Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 20/2012 van 16 februari 2012 Rolnummer 5128 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 65 van de wet van 13 mei 1999 houdende het tuchtstatuut van de personeelsleden van de politiediensten, zoals gewijzigd b Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechter(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 20/2012 van 16 februari 2012 Rolnummer 5128 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 65 van de wet van 13 mei 1999 houdende het tuchtstatuut van de personeelsleden van de politiediensten, zoals gewijzigd b Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechter(...) Extrait de l'arrêt n° 20/2012 du 16 février 2012 Numéro du rôle : 5128 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 65 de la loi du 13 mai 1999 portant le statut disciplinaire des membres du personnel des services de police, tel La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges E. De(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 20/2012 van 16 februari 2012 Extrait de l'arrêt n° 20/2012 du 16 février 2012
Rolnummer 5128 Numéro du rôle : 5128
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 65 van de wet van En cause : la question préjudicielle relative à l'article 65 de la loi
13 mei 1999 houdende het tuchtstatuut van de personeelsleden van de du 13 mai 1999 portant le statut disciplinaire des membres du
personnel des services de police, tel qu'il a été modifié par
politiediensten, zoals gewijzigd bij artikel 41 van de wet van 31 mei l'article 41 de la loi du 31 mai 2001, posée par la Cour d'appel
2001, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. d'Anvers.
Het Grondwettelijk Hof, La Cour constitutionnelle,
samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges E. De
rechters E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke,
Moerman, E. Derycke, J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en F. J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul et F. Daoût, assistée du
Daoût, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, greffier F. Meersschaut, présidée par le président M. Bossuyt,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij arrest van 8 maart 2011 in zake de stad Antwerpen tegen E. D.H., Par arrêt du 8 mars 2011 en cause de la ville d'Anvers contre E. D.H.,
waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 16 maart dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 16 mars 2011,
2011, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de volgende prejudiciële la Cour d'appel d'Anvers a posé la question préjudicielle suivante :
vraag gesteld :
« Schendt artikel 65 van de tuchtwet (wet van 13 mei 1999 houdende het « L'article 65 de la loi disciplinaire (la loi du 13 mai 1999 portant
tuchtstatuut van de personeelsleden van de politiediensten, gewijzigd le statut disciplinaire des membres du personnel des services de
bij het arrest van het Arbitragehof nr. 4/2001 van 25 januari 2001, police, modifiée par l'arrêt de la Cour d'arbitrage n° 4/2001 du 25
door de wet van 30 maart 2001; door de wet van 31 mei 2001; door de janvier 2001, par la loi du 30 mars 2001; par la loi du 31 mai 2001;
wet van 30 december 2001; door de wet van 26 april 2002 en door de wet par la loi du 30 décembre 2001; par la loi du 26 avril 2002 et par la
van 2 augustus 2002. K.B. van 26 november 2001 tot uitvoering van de loi du 2 août 2002. Arrêté royal du 26 novembre 2001 portant exécution
wet van 18 [lees : 13] mei 1999 houdende het tuchtstatuut van de de la loi du 18 [lire : 13] mai 1999 portant le statut disciplinaire
des membres du personnel des services de police) viole-t-il les
personeelsleden van de politiediensten) de artikelen 10 en 11 van de articles 10 et 11 de la Constitution dès lors qu'il n'existe aucune
Grondwet nu er geen redelijke verantwoording bestaat waarom enerzijds justification raisonnable au fait que, d'une part, un fonctionnaire de
een politieambtenaar, die zich schuldig heeft gemaakt aan zeer zware police qui s'est rendu coupable de faits très graves, passibles de
tuchtrechtelijke sanctioneerbare handelingen die tot het ontslag van sanctions disciplinaires, qui entraîneraient la démission d'office ou
ambtswege of de afzetting aanleiding zouden geven, aanspraak kan maken la révocation, peut prétendre au traitement retenu au cours de la
op de tijdens de voorlopige schorsing ingehouden wedde, omdat deze suspension provisoire parce qu'il a été pensionné avant la fin des
voor het einde van de strafrechtelijke vervolging gepensioneerd werd, poursuites pénales, ce qui implique que la procédure disciplinaire ne
waardoor de tuchtprocedure niet meer kan gevoerd worden en anderzijds peut plus être menée, et que, d'autre part, le fonctionnaire de police
de politieambtenaar die zich schuldig heeft gemaakt aan zware qui s'est rendu coupable de faits graves, passibles de sanctions
tuchtrechtelijk sanctioneerbare feiten die aanleiding kunnen geven tot
het ontslag van ambtswege of de afzetting, geen aanspraak kan maken op disciplinaires, pouvant entraîner la démission d'office ou la
de tijdens de voorlopige schorsing ingehouden wedde omdat hij zich révocation, ne peut prétendre au traitement retenu au cours de la
niet kan beroepen op een wettelijk recht om gepensioneerd te worden om suspension provisoire parce qu'il ne peut invoquer un droit légal à la
alzo niet langer als politieambtenaar te worden beschouwd ? ». pension afin de ne plus être considéré comme fonctionnaire de police ? ».
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1. Het Hof wordt gevraagd een vergelijking te maken tussen, B.1. Il est demandé à la Cour d'opérer une comparaison entre, d'une
enerzijds, de situatie van een politieambtenaar « die zich schuldig part, la situation d'un fonctionnaire de police « qui s'est rendu
heeft gemaakt aan zeer zware tuchtrechtelijke sanctioneerbare
handelingen die tot het ontslag van ambtswege of de afzetting coupable de faits très graves, passibles de sanctions disciplinaires,
aanleiding zouden geven » en, anderzijds, de situatie van een qui entraîneraient la démission d'office ou la révocation » et,
politieambtenaar « die zich schuldig heeft gemaakt aan zware d'autre part, la situation d'un fonctionnaire de police « qui s'est
tuchtrechtelijk sanctioneerbare feiten die aanleiding kunnen geven tot rendu coupable de faits graves, passibles de sanctions disciplinaires,
het ontslag van ambtswege of de afzetting ». pouvant entraîner la démission d'office ou la révocation ».
Die vergelijking berust op de premisse dat, in het eerste geval, de Cette comparaison repose sur la prémisse que, dans le premier cas, les
betrokken feiten « aanleiding zouden geven » tot een ontslag van faits en question « entraîneraient » la démission d'office ou la
ambtswege of een afzetting. révocation.
B.2. Wanneer de tuchtoverheid niet tot een eindoordeel is gekomen, staat niet vast of er aanleiding was om een tuchtsanctie op te leggen en, zo ja, welke. Ook al dient de tuchtoverheid rekening te houden met de beoordeling van de feiten door de strafrechter, toch blijven tuchtrecht en strafrecht autonoom ten opzichte van elkaar. De vergelijking tussen de betrokken categorieën van personen die berust op de premisse dat de betrokken handelingen « aanleiding zouden geven » tot een ontslag van ambtswege of een afzetting is bijgevolg hypothetisch. B.3. De prejudiciële vraag behoeft derhalve geen antwoord. Om die redenen, het Hof B.2. Lorsque l'autorité disciplinaire n'a pas statué définitivement, il n'est pas établi s'il y avait lieu d'infliger une sanction disciplinaire et, dans l'affirmative, quelle sanction devait être infligée. Même si l'autorité disciplinaire doit tenir compte de l'appréciation des faits par le juge pénal, le droit disciplinaire et le droit pénal restent indépendants l'un de l'autre. La comparaison entre les catégories de personnes concernées, qui repose sur la prémisse que les faits concernés « entraîneraient » la démission d'office ou la révocation, est dès lors hypothétique. B.3. Par conséquent, la question préjudicielle n'appelle pas de réponse. Par ces motifs, la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
De prejudiciële vraag behoeft geen antwoord. La question préjudicielle n'appelle pas de réponse.
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française,
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 16 februari 2012. la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 16 février 2012.
De griffier, Le greffier,
F. Meersschaut. F. Meersschaut.
De voorzitter, Le président,
M. Bossuyt. M. Bossuyt.
^