Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 190/2011 van 15 december 2011 Rolnummer 5091 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 49 en 53, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Het Gr samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechters E. De Groot, A. Alen, J.-(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 190/2011 van 15 december 2011 Rolnummer 5091 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 49 en 53, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Het Gr samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechters E. De Groot, A. Alen, J.-(...) Extrait de l'arrêt n° 190/2011 du 15 décembre 2011 Numéro du rôle : 5091 En cause : la question préjudicielle concernant les articles 49 et 53, 1°, du Code des impôts sur les revenus 1992, posée par la Cour d'appel de Gand. La Cour consti composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges E. De Groot, A. Alen, J.-P. Snappe,(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 190/2011 van 15 december 2011 Extrait de l'arrêt n° 190/2011 du 15 décembre 2011
Rolnummer 5091 Numéro du rôle : 5091
In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 49 en 53, 1°, En cause : la question préjudicielle concernant les articles 49 et 53,
van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door het Hof 1°, du Code des impôts sur les revenus 1992, posée par la Cour d'appel
van Beroep te Gent. de Gand.
Het Grondwettelijk Hof, La Cour constitutionnelle,
samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges E. De
rechters E. De Groot, A. Alen, J.-P. Snappe, T. Merckx-Van Goey en F. Groot, A. Alen, J.-P. Snappe, T. Merckx-Van Goey et F. Daoût, assistée
Daoût, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Bossuyt,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij arrest van 25 januari 2011 in zake de Belgische Staat tegen Pol Par arrêt du 25 janvier 2011 en cause de l'Etat belge contre Pol
Lambert en Anna Hoefnagels, waarvan de expeditie ter griffie van het Lambert et Anna Hoefnagels, dont l'expédition est parvenue au greffe
Hof is ingekomen op 3 februari 2011, heeft het Hof van Beroep te Gent de la Cour le 3 février 2011, la Cour d'appel de Gand a posé la
de volgende prejudiciële vraag gesteld : question préjudicielle suivante :
« Schenden de artikelen 49 en 53, 1° WIB 92 al dan niet de artikelen « Les articles 49 et 53, 1°, du CIR 92 violent-ils ou non les articles
10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de lasten en de uitgaven waartoe 10 et 11 de la Constitution en ce que les charges et dépenses
een vroegere beroepswerkzaamheid heeft genoopt maar die na de nécessitées par une activité professionnelle antérieure mais
stopzetting daarvan worden gedragen, niet aftrekbaar zijn, ook wanneer supportées postérieurement à la cessation de celle-ci ne sont pas
die kosten en lasten betrekking hebben op vermogensbestanddelen die déductibles, même lorsque ces frais et charges portent sur des
niet langer voor de beroepsuitoefening worden gebruikt en die na de éléments d'actif qui ne sont plus utilisés pour l'exercice de la
stopzetting van de beroepsactiviteit deel uitmaken van het profession et qui, postérieurement à la cessation de l'activité
privévermogen van de belastingplichtige ? ». professionnelle, font partie du patrimoine privé du contribuable ? ».
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
Ten aanzien van de in het geding zijnde bepalingen Quant aux dispositions en cause
B.1. Het verwijzende rechtscollege vraagt het Hof of de artikelen 49 B.1. La juridiction a quo demande à la Cour si les articles 49 et 53,
en 53, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna : 1°, du Code des impôts sur les revenus 1992 (ci-après : CIR 1992) sont
WIB 1992) bestaanbaar zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. compatibles avec les articles 10 et 11 de la Constitution.
Artikel 49 van het WIB 1992 bepaalt : L'article 49 du CIR 1992 dispose :
« Als beroepskosten zijn aftrekbaar de kosten die de « A titre de frais professionnels sont déductibles les frais que le
belastingplichtige in het belastbare tijdperk heeft gedaan of gedragen contribuable a faits ou supportés pendant la période imposable en vue
om de belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden en waarvan hij d'acquérir ou de conserver les revenus imposables et dont il justifie
de echtheid en het bedrag verantwoordt door middel van bewijsstukken la réalité et le montant au moyen de documents probants ou, quand cela
of, ingeval zulks niet mogelijk is, door alle andere door het gemeen n'est pas possible, par tous autres moyens de preuve admis par le
recht toegelaten bewijsmiddelen, met uitzondering van de eed. droit commun, sauf le serment.
Als in het belastbare tijdperk gedaan of gedragen worden beschouwd, de Sont considérés comme ayant été faits ou supportés pendant la période
kosten die in dat tijdperk werkelijk zijn betaald of gedragen of het imposable, les frais qui, pendant cette période, sont effectivement
karakter van zekere en vaststaande schulden of verliezen hebben payés ou supportés ou qui ont acquis le caractère de dettes ou pertes
verkregen en als zodanig zijn geboekt ». certaines et liquides et sont comptabilisés comme [tels] ».
Artikel 53, 1°, van hetzelfde Wetboek bepaalt : L'article 53, 1°, du même Code dispose :
« Als beroepskosten worden niet aangemerkt : « Ne constituent pas des frais professionnels :
1° uitgaven van persoonlijke aard, zoals de huurprijs en de huurlasten 1° les dépenses ayant un caractère personnel, telles que le loyer et
van onroerende goederen of gedeelten daarvan die tot woning dienen, de les charges locatives afférents aux biens immobiliers ou parties de
onderhoudskosten van het gezin, de kosten van onderwijs of opvoeding biens immobiliers affectés à l'habitation, les frais d'entretien du
en alle andere uitgaven die voor het uitoefenen van de ménage, d'instruction ou d'éducation et toutes autres dépenses non
beroepswerkzaamheid niet noodzakelijk zijn ». nécessitées par l'exercice de la profession ».
Ten aanzien van de ontvankelijkheid van de prejudiciële vraag Quant à la recevabilité de la question préjudicielle
B.2.1. Volgens de Ministerraad zou de prejudiciële vraag B.2.1. Selon le Conseil des ministres, la question préjudicielle
onontvankelijk zijn, omdat zij geen nut zou hebben voor het oplossen serait irrecevable car sans utilité pour la solution du litige soumis
van het bodemgeschil. au juge a quo.
B.2.2. In beginsel komt het aan het verwijzende rechtscollege toe na B.2.2. C'est en principe à la juridiction a quo qu'il appartient
te gaan of het antwoord op de prejudiciële vraag nuttig is om het aan d'apprécier si la réponse à la question préjudicielle est utile à la
dat rechtscollege voorgelegde geschil te beslechten. Slechts wanneer solution du litige qu'elle doit trancher. Ce n'est que lorsque ce
dat klaarblijkelijk niet het geval is, vermag het Hof te beslissen dat n'est manifestement pas le cas que la Cour peut décider que la
de vraag geen antwoord behoeft. question n'appelle pas de réponse.
B.2.3. Het geschil voor het verwijzende rechtscollege betreft de B.2.3. Le litige soumis à la juridiction a quo porte sur la déduction,
aftrek als beroepskosten van lasten en uitgaven met betrekking tot à titre de frais professionnels, de charges et dépenses relatives à
vermogensbestanddelen die niet langer voor de beroepsuitoefening des éléments d'actif qui ne sont plus utilisés pour l'exercice de la
worden gebruikt en die na de stopzetting van de beroepsactiviteit deel profession et qui, postérieurement à la cessation de l'activité
uitmaken van het privévermogen van de belastingplichtige. In professionnelle, font partie du patrimoine privé du contribuable.
tegenstelling tot wat de Ministerraad beweert, behoeft de prejudiciële Contrairement à ce que fait valoir le Conseil des ministres, la
vraag een antwoord voor het oplossen van het geschil dat voor het question préjudicielle nécessite une réponse pour que la juridiction a
verwijzende rechtscollege aanhangig is. quo puisse trancher le litige qui lui a été soumis.
De exceptie wordt verworpen. L'exception est rejetée.
Ten gronde Quant au fond
B.3. Het verwijzende rechtscollege vraagt het Hof of de in het geding B.3. La juridiction a quo demande à la Cour si les dispositions en
zijnde bepalingen het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie cause violent le principe d'égalité et de non-discrimination « en ce
schenden « in zoverre de lasten en de uitgaven waartoe een vroegere que les charges et dépenses nécessitées par une activité
beroepswerkzaamheid heeft genoopt maar die na de stopzetting daarvan professionnelle antérieure mais supportées postérieurement à la
worden gedragen, niet aftrekbaar zijn, ook wanneer die kosten en cessation de celle-ci ne sont pas déductibles, même lorsque ces frais
lasten betrekking hebben op vermogensbestanddelen die niet langer voor et charges portent sur des éléments d'actif qui ne sont plus utilisés
de beroepsuitoefening worden gebruikt en die na de stopzetting van de pour l'exercice de la profession et qui, postérieurement à la
beroepsactiviteit deel uitmaken van het privévermogen van de cessation de l'activité professionnelle, font partie du patrimoine
belastingplichtige ». privé du contribuable ».
B.4.1. Het Hof oordeelde in zijn arrest nr. 75/2000 van 21 juni 2000 B.4.1. Dans son arrêt n° 75/2000 du 21 juin 2000, la Cour a jugé que
dat de artikelen 49 en 53, 1°, van het WIB 1992 de artikelen 10 en 11 les articles 49 et 53, 1°, du CIR 1992 violent les articles 10 et 11
van de Grondwet schenden in zoverre de lasten en de uitgaven waartoe de la Constitution en ce que les charges et dépenses nécessitées par
een vroegere beroepswerkzaamheid heeft genoopt maar die na de une activité professionnelle antérieure mais supportées
stopzetting daarvan worden gedragen, niet aftrekbaar zijn. postérieurement à la cessation de celle-ci ne sont pas déductibles.
B.4.2. Dat arrest betrof evenwel niet de lasten en uitgaven in verband B.4.2. Cet arrêt ne concernait cependant pas les charges et dépenses
met bestanddelen die, naar aanleiding van de stopzetting van de afférentes à des éléments qui, par suite de la cessation de l'activité
beroepsactiviteit, een niet-professionele bestemming hebben verkregen. professionnelle, font l'objet d'un usage non professionnel.
B.5. Het behoort tot de beoordelingsbevoegdheid van de wetgever te B.5. Il relève du pouvoir d'appréciation du législateur de décider si
beslissen of de gevolgen van een beroepsactiviteit die voortduren na les effets d'une activité professionnelle qui perdurent au-delà de sa
de stopzetting ervan al dan niet een professioneel karakter behouden. cessation conservent ou non un caractère professionnel.
B.6. Luidens artikel 49 van het WIB 1992 worden als beroepskosten B.6. Aux termes de l'article 49 du CIR 1992, constituent des frais
aangemerkt « de kosten die de belastingplichtige in het belastbare professionnels « les frais que le contribuable a faits ou supportés
tijdperk heeft gedaan of gedragen om de belastbare inkomsten te pendant la période imposable en vue d'acquérir ou de conserver les
verkrijgen of te behouden ». revenus imposables ».
Bovendien ontzegt artikel 53, § 1, van hetzelfde Wetboek het karakter En outre, l'article 53, § 1er, du même Code refuse le caractère de
van beroepskosten aan de uitgaven met een persoonlijk karakter en aan frais professionnels aux dépenses ayant un caractère personnel et aux
die welke « voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid niet dépenses « non nécessitées par l'exercice de la profession ».
noodzakelijk zijn ».
Uit de aangehaalde bepalingen volgt dan ook dat de lasten en uitgaven Il découle dès lors des dispositions précitées que les charges et
met betrekking tot goederen die na de stopzetting van de dépenses afférentes aux biens qui, postérieurement à la cessation de
beroepswerkzaamheid voor privédoeleinden worden gebruikt, het karakter l'activité professionnelle, sont utilisés à des fins privées perdent
van beroepskosten verliezen. le caractère de frais professionnels.
B.7. Daar staat tegenover dat vermogensbestanddelen die niet langer B.7. En revanche, les éléments d'actif qui ne sont plus utilisés pour
voor de beroepsuitoefening worden gebruikt en die na de stopzetting l'exercice de la profession et qui, postérieurement à la cessation de
van de beroepsactiviteit deel uitmaken van het privévermogen, geen l'activité professionnelle, font partie du patrimoine privé ne
beroepsinkomen voortbrengen. Vermits er geen sprake is van belastbare produisent pas de revenus professionnels. Puisqu'il n'est pas question
beroepsinkomsten, is het dan ook niet kennelijk onredelijk dat de de revenus professionnels imposables, il n'est donc pas manifestement
lasten en de uitgaven waartoe een vroegere beroepswerkzaamheid déraisonnable que les charges et dépenses nécessitées par une activité
aanleiding heeft gegeven, maar die na de stopzetting van die professionnelle antérieure, mais supportées postérieurement à la
activiteit worden gedragen, niet aftrekbaar zijn wanneer die lasten en cessation de cette activité, ne soient pas déductibles lorsque ces
uitgaven betrekking hebben op vermogensbestanddelen die niet langer charges et dépenses portent sur des éléments d'actif qui ne sont plus
voor de beroepsuitoefening worden gebruikt en die na de stopzetting utilisés pour l'exercice de la profession et qui, postérieurement à la
van de beroepsactiviteit deel uitmaken van het privévermogen van de cessation de l'activité professionnelle, font partie du patrimoine
belastingplichtige. privé du contribuable.
B.8. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. B.8. La question préjudicielle appelle une réponse négative.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
De artikelen 49 en 53, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen Les articles 49 et 53, 1°, du Code des impôts sur les revenus 1992 ne
1992 schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. violent pas les articles 10 et 11 de la Constitution.
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française,
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 15 december 2011. la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 15 décembre 2011.
De griffier, Le greffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
De voorzitter, Le président,
M. Bossuyt. M. Bossuyt.
^