← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 161/2011 van 20 oktober 2011 Rolnummer 5072 In zake : de
prejudiciële vraag betreffende artikel 14, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State,
gecoördineerd op 12 januari 1973, zoals vervangen bij Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit rechter J.-P. Snappe, waarnemend voorzitter,
voorzitter(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 161/2011 van 20 oktober 2011 Rolnummer 5072 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 14, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, zoals vervangen bij Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit rechter J.-P. Snappe, waarnemend voorzitter, voorzitter(...) | Extrait de l'arrêt n° 161/2011 du 20 octobre 2011 Numéro du rôle : 5072 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 14, § 1 er , alinéa 1 er , 2°, des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier La Cour constitutionnelle, composée du juge J.-P. Snappe, faisant fonction de président, du prés(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 161/2011 van 20 oktober 2011 | Extrait de l'arrêt n° 161/2011 du 20 octobre 2011 |
Rolnummer 5072 | Numéro du rôle : 5072 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 14, § 1, eerste | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 14, § 1er, |
lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 | alinéa 1er, 2°, des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 |
januari 1973, zoals vervangen bij de wet van 15 mei 2007, gesteld door | janvier 1973, tel qu'il a été remplacé par la loi du 15 mai 2007, |
de Raad van State. | posée par le Conseil d'Etat. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit rechter J.-P. Snappe, waarnemend voorzitter, | composée du juge J.-P. Snappe, faisant fonction de président, du |
voorzitter M. Bossuyt, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, A. | président M. Bossuyt, et des juges E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, |
Alen, J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels, P. Nihoul en F. Daoût, | J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels, P. Nihoul et F. Daoût, |
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van | assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le juge J.-P. |
rechter J.-P. Snappe, | Snappe, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij arrest nr. 209.778 van 16 december 2010 in zake P.F. tegen de | Par arrêt n° 209.778 du 16 décembre 2010 en cause de P.F. contre |
Belgische Staat en tegen de Hoge Raad voor de Justitie, in | l'Etat belge et contre le Conseil supérieur de la Justice, en présence |
aanwezigheid van M.-A. P. en anderen, tussenkomende partijen, waarvan | de M.-A. P. et autres, parties intervenantes, dont l'expédition est |
de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 december 2010, | parvenue au greffe de la Cour le 28 décembre 2010, le Conseil d'Etat a |
heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : | posé la question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 14, § 1, 2°, van de wetten op de Raad van State, | « L'article 14, § 1er, 2°, des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées |
gecoördineerd op 12 januari 1973, zoals het voortvloeit uit de wet van | le 12 janvier 1973, tel qu'il résulte de la loi du 15 mai 2007, |
15 mei 2007, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het de | viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il prive |
kandidaten voor een ambt in de magistratuur een beroep bij de Raad van | les candidats à une fonction dans la magistrature d'un recours au |
State ontzegt tegen de beslissingen die te hunnen aanzien zijn genomen | Conseil d'Etat contre les décisions prises à leur égard par le Conseil |
door de Hoge Raad voor de Justitie en die tot gevolg hebben dat hun de | supérieur de la Justice et qui ont pour effet de leur fermer l'accès à |
toegang tot het ambt van magistraat wordt ontzegd, terwijl de | la fonction de magistrat, alors que les candidats à une autre fonction |
kandidaten voor een ander openbaar ambt over een dergelijk beroep | |
beschikken tegen de beslissingen die te hunnen aanzien zijn genomen | publique disposent d'un tel recours contre les décisions prises à leur |
door SELOR ? ». | égard par le SELOR ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. Artikel 14, § 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van | B.1. L'article 14, § 1er, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat |
State bepaalt : | dispose : |
« De afdeling [bestuursrechtspraak] doet uitspraak, bij wijze van | « La section [du contentieux administratif] statue par voie d'arrêts |
arresten, over de beroepen tot nietigverklaring wegens overtreding van | |
hetzij substantiële, hetzij op straffe van nietigheid voorgeschreven | sur les recours en annulation pour violation des formes soit |
vormen, overschrijding of afwending van macht, ingesteld tegen de | substantielles, soit prescrites à peine de nullité, excès ou |
akten en reglementen : | détournement de pouvoir, formés contre les actes et règlements : |
1° van de onderscheiden administratieve overheden; | 1° des diverses autorités administratives; |
2° van de wetgevende vergaderingen of van hun organen, daarbij | 2° des assemblées législatives ou de leurs organes, en ce compris les |
inbegrepen de ombudsmannen ingesteld bij deze assemblees, van het | médiateurs institués auprès de ces assemblées, de la Cour des comptes |
Rekenhof en van het Grondwettelijk Hof, van de Raad van State en van | et de la Cour constitutionnelle, du Conseil d'Etat et des juridictions |
de administratieve rechtscolleges evenals van organen van de | administratives ainsi que des organes du pouvoir judiciaire et du |
rechterlijke macht en van de Hoge Raad voor de Justitie met betrekking | Conseil supérieur de la Justice relatifs aux marchés publics et aux |
tot overheidsopdrachten en leden van hun personeel. | membres de leur personnel. |
Artikel 159 van de Grondwet is eveneens van toepassing op de in 2° | L'article 159 de la Constitution s'applique également aux actes et |
bedoelde akten en reglementen ». B.2.1. In het arrest waarbij het Hof wordt ondervraagd, oordeelt de Raad van State dat het voormelde artikel 14, § 1, « de bevoegdheid van de Raad van State ten aanzien van de Hoge Raad voor de Justitie expliciet en ondubbelzinnig voorbehoudt aan bepaalde akten van die Raad die exhaustief worden opgesomd, namelijk die met betrekking tot overheidsopdrachten en leden van zijn personeel ». De Raad van State besluit tot zijn onbevoegdheid om kennis te nemen van het beroep dat is ingesteld door de verzoekende partij die niet geslaagd is voor de eerste proef van het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage. Na die vaststelling te hebben gedaan, ondervraagt de Raad van State het Hof over de bestaanbaarheid van artikel 14, § 1, | règlements visés au 2° ». B.2.1. Dans l'arrêt qui interroge la Cour, le Conseil d'Etat considère que l'article 14, § 1er, précité, « réserve explicitement et sans équivoque la compétence du Conseil d'Etat à l'égard du Conseil supérieur de la Justice à certains actes de celui-ci, énumérés exhaustivement, à savoir ceux relatifs aux marchés publics et ceux relatifs aux membres de son personnel ». Le Conseil d'Etat conclut à son incompétence pour connaître du recours introduit par la partie requérante ayant échoué à la première épreuve du concours d'admission au stage judiciaire. Ayant fait ce constat, il interroge la Cour sur |
met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet « in zoverre het de kandidaten voor een ambt in de magistratuur een beroep bij de Raad van State ontzegt tegen de beslissingen die te hunnen aanzien zijn genomen door de Hoge Raad voor de Justitie en die tot gevolg hebben dat hun de toegang tot het ambt van magistraat wordt ontzegd, terwijl de kandidaten voor een ander openbaar ambt over een dergelijk beroep beschikken tegen de beslissingen die te hunnen aanzien zijn genomen door SELOR ». B.2.2. Volgens de verzoeker voor de Raad van State moet de vraag worden geherformuleerd teneinde rekening te houden met zijn specifieke geval, zodat wordt bepaald welke rechter bevoegd is om kennis te nemen van het beroep dat betrekking heeft op het verlies van de burgerlijke rechten dat zou voortvloeien uit de hem betreffende beslissing. De duidelijke bewoordingen van de door de Raad van State gestelde vraag verantwoorden geenszins een herformulering en het antwoord op een vraag die is geformuleerd op basis van de elementen die de verzoeker voor de Raad van State aanvoert, zou niet ertoe bijdragen het aan de Raad van State voorgelegde geschil op te lossen. Het verzoek wordt verworpen. B.2.3. De verzoeker voor de Raad van State vraagt dat de memorie van de Ministerraad uit de debatten wordt geweerd, daar de Regering ontslagnemend is en de perken van het begrip lopende zaken haar niet in staat stellen het debat te beïnvloeden door een memorie in te dienen. Hij stelt overigens vast dat de Raad van State zelf de federale overheidsdienst Justitie buiten het geding heeft gesteld. De verdediging van de belangen van de federale Staat in de procedures voor het Hof overschrijdt niet de grenzen van wat een ontslagnemende regering die met de lopende zaken is belast, vermag te doen. Het | la compatibilité de l'article 14, § 1er, avec les articles 10 et 11 de la Constitution « en ce qu'il prive les candidats à une fonction dans la magistrature d'un recours au Conseil d'Etat contre les décisions prises à leur égard par le Conseil supérieur de la Justice et qui ont pour effet de leur fermer l'accès à la fonction de magistrat, alors que les candidats à une autre fonction publique disposent d'un tel recours contre les décisions prises à leur égard par le SELOR ». B.2.2. Le requérant devant le Conseil d'Etat demande que la question soit reformulée pour tenir compte du cas spécifique qui est le sien, afin de déterminer quel est le juge compétent pour connaître du recours portant sur la perte des droits civils qui résulterait de la décision dont il a été l'objet. Les termes clairs de la question posée par le Conseil d'Etat ne justifient aucune reformulation et la réponse à une question formulée sur la base des éléments avancés par le requérant devant le Conseil d'Etat ne contribuerait pas à résoudre le litige dont celui-ci est saisi. La demande est rejetée. B.2.3. Le requérant devant le Conseil d'Etat demande que le mémoire du Conseil des ministres soit écarté des débats, le Gouvernement étant démissionnaire et les limites de la notion d'affaires courantes ne lui permettant pas d'influencer le débat par le dépôt d'un mémoire. Il constate par ailleurs que le Conseil d'Etat a lui-même mis le Service public fédéral Justice hors de cause. La défense des intérêts de l'Etat fédéral dans des procédures devant la Cour n'excède pas les limites de ce que peut faire un gouvernement démissionnaire chargé des affaires courantes. La circonstance que |
gegeven dat de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de minister van | l'Etat belge, représenté par le ministre de la Justice, ait été mis |
Justitie, buiten het geding is gesteld door het verwijzingsarrest, is | hors de cause par l'arrêt a quo est par ailleurs irrelevante puisque |
overigens niet relevant, vermits het de Ministerraad is die, krachtens | c'est le Conseil des ministres qui est habilité, en vertu de l'article |
artikel 85, eerste lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op | 85, alinéa 1er, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour |
het Grondwettelijk Hof, ertoe gemachtigd is memories aan het Hof te richten. | constitutionnelle, à adresser des mémoires à la Cour. |
Het verzoek wordt verworpen. | La demande est rejetée. |
B.3.1. Uit het arrest blijkt dat de voor de Raad van State bestreden | B.3.1. Il ressort de l'arrêt que les actes attaqués devant le Conseil |
akten betrekking hebben op de beslissingen die door de Hoge Raad voor | d'Etat concernent les décisions prises par le Conseil supérieur de la |
de Justitie zijn genomen in het kader van de procedure voor toelating | Justice dans le cadre de la procédure d'admission au stage judiciaire |
tot de gerechtelijke stage bepaald in artikel 259octies van het | prévue par l'article 259octies du Code judiciaire. L'un de ces actes |
Gerechtelijk Wetboek. Bij een van die akten werd de verzoekende partij | informait la partie requérante devant le Conseil d'Etat de son échec |
voor de Raad van State ervan op de hoogte gebracht dat ze niet | au concours d'admission au stage judiciaire, ce qui a pour effet, |
geslaagd was voor het vergelijkend toelatingsexamen tot de | selon l'arrêt par lequel la Cour est interrogée, de lui fermer l'accès |
gerechtelijke stage, hetgeen, volgens het arrest waarbij aan het Hof | |
een vraag is gesteld, tot gevolg heeft dat zij geen toegang meer heeft | |
tot het ambt van magistraat. Het Hof beperkt zijn onderzoek tot die | à la fonction de magistrat. La Cour limite son examen à cette |
hypothese. | hypothèse. |
B.3.2. Met toepassing van het koninklijk besluit van 22 december 2000 | B.3.2. En application de l'arrêté royal du 22 décembre 2000 concernant |
betreffende de selectie en de loopbaan van het rijkspersoneel, wordt SELOR ermee belast selectieproeven te organiseren waarbij de toegang tot bepaalde overheidsfuncties afhankelijk wordt gemaakt van het welslagen voor die proeven. B.4.1. Krachtens de in B.1 vermelde bepaling heeft de wetgever, zonder aan het begrip zelf van administratieve overheid te raken de bevoegdheid van de Raad van State uitgebreid tot administratieve akten die uitgaan van overheden die geen deel uitmaken van de uitvoerende macht en de organen die daarvan afhangen. Die uitbreiding betreft onder meer de akten en reglementen van de Hoge Raad voor de Justitie, voor zover die betrekking hebben op overheidsopdrachten en leden van zijn personeel. | la sélection et la carrière des agents de l'Etat, le SELOR est chargé d'organiser des épreuves de sélection dont la réussite conditionne l'accès à certaines fonctions publiques. B.4.1. En vertu de la disposition mentionnée en B.1, le législateur a, sans affecter la notion même d'autorité administrative, élargi la compétence du Conseil d'Etat à des actes administratifs accomplis par des autorités étrangères au pouvoir exécutif et aux organes qui en relèvent. Cette extension porte notamment sur les actes et règlements du Conseil supérieur de la Justice, pour autant qu'ils concernent les marchés publics et les membres de son personnel. |
B.4.2. Artikel 151, § 2, van de Grondwet, waarbij de Hoge Raad voor de | B.4.2. L'article 151, § 2, de la Constitution, qui crée le Conseil |
Justitie wordt opgericht, bepaalt : | supérieur de la Justice, dispose : |
« § 2. Er bestaat voor geheel België een Hoge Raad voor de Justitie. | « § 2. Il y a pour toute la Belgique un Conseil supérieur de la |
Bij de uitoefening van zijn bevoegdheden respecteert hij de | Justice. Dans l'exercice de ses compétences, le Conseil supérieur de |
onafhankelijkheid bedoeld in § 1. | la Justice respecte l'indépendance visée au § 1er. |
De Hoge Raad voor de Justitie bestaat uit een Nederlandstalig en uit een Franstalig college. Elk college telt evenveel leden en is paritair samengesteld enerzijds uit rechters en ambtenaren van het openbaar ministerie die rechtstreeks verkozen worden door hun gelijken onder de voorwaarden en op de wijze bij de wet bepaald, en anderzijds uit andere leden benoemd door de Senaat met een meerderheid van twee derden van de uitgebrachte stemmen onder de voorwaarden bij de wet bepaald. Binnen elk college is er een benoemings- en aanwijzingscommissie en een advies- en onderzoekscommissie, die elk paritair zijn samengesteld overeenkomstig de bepaling van het vorige lid. De wet bepaalt nader de samenstelling van de Hoge Raad voor de Justitie, zijn colleges en hun commissies evenals de voorwaarden waaronder en de wijze waarop zij hun bevoegdheden uitoefenen ». | Le Conseil supérieur de la Justice se compose d'un Collège francophone et d'un Collège néerlandophone. Chaque Collège comprend un nombre égal de membres et est composé paritairement, d'une part, de juges et d'officiers du ministère public élus directement par leurs pairs dans les conditions et selon le mode déterminés par la loi, et d'autre part, d'autres membres nommés par le Sénat à la majorité des deux tiers des suffrages exprimés, dans les conditions fixées par la loi. Au sein de chaque Collège, il y a une Commission de nomination et de désignation ainsi qu'une Commission d'avis et d'enquête, qui sont composées paritairement conformément à la disposition visée à l'alinéa précédent. La loi précise la composition du Conseil supérieur de la Justice, de ses collèges et de leurs commissions, ainsi que les conditions dans lesquelles et le mode selon lequel ils exercent leurs compétences ». |
B.4.3. De opdrachten van de Hoge Raad voor de Justitie worden vermeld | B.4.3. Les missions du Conseil supérieur de la Justice sont énoncées à |
in artikel 151, § 3, van de Grondwet, dat bepaalt : | l'article 151, § 3, de la Constitution, qui dispose : |
« § 3. De Hoge Raad voor de Justitie oefent zijn bevoegdheden uit in | « § 3. Le Conseil supérieur de la Justice exerce ses compétences dans |
volgende materies : | les matières suivantes : |
1° de voordracht van de kandidaten voor een benoeming tot rechter, | 1° la présentation des candidats à une nomination de juge, telle que |
zoals bedoeld in § 4, eerste lid, of tot ambtenaar van het openbaar | visée au § 4, alinéa premier, ou d'officier du ministère public; |
ministerie; 2° de voordracht van de kandidaten voor een aanwijzing in de functies | 2° la présentation des candidats à une désignation aux fonctions |
bedoeld in § 5, eerste lid, en in de functies van korpschef bij het | visées au § 5, alinéa premier, et aux fonctions de chef de corps |
openbaar ministerie; | auprès du ministère public; |
3° de toegang tot het ambt van rechter of van ambtenaar van het openbaar ministerie; | 3° l'accès à la fonction de juge ou d'officier du ministère public; |
4° de vorming van de rechters en de ambtenaren van het openbaar | 4° la formation des juges et des officiers du ministère public; |
ministerie; 5° het opstellen van standaardprofielen voor de aanwijzingen bedoeld | 5° l'établissement de profils généraux pour les désignations visées au |
in 2°; | 2°; |
6° het geven van adviezen en voorstellen inzake de algemene werking en | 6° l'émission d'avis et de propositions concernant le fonctionnement |
de organisatie van de rechterlijke orde; | général et l'organisation de l'Ordre judiciaire; |
7° het algemeen toezicht op en de bevordering van het gebruik van de | 7° la surveillance générale et la promotion de l'utilisation des |
interne controlemiddelen; | moyens de contrôle interne; |
8° met uitsluiting van enige tuchtrechtelijke en strafrechtelijke bevoegdheid : | 8° à l'exclusion de toutes compétences disciplinaires et pénales : |
- het ontvangen en het opvolgen van klachten inzake de werking van de | - recevoir et s'assurer du suivi de plaintes relatives au |
rechterlijke orde; | fonctionnement de l'Ordre judiciaire; |
- het instellen van een onderzoek naar de werking van de rechterlijke orde. | - engager une enquête sur le fonctionnement de l'Ordre judiciaire. |
Onder de voorwaarden en op de wijze bepaald bij de wet, worden de | Dans les conditions et selon le mode déterminés par la loi, les |
bevoegdheden vermeld onder 1° tot en met 4° toegewezen aan de bevoegde | compétences visées aux 1° à 4° sont attribuées à la Commission de |
benoemings- en aanwijzingscommissie en de bevoegdheden vermeld onder | nomination et de désignation compétente et les compétences visées aux |
5° tot en met 8° toegewezen aan de bevoegde advies- en | 5° à 8° sont attribuées à la Commission d'avis et d'enquête |
onderzoekscommissie. De wet bepaalt in welke gevallen en op welke | compétente. La loi détermine les cas dans lesquels et le mode selon |
wijze de benoemings- en aanwijzingscommissies enerzijds, en de advies- | lequel les commissions de nomination et de désignation d'une part, et |
en onderzoekscommissies anderzijds, hun bevoegdheden gezamenlijk | les commissions d'avis et d'enquête d'autre part, exercent leurs |
uitoefenen. | compétences conjointement. |
Een wet aan te nemen met de meerderheid bepaald in artikel 4, laatste | Une loi à adopter à la majorité prévue à l'article 4, dernier alinéa, |
lid, bepaalt de overige bevoegdheden van deze Raad ». | détermine les autres compétences de ce Conseil ». |
De voormelde bepaling maakt dus een onderscheid tussen, enerzijds, de | La disposition précitée distingue donc, d'une part, la compétence du |
bevoegdheid van de Hoge Raad voor de Justitie om kandidaten voor te | Conseil supérieur de la Justice pour présenter des candidats à une |
dragen voor een ambt van rechter of ambtenaar van het openbaar | |
ministerie en, anderzijds, zijn bevoegdheid inzake toegang tot het | fonction de juge ou d'officier du ministère public et, d'autre part, |
ambt van rechter of ambtenaar van het openbaar ministerie. Enkel | sa compétence en matière d'accès à la fonction de juge ou d'officier |
personen die voordien werden toegelaten tot het ambt van magistraat | du ministère public. Seules peuvent être présentées en vue d'une |
kunnen worden voorgedragen met het oog op een benoeming of een | nomination ou d'une désignation des personnes qui se sont vu |
aanwijzing. De proeven van toegang tot de magistratuur vallen onder de | reconnaître au préalable l'accès à la fonction de magistrat. Les |
exclusieve bevoegdheid van de Hoge Raad voor de Justitie, terwijl aan | épreuves d'accès à la magistrature relèvent de la compétence exclusive |
die Raad in het kader van de benoeming van een rechter of een | du Conseil supérieur de la Justice alors que celui-ci se voit |
ambtenaar van het openbaar ministerie enkel een bevoegdheid van | reconnaître seulement un pouvoir de présentation, dans le cadre de la |
voordracht wordt toegekend, aangezien de eigenlijke benoeming onder de | nomination d'un juge ou d'un officier du ministère public, la |
bevoegdheid van de Koning valt. | nomination proprement dite relevant de la compétence du Roi. |
B.4.4. Drie toegangswegen tot de magistratuur worden geopend door het | B.4.4. Trois voies d'accès à la magistrature sont ouvertes par le Code |
Gerechtelijk Wetboek. Een van die wegen, gevolgd door de verzoeker | judiciaire. L'une de ces voies, suivie par le requérant devant le |
voor de Raad van State en voorbehouden aan de kandidaten zonder lange | Conseil d'Etat et réservée aux candidats sans longue expérience |
beroepservaring, veronderstelt het slagen voor een vergelijkend examen | professionnelle, suppose la réussite d'un concours d'admission à un |
voor de toelating tot een gerechtelijke stage, dat wordt georganiseerd | stage judiciaire, organisé par le Conseil supérieur de la Justice. |
door de Hoge Raad voor de Justitie. Luidens artikel 259octies, § 1, | Selon l'article 259octies, § 1er, du Code judiciaire, le nombre de |
van het Gerechtelijk Wetboek wordt het aantal plaatsen van | places de stagiaire judiciaire est déterminé chaque année par arrêté |
gerechtelijk stagiair jaarlijks bepaald bij een in Ministerraad | royal délibéré en Conseil des ministres (alinéa 1er); les lauréats du |
overlegd koninklijk besluit (eerste lid); de geslaagden voor het | concours d'admission sont nommés stagiaires judiciaires par le |
vergelijkend toelatingsexamen worden benoemd tot gerechtelijk stagiair | |
door de minister van Justitie (tweede lid). Luidens artikel 259octies, | ministre de la Justice (alinéa 2). Selon l'article 259octies, § 2, le |
§ 2, duurt de stage drie jaar. Op het einde van die stage kan de | stage a une durée de trois ans. Au terme de ce stage, le stagiaire |
stagiair tot rechter of ambtenaar van het openbaar ministerie worden | peut être nommé juge ou officier du ministère public (articles 187, |
benoemd (artikelen 187, 190 en 194 van het Gerechtelijk Wetboek). | 190 et 194 du Code judiciaire). |
B.5. Noch artikel 151, § 3, 3°, van de Grondwet, noch de bepalingen | B.5. Ni l'article 151, § 3, 3°, de la Constitution, ni les |
van het Gerechtelijk Wetboek die aan de Hoge Raad voor de Justitie de | dispositions du Code judiciaire qui attribuent au Conseil supérieur de |
bevoegdheid toekennen om het vergelijkend toelatingsexamen tot de | la Justice la compétence d'organiser le concours d'admission au stage |
gerechtelijke stage te organiseren, noch artikel 14, § 1, van de | judiciaire, ni l'article 14, § 1er, des lois coordonnées sur le |
gecoördineerde wetten op de Raad van State bepalen dat de kandidaten | Conseil d'Etat ne prévoient que les candidats à ce concours disposent |
voor dat vergelijkend examen over een beroep voor de Raad van State | d'un recours devant le Conseil d'Etat à l'encontre des décisions |
beschikken tegen beslissingen die te hunnen aanzien worden genomen | |
door de Hoge Raad voor de Justitie. Er bestaat dus een verschil in | prises à leur égard par le Conseil supérieur de la Justice. Une |
behandeling in vergelijking met de kandidaten voor een vergelijkend | différence de traitement existe donc par rapport aux candidats à un |
examen voor de toegang tot een openbaar ambt, die over een beroep bij | concours d'accès à une fonction publique, qui disposent d'un recours |
de Raad van State beschikken tegen beslissingen die door SELOR te | devant le Conseil d'Etat à l'encontre des décisions prises à leur |
hunnen aanzien zijn genomen. | égard par le SELOR. |
Ten aanzien van de bevoegdheid van het Hof | Quant à la compétence de la Cour |
B.6.1. De Ministerraad voert aan dat de Grondwetgever, met het | B.6.1. Le Conseil des ministres soutient que le Constituant, en |
aannemen van artikel 151 van de Grondwet op een ogenblik - 20 november | adoptant l'article 151 de la Constitution à un moment - le 20 novembre |
1998 - dat de Raad van State alleen bevoegd was ten aanzien van de | 1998 - où le Conseil d'Etat n'était compétent qu'à l'égard des actes |
akten en beslissingen van uitsluitend de administratieve overheden, en | et décisions des seules autorités administratives, à l'exclusion par |
bijgevolg niet ten aanzien van die van de Hoge Raad voor de Justitie, | conséquent du Conseil supérieur de la Justice, a implicitement mais |
impliciet maar zeker heeft beoogd dat de akten en beslissingen waarmee | certainement entendu que les actes et décisions par lesquels celui-ci |
die laatste de in artikel 151, § 3, van de Grondwet opgesomde bevoegdheden uitoefent, niet het voorwerp kunnen uitmaken van een beroep tot nietigverklaring voor de Raad van State; het Hof zou niet bevoegd zijn om zich over een keuze van de Grondwetgever uit te spreken. B.6.2. Het aannemen van een wet na het aannemen van een grondwetsbepaling volstaat niet om duidelijkheid te hebben over een keuze van de Grondwetgever. Ten aanzien van de vergelijkbaarheid B.7.1. De Hoge Raad voor de Justitie, de Ministerraad en de tussenkomende partijen werpen tegen dat de situaties niet vergelijkbaar zijn om reden inzonderheid van de verschillende aard van | exerce les compétences énumérées à l'article 151, § 3, de la Constitution ne puissent faire l'objet d'un recours en annulation devant le Conseil d'Etat; la Cour ne serait pas compétente pour se prononcer sur une option du Constituant. B.6.2. L'adoption d'une loi postérieure à celle d'une disposition constitutionnelle n'est pas suffisante pour renseigner sur une option du Constituant. Quant à la comparabilité B.7.1. Le Conseil supérieur de la Justice, le Conseil des ministres et les parties intervenantes objectent que les situations ne sont pas comparables en raison notamment de la nature différente du Conseil |
de Hoge Raad voor de Justitie en SELOR, alsmede de verschillende aard van de vacante functies. B.7.2. Wanneer de toegang tot een rechter voor één categorie van personen wordt belemmerd, kan die categorie van personen worden vergeleken met elke categorie van personen waarvoor de toegang tot een rechter niet wordt belemmerd. Er dient te worden nagegaan of de door de wetgever ingevoerde regeling niet ertoe leidt dat aan een categorie van personen, op een discriminerende manier, het recht op een daadwerkelijk jurisdictioneel beroep wordt ontzegd. B.8. Het eigen karakter van de Hoge Raad voor de Justitie, die een grondwettelijke instelling is, vergt dat zijn onafhankelijkheid wordt gewaarborgd. De noodzaak om die onafhankelijkheid te vrijwaren verantwoordt evenwel niet dat de kandidaten die zich aanbieden voor het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage een beroep tot vernietiging wordt ontzegd tegen de beslissingen die de Hoge Raad voor de Justitie in dat verband heeft genomen. B.9. Het ontbreken van die jurisdictionele waarborg, die wel is toegekend aan de kandidaten voor een vergelijkend examen voor de toegang tot een openbaar ambt, die over een beroep bij de Raad van State beschikken tegen beslissingen die te hunnen aanzien zijn genomen door SELOR, is strijdig met het beginsel van gelijkheid en | supérieur de la Justice et du SELOR, ainsi que de la nature différente des fonctions à pourvoir. B.7.2. Lorsque l'accès à un juge est entravé pour une catégorie de personnes, cette catégorie de personnes peut être comparée à toute catégorie de personnes pour laquelle l'accès à un juge n'est pas entravé. Il convient d'examiner si le système mis en place par le législateur n'aboutit pas à priver, de manière discriminatoire, une catégorie de personnes du droit à un recours juridictionnel effectif. B.8. Le caractère propre du Conseil supérieur de la Justice, qui est un organe constitué, exige que son indépendance soit garantie. Toutefois, la nécessité de sauvegarder cette indépendance ne justifie pas que les candidats qui se présentent au concours d'admission au stage judiciaire soient privés d'un recours en annulation contre les décisions prises à cet égard par le Conseil supérieur de la Justice. B.9. L'absence de cette garantie juridictionnelle, laquelle est par contre reconnue aux candidats à un concours d'accès à une fonction publique, qui disposent d'un recours devant le Conseil d'Etat contre les décisions prises à leur égard par le SELOR, est contraire au |
niet-discriminatie : die ontstentenis staat niet in verhouding tot de | principe d'égalité et de non-discrimination : cette absence est |
gewettigde zorg de vrijheid van handelen van de Hoge Raad voor de | disproportionnée au regard du souci légitime de sauvegarder la liberté |
Justitie te vrijwaren want het belang dat wordt beschermd door de | d'action du Conseil supérieur de la Justice car l'intérêt protégé par |
invoering van een beroep tot nietigverklaring is even reëel en even | l'institution d'un recours en annulation est aussi réel et aussi |
legitiem bij de kandidaten aan wie de toegang wordt ontzegd tot een | légitime chez les candidats auxquels est refusé l'accès à une fonction |
ambt ter voorbereiding op de magistratuur als bij de kandidaten aan | préparatoire à la magistrature que chez les candidats auxquels est |
wie de toegang tot een ander openbaar ambt wordt ontzegd. In zijn | refusé l'accès à une autre fonction publique. Dans son avis précédant |
advies dat voorafgaat aan de wet van 22 december 1998 « tot wijziging | la loi du 22 décembre 1998 « modifiant certaines dispositions de la |
van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met | deuxième partie du Code judiciaire concernant le Conseil supérieur de |
betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en | la Justice, la nomination et la désignation de magistrats et |
aanwijzing van magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem | instaurant un système d'évaluation pour les magistrats », le Conseil |
», had de Raad van State overigens de vraag gesteld of « geen | d'Etat avait d'ailleurs posé la question de savoir si « la |
rechtstreeks beroep tegen de voordracht kan worden ingesteld wanneer | présentation [n'était] pas susceptible de faire l'objet d'un recours |
die tot gevolg heeft dat een kandidaat definitief wordt uitgesloten » | direct lorsqu'elle a pour effet d'exclure définitivement un candidat » |
(Parl. St., Kamer, 1997-1998, nr. 1677/2, p. 3, voetnoot). | (Doc. parl., Chambre, 1997-1998, n° 1677/2, p. 3, en note). |
B.10. Die situatie kan slechts worden verholpen door een optreden van | B.10. Il ne peut être remédié à cette situation que par une |
de wetgever, waarbij hij, gelet op de onafhankelijkheid die aan de | intervention du législateur, lors de laquelle il puisse envisager, par |
Hoge Raad voor de Justitie moet worden verzekerd, zou kunnen overwegen | égard à l'indépendance qui doit être assurée au Conseil supérieur de |
te voorzien in specifieke waarborgen waarvoor hij niet moest zorgen | la Justice, de prévoir des garanties spécifiques auxquelles il n'a pas |
bij de totstandkoming van de gecoördineerde wetten op de Raad van | dû veiller lors de l'élaboration des lois coordonnées sur le Conseil |
State. | d'Etat. |
B.11. Uit hetgeen voorafgaat volgt dat, in tegenstelling tot wat in | B.11. Il résulte de ce qui précède que, contrairement à ce qu'affirme |
het verwijzingsarrest is gesteld, de discriminatie haar oorsprong niet | l'arrêt a quo, la discrimination ne trouve pas son origine dans |
vindt in het voormelde artikel 14, maar in een lacune van de | l'article 14 précité, mais dans une lacune de la législation, à savoir |
wetgeving, te weten de ontstentenis van organisatie van een beroep tot | le défaut d'organisation d'un recours en annulation des décisions |
nietigverklaring van de beslissingen die door de Hoge Raad voor de | prises par le Conseil supérieur de la Justice à l'égard des candidats |
Justitie worden genomen ten aanzien van kandidaten die deelnemen aan | |
het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage. | qui présentent le concours d'admission au stage judiciaire. |
B.12. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.12. La question préjudicielle appelle une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
- Artikel 14, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de | - L'article 14, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois coordonnées sur le |
Raad van State schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. | Conseil d'Etat ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. |
- De ontstentenis van een wetsbepaling die een beroep regelt tegen een | - L'absence d'une disposition législative organisant un recours contre |
beslissing die de Hoge Raad voor de Justitie heeft genomen ten aanzien | une décision prise par le Conseil supérieur de la Justice à l'égard |
van de kandidaten die deelnemen aan het vergelijkend toelatingsexamen | des candidats qui présentent le concours d'admission au stage |
tot de gerechtelijke stage, schendt de artikelen 10 en 11 van de | judiciaire viole les articles 10 et 11 de la Constitution. |
Grondwet. Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 20 oktober 2011. | la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 20 octobre 2011. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
De wnd. voorzitter, | Le président f.f., |
J.-P. Snappe. | J.-P. Snappe. |