← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 178/2011 van 17 november 2011 Rolnummer 5036 In zake : de
prejudiciële vragen over artikel 22ter van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van
28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zeker Het Grondwettelijk
Hof, samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de rechter(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 178/2011 van 17 november 2011 Rolnummer 5036 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 22ter van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zeker Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de rechter(...) | Extrait de l'arrêt n° 178/2011 du 17 novembre 2011 Numéro du rôle : 5036 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 22ter de la loi du 27 juin 1969 révisant l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale de La Cour constitutionnelle, composée des présidents R. Henneuse et M. Bossuyt, et des juges E. De(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 178/2011 van 17 november 2011 | Extrait de l'arrêt n° 178/2011 du 17 novembre 2011 |
Rolnummer 5036 | Numéro du rôle : 5036 |
In zake : de prejudiciële vragen over artikel 22ter van de wet van 27 | En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 22ter de |
juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 | la loi du 27 juin 1969 révisant l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 |
betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, zoals | concernant la sécurité sociale des travailleurs, tel qu'il a été |
vervangen bij artikel 8 van de programmawet van 27 december 2004, | remplacé par l'article 8 de la loi-programme du 27 décembre 2004, |
gesteld door de Arbeidsrechtbank te Hoei. | posées par le Tribunal du travail de Huy. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de | composée des présidents R. Henneuse et M. Bossuyt, et des juges E. De |
rechters E. De Groot, A. Alen, J.-P. Moerman, J. Spreutels en T. | Groot, A. Alen, J.-P. Moerman, J. Spreutels et T. Merckx-Van Goey, |
Merckx-Van Goey, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder | assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président R. |
voorzitterschap van voorzitter R. Henneuse, | Henneuse, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Objet des questions préjudicielles et procédure |
Bij vonnis van 1 oktober 2010 in zake Monique Moreau tegen de | Par jugement du 1er octobre 2010 en cause de Monique Moreau contre |
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, waarvan de expeditie ter griffie | l'Office national de sécurité sociale, dont l'expédition est parvenue |
van het Hof is ingekomen op 7 oktober 2010, heeft de Arbeidsrechtbank | au greffe de la Cour le 7 octobre 2010, le Tribunal du travail de Huy |
te Hoei de volgende prejudiciële vragen gesteld : | a posé les questions préjudicielles suivantes : |
« 1) Schendt artikel 22ter van de wet van 27 juni 1969 [tot herziening | « 1) L'article 22ter de la loi du 27 juin 1969 [révisant l'arrêté-loi |
van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke | du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs], |
zekerheid der arbeiders], gewijzigd bij de programmawet van 27 | modifié par la loi-programme du 27 décembre 2004, viole-t-il les |
december 2004, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het | articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que l'instauration d'une |
op een algemene en absolute wijze instellen van een onweerlegbaar | présomption irréfragable, d'une manière générale et absolue, de |
vermoeden van voltijdse arbeid ertoe leidt twee fundamenteel | travail à temps plein conduit à traiter de manière identique deux |
verschillende categorieën van werkgevers op dezelfde manier te | catégories d'employeurs fondamentalement différentes, à savoir, d'une |
behandelen, namelijk, enerzijds, de werkgevers die de | part, les employeurs qui se sont acquittés des cotisations de sécurité |
socialezekerheidsbijdragen op de daadwerkelijk gepresteerde uren | sociale sur les heures effectivement prestées, mais ont omis de |
hebben betaald, maar hebben nagelaten de toepasselijke bepalingen | respecter les dispositions applicables en matière de mention et de |
inzake vermelding en openbaarmaking van de werkroosters in acht te | publicité des horaires de travail, et, d'autre part, les employeurs |
nemen, en, anderzijds, de werkgevers die bewust nalaten die bepalingen | qui, sciemment, omettent de respecter ces dispositions afin de payer |
in acht te nemen teneinde socialezekerheidsbijdragen te betalen op een | des cotisations de sécurité sociale sur un nombre d'heures inférieur |
kleiner aantal uren dan het aantal werkelijk gepresteerde uren ? | au nombre d'heures réellement prestées ? |
2) Schendt artikel 22ter van de wet van 27 juni 1969, gewijzigd bij de | 2) L'article 22ter de la loi du 27 juin 1969, modifié par la |
programmawet van 27 december 2004, de artikelen 10 en 11 van de | loi-programme du 27 décembre 2004, viole-t-il les articles 10 et 11 de |
Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het | la Constitution, lus conjointement avec les articles 6 et 13 de la |
Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre zij de | Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'ils privent |
werkgever die de maatregelen met betrekking tot de vermeldingen en de | l'employeur n'ayant pas respecté les mesures relatives aux mentions et |
openbaarmaking van de deeltijdse werkroosters niet in acht heeft | à la publicité des horaires à temps partiel de toute possibilité de |
genomen, elke mogelijkheid ontnemen om het bewijs te leveren van het | |
werkelijk gepresteerde aantal uren, en in zoverre het uitsluitend aan | rapporter la preuve du nombre d'heures réellement presté, et en ce |
de sociale-inspectiediensten de zorg overlaat om het eventuele bestaan | qu'il laisse le soin aux seuls services de l'inspection sociale de |
vast te stellen van een materiële onmogelijkheid om voltijdse arbeid | constater l'existence éventuelle d'une incapacité matérielle de |
te verrichten, zonder dat de werkgever de mogelijkheid heeft om | prestation à temps plein, sans que l'employeur n'ait la possibilité de |
daarover uitleg te verschaffen ? | s'expliquer à cet égard ? |
3) Schendt artikel 22ter van de wet van 27 juni 1969, gewijzigd bij de | 3) Dans l'interprétation suivant laquelle il s'agit d'une sanction |
programmawet van 27 december 2004, in de interpretatie volgens welke het om een burgerlijke sanctie gaat, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het een dusdanig vermoeden instelt dat de werkgever die de vermeldingen en maatregelen van openbaarmaking van de deeltijdse werkroosters niet in acht heeft genomen, dat vermoeden nooit kan weerleggen, zelfs indien hij in staat is het bewijs te leveren van een materiële of economische onmogelijkheid dat de arbeid voltijds kon worden verricht door zijn in het geding zijnde werknemers ? | civile, l'article 22ter de la loi du 27 juin 1969, modifié par la loi-programme du 27 décembre 2004, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'il instaure une présomption telle que l'employeur en défaut d'avoir respecté les mentions et mesures de publicité des horaires de travail à temps partiel, ne peut jamais renverser cette présomption, même s'il est en mesure d'établir une impossibilité matérielle ou économique que les prestations de travail aient pu être effectuées à temps plein par ses travailleurs en cause ? 4) Dans l'interprétation suivant laquelle il s'agit d'une sanction à caractère pénal au sens des articles 6 et 13 de la Convention |
4) Schendt artikel 22ter van de wet van 27 juni 1969, gewijzigd bij de | européenne des droits de l'homme, l'article 22ter de la loi du 27 juin |
programmawet van 27 december 2004, in de interpretatie volgens welke | 1969, modifié par la loi-programme du 27 décembre 2004, viole-t-il les |
het gaat om een sanctie met een strafrechtelijk karakter in de zin van | |
de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de | |
mens, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het een | articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'il instaure une |
dusdanig vermoeden instelt dat de werkgever die de vermeldingen en | présomption telle que l'employeur en défaut d'avoir respecté les |
maatregelen van openbaarmaking van de deeltijdse werkroosters niet in | mentions et mesures de publicité des horaires de travail à temps |
acht heeft genomen, dat vermoeden nooit kan weerleggen, zelfs indien | partiel, ne peut jamais renverser cette présomption, même s'il est en |
hij in staat is het bewijs te leveren van een materiële of economische | mesure d'établir une impossibilité matérielle ou économique que les |
onmogelijkheid dat de arbeid voltijds kon worden verricht door zijn in | prestations de travail aient pu être effectuées à temps plein par ses |
het geding zijnde werknemers, en in zoverre de arbeidsrechtbank over | travailleurs en cause, et en ce que le tribunal du travail ne dispose |
geen enkele bevoegdheid beschikt om de sanctie aan te passen, wanneer | d'aucun pouvoir de modulation de la sanction, lorsque l'employeur |
de werkgever niettemin een dergelijk bewijs levert ? ». | apporte néanmoins une telle preuve ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. Artikel 22ter van de wet van 27 juni 1969 « tot herziening van de | B.1. L'article 22ter de la loi du 27 juin 1969 « révisant l'arrêté-loi |
besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke | du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs », |
zekerheid der arbeiders », ingevoegd bij artikel 181 van de | inséré par l'article 181 de la loi-programme du 22 décembre 1989, et |
programmawet van 22 december 1989, en vervangen bij artikel 8 van de | remplacé par l'article 8 de la loi-programme du 27 décembre 2004, |
programmawet van 27 december 2004, bepaalt : | dispose : |
« Behoudens in de door de sociale inspectiediensten vastgestelde | « Sauf dans les cas d'impossibilité matérielle d'effectuer les |
gevallen van materiële onmogelijkheid om voltijdse arbeid te | prestations de travail à temps plein, cas constatés par les services |
verrichten, worden bij ontstentenis van inschrijving in de documenten | d'inspection, les travailleurs à temps partiel sont présumés, à défaut |
bedoeld bij de artikelen 160, 162, 163 en 165 van de programmawet van | d'inscription dans les documents visés aux articles 160, 162, 163 et |
22 december 1989 of bij gebrek aan gebruik van de apparaten bedoeld | 165 de la loi programme du 22 décembre 1989 ou d'utilisation des |
bij artikel 164 van dezelfde wet, de deeltijdse werknemers vermoed hun | appareils visés à l'article 164 de la même loi, avoir effectué leur |
normale werkelijke arbeid te hebben uitgevoerd volgens de normale | travail effectif normal conformément aux horaires de travail normaux |
werkroosters van de betrokken werknemers die openbaar werden gemaakt | des travailleurs concernés qui ont fait l'objet de mesures de |
zoals bepaald in de artikelen 157 tot 159 van dezelfde wet. | publicité visées aux articles 157 à 159 de cette même loi. |
Behoudens in de door de sociale inspectiediensten vastgestelde | A défaut de publicité des horaires de travail normaux des travailleurs |
gevallen van materiële onmogelijkheid om voltijdse arbeid te | concernés, les travailleurs à temps partiel seront présumés, sauf dans |
verrichten, worden bij ontstentenis van openbaarmaking van de normale | les cas d'impossibilité matérielle d'effectuer les prestations de |
werkroosters van de betrokken werknemers, de deeltijdse werknemers | travail à temps plein, cas constatés par les services d'inspection, |
vermoed arbeid te hebben verricht in het kader van een | avoir effectué leurs prestations dans le cadre d'un contrat de travail |
arbeidsovereenkomst voor arbeid als voltijdse werknemer ». | en qualité de travailleur à temps plein ». |
Die bepaling maakt deel uit van afdeling 1 (« Aangifte en betaling ») | Cette disposition fait partie de la section 1 (« Déclaration et |
van hoofdstuk IV (« Inning en invordering van de bijdragen ») van de | paiement ») du chapitre IV (« Perception et recouvrement des |
wet van 27 juni 1969. | cotisations ») de la loi du 27 juin 1969. |
B.2. Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing en de bewoordingen | B.2. Il ressort des motifs de la décision de renvoi et du libellé des |
van de prejudiciële vragen blijkt dat aan het Hof vragen worden | questions préjudicielles que la Cour est interrogée sur la |
gesteld over de bestaanbaarheid van artikel 22ter, tweede lid, van de | compatibilité de l'article 22ter, alinéa 2, de la loi du 27 juin 1969 |
wet van 27 juni 1969 met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan | avec les articles 10 et 11 de la Constitution, lus isolément ou en |
niet in samenhang gelezen met de artikelen 6.1 en 13 van het Europees | combinaison avec les articles 6.1 et 13 de la Convention européenne |
Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het bij de in het | des droits de l'homme, en ce que la présomption instaurée par la |
geding zijnde bepaling ingestelde vermoeden onweerlegbaar zou zijn. | disposition en cause serait irréfragable. |
B.3. Artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens | B.3. L'article 6.1 de la Convention européenne des droits de l'homme |
bepaalt : | dispose : |
« Bij het vaststellen van zijn burgerlijke rechten en verplichtingen | « Toute personne a droit à ce que sa cause soit entendue |
of bij het bepalen van de gegrondheid van een tegen hem ingestelde | équitablement, publiquement et dans un délai raisonnable, par un |
strafvervolging heeft eenieder recht op een eerlijke en openbare | tribunal indépendant et impartial, établi par la loi, qui décidera, |
behandeling van zijn zaak, binnen een redelijke termijn, door een | soit des contestations sur ses droits et obligations de caractère |
onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke instantie welke bij de wet | civil, soit du bien-fondé de toute accusation en matière pénale |
is ingesteld. Het vonnis moet in het openbaar worden gewezen maar de | dirigée contre elle. Le jugement doit être rendu publiquement, mais |
toegang tot de rechtszaal kan aan de pers en het publiek worden | l'accès de la salle d'audience peut être interdit à la presse et au |
ontzegd gedurende het gehele proces of een deel daarvan, in het belang | public pendant la totalité ou une partie du procès dans l'intérêt de |
van de goede zeden, van de openbare orde of 's lands veiligheid in een | la moralité, de l'ordre public ou de la sécurité nationale dans une |
democratische samenleving, wanneer de belangen van minderjarigen of de | société démocratique, lorsque les intérêts des mineurs ou la |
bescherming van het privé leven van partijen bij het proces dit eisen | protection de la vie privée des parties au procès l'exigent, ou dans |
of, in die mate als door de rechter onder bepaalde omstandigheden | la mesure jugée strictement nécessaire par le tribunal, lorsque dans |
strikt noodzakelijk wordt geoordeeld, wanneer openbaarmaking de | des circonstances spéciales la publicité serait de nature à porter |
belangen van de rechtspraak zou schaden ». | atteinte aux intérêts de la justice ». |
Artikel 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens | L'article 13 de la Convention européenne des droits de l'homme dispose |
bepaalt : | : |
« Eenieder wiens rechten en vrijheden, welke in dit Verdrag zijn | « Toute personne dont les droits et libertés reconnus dans la présente |
vermeld, zijn geschonden, heeft recht op daadwerkelijke rechtshulp | Convention ont été violés, a droit à l'octroi d'un recours effectif |
voor een nationale instantie, zelfs indien deze schending zou zijn | devant une instance nationale, alors même que la violation aurait été |
begaan door personen in de uitoefening van hun ambtelijke functie ». | commise par des personnes agissant dans l'exercice de leurs fonctions |
officielles ». | |
B.4. De aanneming van artikel 8 van de programmawet van 27 december | B.4. L'adoption de l'article 8 de la loi-programme du 27 décembre 2004 |
2004 had tot doel een « weerlegbaar vermoeden » te vervangen door een | avait pour but de remplacer une « présomption réfragable » par une « |
« onweerlegbaar vermoeden, waarbij [de arbeidsinspecteur] zich wel | présomption irréfragable à charge pour [l'inspecteur du travail] de |
[dient] te vergewissen van het feit of de gecontroleerde werknemer | s'assurer du fait que le travailleur contrôlé n'était pas dans |
niet in de materiële onmogelijkheid verkeerde om voltijdse arbeid te | l'incapacité matérielle d'effectuer des prestations à temps plein » |
verrichten » (Parl. St., Kamer, 2004-2005, nr. 1437/1, p. 23). | (Doc. parl., Chambre, 2004-2005, n° 1437/1, p. 23). |
Die vervanging werd verantwoord als volgt : | Ce remplacement était justifié comme suit : |
« Artikel 22ter van de wet 27 juni 1969 tot herziening van de | « L'article 22ter de la loi du 27 juin 1969 révisant l'arrêté-loi du |
besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke | 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs |
zekerheid der arbeiders voorziet in een weerlegbaar vermoeden van | prévoit une présomption réfragable d'assujettissement à temps plein |
voltijdse onderwerping voor de deeltijdse werknemers [voor wie] de | des travailleurs à temps partiels pour lesquels les formalités en |
formaliteiten inzake sociale documenten niet werden gerespecteerd. | matière de documents sociaux n'ont pas été respectées. |
Volgens de recente rechtspraak van het Hof van Cassatie (met name een | La jurisprudence récente de la Cour de cassation (notamment un arrêt |
arrest van 3 februari 2003) moet het tegendeel van het in artikel | du 3 février 2003) considère que la preuve contraire de la présomption |
22ter van de voornoemde wet van 27 juni 1969 gestelde vermoeden dat de | établie par l'article 22ter de la loi précitée du 27 juin 1969 suivant |
werknemers hun arbeid hebben verricht in het kader van een | laquelle les travailleurs ont effectué leurs prestations dans le cadre |
arbeidsovereenkomst voor voltijdse arbeid, worden aangebracht door de | d'un contrat de travail à temps plein doit être apportée par |
werkgever en bestaat het erin te bewijzen dat de deeltijdse werknemers | l'employeur et consiste à prouver que les travailleurs à temps partiel |
geen voltijdse arbeid hebben verricht in het kader van een | n'ont pas effectué de prestations à temps plein dans le cadre d'un |
arbeidsovereenkomst voor voltijdse arbeid. De werkgever moet niet de | contrat de travail à temps plein. L'employeur ne doit pas prouver |
omvang van de werkelijk verrichte prestaties in het kader van een | l'étendue des prestations réellement effectuées dans le cadre d'un |
arbeidsovereenkomst voor deeltijdse arbeid bewijzen. | contrat de travail à temps partiel. |
Op basis hiervan oordelen bepaalde [h]oven dat, zodra de werkgever een | Sur cette base certaines [c]ours estiment que dès lors que l'employeur |
begin van bewijs aanbrengt met betrekking tot de realiteit van de | apporte un début de preuve concernant la réalité du temps partiel |
deeltijdse arbeid uitgevoerd door zijn werknemer, het aan de | effectué par son travailleur, c'est à l'inspection [du travail] de |
[arbeidsinspectie] is om de realiteit van de deeltijdse [lees : | démontrer la réalité du temps partiel [lire : plein] notamment en |
voltijdse] arbeid aan te tonen, met name door alle aanwezige personen | interrogeant toutes les personnes présentes et en effectuant plusieurs |
te ondervragen en door verschillende bezoeken ter plaatse af te leggen | visites sur place afin de constater la réalité des faits. Pareille |
om de realiteit van de feiten vast te stellen. Een dergelijke vereiste | exigence revient à mettre à néant l'ensemble des constatations faites |
komt neer op het tenietdoen van alle vaststellingen gedaan door de | par les services [de l'inspection du travail] à l'occasion de |
[arbeidsinspectiediensten] naar aanleiding van gerichte controles om | contrôles ponctuels destinés à mettre à jour le travail au noir » |
het zwartwerk in kaart te brengen » (ibid.). | (ibid.). |
Het kwam ook erop aan « een antwoord te bieden op de afwijkende nieuwe | Il s'agissait aussi de « répondre aux nouvelles situations déviantes |
situaties die zijn vastgesteld door de inspectiediensten of [door] de | observées par les services d'inspection ou [par] les institutions de |
instanties die belast zijn met de inning van de werkgeversbijdragen » | recouvrement des cotisations des employeurs » (Doc. parl., Chambre, |
(Parl. St., Kamer, 2004-2005, nr. 1437/25, pp. 71-72) teneinde « de | 2004-2005, n° 1437/25, pp. 71-72) afin d'assurer « la perception |
correcte inning van de [...] bijdragen » te waarborgen (ibid., p. 15). | correcte des cotisations » (ibid., p. 15). |
De in het geding zijnde bepaling werd bovendien voorgesteld als een | La disposition en cause était, en outre, présentée comme un moyen |
middel om de verlamming van de arbeidsinspectie te voorkomen en | d'éviter la paralysie de l'inspection du travail tout en excluant |
tegelijkertijd de toepassing van het ingestelde onweerlegbare | l'application de la présomption irréfragable instaurée lorsque cette |
vermoeden uit te sluiten wanneer die inspectie vaststelt « dat | inspection constate « qu'un travail à temps plein ou à plus longue |
voltijds of deeltijds voor langere tijd werken materieel onmogelijk is | durée de travail à temps partiel est matériellement impossible » (Doc. |
» (Parl. St., Kamer, 2004-2005, nr. 1437/25, p. 72). | parl., Chambre, 2004-2005, n° 1437/25, p. 72). |
B.5. De in het geding zijnde bepaling vormt, door het vermoeden dat | B.5. La disposition en cause constitue, par la présomption qu'elle |
zij instelt, een maatregel die in overeenstemming is met de | instaure, une mesure conforme à l'objectif qu'elle poursuit. Son |
doelstelling die ermee wordt nagestreefd. Het onweerlegbare karakter | caractère irréfragable a pu être jugé nécessaire pour garantir, comme |
ervan kon noodzakelijk worden geacht om, zoals in de parlementaire | l'indiquent les travaux préparatoires, la correcte perception des |
voorbereiding wordt aangegeven, de correcte inning van de socialezekerheidsbijdragen te waarborgen, met name in het kader van de strijd tegen het zwartwerk. In zoverre het vermoeden onweerlegbaar is, heeft het echter een algemeen en absoluut karakter dat onevenredig is ten aanzien van de betrokken werkgever, aangezien het hem het recht ontzegt om aan te tonen dat het bedrag van de socialezekerheidsbijdragen die hij heeft betaald, overeenstemt met de arbeidsprestaties die daadwerkelijk werden verricht door de werknemer die hij tewerkstelt ter uitvoering van een arbeidsovereenkomst voor deeltijdse arbeid. De in het geding zijnde maatregel vertoont bijgevolg een onevenredig karakter. B.6. In zoverre de in het geding zijnde bepaling een onweerlegbaar vermoeden zou instellen, dienen de prejudiciële vragen bevestigend te worden beantwoord. B.7. Het Hof stelt evenwel vast dat die bepaling anders kan worden geïnterpreteerd. | cotisations de sécurité sociale, notamment dans le cadre de la lutte contre le travail au noir. Toutefois, la présomption a, en ce qu'elle est irréfragable, un caractère général et absolu qui est disproportionné à l'égard de l'employeur concerné puisqu'elle le prive du droit de démontrer que le montant des cotisations de sécurité sociale qu'il a versées correspond aux prestations de travail effectivement effectuées par le travailleur qu'il emploie en exécution d'un contrat de travail à temps partiel. La mesure en cause présente, par conséquent, un caractère disproportionné. B.6. En ce que la disposition en cause instaurerait une présomption irréfragable, les questions préjudicielles appellent une réponse positive. B.7. La Cour constate cependant que cette disposition peut être interprétée autrement. |
B.8.1. Artikel 1352 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt : | B.8.1. L'article 1352 du Code civil dispose : |
« Het wettelijk vermoeden ontslaat degene in wiens voordeel het | « La présomption légale dispense de toute preuve celui au profit |
bestaat, van ieder bewijs. | duquel elle existe. |
Geen bewijs wordt tegen het wettelijk vermoeden toegelaten, wanneer de wet, op grond van dit vermoeden, bepaalde handelingen nietig verklaart of de rechtsvordering ontzegt, tenzij de wet het tegenbewijs heeft vrijgelaten, en onverminderd hetgeen omtrent de gerechtelijke eed en de gerechtelijke bekentenis zal worden bepaald ». B.8.2. Het door de in het geding zijnde bepaling ingestelde vermoeden is niet van toepassing wanneer de sociaal inspecteur vaststelt dat het voor de betrokken werknemers materieel onmogelijk is voltijdse arbeid te verrichten. Die bepaling geeft niet aan dat dat vermoeden onweerlegbaar is. Bovendien verklaart zij geen enkele handeling nietig en ontzegt zij geen enkele rechtsvordering op grond van dat wettelijk vermoeden. | Nulle preuve n'est admise contre la présomption de la loi, lorsque, sur le fondement de cette présomption, elle annule certains actes ou dénie l'action en justice, à moins qu'elle n'ait réservé la preuve contraire, et sauf ce qui sera dit sur le serment et l'aveu judiciaires ». B.8.2. La présomption instaurée par la disposition en cause n'est pas applicable lorsque l'inspecteur social constate qu'il est matériellement impossible pour les travailleurs concernés d'effectuer des prestations de travail à temps plein. Cette disposition n'indique pas que cette présomption est irréfragable. De plus, elle n'annule aucun acte et n'interdit aucune action en justice sur la base de cette présomption légale. |
Dat vermoeden is dus niet onweerlegbaar (zie Cass., 7 februari 2011, | Celle-ci n'est donc pas irréfragable (voir Cass., 7 février 2011, |
S.10.0056.N). | S.10.0056.N). |
B.9. Indien de in het geding zijnde bepaling op die wijze wordt | B.9. Si la disposition en cause est interprétée de cette façon, les |
geïnterpreteerd, dienen de prejudiciële vragen ontkennend te worden beantwoord. | questions préjudicielles appellent une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
- In die zin geïnterpreteerd dat het een onweerlegbaar vermoeden | - Interprété comme instaurant une présomption irréfragable, l'article |
instelt, schendt artikel 22ter, tweede lid, van de wet van 27 juni | 22ter, alinéa 2, de la loi du 27 juin 1969 « révisant l'arrêté-loi du |
1969 « tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 | 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs », |
betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders », vervangen | |
bij artikel 8 van de programmawet van 27 december 2004, de artikelen | remplacé par l'article 8 de la loi-programme du 27 décembre 2004, |
10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de | viole les articles 10 et 11 de la Constitution, lus isolément ou en |
artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de | combinaison avec les articles 6 et 13 de la Convention européenne des |
mens. | droits de l'homme. |
- In die zin geïnterpreteerd dat zij een weerlegbaar vermoeden | - Interprété comme instaurant une présomption réfragable, la même |
instelt, schendt dezelfde bepaling de artikelen 10 en 11 van de | disposition ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution, lus |
Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 | isolément ou en combinaison avec les articles 6 et 13 de la Convention |
van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, niet. | européenne des droits de l'homme. |
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 17 november 2011. | la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 17 novembre 2011. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
De voorzitter, | Le président, |
R. Henneuse. | R. Henneuse. |