← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 192/2011 van 15 december 2011 Rolnummers 5197, 5198 en 5199 In
zake : de prejudiciële vragen over de artikelen 2, 1° en 2°, en 3, § 2, van de wet van 6 april
2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbesche Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M.
Bossuyt en R. Henneuse, en de rechter(...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 192/2011 van 15 december 2011 Rolnummers 5197, 5198 en 5199 In zake : de prejudiciële vragen over de artikelen 2, 1° en 2°, en 3, § 2, van de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbesche Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechter(...) | Extrait de l'arrêt n° 192/2011 du 15 décembre 2011 Numéros du rôle : 5197, 5198 et 5199 En cause : les questions préjudicielles concernant les articles 2, 1° et 2°, et 3, § 2, de la loi du 6 avril 2010 relative aux pratiques du marché et La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges A. Al(...) |
|---|---|
| GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
| Uittreksel uit arrest nr. 192/2011 van 15 december 2011 | Extrait de l'arrêt n° 192/2011 du 15 décembre 2011 |
| Rolnummers 5197, 5198 en 5199 | Numéros du rôle : 5197, 5198 et 5199 |
| In zake : de prejudiciële vragen over de artikelen 2, 1° en 2°, en 3, | En cause : les questions préjudicielles concernant les articles 2, 1° |
| § 2, van de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en | et 2°, et 3, § 2, de la loi du 6 avril 2010 relative aux pratiques du |
| consumentenbescherming, gesteld door de Vrederechter van het kanton | marché et à la protection du consommateur, posées par le Juge de paix |
| Herne-Sint-Pieters-Leeuw. | du canton de Herne-Sint-Pieters-Leeuw. |
| Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
| samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de | composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges A. |
| rechters A. Alen, J.-P. Snappe, E. Derycke, J. Spreutels en P. Nihoul, | Alen, J.-P. Snappe, E. Derycke, J. Spreutels et P. Nihoul, assistée du |
| bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, | greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Bossuyt, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
| I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Objet des questions préjudicielles et procédure |
| Bij drie vonnissen van 7 september 2011 in zake André Culus | Par trois jugements du 7 septembre 2011 en cause de André Culus |
| respectievelijk tegen Stéphane Lefebure en Chantal Deweerdt, tegen | respectivement contre Stéphane Lefebure et Chantal Deweerdt, contre |
| Christophe Degrie en Stéphanie Descamps en tegen Dominique Viaene, | Christophe Degrie et Stéphanie Descamps et contre Dominique Viaene, |
| waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 8 | dont les expéditions sont parvenues au greffe de la Cour le 8 |
| september 2011, heeft de Vrederechter van het kanton | septembre 2011, le Juge de paix du canton de Herne-Sint-Pieters-Leeuw |
| Herne-Sint-Pieters-Leeuw de volgende prejudiciële vraag gesteld : | a posé la question préjudicielle suivante : |
| « Schenden de artikelen 2, 1° en 2°, en 3, § 2, van de wet van 6 april | « Les articles 2, 1° et 2°, et 3, § 2, de la loi du 6 avril 2010 |
| 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming (W.M.P.C.), | relative aux pratiques du marché et à la protection du consommateur |
| al dan niet gelezen in samenhang met artikel 2, 1°, van de wet van 2 | (LPMPC), combinés ou non avec l'article 2, 1°, de la loi du 2 août |
| augustus 2002 betreffende de misleidende en vergelijkende reclame, de | 2002 relative à la publicité trompeuse et à la publicité comparative, |
| onrechtmatige bedingen en de op afstand gesloten overeenkomsten inzake | aux clauses abusives et aux contrats à distance en ce qui concerne les |
| de vrije beroepen en met de artikelen 2, a), b) en d), en 3.1 van de | professions libérales et avec les articles 2, points a), b) et d), et |
| Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende | 3, paragraphe 1, de la directive 2005/29/CE du Parlement européen et |
| du Conseil relative aux pratiques commerciales déloyales des | |
| oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op | entreprises vis-à-vis des consommateurs dans le marché intérieur et |
| de interne markt en tot wijziging van Richtlijn 84/450/EEG van de | modifiant la directive 84/450/CEE du Conseil et les directives |
| Raad, Richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees | 97/7/CE, 98/27/CE et 2002/65/CE du Parlement européen et du Conseil et |
| Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het | le règlement (CE) n° 2006/2004 du Parlement européen et du Conseil, |
| Europees Parlement en de Raad, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, | violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution, |
| doordat zij de beoefenaars van een vrij beroep uit de toepassing van | en ce qu'ils excluent les titulaires d'une profession libérale de |
| de W.M.P.C. sluiten, waardoor het deze beoefenaars van een vrij beroep | l'application de la LPMPC, de sorte qu'il est permis à ces titulaires |
| - ten aanzien van een natuurlijke persoon die, uitsluitend voor | d'une profession libérale de stipuler - à l'égard d'une personne |
| niet-beroepsmatige doeleinden, beroep doet op diens diensten - toelaat | physique qui recourt à leurs services à des fins excluant tout |
| een forumkeuze te bedingen die afwijkt van de bepaling van artikel | caractère professionnel - une élection de for qui déroge à la |
| 624, 1°, 2° en 4°, van het Gerechtelijk Wetboek ? ». | disposition de l'article 624, 1°, 2° et 4°, du Code judiciaire ? ». |
| Die zaken, ingeschreven onder de nummers 5197, 5198 en 5199 van de rol | Ces affaires, inscrites sous les numéros 5197, 5198 et 5199 du rôle de |
| van het Hof, werden samengevoegd. | la Cour, ont été jointes. |
| Op 21 september 2011 hebben de rechters-verslaggevers E. Derycke en | Le 21 septembre 2011, en application de l'article 72, alinéa 1er, de |
| J.-P. Snappe, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de | |
| bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, het Hof | la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les |
| ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht | juges-rapporteurs E. Derycke et J.-P. Snappe ont informé la Cour |
| voor te stellen een arrest van onmiddellijk antwoord te wijzen. | qu'ils pourraient être amenés à proposer de rendre un arrêt de réponse immédiate. |
| (...) | (...) |
| III. In rechte | III. En droit |
| (...) | (...) |
| B.1.1. De wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en | B.1.1. La loi du 6 avril 2010 relative aux pratiques du marché et à la |
| consumentenbescherming (hierna : WMPC) is, net zoals de richtlijn | protection du consommateur (ci-après : LPMPC), tout comme la directive |
| 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 « | 2005/29/CE du Parlement européen et du Conseil du 11 mai 2005 « |
| betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens | relative aux pratiques commerciales déloyales des entreprises |
| consumenten op de interne markt en tot wijziging van Richtlijn | vis-à-vis des consommateurs dans le marché intérieur et modifiant la |
| 84/450/EEG van de Raad, Richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG | directive 84/450/CEE du Conseil et les directives 97/7/CE, 98/27/CE et |
| van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. | 2002/65/CE du Parlement européen et du Conseil et le règlement (CE) n° |
| 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad » (hierna : de | 2006/2004 du Parlement européen et du Conseil » (ci-après : la |
| Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken) waarop zij grotendeels steunt, | directive sur les pratiques commerciales déloyales) sur laquelle la |
| van toepassing op « ondernemingen ». | loi est en grande partie fondée, s'applique aux « entreprises ». |
| Het begrip « onderneming » in de zin van het recht van de Europese | La notion d'« entreprise », au sens du droit de l'Union européenne, |
| Unie omvat ook de beoefenaars van een vrij beroep (HvJ, 12 september | comprend également les titulaires d'une profession libérale (CJCE, 12 |
| 2000, C-180/98-C-184/98, Pavlov e.a., punt 77; HvJ, 19 februari 2002, | septembre 2000, C-180/98-C-184/98, Pavlov e.a., point 77; CJCE, 19 |
| C-309/99, Wouters e.a., punten 45-49). | février 2002, C-309/99, Wouters e.a., points 45-49). |
| B.1.2. In tegenstelling tot voormelde richtlijn, sluit artikel 3, § 2, | B.1.2. Contrairement à la directive précitée, l'article 3, § 2, de la |
| van de WMPC evenwel de beoefenaars van een vrij beroep, alsook de | LPMPC exclut toutefois de son champ d'application les titulaires d'une |
| tandartsen en de kinesisten, uit van haar toepassingsgebied. De « | profession libérale, ainsi que les dentistes et les kinésithérapeutes. |
| beoefenaar van een vrij beroep » wordt door artikel 2, 2°, van de WMPC | Le « titulaire d'une profession libérale » est défini à l'article 2, |
| gedefinieerd als « elke onderneming die geen koopman is in de zin van | 2°, de la LPMPC comme étant « toute entreprise qui n'est pas |
| artikel 1 van het Wetboek van koophandel en die onderworpen is aan een | commerçante au sens de l'article 1er du Code de commerce et qui est |
| bij wet opgericht tuchtorgaan ». | soumise à un organe disciplinaire créé par la loi ». |
| B.1.3. De beoefenaars van een vrij beroep zijn daarentegen wel | B.1.3. Les titulaires d'une profession libérale sont en revanche |
| onderworpen aan de bepalingen van de wet van 2 augustus 2002 | soumis aux dispositions de la loi du 2 août 2002 relative à la |
| publicité trompeuse et à la publicité comparative, aux clauses | |
| betreffende de misleidende en vergelijkende reclame, de onrechtmatige | abusives et aux contrats à distance en ce qui concerne les professions |
| bedingen en de op afstand gesloten overeenkomsten inzake de vrije | libérales (ci-après : LPL), pour autant qu'ils relèvent de la |
| beroepen (hierna : WVB), voor zover zij vallen onder de andersluidende | définition, différente, de la « profession libérale » figurant à |
| definitie van « vrij beroep » in artikel 2, 1°, van die wet, zijnde « | l'article 2, 1°, de cette loi, soit « toute activité professionnelle |
| elke zelfstandige beroepsactiviteit die dienstverlening of levering | indépendante de prestation de services ou de fourniture de biens, qui |
| van goederen omvat welke geen daad van koophandel of | ne constitue pas un acte de commerce ou une activité artisanale visée |
| ambachtsbedrijvigheid is, zoals bedoeld in de wet van 18 maart 1965 op | par la loi du 18 mars 1965 sur le registre de l'artisanat et qui n'est |
| het ambachtsregister en die niet wordt bedoeld in de wet van 14 juli | |
| 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en | pas visée par la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce |
| bescherming van de consument, met uitsluiting van de | et sur l'information et la protection du consommateur, à l'exclusion |
| landbouwbedrijvigheden en de veeteelt ». | des activités agricoles et d'élevage ». |
| B.2. De prejudiciële vraag heeft betrekking op, enerzijds, de | B.2. La question préjudicielle porte, d'une part, sur l'exclusion des |
| uitsluiting van de beoefenaars van vrije beroepen uit het | titulaires d'une profession libérale du champ d'application de la |
| toepassingsgebied van de WMPC en, anderzijds, de daaruit | LPMPC et, d'autre part, sur la possibilité qui en découle pour les |
| voortvloeiende mogelijkheid voor de beoefenaars van de vrije beroepen | titulaires d'une profession libérale de stipuler une « élection de for |
| om, in tegenstelling tot het bepaalde in artikel 624, 1°, 2° en 4°, | », contrairement au prescrit de l'article 624, 1°, 2° et 4°, du Code |
| van het Gerechtelijk Wetboek, een « forumkeuze » te bedingen. | judiciaire. |
| B.3.1. Volgens een vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de | B.3.1. Selon la jurisprudence constante de la Cour de justice de |
| Europese Unie is een onderneming « elke eenheid die een economische | l'Union européenne, une entreprise est « toute entité exerçant une |
| activiteit uitoefent, ongeacht haar rechtsvorm en de wijze waarop zij | activité économique, indépendamment du statut juridique de cette |
| wordt gefinancierd » (HvJ, 23 april 1991, C-41/90, Höfner en Elser, | entité et de son mode de financement » (CJCE, 23 avril 1991, C-41/90, |
| punt 21; HvJ, 16 november 1995, C-244/94, Fédération française des | Höfner et Elser, point 21; CJCE, 16 novembre 1995, C-244/94, |
| Fédération française des sociétés d'assurances e.a., point 14; CJCE, | |
| sociétés d'assurances e.a., punt 14; HvJ, 19 februari 2002, C-309/99, | 19 février 2002, C-309/99, Wouters e.a., point 46). |
| Wouters e.a., punt 46). | |
| Een « economische activiteit » is volgens het Hof van Justitie « | Selon la Cour de justice, une « activité économique » est « toute |
| iedere activiteit bestaande in het aanbieden van goederen en diensten | activité consistant à offrir des biens ou des services sur un marché |
| op een bepaalde markt » (HvJ, 16 juni 1987, C-118/85, Commissie t. | donné » (CJCE, 16 juin 1987, 118/85, Commission c. Italie, point 7; |
| Italië, punt 7; HvJ, 18 juni 1998, C-35/96, Commissie t. Italië, punt | CJCE, 18 juin 1998, C-35/96, Commission c. Italie, point 36; CJCE, 19 |
| 36; HvJ, 19 februari 2002, C-309/99, Wouters e.a., punt 47). | février 2002, C-309/99, Wouters e.a., point 47). |
| B.3.2. Artikel 2, 1°, van de WMPC definieert de « onderneming » als « | B.3.2. L'article 2, 1°, de la LPMPC définit l'« entreprise » comme |
| elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die op duurzame wijze een | étant « toute personne physique ou personne morale poursuivant de |
| economisch doel nastreeft, alsmede zijn verenigingen ». Uit de | manière durable un but économique, y compris ses associations ». Il |
| parlementaire voorbereiding blijkt dat dit begrip moet worden opgevat | ressort des travaux préparatoires que cette notion doit être |
| in dezelfde zin als het begrip « onderneming » in het nationale en het | interprétée dans le même sens que la notion d'« entreprise » en droit |
| Europese mededingingsrecht, behoudens voor wat betreft de beoefenaars | national et européen de la concurrence, sauf en ce qui concerne les |
| van vrije beroepen, de tandartsen en de kinesisten (Parl. St., Kamer, | titulaires d'une profession libérale, les dentistes et les |
| 2009-2010, DOC 52-2340/001, p. 14). Artikel 2, 6°, van de WMPC definieert het begrip « dienst » als « elke prestatie verricht door een onderneming in het kader van haar professionele activiteit of in uitvoering van haar statutair doel ». B.4. Ten aanzien van de bescherming van de consument bevinden de beoefenaars van een vrij beroep en de andere ondernemingen zich in voldoende vergelijkbare situaties, aangezien zij beiden in de eerste plaats beogen beroepsmatig te voorzien in hun levensonderhoud. Beide categorieën streven hun economisch doel alleen of in een associatie in de rechtsvorm van een vennootschap na. Beide categorieën dragen de aan de uitoefening van die activiteiten verbonden financiële risico's, omdat zij in geval van een verschil tussen uitgaven en inkomsten zelf het tekort dienen te dragen. Hoewel de beoefenaars van vrije beroepen zich doorgaans beperken of krachtens hun deontologische codes dienen te beperken tot het leveren van intellectuele diensten, komt het eveneens voor dat zij daden stellen die als daden van koophandel zijn aan te merken. Omgekeerd bestaat de duurzame economische activiteit van verscheidene ondernemingen die geen beoefenaars van een vrij beroep zijn, erin intellectuele diensten aan te bieden. Ten aanzien van zowel de beoefenaars van een vrij beroep als de andere ondernemingen dient bijgevolg op gelijke wijze hun gedrag op de economische markten in juiste banen te worden geleid, dient de goede werking van het concurrentiespel te worden verzekerd, en dienen de belangen van de concurrenten en de afnemers van goederen en diensten te worden beschermd. | kinésithérapeutes (Doc. parl., Chambre, 2009-2010, DOC 52-2340/001, p. 14). L'article 2, 6°, de la LPMPC définit la notion de « service » comme étant « toute prestation effectuée par une entreprise dans le cadre de son activité professionnelle ou en exécution de son objet statutaire ». B.4. Concernant la protection du consommateur, les titulaires d'une profession libérale et les autres entreprises se trouvent dans des situations suffisamment comparables, étant donné que ces deux catégories cherchent en premier lieu à subvenir professionnellement à leur subsistance. Elles poursuivent leur objectif économique seules ou au sein d'une association sous la forme juridique d'une société. Elles supportent les risques financiers liés à l'exercice de ces activités parce qu'elles doivent, en cas de différence entre les dépenses et les recettes, supporter elles-mêmes le déficit. Même si les titulaires d'une profession libérale se limitent généralement ou doivent, en vertu de leur code de déontologie, se limiter à fournir des services intellectuels, il apparaît également qu'ils accomplissent des actes qui doivent être considérés comme des actes de commerce. Inversement, l'activité économique durable de plusieurs entreprises qui ne sont pas des titulaires d'une profession libérale consiste à proposer des services intellectuels. Il convient dès lors, tant à l'égard des titulaires d'une profession libérale qu'à l'égard des autres entreprises, d'encadrer pareillement leur comportement sur les marchés économiques, d'assurer le bon fonctionnement du jeu de la concurrence et de protéger les intérêts des concurrents et des clients de biens et services. |
| B.5. Het verschil in behandeling tussen bepaalde categorieën van | B.5. La différence de traitement entre certaines catégories de |
| personen dat voortvloeit uit de toepassing van verschillende | personnes qui résulte de l'application de procédures différentes |
| procedures voor verschillende rechtscolleges, is op zich niet | devant des juridictions différentes n'est pas discriminatoire en soi. |
| discriminerend. Van discriminatie zou slechts sprake kunnen zijn, | Il ne pourrait y avoir de discrimination que si la différence de |
| indien het verschil in behandeling dat voortvloeit uit de toepassing | traitement résultant de l'application de ces procédures allait de pair |
| van die procedures gepaard zou gaan met een onevenredige beperking van | avec une limitation disproportionnée des droits des parties |
| de rechten van de betrokken partijen. | concernées. |
| B.6. In de parlementaire voorbereiding wordt niet uiteengezet waarom | B.6. Les travaux préparatoires n'indiquent pas pourquoi la notion de « |
| het begrip « beoefenaar van een vrij beroep » wordt beperkt tot die vrije beroepen die zijn onderworpen aan een bij wet opgericht tuchtorgaan. Nochtans heeft die beperking als gevolg dat sommige beoefenaars van beroepen die traditioneel als vrij beroep worden beschouwd, toch zijn onderworpen aan de bepalingen van de WMPC en bijgevolg voor de voorzitter van de rechtbank van koophandel kunnen worden aangesproken met een vordering tot staking op grond van het algemene verbod op oneerlijke marktpraktijken, louter op grond van het gegeven dat voor hun beroepscategorie geen bij wet opgericht tuchtorgaan bestaat. B.7.1. De beoefenaars van vrije beroepen hebben weliswaar een zekere maatschappelijke verantwoordelijkheid, beschikken over een eigen deontologie en worden gekenmerkt door een hoge graad van onafhankelijkheid en een op discretie steunende vertrouwensrelatie met de cliënt. Zelfs in de mate waarin die kenmerken en waarden verschillen van die van de ondernemingen die niet onder de definitie van het « vrij beroep » vallen, verantwoorden zij niet dat voor bepaalde door beoefenaars | titulaire d'une profession libérale » est limitée aux professions libérales qui sont soumises à un organe disciplinaire créé par la loi. Or, cette restriction a pour effet que certains titulaires de professions qui sont traditionnellement considérées comme des professions libérales sont néanmoins soumis aux dispositions de la LPMPC et peuvent par conséquent être l'objet d'une action en cessation devant le président du tribunal de commerce, sur la base de l'interdiction générale de se livrer à des pratiques de marché déloyales, par cela seul qu'il n'existe pas d'organe disciplinaire créé par la loi pour leur catégorie professionnelle. B.7.1. Les titulaires d'une profession libérale ont, il est vrai, une certaine responsabilité sociale, disposent d'une déontologie propre et se caractérisent par un haut degré d'indépendance et par une relation de confiance avec le client fondée sur la discrétion. Même dans la mesure où ces caractéristiques et valeurs diffèrent de celles des entreprises qui ne relèvent pas de la définition de « profession libérale », elles ne justifient pas que, pour certains |
| van vrije beroepen verrichte daden niet dezelfde bescherming van de | actes accomplis par les titulaires de professions libérales, les |
| consument en van de concurrent bestaat als onder de WMPC. Er wordt | consommateurs et les concurrents ne bénéficient pas de la même |
| niet aangetoond op welke wijze de algemene toepasselijkheid van de | protection que celle offerte par la LPMPC. Il n'est pas démontré en |
| WMPC de voormelde kenmerken en waarden in het gedrang zou kunnen | quoi l'applicabilité générale de la LPMPC pourrait compromettre les |
| brengen. | caractéristiques et valeurs précitées. |
| Zoals ook blijkt uit artikel 3, lid 8, van de Richtlijn Oneerlijke | Ainsi qu'il ressort également de l'article 3, paragraphe 8, de la |
| Handelspraktijken, doet de toepasselijkheid van de WMPC overigens geen | directive sur les pratiques commerciales déloyales, l'applicabilité de |
| la LPMPC ne porte d'ailleurs nullement atteinte aux conditions | |
| afbreuk aan de vestigingsvoorwaarden, de vergunningsregelingen, de | d'établissement, aux régimes d'autorisation, aux codes de déontologie |
| deontologische gedragscodes of andere specifieke voorschriften die op | ou à d'autres dispositions spécifiques régissant les professions |
| de vrije beroepen betrekking hebben om de voormelde kenmerken en | libérales en vue de garantir les caractéristiques et valeurs |
| waarden te waarborgen. | précitées. |
| B.7.2. De vastgestelde ongrondwettigheid van de niet-toepasselijkheid | B.7.2. L'inconstitutionnalité constatée de l'inapplicabilité de la |
| van de WMPC, in haar geheel, op de beoefenaars van de vrije beroepen | LPMPC, dans son ensemble, aux titulaires d'une profession libérale |
| brengt bijgevolg de ongrondwettigheid teweeg van de | entraîne par voie de conséquence l'inconstitutionnalité de |
| niet-toepasselijkheid, op diezelfde beoefenaars, van artikel 74, 23°, | l'inapplicabilité, à ces mêmes titulaires, de l'article 74, 23°, de |
| van die wet. | cette loi. |
| B.8. De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord. | B.8. La question préjudicielle appelle une réponse affirmative. |
| Om die redenen, | Par ces motifs, |
| het Hof | la Cour |
| zegt voor recht : | dit pour droit : |
| De artikelen 2, 1° en 2°, en 3, § 2, van de wet van 6 april 2010 | Les articles 2, 1° et 2°, et 3, § 2, de la loi du 6 avril 2010 |
| betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming schenden de | relative aux pratiques du marché et à la protection du consommateur |
| artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre zij als gevolg hebben | violent les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'ils ont pour |
| dat de beoefenaars van een vrij beroep van het toepassingsgebied van | effet que les titulaires d'une profession libérale sont exclus du |
| die wet zijn uitgesloten. | champ d'application de cette loi. |
| Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
| artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
| Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 15 december 2011. | la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 15 décembre 2011. |
| De griffier, | Le greffier, |
| P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
| De voorzitter, | Le président, |
| M. Bossuyt. | M. Bossuyt. |