningen of bewoonde lokalen te | de pénétrer dans les bâtiments ou locaux habités étaient entièrement |
betreden is gebaseerd, volledig worden onttrokken aan het beginsel van | soustraits au principe du contradictoire. |
de tegenspraak. | |
B.7.4. In de interpretatie van de in het geding zijnde bepalingen | B.7.4. Dans l'interprétation selon laquelle les documents et |
volgens welke de bescheiden en toelichtingen waarop de machtiging of | explications sur lesquels est fondée l'autorisation du juge de police |
de toestemming van de politierechter om particuliere woningen of | de pénétrer dans les bâtiments ou locaux habités sont entièrement |
bewoonde lokalen te betreden is gebaseerd, volledig aan het beginsel | |
van de tegenspraak worden onttrokken, voldoen die bepalingen niet aan | soustraits au principe du contradictoire, les dispositions en cause ne |
de vereisten van artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten | satisfont pas aux exigences de l'article 6.1 de la Convention |
van de mens en leiden zij tot een willekeurige inmenging in het recht | européenne des droits de l'homme et entraînent une ingérence |
op de onschendbaarheid van de woning, gewaarborgd bij artikel 15 van | arbitraire dans le droit à l'inviolabilité du domicile, garanti par |
de Grondwet en artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van | l'article 15 de la Constitution et par l'article 8 de la Convention |
de mens. | européenne des droits de l'homme. |
In die interpretatie dient de tweede prejudiciële vraag bevestigend te | Dans cette interprétation, la deuxième question préjudicielle appelle |
worden beantwoord. | une réponse affirmative. |
B.7.5. De in het geding zijnde bepalingen kunnen evenwel in die zin | B.7.5. Les dispositions en cause peuvent toutefois être interprétées |
worden geïnterpreteerd dat de bescheiden en toelichtingen waarop de | en ce sens que les documents et explications sur lesquels est basée |
machtiging of de toestemming van de politierechter om particuliere | l'autorisation du juge de police de pénétrer dans des bâtiments ou |
woningen of bewoonde lokalen te betreden is gebaseerd niet aan het | |
beginsel van de tegenspraak worden onttrokken, behoudens wanneer | locaux habités ne sont pas soustraits au principe du contradictoire, |
daardoor een ander grondrecht of beginsel op onevenredige wijze zou | sauf si un autre droit fondamental ou un autre principe était ainsi |
worden uitgehold (bijvoorbeeld het recht op bescherming van de | vidé de sa substance de manière disproportionnée (par exemple le droit |
identiteit van de indiener van de klacht of aangifte, zie de arresten | à la protection de l'identité de l'auteur de la plainte ou de la |
nrs. 171/2008, B.6.4, en 10/2011, B.5.5). | dénonciation, voy. les arrêts nos 171/2008, B.6.4, et 10/2011, B.5.5). |
In die interpretatie dient de tweede prejudiciële vraag ontkennend te | Dans cette interprétation, la deuxième question préjudicielle appelle |
worden beantwoord. | une réponse négative. |
B.8.1. Krachtens artikel 89bis van het Wetboek van strafvordering kan | B.8.1. En vertu de l'article 89bis du Code d'instruction criminelle, |
de onderzoeksrechter een opdracht tot huiszoeking geven. Hij geeft die opdracht bij een met redenen omklede beslissing en enkel wanneer het noodzakelijk is. De in het geding zijnde normen bepalen niet uitdrukkelijk dat de machtiging of de toestemming tot visitatie van de rechter in de politierechtbank dient te worden gemotiveerd. B.8.2. Het voorafgaande optreden van een onafhankelijke en onpartijdige magistraat vormt een belangrijke waarborg tegen het gevaar voor misbruik of willekeur. De politierechter beschikt ter zake over een ruime beoordelingsbevoegdheid om te bepalen of de hem voorgelegde omstandigheden een aantasting van het grondwettelijk beginsel van de onschendbaarheid van de woning verantwoorden. De toestemming die hij verleent, is specifiek. Zij betreft een welbepaald onderzoek, beoogt een welbepaalde woning en geldt alleen voor de personen op wier naam de toestemming is verleend. | le juge d'instruction peut donner un ordre de perquisition. Il le fait par ordonnance motivée et dans les cas de nécessité seulement. Les normes en cause ne prévoient pas expressément que l'autorisation de procéder à une visite, accordée par le juge du tribunal de police, doive être motivée. B.8.2. L'intervention préalable d'un magistrat indépendant et impartial constitue une garantie importante contre les risques d'abus ou d'arbitraire. Le juge de police dispose en la matière d'un large pouvoir d'appréciation afin de déterminer si les circonstances qui lui sont soumises justifient une atteinte au principe constitutionnel de l'inviolabilité du domicile. L'autorisation qu'il délivre est spécifique. Elle concerne une enquête précise, vise une habitation déterminée et ne vaut que pour les personnes au nom desquelles l'autorisation est accordée. |
B.8.3. De jurisdictionele controle van de machtiging of de toestemming | B.8.3. Le contrôle juridictionnel de l'autorisation de procéder à une |
tot visitatie, bedoeld in B.6.3, en de concrete uitoefening van de | visite, visé en B.6.3, et l'exercice concret des droits de la défense, |
rechten van de verdediging, zoals nader gepreciseerd in B.7.1, zouden | tel qu'il est précisé en B.7.1, seraient entravés de manière |
op onevenredige wijze worden belemmerd wanneer de afweging van de | disproportionnée si la mise en balance faite par le juge de police et |
politierechter en de door hem bepaalde modaliteiten, vermeld in B.8.2, | les modalités qu'il a fixées, mentionnées en B.8.2, ne figuraient pas |
niet in de redengeving van de machtiging zouden worden opgenomen. | dans la motivation de l'autorisation. |
B.8.4. In de interpretatie van de in het geding zijnde bepalingen | B.8.4. Dans l'interprétation selon laquelle l'autorisation accordée |
volgens welke de door de politierechter verleende machtiging of | par le juge de police ne doit pas être motivée, les dispositions en |
toestemming niet dient te worden gemotiveerd, voldoen die bepalingen | |
niet aan de vereisten van artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de | cause ne satisfont pas aux exigences de l'article 6.1 de la Convention |
rechten van de mens en zijn zij derhalve in strijd met de artikelen 10 | européenne des droits de l'homme et violent dès lors les articles 10 |
en 11 van de Grondwet. | et 11 de la Constitution. |
In die interpretatie dient de derde prejudiciële vraag bevestigend te | Dans cette interprétation, la troisième question préjudicielle appelle |
worden beantwoord. | une réponse affirmative. |
B.8.5. De in het geding zijnde bepalingen kunnen evenwel anders worden | B.8.5. Les dispositions en cause peuvent toutefois être interprétées |
geïnterpreteerd, in die zin dat zij de politierechter niet vrijstellen | autrement, en ce sens qu'elles ne dispensent pas le juge de police de |
van de verplichting om de machtiging of de toestemming tot visitatie | l'obligation de motiver expressément l'autorisation de procéder à une |
uitdrukkelijk te motiveren. | visite. |
In die interpretatie dient de derde prejudiciële vraag ontkennend te | Dans cette interprétation, la troisième question préjudicielle appelle |
worden beantwoord. | une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
1) - Artikel 4, 1°, van de wet van 6 juli 1976 tot beteugeling van het | 1) - L'article 4, 1°, de la loi du 6 juillet 1976 sur la répression du |
sluikwerk met handels- of ambachtskarakter en artikel 19, § 1, 1°, van | travail frauduleux à caractère commercial ou artisanal et l'article |
de wet van 15 mei 2007 betreffende de bestraffing van namaak en | 19, § 1er, 1°, de la loi du 15 mai 2007 relative à la répression de la |
contrefaçon et de la piraterie de droits de propriété intellectuelle, | |
interprétés en ce sens qu'ils excluent tout contrôle juridictionnel de | |
piraterij van intellectuele eigendomsrechten, in die zin | la légalité de l'autorisation accordée par le juge de police de |
pénétrer dans des bâtiments ou locaux habités, violent les articles 10 | |
geïnterpreteerd dat zij elk rechterlijk toezicht op de wettigheid van | et 11 de la Constitution, combinés avec l'article 6.1 de la Convention |
européenne des droits de l'homme. | |
- Les mêmes dispositions, interprétées en ce sens qu'elles n'excluent | |
de door de politierechter verleende machtiging of toestemming om | pas tout contrôle juridictionnel de la légalité de l'autorisation |
particuliere woningen of bewoonde lokalen te betreden uitsluiten, | accordée par le juge de police de pénétrer dans des bâtiments ou |
schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen | locaux habités, ne violent pas les articles 10 et 11 de la |
met artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. | Constitution, combinés avec l'article 6.1 de la Convention européenne |
- Dezelfde bepalingen, in die zin geïnterpreteerd dat zij niet elk | des droits de l'homme. 2) - Les mêmes dispositions, interprétées en ce sens qu'elle |
rechterlijk toezicht op de wettigheid van de door de politierechter | soustraient totalement au principe du contradictoire les documents et |
verleende machtiging of toestemming om particuliere woningen of | explications sur lesquels est basée l'autorisation accordée par le |
bewoonde lokalen te betreden uitsluiten, schenden niet de artikelen 10 | juge de police de pénétrer dans des bâtiments ou locaux habités, |
en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6.1 van het | violent l'article 15 de la Constitution, combiné avec l'article 8 de |
Europees Verdrag voor de rechten van de mens. | la Convention européenne des droits de l'homme. |
2) - Dezelfde bepalingen, in die zin geïnterpreteerd dat zij de | - Les mêmes dispositions, interprétées en ce sens qu'elles ne |
soustraient pas au principe du contradictoire les documents et | |
bescheiden en toelichtingen waarop de machtiging of de toestemming van | explications sur lesquels est basée l'autorisation accordée par le |
de politierechter om particuliere woningen of bewoonde lokalen te | juge de police de pénétrer dans des bâtiments ou locaux habités, sauf |
betreden is gebaseerd, volledig aan het beginsel van de tegenspraak | si, de ce fait, un autre droit fondamental ou principe était vidé de |
onttrekken, schenden artikel 15 van de Grondwet, in samenhang gelezen | sa substance de manière disproportionnée, ne violent pas l'article 15 |
met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. - Dezelfde bepalingen, in die zin geïnterpreteerd dat zij de bescheiden en toelichtingen waarop de machtiging of de toestemming van de politierechter om particuliere woningen of bewoonde lokalen te betreden is gebaseerd, niet aan het beginsel van de tegenspraak onttrekken, behoudens wanneer daardoor een ander grondrecht of beginsel op onevenredige wijze zou worden uitgehold, schenden niet artikel 15 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. 3) - Dezelfde bepalingen, in die zin geïnterpreteerd dat de door de politierechter verleende machtiging of toestemming niet dient te | de la Constitution, combiné avec l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme. 3) - Les mêmes dispositions, interprétées en ce sens que l'autorisation accordée par le juge de police ne doit pas être |
worden gemotiveerd, schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in | motivée, violent les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés |
samenhang gelezen met artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. | avec l'article 6.1 de la Convention européenne des droits de l'homme. |
- Dezelfde bepalingen, in die zin geïnterpreteerd dat zij de | - Les mêmes dispositions, interprétées en ce sens qu'elles ne |
politierechter niet vrijstellen van de verplichting om de machtiging | dispensent pas le juge de police de l'obligation de motiver |
of toestemming tot visitatie uitdrukkelijk te motiveren, schenden niet | expressément l'autorisation de visite, ne violent pas les articles 10 |
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met | et 11 de la Constitution, combinés avec l'article 6.1 de la Convention |
artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. | européenne des droits de l'homme. |
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 9 augustus 2012. | la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 9 août 2012. |
De griffier, | Le greffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
De voorzitter, | Le président, |
M. Bossuyt | M. Bossuyt |