← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 170/2011 van 10 november 2011 Rolnummers 5065 en 5106 In
zake : de prejudiciële vragen over artikel 7 van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen
aan personen met een handicap, gesteld door het Ar Het
Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de rechter(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 170/2011 van 10 november 2011 Rolnummers 5065 en 5106 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 7 van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap, gesteld door het Ar Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de rechter(...) | Extrait de l'arrêt n° 170/2011 du 10 novembre 2011 Numéros du rôle : 5065 et 5106 En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 7 de la loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux personnes handicapées, posées par la Co La Cour constitutionnelle, composée des présidents R. Henneuse et M. Bossuyt, et des juges E. De(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 170/2011 van 10 november 2011 | Extrait de l'arrêt n° 170/2011 du 10 novembre 2011 |
Rolnummers 5065 en 5106 | Numéros du rôle : 5065 et 5106 |
In zake : de prejudiciële vragen over artikel 7 van de wet van 27 | En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 7 de la |
februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een | loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux personnes |
handicap, gesteld door het Arbeidshof te Brussel en de | handicapées, posées par la Cour du travail de Bruxelles et le Tribunal |
Arbeidsrechtbank te Charleroi. | du travail de Charleroi. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de | composée des présidents R. Henneuse et M. Bossuyt, et des juges E. De |
rechters E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. | Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, |
Moerman, E. Derycke, J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en F. | J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul et F. Daoût, assistée du |
Daoût, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter R. Henneuse, | greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président R. Henneuse, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Objet des questions préjudicielles et procédure |
a. Bij arrest van 29 november 2010 in zake Marc Mikolajczak tegen de | a. Par arrêt du 29 novembre 2010 en cause de Marc Mikolajczak contre |
FOD Sociale Zekerheid, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is | le SPF Sécurité sociale, dont l'expédition est parvenue au greffe de |
ingekomen op 6 december 2010, heeft het Arbeidshof te Brussel de | la Cour le 6 décembre 2010, la Cour du travail de Bruxelles a posé la |
volgende prejudiciële vraag gesteld : | question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 7 van de wet van 27 februari 1987 betreffende de | « L'article 7 de la loi du 27 février 1987 relative aux allocations |
tegemoetkomingen aan personen met een handicap de artikelen 10 en 11 | aux personnes handicapées viole-t-il les articles 10 et 11 de la |
van de Grondwet, doordat het tot een verschillende behandeling leidt van : - de sociaal verzekerden die geen bestaansmiddelen hebben, naargelang zij een handicap hebben en tegemoetkomingen voor personen met een handicap ontvangen, dan wel in goede gezondheid verkeren en het leefloon ontvangen; - de personen met een handicap die geen bestaansmiddelen hebben en die in gemeenschap leven, echter niet als paar noch in familieverband, naargelang de gemeenschap twee of meer personen telt; - de personen die inkomsten hebben en die in gemeenschap leven, echter niet als paar noch in familieverband, met een persoon zonder inkomen, | Constitution en ce qu'il a pour effet de traiter différemment : - les assurés sociaux sans ressources, selon qu'ils sont handicapés et bénéficient des allocations aux personnes handicapées, ou qu'ils sont en bonne santé et bénéficient du revenu d'intégration sociale; - les personnes handicapées sans ressources qui vivent en communauté mais pas en couple ni en famille, selon que la communauté comprend deux ou plusieurs personnes; - les personnes qui ont des revenus et vivent en communauté mais pas |
naargelang de samenwonende een handicap heeft en tegemoetkomingen voor | en couple ni en famille avec une personne sans revenu, selon que le |
personen met een handicap ontvangt, dan wel in goede gezondheid | cohabitant est handicapé et bénéficie d'allocations aux handicapés, ou |
verkeert en het leefloon ontvangt ? ». | qu'il est en bonne santé et bénéficie du revenu d'intégration ? ». |
b. Bij vonnis van 8 februari 2011 in zake L.B. tegen de Belgische | b. Par jugement du 8 février 2011 en cause de L.B. contre l'Etat |
Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 17 | belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 17 |
februari 2011, heeft de Arbeidsrechtbank te Charleroi de volgende | février 2011, le Tribunal du travail de Charleroi a posé la question |
prejudiciële vraag gesteld : | préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 7, § 3, van de wet van 27 februari 1987 betreffende | « L'article 7, § 3, de la loi du 27 février 1987 relative aux |
de tegemoetkomingen aan personen met een handicap, in zoverre het het | allocations aux personnes handicapées en ce qu'il définit la notion de |
begrip ' huishouden ' definieert als ' elke samenwoning van twee | ménage comme ' toute cohabitation de deux personnes qui ne sont pas |
personen die geen bloed- of aanverwant zijn in de eerste, tweede of | parentes ou alliées au 1er, 2e ou 3ème degré ' viole-t-il les articles |
derde graad ', de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het een | 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il instaure une différence de |
verschil in behandeling invoert tussen, enerzijds, een persoon met een | traitement entre, d'une part, une personne handicapée qui cohabite |
handicap die met zijn moeder of grootmoeder samenwoont en aan wie een | avec sa mère ou sa grand-mère et qui se voit attribuer une allocation |
inkomensvervangende tegemoetkoming van categorie A en een | |
integratietegemoetkoming worden toegekend zonder de inkomsten van de | de remplacement de revenus, catégorie A, et une allocation |
bloedverwant in de opgaande lijn in aanmerking te nemen en, | d'intégration, sans prendre en compte les revenus de l'ascendant, et |
anderzijds, een persoon met een handicap die samenwoont met een dame | d'autre part, une personne handicapée qui cohabite avec une dame avec |
met wie hij een affectieve band heeft die vergelijkbaar is met die ten | laquelle elle présente des liens affectifs comparables à une mère |
opzichte van een pleegmoeder maar die de eerstgenoemde niet kan | |
adopteren wegens een te klein leeftijdsverschil, en aan wie een | d'accueil mais qui ne peut adopter la première en l'absence d'écart |
tegemoetkoming van categorie C wordt toegekend waarbij de inkomsten | d'âge suffisant, et qui se voit attribuer une catégorie C avec prise |
van de samenwonende in aanmerking worden genomen, met als gevolg dat | en compte des revenus du cohabitant, avec comme conséquence que |
de tegemoetkoming wordt ingetrokken wegens het in aanmerking nemen van | l'allocation est supprimée du fait de la prise en compte des revenus |
de inkomsten van de samenwonende ? ». | du cohabitant ? ». |
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 5065 en 5106 van de rol van | Ces affaires, inscrites sous les numéros 5065 et 5106 du rôle de la |
het Hof, werden samengevoegd. | Cour, ont été jointes. |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
B.1. Artikel 7 van de wet van 27 februari 1987 betreffende de | (...) B.1. L'article 7 de la loi du 27 février 1987 relative aux allocations |
tegemoetkomingen aan personen met een handicap bepaalt : | aux personnes handicapées dispose : |
« § 1. De in artikel 1 bedoelde tegemoetkomingen kunnen enkel | « § 1er. Les allocations visées à l'article 1er ne peuvent être |
toegekend worden indien het bedrag van het inkomen van de persoon met een handicap en het bedrag van het inkomen van de persoon met wie hij een huishouden vormt, het in artikel 6 bedoelde bedrag van de tegemoetkomingen niet overschrijden. De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, wat moet worden verstaan onder ' inkomen ' en door wie, volgens welke criteria en op welke wijze het bedrag ervan moet worden bepaald. De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, bepalen dat sommige inkomsten of delen van het inkomen, onder de voorwaarden die Hij bepaalt, niet of slechts gedeeltelijk in aanmerking worden genomen. Hij kan daarbij een onderscheid maken naargelang het gaat om een inkomensvervangende tegemoetkoming, een integratietegemoetkoming of een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden. Hij kan eveneens een onderscheid maken naargelang de | accordées que si le montant du revenu de la personne handicapée et le montant du revenu de la personne avec laquelle elle forme un ménage ne dépassent pas le montant des allocations visé à l'article 6. Le Roi détermine, par arrêté délibéré en Conseil des ministres, ce qu'il faut entendre par "revenu" et par qui, selon quels critères et de quelle manière le montant doit en être fixé. Le Roi peut, par arrêté délibéré en Conseil des ministres, déterminer que certains revenus ou parties de revenus, dans les conditions qu'Il détermine, ne sont que partiellement ou ne sont pas pris en considération. Il peut opérer une distinction en fonction du fait qu'il s'agit d'une allocation de remplacement de revenus, d'une allocation d'intégration ou d'une allocation pour l'aide aux personnes âgées. Il peut aussi opérer une distinction en fonction de |
gerechtigde behoort tot categorie A, B of C, naargelang de graad van | l'appartenance du bénéficiaire à la catégorie A, B ou C, en fonction |
zelfredzaamheid van de persoon met een handicap, naargelang het gaat | du degré d'autonomie de la personne handicapée, en fonction du fait |
om het inkomen van de persoon met een handicap zelf of om het inkomen | qu'il s'agit du revenu de la personne handicapée elle-même ou du |
van de persoon met wie hij een huishouden vormt, of naargelang de bron | revenu de la personne avec laquelle elle forme un ménage, ou en |
van het inkomen. | fonction de l'origine des revenus. |
§ 2. De persoon met een handicap en de persoon met wie hij een | § 2. La personne handicapée et la personne avec laquelle elle forme un |
huishouden vormt, moeten hun rechten laten gelden : | ménage, sont tenues de faire valoir leurs droits : |
1° op de uitkeringen en vergoedingen waarop hij aanspraak kan maken | 1° aux prestations et indemnités auxquelles elle peut prétendre en |
krachtens een andere Belgische of buitenlandse wetgeving of krachtens | vertu d'une autre législation belge ou étrangère ou en vertu de règles |
de regels van toepassing op het personeel van een internationale | applicables au personnel d'une institution internationale publique, et |
openbare instelling, en die hun grond vinden in een beperking van het | qui trouvent leur fondement dans une limitation de la capacité de |
verdienvermogen, in een gebrek aan of vermindering van de | gain, dans un manque ou une réduction de l'autonomie ou dans les |
zelfredzaamheid of in de artikelen 1382 en volgende van het Burgerlijk Wetboek betreffende de burgerlijke aansprakelijkheid; 2° op sociale uitkeringen inzake ziekte en invaliditeit, werkloosheid, arbeidsongevallen, beroepsziekten, rust- en overlevingspensioenen, de inkomensgarantie voor ouderen en het gewaarborgd inkomen voor bejaarden. § 3. Onder ' huishouden ' moet worden verstaan elke samenwoning van twee personen die geen bloed- of aanverwant zijn in de eerste, tweede of derde graad. Het bestaan van een huishouden wordt vermoed wanneer ten minste twee personen die geen bloed- of aanverwant zijn in de eerste, tweede of derde graad, hun hoofdverblijfplaats op hetzelfde adres hebben. Het tegenbewijs kan met alle mogelijke middelen worden geleverd door de persoon met een handicap of door de bestuursdirectie van de uitkeringen aan personen met een handicap. Wanneer echter één van de leden van het huishouden opgesloten is in een gevangenis of opgenomen is in een instelling voor sociaal verweer, dan houdt het huishouden op te bestaan. § 4. De in artikel 1 bedoelde tegemoetkomingen kunnen aan de aanvrager worden toegekend als voorschot op de uitkeringen en vergoedingen | articles 1382 et suivants du Code civil relatifs à la responsabilité civile; 2° à des prestations sociales relatives à la maladie et l'invalidité, au chômage, aux accidents du travail, aux maladies professionnelles, aux pensions de retraite et de survie, à la garantie de revenus aux personnes âgées et au revenu garanti pour personnes âgées. § 3. Il y lieu d'entendre par " ménage " toute cohabitation de deux personnes qui ne sont pas parentes ou alliées au premier, deuxième ou troisième degré. L'existence d'un ménage est présumée lorsque deux personnes au moins qui ne sont pas parentes ou alliées au premier, deuxième ou troisième degré, ont leur résidence principale à la même adresse. La preuve du contraire peut être apportée par tous les moyens possibles par la personne handicapée ou par la direction d'administration des prestations aux personnes handicapées. Cependant, si un des membres du ménage est détenu en prison ou dans un établissement de défense sociale, le ménage cesse d'exister. § 4. Les allocations visées à l'article 1er peuvent être accordées au demandeur à titre d'avance sur les prestations et indemnités visées au |
bedoeld in § 2. | § 2. |
De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de | Le Roi détermine, par arrêté délibéré en Conseil des ministres, dans |
Ministerraad, onder welke voorwaarden, op welke wijze en tot welk | quelles conditions, selon quelles modalités et jusqu'à concurrence de |
bedrag deze voorschotten kunnen worden toegekend, alsmede de wijze | quel montant ces avances peuvent être accordées, ainsi que leur mode |
waarop ze kunnen worden teruggevorderd. De uitbetalingsdienst of | de récupération. Le service ou l'organisme payeur est subrogé aux |
-instelling treedt in de rechten van de gerechtigde tot het bedrag van | droits du bénéficiaire jusqu'à concurrence du montant des avances |
de toegekende voorschotten ». | versées ». |
B.2.1. Om de prejudiciële vragen te beantwoorden dient het Hof na te | B.2.1. Pour répondre aux questions préjudicielles, la Cour doit |
vérifier si cette disposition est compatible avec les articles 10 et | |
gaan of die bepaling bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de | 11 de la Constitution, en ce qu'elle a pour effet d'instaurer des |
Grondwet, in zoverre zij leidt tot verschillen in behandeling : | différences de traitement : |
- tussen personen met een handicap - en personen die samenleven met | - entre les personnes handicapées - et les personnes qui vivent avec |
een persoon met een handicap - naargelang zij als paar, in | des personnes handicapées - selon qu'elles vivent en couple, en |
familieverband of in gemeenschap van twee of meer personen leven; | famille ou en communauté de deux ou plusieurs personnes; |
- tussen personen met een handicap en de begunstigden van een leefloon. B.2.2. Uit de feiten en de motivering van de verwijzingsbeslissingen blijkt dat bij de verwijzende rechters geschillen aanhangig zijn gemaakt die betrekking hebben op een persoon met een handicap zonder inkomsten die, zonder als paar samen te leven, een huishouden vormt met een persoon die geen bloed- of aanverwant is in de eerste, tweede of derde graad en die wel over inkomsten beschikt. Het Hof beperkt zijn onderzoek tot die hypothese. Ten aanzien van de verschillen in behandeling onder personen met een handicap | - entre les personnes handicapées et les bénéficiaires du revenu d'intégration sociale. B.2.2. Il ressort des faits et de la motivation des décisions de renvoi que les juges a quo sont saisis de litiges qui concernent une personne handicapée ne disposant pas de revenus qui, sans vivre en couple, forme un ménage avec une personne qui n'est pas parente ou alliée au premier, deuxième ou troisième degré et qui dispose de revenus. La Cour limite son examen à cette hypothèse. Quant aux différences de traitement entre personnes handicapées |
B.3.1. Luidens de artikelen 1 en 2 van de wet van 27 februari 1987 | B.3.1. Aux termes des articles 1er et 2 de la loi du 27 février 1987 |
betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap kunnen | relative aux allocations aux personnes handicapées, les personnes |
personen met een handicap drie types van tegemoetkoming krijgen : de | handicapées peuvent se voir accorder trois types d'allocation : |
inkomensvervangende tegemoetkoming, die wordt toegekend aan de persoon | l'allocation de remplacement de revenus, accordée à la personne |
met een handicap die 21 tot 65 jaar oud is, wiens lichamelijke of | handicapée, âgée de 21 à 65 ans, dont l'état physique ou psychique a |
psychische toestand zijn verdienvermogen in aanzienlijke mate heeft | |
verminderd; de integratietegemoetkoming, die wordt toegekend aan de | réduit dans une mesure importante la capacité de gain; l'allocation |
persoon met een handicap die 21 tot 65 jaar oud is, bij wie een gebrek | d'intégration, accordée à la personne handicapée, âgée de 21 à 65 ans, |
aan of een vermindering van zelfredzaamheid is vastgesteld; de | dont le manque ou la réduction d'autonomie est établi; l'allocation |
tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, die wordt toegekend aan de | pour l'aide aux personnes âgées, accordée à la personne handicapée |
persoon met een handicap die ten minste 65 jaar oud is en bij wie een | d'au moins 65 ans dont le manque ou la réduction d'autonomie est établi. |
gebrek aan of een vermindering van zelfredzaamheid is vastgesteld. | Ces allocations constituent une aide financière, dont le montant doit |
Die tegemoetkomingen vormen een financiële hulp waarvan het bedrag | garantir en priorité la sécurité d'existence des moins favorisés. Le |
prioritair de bestaanszekerheid van de minstbedeelden moet waarborgen. | |
Het bedrag van die tegemoetkomingen is vastgelegd bij artikel 6 van de wet. | montant de ces allocations est déterminé par l'article 6 de la loi. |
De uitgaven die voortvloeien uit de toepassing van die wet vallen ten | Les dépenses découlant de cette loi sont à charge de l'Etat (article |
laste van de Staat (artikel 22). | 22). |
B.3.2. Zoals gewijzigd bij artikel 157 van de programmawet van 9 juli | B.3.2. Tel qu'il a été modifié par l'article 157 de la loi-programme |
2004, bepaalt artikel 7 van de wet van 27 februari 1987 dat de | du 9 juillet 2004, l'article 7 de la loi du 27 février 1987 dispose |
tegemoetkomingen aan personen met een handicap enkel kunnen worden | que les allocations aux personnes handicapées ne peuvent être |
toegekend « indien het bedrag van het inkomen van de persoon met een | accordées que si le montant du revenu de la personne handicapée et le |
handicap en het bedrag van het inkomen van de persoon met wie hij een | montant du revenu de la personne avec laquelle elle forme un ménage ne |
huishouden vormt, het in artikel 6 bedoelde bedrag van de | dépassent pas le montant des allocations visé à l'article 6 ( § 1er). |
tegemoetkomingen niet overschrijden » ( § 1). De wetgever verstaat | Le législateur entend par « ménage » « toute cohabitation de deux |
onder « huishouden » « elke samenwoning van twee personen die geen | personnes qui ne sont pas parentes ou alliées au premier, deuxième ou |
bloed- of aanverwant zijn in de eerste, tweede of derde graad » ( § 3, | troisième degré » ( § 3, alinéa 1er). « L'existence d'un ménage est |
eerste lid). « Het bestaan van een huishouden wordt vermoed wanneer | présumée lorsque deux personnes au moins qui ne sont pas parentes ou |
ten minste twee personen die geen bloed- of aanverwant zijn in de | alliées au premier, deuxième ou troisième degré, ont leur résidence |
eerste, tweede of derde graad, hun hoofdverblijfplaats op hetzelfde | principale à la même adresse. La preuve du contraire peut être |
adres hebben. Het tegenbewijs kan met alle mogelijke middelen worden | apportée par tous les moyens possibles par la personne handicapée ou |
geleverd door de persoon met een handicap of door de bestuursdirectie | par la direction d'administration des prestations aux personnes |
van de uitkeringen aan personen met een handicap » ( § 3, tweede lid). | handicapées » ( § 3, alinéa 2). |
B.3.3. Uit de parlementaire voorbereiding van de programmawet van 9 | B.3.3. Il ressort des travaux préparatoires de la loi-programme du 9 |
juli 2004 blijkt dat de wetgever de definitie van het begrip « | juillet 2004 que le législateur a voulu modifier la définition du « |
huishouden », zoals zij voortvloeide uit artikel 121 van de | ménage » telle qu'elle découlait de l'article 121 de la loi-programme |
programmawet (I) van 24 december 2002, heeft willen wijzigen : | (I) du 24 décembre 2002 : |
« Voortaan wordt een huishouden gedefinieerd als het samenwonen van | « Un ménage est dorénavant défini comme une cohabitation de deux |
personnes qui ne sont pas parentes ou alliées au premier, deuxième ou | |
twee personen die geen bloed- of aanverwant zijn in de eerste tot en | troisième degré. Cela signifie que le point de départ de la loi de |
met derde graad. Dat betekent dat het uitgangspunt van de wet van 2002 | 2002 reste inchangé, dans le sens que la nature de la cohabitation |
behouden blijft in die zin dat de aard van samenwoning (al dan niet | (cohabitation avec quelqu'un du sexe opposé, ou non) n'est plus le |
met iemand van het andere geslacht) niet langer een bepalende factor | facteur déterminant, ce qui évite nombre de discriminations. |
is, wat een aantal discriminaties wegwerkt. | |
Aan de andere kant wordt de definitie van de wet van 2002 wel beperkt | Par contre le ménage est désormais limité à la cohabitation de deux |
tot een samenwonen van twee personen, terwijl het in de wet van 2002 | personnes, alors que dans la réforme de 2002 un nombre illimité de |
kon gaan om een onbeperkt aantal samenwonenden die allemaal samen als | personnes cohabitantes pourraient être considérées dans le contexte du |
' huishouden ' konden worden beschouwd » (Parl. St., Kamer, 2003-2004, | ' ménage ' » (Doc. parl., Chambre, 2003-2004, DOC 51-1138/019, pp. |
DOC 51-1138/019, pp. 30-31). | 30-31). |
B.3.4. Uit de parlementaire voorbereiding van de programmawet (I) van | B.3.4. Il ressort des travaux préparatoires de la loi-programme (I) du |
24 december 2002 blijkt dat de wetgever, door de definitie van het | 24 décembre 2002 qu'en modifiant la définition de la notion de ménage, |
begrip « huishouden » te wijzigen, de criteria en modaliteiten voor | le législateur entendait adapter les critères et les modalités |
toekenning van de tegemoetkomingen aan personen met een handicap | d'octroi des allocations aux personnes handicapées aux formes |
nauwer wilde doen aansluiten bij de huidige samenlevingsvormen, door | actuelles de cohabitation, en tenant compte non seulement des revenus |
niet alleen rekening te houden met het eigen inkomen van de persoon | propres de la personne handicapée, mais aussi de ceux des personnes |
met een handicap, maar ook met dat van de personen met wie hij een | avec lesquelles la personne handicapée forme ce ménage (Doc. parl., |
huishouden vormt (Parl. St., Kamer, 2002-2003, DOC 50-2124/001, pp. 86 | Chambre, 2002-2003, DOC 50-2124/001, pp. 86 à 88 et 92). |
tot 88 en 92). Zich ervan bewust dat de administratie onmogelijk elke afzonderlijke | Conscient que l'administration ne pouvait examiner chaque situation de |
feitelijke levenssituatie kon uitpluizen, heeft de wetgever geopteerd | vie particulière, le législateur a opté pour un système de présomption |
voor een systeem van vermoeden van het bestaan van een huishouden | d'existence d'un ménage lorsque deux ou plusieurs personnes sont |
wanneer twee of meer personen op hetzelfde adres zijn gedomicilieerd, | |
waarbij echter aan de betrokkene de mogelijkheid wordt gelaten om met | domiciliées à la même adresse, en laissant toutefois la possibilité à |
alle mogelijke middelen aan te tonen dat de feitelijke toestand | l'intéressé de démontrer par tous les moyens possibles que la |
afwijkt van de juridische, zoals die blijkt uit het Rijksregister | situation de fait se distingue de la situation juridique dont témoigne |
(ibid., p. 92). | le registre national (ibid., p. 92). |
B.3.5. Uit de parlementaire voorbereiding van de programmawet van 9 | B.3.5. Il ressort par ailleurs des travaux préparatoires de la |
juli 2004 blijkt bovendien dat de wetgever de familiale zorg heeft | loi-programme du 9 juillet 2004 que le législateur a voulu encourager |
willen aanmoedigen door de bloed- en aanverwanten in de eerste, tweede | la prise en charge familiale, en excluant de la notion de ménage les |
of derde graad uit te sluiten van het begrip « huishouden » (Parl. | parents et alliés au premier, deuxième ou troisième degré (Doc. parl, |
St., Kamer, 2003-2004, DOC 51-1138/001 en 51-1139/001, p. 92). | Chambre, 2003-2004, DOC 51-1138/001 et 51-1139/001, p. 92). |
B.4. De regeling in verband met de tegemoetkomingen aan personen met | B.4. La réglementation relative aux allocations aux handicapés |
een handicap vormt een bijzonder stelsel van maatschappelijke | constitue un régime spécial d'aide sociale. Contrairement au régime |
dienstverlening. In tegenstelling tot het traditionele stelsel van de | traditionnel de sécurité sociale, lequel comporte le paiement de |
sociale zekerheid, dat de betaling van bijdragen inhoudt, wordt dit | cotisations, ce régime spécial est entièrement financé par les |
bijzonder stelsel volledig gefinancierd door de algemene inkomsten van | ressources générales de l'Etat et tend à procurer un revenu fixé par |
de Staat en wil het een door de wet bepaald inkomen verschaffen aan | la loi à ceux qui ne disposent pas à suffisance d'autres moyens de |
diegenen die niet over voldoende andere bestaansmiddelen beschikken. | subsistance. |
Uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 27 februari 1987 | Il ressort des travaux préparatoires de la loi du 27 février 1987 |
betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap blijkt | relative aux allocations aux personnes handicapées que le législateur |
dat de wetgever de drie in de wet bedoelde tegemoetkomingen enkel | a entendu n'accorder les trois allocations visées par la loi qu'aux |
heeft willen toekennen aan de personen met een handicap wier inkomen | handicapés dont le revenu n'excède pas un certain plafond. Ces |
een bepaald plafond niet overschrijdt. Aangezien die tegemoetkomingen | allocations étant financées exclusivement par des deniers publics, le |
uitsluitend worden gefinancierd met overheidsgeld, bestond het door de | but poursuivi par le législateur était de les attribuer en priorité |
wetgever nagestreefde doel erin ze toe te kennen aan de minstbedeelden | |
(Parl. St., Kamer, 1985-1986, nr. 448/1, pp. 2 en 6). | aux plus démunis (Doc. parl., Chambre, 1985-1986, n° 448/1, pp. 2 et 6). |
In zijn arrest nr. 65/2000 van 30 mei 2000 heeft het Hof op grond | Dans son arrêt n° 65/2000 du 30 mai 2000, la Cour a jugé, sur cette |
daarvan geoordeeld dat de wetgever redelijkerwijze vermocht te | base, que le législateur a pu raisonnablement considérer que, pour des |
oordelen dat hij, om budgettaire redenen, voor de berekening van het | raisons budgétaires, il tiendrait compte, pour le calcul du montant |
bedrag van de tegemoetkomingen die moeten worden toegekend aan een | des allocations à octroyer à un handicapé marié ou formant un ménage, |
persoon met een handicap die gehuwd is of een huishouden vormt, | |
rekening zou houden met het beroepsinkomen van diens echtgenoot of de | du revenu professionnel de son conjoint ou de la personne avec |
persoon met wie hij een huishouden vormt. | laquelle il forme un ménage. |
B.5.1. Door de tegemoetkomingen bedoeld in artikel 1 van de wet van 27 | B.5.1. En n'accordant pas à une personne handicapée sans revenus les |
februari 1987 niet toe te kennen aan een persoon met een handicap | allocations visées à l'article 1er de la loi du 27 février 1987 si le |
zonder inkomen indien het bedrag van het inkomen van de persoon met | montant du revenu de la personne avec laquelle elle forme un ménage, |
wie hij een huishouden vormt - in de zin van artikel 7 van de in het | au sens de l'article 7 de la loi en cause, dépasse le montant des |
geding zijnde wet - het bedrag van de tegemoetkomingen overschrijdt, | allocations, le législateur a pris une mesure qui peut se justifier |
heeft de wetgever een maatregel genomen die redelijk kan worden | raisonnablement, compte tenu de l'objectif de solidarité qu'il |
verantwoord, rekening houdend met het doel van solidariteit dat hij | poursuit dans un régime spécial d'aide sociale et compte tenu de son |
nastreeft in een bijzonder stelsel van maatschappelijke | |
dienstverlening en rekening houdend met zijn bekommernis om de huidige | souci de prendre en compte les formes actuelles de cohabitation, sans |
samenlevingsvormen in aanmerking te nemen, zonder de administratie te | obliger l'administration à s'immiscer dans la vie privée des personnes |
verplichten zich te mengen in het privéleven van de betrokken | concernées. Dès lors que l'inclusion dans la notion de ménage de |
personen. Aangezien de inclusie, in het begrip « huishouden », van | |
religieuze gemeenschappen of lekengemeenschappen niet aan dat doel | communautés religieuses ou laïques ne rencontrait pas cet objectif, |
beantwoordde - zoals het Hof oordeelde in zijn arrest nr. 123/2004 van | comme la Cour l'a jugé dans son arrêt n° 123/2004 du 7 juillet 2004, |
7 juli 2004 -, is het verantwoord dat de wetgever het begrip « | il se justifie que le législateur ait limité la notion de ménage à la |
huishouden » heeft beperkt tot de samenwoning van twee personen. | cohabitation de deux personnes. |
B.5.2. Door de bloed- of aanverwanten in de eerste, tweede of derde | B.5.2. En excluant de la notion de ménage les parents ou alliés au |
graad uit te sluiten van het begrip « huishouden », creëert artikel 7, | premier, deuxième ou troisième degré, l'article 7, § 3, de la loi en |
§ 3, van de in het geding zijnde wet een verschil in behandeling dat | cause crée une différence de traitement qui peut se justifier |
redelijk kan worden verantwoord ten opzichte van het doel van de | raisonnablement au regard de l'objectif du législateur d'encourager la |
wetgever dat erin bestaat de familiale zorg voor personen met een handicap aan te moedigen. Die bepaling maakt het weliswaar niet mogelijk rekening te houden met de solidariteit vanwege een persoon die, zonder een bloed- of aanverwant te zijn, een persoon met een handicap ten laste neemt zonder als paar met hem samen te leven. De wetgever kan echter niet die specifieke situaties in aanmerking nemen zonder zich te mengen in het privéleven van de betrokkenen. Overigens kunnen die personen meestal hun toevlucht nemen tot adoptie, of een pleeggezin vormen. Zij worden dan beschouwd als bloedverwanten in de eerste graad. Het Hof wijst bovendien erop dat het vermoeden van het bestaan van een huishouden kan worden weerlegd indien de | prise en charge familiale de la personne handicapée. Cette disposition ne permet certes pas de prendre en compte la solidarité manifestée par une personne qui, sans être parent ou allié, prend en charge une personne handicapée sans vivre en couple avec elle. Le législateur ne peut cependant pas prendre en compte ces situations particulières sans s'immiscer dans la vie privée des intéressés. Par ailleurs, ces personnes peuvent dans la plupart des cas recourir à l'adoption ou constituer une famille d'accueil. Elles sont alors considérées comme parents au premier degré. La Cour relève en outre que la présomption de l'existence d'un ménage peut être renversée dans l'hypothèse où la |
gemeenschappelijke domicilie niet gepaard gaat met het samenbrengen | domiciliation commune ne se double pas d'une mise en commun des |
van de inkomsten en lasten van het huishouden. De in de prejudiciële | revenus et charges du ménage. Les différences de traitement entre |
vragen beoogde verschillen in behandeling tussen personen met een | personnes handicapées visées par les questions préjudicielles sont |
handicap zijn bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | compatibles avec les articles 10 et 11 de la Constitution. |
Ten aanzien van de verschillen in behandeling tussen personen met een | Quant aux différences de traitement entre les personnes handicapées et |
handicap en de sociaal verzekerden die een leefloon ontvangen | les assurés sociaux qui bénéficient du revenu d'intégration sociale. |
B.6. Het Hof moet nog nagaan of artikel 7 van de in het geding zijnde | B.6. La Cour doit encore vérifier si, en n'accordant pas à une |
wet, doordat het de in artikel 1 van de wet bedoelde tegemoetkomingen | personne handicapée sans revenus les allocations visées à l'article 1er |
niet toekent aan een persoon met een handicap zonder inkomen indien | de la loi si le montant du revenu de la personne avec laquelle elle |
het bedrag van het inkomen van de persoon met wie hij een huishouden | forme un ménage dépasse le montant des allocations, l'article 7 de la |
vormt, het bedrag van de tegemoetkomingen overschrijdt, een verschil | loi en cause crée une différence de traitement qui ne serait pas |
in behandeling creëert, dat niet redelijk zou zijn verantwoord, tussen | justifiée raisonnablement entre les personnes handicapées et les |
de personen met een handicap en de personen die een leefloon | bénéficiaires du revenu d'intégration sociale. |
ontvangen. B.7.1. Artikel 14, §§ 1 en 2, van de wet van 26 mei 2002 betreffende | B.7.1. L'article 14, §§ 1er et 2, de la loi du 26 mai 2002 concernant |
het recht op maatschappelijke integratie bepaalt : | le droit à l'intégration sociale dispose : |
« § 1. Het leefloon bedraagt : | « § 1er. Le revenu d'intégration s'élève à : |
1° 4 400 EUR voor elke persoon die met één of meerdere personen | 1° 4 400 EUR pour toute personne cohabitant avec une ou plusieurs |
samenwoont. | personnes. |
Onder samenwoning wordt verstaan het onder hetzelfde dak wonen van | Il faut entendre par cohabitation le fait que des personnes vivent |
personen die hun huishoudelijke aangelegenheden hoofdzakelijk | sous le même toit et règlent principalement en commun leurs questions |
gemeenschappelijk regelen. | ménagères. |
2° 6 600 EUR voor een alleenstaande persoon en voor een dakloze die | 2° 6 600 EUR pour une personne isolée ainsi que pour toute personne |
sans abri qui bénéficie d'un projet individualisé d'intégration | |
recht heeft op een in de artikelen 11, §§ 1 en 3, en 13, § 2, bedoeld | sociale visé à l'article 11, §§ 1er et 3, ainsi qu'à l'article 13, § |
geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie. | 2. |
3° 8 800 EUR voor een persoon die samenwoont met een gezin te zijnen laste. Dit recht wordt geopend van zodra er ten minste één minderjarig ongehuwd kind aanwezig is. Het dekt meteen het recht van de eventuele echtgeno(o)t(e) of levenspartner. Onder gezin ten laste wordt verstaan, de echtgenoot, de levenspartner, het ongehuwd minderjarig kind of meerdere kinderen onder wie minstens één ongehuwd minderjarig kind. De levenspartner is de persoon met wie de aanvrager een feitelijk gezin vormt. De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, in welke mate de echtgenoot of de levenspartner de in artikel 3 bedoelde voorwaarden moet vervullen. | 3° 8 800 EUR pour une personne vivant avec une famille à sa charge. Ce droit s'ouvre dès qu'il y a présence d'au moins un enfant mineur non marié. Il couvre également le droit de l'éventuel conjoint ou partenaire de vie. Par famille à charge, on entend le conjoint, le partenaire de vie, l'enfant mineur non marié ou plusieurs enfants parmi lesquels au moins un enfant mineur non marié. Par partenaire de vie, on entend la personne avec qui le demandeur constitue un ménage de fait. Le Roi détermine, par arrêté délibéré en Conseil des ministres, dans quelle mesure le conjoint ou le partenaire de vie doit répondre aux conditions d'octroi visées à l'article 3. |
§ 2. Het bedrag van het leefloon wordt verminderd met de | § 2. Le montant du revenu d'intégration est diminué des ressources du |
bestaansmiddelen van de aanvrager, berekend overeenkomstig de | demandeur, calculées conformément aux dispositions du titre II, |
bepalingen van titel II, hoofdstuk II ». | chapitre II ». |
Artikel 34 van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende het | L'article 34 de l'arrêté royal du 11 juillet 2002 portant règlement |
algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie bepaalt : | général en matière de droit à l'intégration sociale dispose : |
« § 1. In geval de aanvrager gehuwd is en onder hetzelfde dak woont, | « § 1. Lorsque le demandeur est marié et vit sous le même toit ou |
of een feitelijk gezin vormt, met een persoon die geen aanspraak maakt | constitue un ménage de fait avec une personne qui ne sollicite pas le |
op het genot van de wet, moet het gedeelte van de bestaansmiddelen van | bénéfice de la loi, la partie des ressources de cette personne qui |
die persoon in aanmerking genomen worden, dat het bedrag overschrijdt | |
van het leefloon bepaald voor de categorie van begunstigden bedoeld | dépasse le montant du revenu d'intégration prévu pour la catégorie de |
bij artikel 14, § 1, 1°, van de wet. | bénéficiaires visés à l'article 14, § 1er, 1°, de la loi doit être |
prise en considération. | |
Twee personen die als koppel samenleven vormen een feitelijk gezin. | Deux personnes qui vivent ensemble en couple constituent un ménage de |
§ 2. In geval de aanvrager samenwoont met één of meer meerderjarige | fait. § 2. En cas de cohabitation du demandeur avec un ou plusieurs |
ascendenten en/of descendenten van de eerste graad, kan het gedeelte | ascendants et/ou descendants majeurs du premier degré, la partie des |
van de bestaansmiddelen van ieder van die personen dat het bij artikel | ressources de chacune de ces personnes qui dépasse le montant prévu à |
14, § 1, 1°, van de wet bepaalde bedrag te boven gaat, geheel of | l'article 14, § 1er, 1°, de la loi peut être prise totalement ou |
gedeeltelijk in aanmerking genomen worden; bij de toepassing van deze | |
bepaling moet aan de aanvrager en zijn meerderjarige ascendenten en/of | partiellement en considération; en cas d'application de cette |
descendenten van de eerste graad fictief het bij artikel 14, § 1, 1°, | disposition, le montant prévu à l'article 14, § 1er, 1°, de la loi |
doit être octroyé fictivement au demandeur et à ses ascendants et/ou | |
van de wet bepaalde bedrag toegekend worden. | descendants majeurs du premier degré. |
§ 3. In de andere gevallen van samenwonen met personen die geen | § 3. Dans les autres cas de cohabitation avec des personnes qui ne |
aanspraak maken op het genot van de wet worden de bestaansmiddelen van | sollicitent pas le bénéfice de la loi, les ressources de ces personnes |
die personen niet in aanmerking genomen. | ne sont pas prises en considération. |
§ 4. Indien de aanvrager gerechtigd is op een leefloon bedoeld in | § 4. Lorsque le demandeur a droit à un revenu d'intégration visé à |
artikel 14, § 1, eerste lid, 3°, van de wet worden alle | l'article 14, § 1er, alinéa 1er, 3°, de la loi, toutes les ressources |
bestaansmiddelen van de echtgenoot of levenspartner in aanmerking | du conjoint ou partenaire de vie sont prises en considération. Ces |
genomen. Deze inkomsten worden berekend overeenkomstig de bepalingen | revenus sont calculés conformément aux dispositions du titre II, |
van titel II, hoofdstuk II van de wet ». | chapitre II, de la loi ». |
B.7.2. Uit die bepalingen volgt dat, in tegenstelling tot hetgeen de | B.7.2. Il ressort de ces dispositions qu'à la différence de ce que |
in het geding zijnde wet bepaalt voor de tegemoetkomingen aan personen | prévoit la loi en cause pour les allocations aux handicapés, les |
met een handicap, de inkomsten van de samenwonende met wie de | revenus du cohabitant avec lequel le bénéficiaire du revenu |
begunstigde van een leefloon niet als paar samenleeft, niet in | d'intégration sociale ne vit pas en couple ne sont pas pris en |
aanmerking worden genomen om het bedrag van de uitkering vast te | considération pour fixer le montant de la prestation. Comme le relève |
stellen. Zoals het Arbeidshof te Brussel erop wijst in zijn arrest van 30 april 2009 dat werd gewezen in de zaak nr. 5065, kan de persoon met een handicap een aanvulling vragen tot het niveau van het leefloon, om zijn tegemoetkomingen voor een persoon met een handicap aan te vullen. B.8. De tegemoetkomingen die aan personen met een handicap worden toegekend, vormen een bijzondere regeling van maatschappelijke dienstverlening, die prioritair de bestaanszekerheid van de minst gegoeden moet waarborgen (Parl. St., Kamer, 1985-1986, nr. 448-1, p. 2). Het leefloon valt daarentegen onder een algemene regeling van maatschappelijke dienstverlening, die ertoe strekt eenieder in staat te stellen over een inkomen te beschikken om van te leven. Ook al kunnen er objectieve verschillen zijn tussen die twee | la Cour du travail de Bruxelles dans son arrêt du 30 avril 2009 rendu dans l'affaire n° 5065, la personne handicapée peut demander un complément de revenu d'intégration sociale pour compléter ses allocations de handicapé. B.8. Les allocations accordées aux personnes handicapées constituent un régime spécial d'aide sociale, qui doit garantir en priorité la sécurité d'existence des moins favorisés (Doc. parl., Chambre, 1985-1986, n° 448-1, p. 2). Le revenu d'intégration sociale relève pour sa part d'un régime général d'aide sociale, dont l'objectif est |
regelingen wat de toekenningsvoorwaarden en de omvang van de | de permettre à toute personne de disposer d'un revenu lui permettant |
toegekende steun betreft, toch doet een bepaling die tot gevolg heeft | de vivre. S'il peut exister des différences objectives entre ces deux régimes |
dat de tegemoetkomingen voor personen met een handicap tot onder het | quant aux conditions d'octroi et à l'ampleur de l'aide octroyée, une |
bedrag van het leefloon zakken, op onevenredige wijze afbreuk aan de | disposition qui a pour effet de diminuer les allocations pour |
rechten van die personen, en houdt zij geen rekening met het doel van | handicapés en dessous du montant du revenu d'intégration sociale porte |
de wetgever dat erin bestaat prioritair de bestaanszekerheid te | une atteinte disproportionnée aux droits de ces personnes et ne tient |
waarborgen van de personen die wegens hun handicap aanzienlijk zijn | pas compte de l'objectif du législateur qui est d'assurer en priorité |
beperkt in hun verdienvermogen of in hun zelfredzaamheid. Die bepaling | la sécurité d'existence des personnes qui, en raison de leur handicap, |
verplicht de persoon met een handicap bovendien aanvullende stappen te | sont considérablement limitées dans leur capacité de gain ou dans leur |
ondernemen om een aanvulling tot het niveau van het leefloon te | autonomie. Cette disposition oblige en outre la personne handicapée à |
verkrijgen, terwijl die persoon zich reeds bevindt in een situatie van | effectuer des démarches complémentaires en vue d'obtenir un complément |
afhankelijkheid en reeds met moeilijkheden op het vlak van | de revenu d'intégration sociale alors que cette personne est déjà dans |
maatschappelijke re-integratie wordt geconfronteerd. | une situation de dépendance et est déjà confrontée à des difficultés |
B.9. In zoverre het tot gevolg heeft het bedrag van de | de réinsertion sociale. |
tegemoetkomingen aan personen met een handicap van een persoon die | B.9. En ce qu'il a pour effet de réduire en dessous du montant du |
niet over inkomsten beschikt en die, zonder als paar te leven, een | revenu d'intégration sociale auquel aurait droit cette personne en |
huishouden vormt met een persoon die geen bloed- of aanverwant is in | vertu de l'article 14, §§ 1er et 2, de la loi du 26 mai 2002 |
de eerste, tweede of derde graad en die over inkomsten beschikt, te | concernant le droit à l'intégration sociale, le montant des |
verminderen tot onder het bedrag van het leefloon waarop die persoon | allocations aux personnes handicapées d'une personne ne disposant pas |
recht zou hebben krachtens artikel 14, §§ 1 en 2, van de wet van 26 | de revenus qui, sans vivre en couple, forme un ménage avec une |
mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, is | personne qui n'est pas parente ou alliée au premier, deuxième ou |
artikel 7 van de wet van 27 februari 1987 betreffende de | troisième degré et qui dispose de revenus, l'article 7 de la loi du 27 |
tegemoetkomingen aan personen met een handicap niet bestaanbaar met de | février 1987 relative aux allocations aux personnes handicapées n'est |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | pas compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
- In zoverre het tot gevolg heeft het bedrag van de tegemoetkomingen | - En ce qu'il a pour effet de réduire en dessous du montant du revenu |
aan personen met een handicap van een persoon die niet over inkomsten | |
beschikt en die, zonder als paar te leven, een huishouden vormt met | d'intégration sociale auquel aurait droit cette personne en vertu de |
een persoon die geen bloed- of aanverwant is in de eerste, tweede of | l'article 14, §§ 1er et 2, de la loi du 26 mai 2002 concernant le |
derde graad en die over inkomsten beschikt, te verminderen tot onder | droit à l'intégration sociale, le montant des allocations aux |
het bedrag van het leefloon waarop die persoon recht zou hebben | personnes handicapées d'une personne ne disposant pas de revenus qui, |
krachtens artikel 14, §§ 1 en 2, van de wet van 26 mei 2002 | sans vivre en couple, forme un ménage avec une personne qui n'est pas |
betreffende het recht op maatschappelijke integratie, schendt artikel | parente ou alliée au premier, deuxième ou troisième degré et qui |
7 van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan | dispose de revenus, l'article 7 de la loi du 27 février 1987 relative |
personen met een handicap de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | aux allocations aux personnes handicapées viole les articles 10 et 11 |
de la Constitution. | |
- Artikel 7 van de wet van 27 februari 1987 betreffende de | - L'article 7 de la loi du 27 février 1987 relative aux allocations |
tegemoetkomingen aan personen met een handicap schendt de artikelen 10 | aux personnes handicapées ne viole pas les articles 10 et 11 de la |
en 11 van de Grondwet niet in zoverre het verschillen in behandeling | Constitution en ce qu'il instaure des différences de traitement entre |
invoert onder personen met een handicap die samenleven met een persoon | les personnes handicapées qui vivent avec une personne ayant des |
die inkomsten heeft, naargelang zij als paar, in familieverband of in | revenus, selon qu'elles vivent en couple, en famille ou en communauté |
een gemeenschap van twee of meer personen leven. | de deux ou plusieurs personnes. |
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 10 november 2011. | la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 10 novembre 2011. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
De voorzitter, | Le président, |
R. Henneuse. | R. Henneuse. |