← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 153/2011 van 13 oktober 2011 Rolnummer 5051 In zake : de
prejudiciële vraag betreffende artikel 7, § 1, van de wet van 22 maart 2001 tot instelling van
een inkomensgarantie voor ouderen, gesteld door het Arbeid Het Grondwettelijk
Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechter(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 153/2011 van 13 oktober 2011 Rolnummer 5051 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 7, § 1, van de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen, gesteld door het Arbeid Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechter(...) | Extrait de l'arrêt n° 153/2011 du 13 octobre 2011 Numéro du rôle : 5051 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 7, § 1 er , de la loi du 22 mars 2001 instituant la garantie de revenus aux personnes âgées, posé La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges E. De(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 153/2011 van 13 oktober 2011 | Extrait de l'arrêt n° 153/2011 du 13 octobre 2011 |
Rolnummer 5051 | Numéro du rôle : 5051 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 7, § 1, van de wet | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 7, § 1er, de |
van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor | la loi du 22 mars 2001 instituant la garantie de revenus aux personnes |
ouderen, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen. | âgées, posée par la Cour du travail d'Anvers. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de | composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges E. De |
rechters E. De Groot, A. Alen, J.-P. Moerman, J. Spreutels en T. | Groot, A. Alen, J.-P. Moerman, J. Spreutels et T. Merckx-Van Goey, |
Merckx-Van Goey, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder | assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. |
voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, | Bossuyt, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij arrest van 27 oktober 2010 in zake Leontina Van Hove tegen de | Par arrêt du 27 octobre 2010 en cause de Leontina Van Hove contre |
Rijksdienst voor Pensioenen, waarvan de expeditie ter griffie van het | l'Office national des pensions, dont l'expédition est parvenue au |
Hof is ingekomen op 4 november 2010, heeft het Arbeidshof te Antwerpen | greffe de la Cour le 4 novembre 2010, la Cour du travail d'Anvers a |
de volgende prejudiciële vraag gesteld : | posé la question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 7, § 1, van de wet tot instelling van een | « L'article 7, § 1er, de la loi du 22 mars 2001 instituant la garantie |
inkomensgarantie voor ouderen d.d. 22 maart 2001, in die zin | de revenus aux personnes âgées, interprété en ce sens que, pour le |
geïnterpreteerd dat voor de berekening van de inkomensgarantie voor | calcul de la garantie de revenus aux personnes âgées, il faut |
ouderen ook rekening dient te worden gehouden met het door de | également prendre en compte la rémunération horaire forfaitaire |
aanvrager ontvangen fictief forfaitair uurloon conform artikel 27bis | fictive perçue par le demandeur conformément à l'article 27bis de |
van het K.B. d.d. 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 | l'arrêté royal du 28 novembre 1969 pris en exécution de la loi du 27 |
juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 | juin 1969 révisant l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la |
betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, de artikelen | sécurité sociale des travailleurs, viole-t-il les articles 10 et 11 de |
10 en 11 van de Grondwet, in samenhang met artikel 1 van het | la Constitution, combinés avec l'article 1er du Premier Protocole |
aanvullend protocol bij het verdrag tot bescherming van de rechten van | additionnel à la Convention de sauvegarde des droits de l'homme et des |
de mens en de fundamentele vrijheden doordat deze wetsbepaling | libertés fondamentales, en ce que cette disposition législative |
voorziet dat de inkomensgarantie enkel kan worden toegekend na | prévoit que la garantie de revenus ne peut être accordée qu'après une |
onderzoek van de bestaansmiddelen en van de pensioenen, waarbij alle | enquête sur les ressources et les pensions, toutes les ressources et |
bestaansmiddelen en pensioenen, van welke aard of oorsprong ook, | pensions, quelle qu'en soit la nature ou l'origine, dont disposent |
waarover de betrokkene en/of de personen waarmee hij dezelfde | l'intéressé et/ou les personnes avec lesquelles il partage la même |
hoofdverblijfplaats deelt, beschikt, in aanmerking komen voor de | résidence principale, étant prises en considération pour le calcul de |
berekening van de inkomensgarantie, terwijl voor de becijfering van de | la garantie de revenus, alors que, pour le calcul des limites |
grenzen inzake de toegelaten arbeid conform artikel 39 van het K.B. | applicables au travail autorisé conformément à l'article 39 de |
nr. 50 d.d. 24 oktober 1967 en de artikelen 64 en 64bis van het K.B. | l'arrêté royal n° 50 du 24 octobre 1967 et aux articles 64 et 64bis de |
van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement | l'arrêté royal du 21 décembre 1967 portant règlement général du régime |
betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, geen | de pension de retraite et de survie des travailleurs salariés, il n'y |
rekening dient te worden gehouden met het door de gepensioneerde | a pas lieu de prendre en compte la rémunération horaire forfaitaire |
ontvangen fictief forfaitair uurloon conform artikel 27bis van het | fictive perçue par le pensionné conformément à l'article 27bis de |
K.B. d.d. 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 | l'arrêté royal du 28 novembre 1969 pris en exécution de la loi du 27 |
tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de | juin 1969 révisant l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la |
maatschappelijke zekerheid der arbeiders ? ». | sécurité sociale des travailleurs ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
Ten aanzien van de in het geding zijnde bepaling | Quant à la disposition en cause |
B.1.1. Het verwijzende rechtscollege vraagt of artikel 7, § 1, van de | B.1.1. La juridiction a quo demande si l'article 7, § 1er, de la loi |
wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor | du 22 mars 2001 instituant la garantie de revenus aux personnes âgées |
ouderen bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in | est compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés |
samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij | avec l'article 1er du Premier Protocole additionnel à la Convention |
het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in de interpretatie | européenne des droits de l'homme, dans l'interprétation selon |
dat voor de berekening van de inkomensgarantie voor ouderen rekening | laquelle, pour le calcul de la garantie de revenus aux personnes |
wordt gehouden met het fictief forfaitair uurloon van de aanvrager, | âgées, il est tenu compte de la rémunération horaire forfaitaire |
zoals bepaald bij artikel 27bis van het koninklijk besluit van 28 | fictive du demandeur, visée à l'article 27bis de l'arrêté royal du 28 |
november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot | novembre 1969 pris en exécution de la loi du 27 juin 1969 révisant |
herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de | l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des |
maatschappelijke zekerheid der arbeiders. | travailleurs. |
B.1.2. Artikel 7 van de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een | B.1.2. L'article 7 de la loi du 22 mars 2001 instituant la garantie de |
inkomensgarantie voor ouderen, zoals gewijzigd bij artikel 275 van de | revenus aux personnes âgées, tel qu'il a été modifié par l'article 275 |
programmawet van 9 juli 2004, bepaalt : | de la loi-programme du 9 juillet 2004, dispose : |
« § 1. De inkomensgarantie kan enkel worden toegekend na onderzoek van | « § 1er. La garantie de revenus ne peut être accordée qu'après une |
de bestaansmiddelen en van de pensioenen. Alle bestaansmiddelen en | enquête sur les ressources et les pensions. Toutes les ressources et |
pensioenen, van welke aard of oorsprong ook, waarover de betrokkene | les pensions, quelle qu'en soit la nature ou l'origine, dont disposent |
en/of de personen waarmee hij dezelfde hoofdverblijfplaats deelt, | l'intéressé et/ou les personnes avec qui il partage la même résidence |
beschikken, komen in aanmerking voor de berekening van de | principale, sont prises en considération pour le calcul de la garantie |
inkomensgarantie, behalve de door de Koning bepaalde uitzonderingen. | de revenus, sauf les exceptions prévues par le Roi. |
Voor de personen die in gemeenschap leven, wordt enkel rekening | Pour les personnes qui vivent dans une communauté, il n'est tenu |
gehouden met de bestaansmiddelen en de pensioenen waarover de | compte que des seules ressources et pensions dont le demandeur dispose |
aanvrager persoonlijk beschikt. | personnellement. |
Wanneer de betrokkene aan de in artikel 6, § 2, bepaalde voorwaarden | Lorsque l'intéressé répond aux conditions prévues à l'article 6, § 2, |
voldoet, wordt voor de berekening van de inkomensgarantie enkel | seules les ressources et les pensions dont il dispose personnellement |
rekening gehouden met de bestaansmiddelen en de pensioenen waarover | sont prises en compte pour le calcul de la garantie de revenus. |
hij persoonlijk beschikt. | |
De Koning bepaalt met welke bestaansmiddelen bij het vaststellen van | Le Roi détermine les ressources dont il n'est pas tenu compte pour le |
de inkomensgarantie geen rekening wordt gehouden. | calcul de la garantie de revenus. |
§ 2. Het totaal van de in § 1 bedoelde bestaansmiddelen en de | § 2. Le montant total des ressources et des pensions visées au § 1er |
pensioenen wordt, na aftrek van de in de artikelen 8 tot 10 en 12 | est, après déduction des immunisations visées aux articles 8 à 10 et |
bedoelde vrijstellingen, gedeeld door het aantal personen die dezelfde | 12, divisé par le nombre de personnes qui partagent la même résidence |
hoofdverblijfplaats delen, de betrokkene inbegrepen. Dit totaal wordt | principale, y compris l'intéressé. Ce montant total est communiqué à |
meegedeeld aan de betrokkene. | l'intéressé. |
Het resultaat van deze berekening wordt, na aftrek van de in artikel | Le résultat de ce calcul est, après déduction de l'immunisation visée |
11 bedoelde vrijstelling, in mindering gebracht op het in artikel 6, § | à l'article 11, porté en déduction du montant annuel visé, selon le |
1, of § 2, bedoelde jaarbedrag, naargelang van het geval. | cas, à l'article 6, § 1er ou § 2. |
Voor de personen die in gemeenschap leven wordt de in het eerste lid | Pour les personnes qui vivent dans une communauté, la division visée à |
vermelde deling niet toegepast. | l'alinéa 1er n'est pas appliquée. |
§ 3. De Koning bepaalt onder welke omstandigheden en onder welke | § 3. Le Roi détermine les circonstances et les conditions selon |
voorwaarden het in artikel 6, § 1, vermelde bedrag zonder een nieuw | lesquelles le montant mentionné à l'article 6, § 1er, est porté au |
onderzoek naar de bestaansmiddelen naar het in artikel 6, § 2, | montant mentionné à l'article 6, § 2, sans qu'il soit procédé à une |
bedoelde bedrag wordt omgezet. | nouvelle enquête sur les ressources. |
§ 4. Voor de toepassing van § 1, tweede lid, en § 2, laatste lid, | § 4. Pour l'application du § 1er, alinéa 2, et du § 2, dernier alinéa, |
bepaalt de Koning, bij een in Ministerraad overlegd besluit, wat onder | le Roi détermine, par arrêté délibéré en Conseil des Ministres, ce |
' personen die in gemeenschap leven ' moet begrepen worden ». | qu'il faut entendre par ' personnes qui vivent dans une communauté ' |
B.1.3. Artikel 27bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 | ». B.1.3. L'article 27bis de l'arrêté royal du 28 novembre 1969 pris en |
tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de | exécution de la loi du 27 juin 1969 révisant l'arrêté-loi du 28 |
besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke | décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, tel |
zekerheid der arbeiders, zoals ingevoegd bij artikel 3 van het | |
koninklijk besluit van 18 maart 2003 « tot aanvulling van het | qu'il a été inséré par l'article 3 de l'arrêté royal du 18 mars 2003 « |
koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van | complétant l'arrêté royal du 28 novembre 1969 pris en exécution de la |
27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 | loi du 27 juin 1969 révisant l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 |
betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en tot | concernant la sécurité sociale des travailleurs et fixant des |
vaststelling van bijzondere bepalingen betreffende de | dispositions particulières relatives à la réparation des accidents du |
schadeloosstelling van de arbeidsongevallen en de beroepsziekten ten | travail et des maladies professionnelles en faveur des gardiens et |
gunste van de onthaalouders », bepaalt : | gardiennes d'enfants » dispose : |
« § 1. Voor de in artikel 3, 9° van dit besluit bedoelde werknemers | « § 1er. Pour les travailleurs visés à l'article 3, 9°, du présent |
worden de bijdragen betaald op basis van een fictief forfaitair | arrêté, les cotisations se calculent sur la base d'une rémunération |
uurloon ' L ', per maand berekend en gelijk aan driemaal het | horaire forfaitaire fictive ' L ', calculé par mois et égale à trois |
G.G.M.M.I. van de maand, gedeeld door 494. | fois le R.M.M.M.G. du mois, divisé par 494. |
Het bedrag van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen is het | Le montant du revenu minimum mensuel moyen garanti pris en |
bedrag bedoeld in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. | considération étant celui visé à l'article 3 de la convention |
43 van 2 mei 1988 gesloten in de Nationale Arbeidsraad houdende | collective du Travail n° 43 du 2 mai 1988, conclue au sein du Conseil |
wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. | national du travail, portant modification et coordination des |
21 van 15 mei 1975 en nr. 23 van 25 juli 1975 betreffende de waarborg | conventions collectives du travail n° 21 du 15 mai 1975 et n° 23 du 25 |
van een gemiddeld minimum maandinkomen, algemeen verbindend verklaard | juillet 1975 relatives à la garantie d'un revenu minimum mensuel |
bij koninklijk besluit van 29 juli 1988. | moyen, rendue obligatoire par l'arrêté royal du 29 juillet 1988. |
§ 2. Het aantal uren waarop bijdragen verschuldigd zijn staat in | § 2. Le nombre d'heures pour lequel des cotisations sont dues est |
strikte verhouding tot de werkelijk gedane opvang, uitgedrukt in | strictement proportionnel à l'accueil effectivement réalisé, exprimé |
opvangdagen, waarbij een opvangdag overeenstemt met de opvang van een | en journées d'accueil, où une journée d'accueil correspond à l'accueil |
niet-gehandicapt kind gedurende 1 dag. Het globaal aantal opvangdagen | d'un enfant, non handicapé, pendant 1 jour. Le nombre global des |
in een bepaalde periode wordt uitgedrukt door T. | journées d'accueil dans une période donnée est représenté par T. |
Het aantal uren waarop bijdragen verschuldigd zijn wordt bekomen door | Le nombre d'heures pour lequel des cotisations sont dues est obtenu en |
T te vermenigvuldigen met de eenheidstijd E : aantal uren = T*E. | multipliant T par le temps unitaire E : nombre d'heures = T*E. |
E wordt dermate vastgelegd dat de driemaandelijkse maximumprestatie | E est déterminé de façon à ce que la prestation trimestrielle maximum |
van een onthaalouder aanleiding geeft tot een aangifte van 494 uren | d'un gardien ou d'une gardienne d'enfants résulte en une déclaration |
overeenstemmend met 65 dagen. Zonder onderscheid tussen de | de 494 heures correspondant à 65 jours. Toutes Communautés confondues, |
Gemeenschappen bekomt men de absolute maximumprestatie door 65 dagen | la prestation maximum absolue s'obtient en multipliant 65 jours par le |
te vermenigvuldigen met het maximum aantal kinderen waarvoor een | nombre maximum d'enfants pour lequel un gardien ou une gardienne |
onthaalouder kan worden erkend, namelijk 4. Het resultaat van deze | d'enfants peut être agréé, soit 4. Le résultat de cette |
vermenigvuldiging, met name (65*4) = 260 opvangdagen per kwartaal, wat | multiplication, soit (65*4) = 260 journées d'accueil par trimestre |
overeenstemt met 494 uren. E = 494/260 = 1,9 uur. | correspondant à 494 heures. E = 494/260 = 1,9 heures. |
§ 3. Voor de toepassing van artikel 24, 1°, wordt verondersteld dat | § 3. Pour l'application de l'article 24, 1°, ces travailleurs sont |
een werktijdregeling van 5 dagen per week voor deze werknemers geldt | présumés être dans le régime de 5 jours par semaine et, indépendamment |
en dat zij, ongeacht hun prestaties, aangegeven zijn als deeltijdse | de leurs prestations réelles, déclarés comme des travailleurs à temps |
werknemers met een referentiepersoon, voltijdse onthaalouder, van wie | partiel avec une personne de référence, gardien ou gardienne d'enfants |
wordt verondersteld dat zijn prestaties 38 uren per week bedragen. | à temps plein, présumé prester 38 heures par semaine. |
De fictieve uren die overeenstemmen met maximum 20 (onbezoldigde) | Les heures fictives correspondant à un maximum de 20 jours de vacances |
vakantiedagen per jaar en met de wettelijke feestdagen zonder opvang | (non rémunérés) par an et aux jours fériés légaux sans accueil |
van kinderen worden door de werkgever door middel van een specifieke | d'enfants sont déclarées par l'employeur comme des prestations |
code aangegeven als gelijkgestelde prestaties van de onthaalouder. De fictieve uren die overeenstemmen met de andere dagen waarop de onthaalouder beslist geen kinderen op te vangen, worden door de werkgever aangegeven als verlof zonder wedde. Voor de gelijkgestelde dagen en voor de dagen verlof zonder wedde wordt het aantal opvangdagen dat overeenstemt met deze dagen en dat als basis dient voor de berekening van het aantal aan te geven fictieve uren, bekomen door het aantal van deze dagen te vermenigvuldigen met het gemiddeld aantal ingeschreven kinderen in de maand waarin deze dagen vallen. Het aantal aan te geven fictieve uren | assimilées du gardien ou de la gardienne d'enfants, à l'aide d'un code spécifique. Les heures fictives correspondant aux autres jours pour lesquels le gardien ou la gardienne d'enfants décide de ne pas accueillir des enfants, sont déclarés par l'employeur comme du congé sans solde. Pour les jours assimilés et les jours de congé sans solde, le nombre de journées d'accueil, correspondant à ces jours et servant de base au calcul du nombre d'heures fictives à déclarer, est obtenu en multipliant le nombre de ces jours par le nombre moyen d'enfants inscrits pendant le mois dans lequel ces jours se situent. Le nombre |
is gelijk aan het berekend aantal opvangdagen, vermenigvuldigd met de | d'heures fictives à déclarer est égal au nombre de journées d'accueil |
eenheidstijd E. | calculé, multiplié par le temps unitaire E. |
De fictieve uren die overeenstemmen met voorziene maar niet geleverde | Les heures fictives correspondant à des prestation[s] prévues mais non |
prestaties, te wijten aan de afwezigheid van kinderen die normaal door | réalisées à cause d'absences d'enfants normalement gardés par le |
de werknemer worden opgevangen maar die afwezig zijn om redenen buiten | travailleur, mais absents pour des raisons indépendantes de sa volonté |
zijn wil worden door de werkgever als gelijkgestelde prestaties | sont déclarées par l'employeur comme des prestations assimilées, à |
aangegeven door middel van een specifieke code ». | l'aide d'un autre code spécifique ». |
Ten aanzien van de ontvankelijkheid | Quant à la recevabilité |
B.2.1. De verwerende partij voor het verwijzende rechtscollege voert | B.2.1. La partie défenderesse devant la juridiction a quo fait valoir |
aan dat het antwoord op de prejudiciële vraag niet onontbeerlijk is | que la réponse à la question préjudicielle n'est pas indispensable à |
voor de oplossing van het geschil voor het verwijzende rechtscollege | la solution du litige soumis au juge a quo, au motif que la garantie |
gelet op de verschillende aard van, enerzijds, de inkomensgarantie | de revenus aux personnes âgées, d'une part, et la pension de retraite |
voor ouderen en, anderzijds, het rust- en overlevingspensioen. | et de survie, d'autre part, sont de nature différente. |
B.2.2. Het staat in beginsel aan de rechter die de prejudiciële vraag | B.2.2. Il appartient en principe au juge qui pose la question |
stelt, om na te gaan of het antwoord op de vraag dienend is om het hem | préjudicielle d'examiner si la réponse à la question est pertinente |
voorgelegde geschil te beslechten. Slechts wanneer dit klaarblijkelijk | pour la solution du litige qui lui est soumis. Ce n'est que si tel |
niet het geval is, vermag het Hof te beslissen dat de vraag geen | n'est manifestement pas le cas que la Cour peut décider que la |
antwoord behoeft. Het Hof kan dat evenwel niet afleiden uit het | question n'appelle pas de réponse. La Cour ne peut toutefois déduire |
loutere feit dat de inkomensgarantie voor ouderen en het rust- en | cela du simple fait que la garantie de revenus aux personnes âgées et |
overlevingspensioen verschillend van aard zouden zijn. | la pension de retraite et de survie seraient d'une autre nature. |
B.2.3. De exceptie wordt verworpen. | B.2.3. L'exception est rejetée. |
Ten gronde | Quant au fond |
B.3. Het Hof wordt ondervraagd over het verschil in behandeling tussen | B.3. La Cour est interrogée au sujet de la différence de traitement |
twee categorieën van personen : enerzijds, zij die een | entre deux catégories de personnes : d'une part, celles qui demandent |
inkomensgarantie voor ouderen aanvragen en, anderzijds, zij die een | une garantie de revenus aux personnes âgées et, d'autre part, celles |
rust- of overlevingspensioen aanvragen. Terwijl, in de interpretatie | qui demandent une pension de retraite ou de survie. Alors que, dans |
van de in het geding zijnde bepaling door het verwijzende | l'interprétation de la disposition en cause par la juridiction a quo, |
rechtscollege, bij de berekening van de inkomensgarantie rekening | pour le calcul de la garantie de revenus, il convient de prendre en |
dient te worden gehouden met het fictief forfaitair uurloon van de | |
aanvrager, zoals bepaald bij artikel 27bis van het koninklijk besluit | compte la rémunération horaire forfaitaire fictive du demandeur, comme |
van 28 november 1969, dient bij de berekening van het | le prévoit l'article 27bis de l'arrêté royal du 28 novembre 1969, la |
brutoberoepsinkomen uit de beroepsbezigheid die een | rémunération horaire forfaitaire fictive précitée ne doit pas être |
pensioengerechtigde mag uitoefenen, geen rekening te worden gehouden | prise en compte pour le calcul du revenu professionnel brut provenant |
met het voormelde fictief forfaitair uurloon. | de l'occupation professionnelle que peut exercer un pensionné. |
B.4. De wet van 22 maart 2001 vervangt de wet van 1 april 1969 tot | B.4. La loi du 22 mars 2001 remplace la loi du 1er avril 1969 |
instelling van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden. Zoals die wet, | instituant un revenu garanti aux personnes âgées. Tout comme cette |
die een toelage verleende aan « noodlijdende ouden van dagen » (Parl. | loi, qui attribuait une allocation aux « personnes âgées qui se |
St., Kamer, B.Z. 1968, nr. 134/1, p. 3), beoogt de wet van 22 maart | trouvent dans le besoin » (Doc. parl., Chambre, S.E. 1968, n° 134/1, |
2001 « een bescherming [te] bieden tegen armoede bij ouderen » (Parl. | p. 3), la loi du 22 mars 2001 « vise à offrir aux personnes âgées une |
protection contre la pauvreté » (Doc. parl., Sénat, 2000-2001, n° | |
St., Senaat, 2000-2001, nr. 2-636/3, p. 2). Daartoe wordt een | 2-636/3, p. 2). A cette fin, il est alloué une aide financière aux |
financiële hulp toegekend aan ouderen die niet over voldoende | personnes âgées qui ne disposent pas de moyens de subsistance |
bestaansmiddelen beschikken. | suffisants. |
B.5.1. De in het geding zijnde bepaling past in het kader van het doel | B.5.1. La disposition en cause s'inscrit dans le cadre de l'objectif |
van de wet om de inkomensgarantie voor ouderen te individualiseren, | de la loi consistant à individualiser la garantie de revenus aux |
teneinde « rekening [te] houden met de maatschappelijke realiteit en | personnes âgées pour « tenir compte de la réalité sociale et |
in de berekeningsregels - los van de burgerlijke staat - een gelijke | introduire dans les règles de calcul - indépendamment de l'état civil |
behandeling [in te voeren], zonder hierbij het klassieke gezinspatroon | - une égalité de traitement, sans ici nuire au modèle familial |
te benadelen » (Parl. St., Kamer, 2000-2001, DOC 50-0934/001, p. 6). | classique » (Doc. parl., Chambre, 2000-2001, DOC 50-0934/001, p. 6). |
B.5.2. Wat de individualisering van de rechten betreft, dient, volgens | B.5.2. En ce qui concerne l'individualisation des droits, il faut, |
de minister van Sociale Zaken en Pensioenen, een onderscheid te worden | selon le ministre des Affaires sociales et des Pensions, établir une |
gemaakt tussen, enerzijds, de individualisering op het vlak van de | distinction entre, d'une part, l'individualisation dans les régimes |
residuaire socialebijstandsregelingen zoals de inkomensgarantie voor | résiduaires d'aide sociale, comme la garantie de revenus aux personnes |
ouderen en, anderzijds, de individualisering inzake de sociale | âgées, et, d'autre part, l'individualisation en matière de sécurité |
zekerheid en de belastingen (Parl. St., Kamer, 2000-2001, DOC | sociale et de fiscalité (Doc. parl., Chambre, 2000-2001, DOC |
50-0934/003, p. 21). De minister verklaarde daaromtrent het volgende : | 50-0934/003, p. 21). Le ministre a déclaré à ce sujet : |
« Op fiscaal vlak houdt individualisering in dat de activiteit van de | « En matière de fiscalité, l'individualisation signifie que l'activité |
echtgenoten en hun beroepssituatie apart in aanmerking worden genomen. | des conjoints et leur situation professionnelle sont considérées |
In dat geval is die individualisering een kwestie van emancipatie. | séparément. Il est dans ce cas question d'un enjeu d'émancipation. |
Inzake sociale zekerheid worden de rechten onvoorwaardelijk toegekend, wat wil zeggen dat die toekenning niet afhangt van een onderzoek naar de bestaansmiddelen. Het individualiseringsdebat draait hier rond de vraag of de bijdrageregeling al dan niet billijk is, gelet op de vroegere inbreng van de rechthebbenden. In het raam van de inkomensgarantie wordt rekening gehouden met de levensomstandigheden en de gezinstoestand van wie een basisbedrag ontvangt; met name wordt nagegaan welke personen tot het gezin van de rechthebbende behoren en wat hun bestaansmiddelen zijn » (ibid. ). In de Senaat voegde de minister daar nog het volgende aan toe : « [...] in de sociale zekerheid worden de rechten in principe onvoorwaardelijk toegekend, de toekenning hangt niet af van een onderzoek naar de bestaansmiddelen, maar wel van de bijdragen die men in het verleden tot diezelfde sociale zekerheid heeft bijgedragen. Het individualiseringsdebat heeft hier betrekking op rechten die men de | En matière de sécurité sociale, les droits sont inconditionnels en ce sens que leur octroi n'est pas tributaire d'un contrôle des ressources. Le débat relatif à l'individualisation porte dans cette matière sur une équité contributive du système eu égard aux apports antérieurs des bénéficiaires. Dans le cadre du régime de la garantie de ressources, on tient compte du contexte dans lequel l'individu, qui bénéficie d'un montant de base, vit ainsi que la situation familiale de fait de ce dernier : on s'enquiert ainsi des personnes qui composent le ménage du bénéficiaire ainsi que de leurs ressources » (Doc. parl., Chambre, 2000-2001, DOC 50-0934/003, p. 21). Au Sénat, le ministre a ajouté : « [...] dans le secteur de la sécurité sociale, les droits sont en principe attribués de manière inconditionnelle. Leur attribution n'est donc pas subordonnée aux résultats d'une enquête sur les ressources, mais fonction des cotisations de sécurité sociale qui ont été versées dans le passé. Le débat sur l'individualisation concerne en l'espèce les droits que l'on entend attribuer aux intéressés sur la base des |
betrokken individuen wil toekennen op basis van hun bijdragen uit het | cotisations versées dans le passé, d'une part, et la fixation de la |
verleden en op het bepalen van de toekenningsbasis. [...] | base d'attribution, d'autre part. [...] |
De individualisering in het kader van de residuaire sociale | L'individualisation dans le cadre des régimes d'aide sociale |
bijstandsregeling situeert zich op een ander niveau. Vooraleer deze | résiduaires se situe à un autre niveau. Avant de verser une telle |
bijstand aan een persoon wordt uitgekeerd worden de andere | aide, on réalise une enquête sur les autres ressources de la personne |
bestaansmiddelen onderzocht om de noodzaak van deze bijstand te | qui en bénéficierait, pour vérifier si elle répondrait bien à une |
achterhalen » (Parl. St., Senaat, 2000-2001, nr. 2-636/3, p. 6). | nécessité » (Doc. parl., Sénat, 2000-2001, n° 2-636/3, p. 6). |
B.5.3. Omtrent de bepaling die artikel 7 van de wet van 22 maart 2001 | B.5.3. Concernant la disposition qui est devenue l'article 7 de la loi |
is geworden, werd in de parlementaire voorbereiding het volgende | du 22 mars 2001, il a été observé ce qui suit, au cours des travaux |
opgemerkt : | préparatoires : |
« Artikel 7 bepaalt, in de logische voortzetting van het in artikel 6 | « L'article 7 stipule, dans la poursuite logique du principe |
bedoelde beginsel van individualisering, dat bij de vaststelling van | d'individualisation visé à l'article 5, que lors de la fixation de la |
de toekenbare inkomensgarantie rekening wordt gehouden met alle | garantie de ressources allouable, il est tenu compte de toutes les |
bestaansmiddelen en pensioenen, van welke aard of oorsprong ook, | |
waarover de betrokkene en de personen die dezelfde verblijfplaats | ressources et des pensions, de quelque nature ou origine que ce soit, |
delen, beschikken. Het totaal van deze bestaansmiddelen en pensioenen | dont disposent les intéressés et les personnes qui partagent la même |
wordt, na aftrek van de door de Koning vast te stellen vrijstellingen, | résidence principale. Le total de ces ressources et ces pensions est, |
gedeeld door het aantal personen dat dezelfde hoofdverblijfplaats | après déduction des exonérations qui devront être fixées par le Roi, |
deelt, met inbegrip van de betrokkene. Het resultaat van deze | |
berekening wordt in mindering gebracht op het basisbedrag van de | divisé par le nombre de personnes partageant ce même lieu de résidence |
inkomensgarantie. De Raad van State merkt op dat, aangezien de | principale, en ce compris l'intéressé. Le résultat de ce calcul est |
pensioenen ook deel uitmaken van de bestaansmiddelen, de expliciete verwijzing ernaar mag worden weggelaten. Er moet echter worden opgemerkt dat een onderscheid zal worden gemaakt tussen de soorten vrijstellingen die ten aanzien van de pensioenen, enerzijds, en de roerende en onroerende goederen, anderzijds, gelden. Derhalve lijkt een differentiatie in de wettelijke basis verder verantwoord. De Koning kan bepaalde inkomsten op algemene wijze vrijstellen. Hierbij wordt o.m. gedacht aan kinderbijslagen, bijstandsuitkeringen en onderhoudsgelden tussen ascendenten en descendenten. De Koning bepaalt tevens de forfaitaire waarde die moet worden aangerekend wanneer een voordeel in natura (kost en inwoon) aan een gerechtigde wordt verleend. Wanneer één van de personen die dezelfde hoofdverblijfplaats delen in een rusthuis, een rust- of verzorgingstehuis of een psychiatrische instelling wordt opgenomen, wordt geen nieuw onderzoek naar de | porté en déduction du montant de base de la garantie de ressources. Le Conseil d'Etat relève qu'étant donné que les pensions font partie des ressources, la référence explicite à celles-ci peut être supprimée. Il y a cependant lieu de remarquer qu'un type distinct d'immunisation s'appliquera, d'une part aux pensions, d'autre part aux biens meubles et immeubles. Une différenciation sur le plan légal paraît dès lors justifiée. Le Roi peut de façon générale exonérer certains revenus. On pense ici entre autres aux allocations familiales, aux prestations d'assistance et pensions alimentaires entre ascendants et descendants. Le Roi détermine également la valeur forfaitaire qui doit être imputée lorsqu'un avantage en nature (gîte et couvert) est accordé à un bénéficiaire. Lorsqu'une des personnes partageant la même résidence principale est admise, dans une maison de repos, dans une maison de repos et de soins ou dans une institution psychiatrique, l'octroi du montant d'isolé à |
bestaansmiddelen ingesteld om aan deze persoon het bedrag als | cette personne ne nécessitera pas de nouvelle enquête sur les |
alleenstaande te kunnen toekennen. Aan de Koning wordt de machtiging | ressources. Délégation est donnée au Roi de déterminer les |
verleend om de omstandigheden waarin en de voorwaarden waaronder een | circonstances et les conditions selon lesquelles il n'y a pas lieu de |
nieuw onderzoek naar de bestaansmiddelen vervalt, vast te stellen » | procéder à un nouvel examen des ressources » (Doc. parl., Chambre, |
(Parl. St., Kamer, 2000-2001, DOC 50-0934/001, pp. 10-11). | 2000-2001, DOC 50-0934/001, pp. 10-11). |
B.6.1. Het koninklijk besluit van 18 maart 2003, waarvan artikel 3 het | B.6.1. L'arrêté royal du 18 mars 2003, dont l'article 3 insère |
voormelde artikel 27bis invoegt in het koninklijk besluit van 28 | l'article 27bis précité dans l'arrêté royal du 28 novembre 1969, |
november 1969, onderwerpt de erkende en gesubsidieerde onthaalouders | soumet les accueillants d'enfants agréés et subventionnés au régime de |
aan het stelsel van de sociale zekerheid der werknemers, waardoor die | la sécurité sociale des travailleurs salariés, ce qui implique que ces |
onthaalouders - ook al zijn ze niet door een arbeidsovereenkomst | accueillants d'enfants - même s'ils ne sont pas liés par un contrat de |
verbonden met de instantie die voor de sociale zekerheid als hun | travail à l'instance qui, pour la sécurité sociale, est considérée |
werkgever wordt beschouwd - worden gelijkgesteld met werknemers. Het | comme leur employeur - sont assimilés à des travailleurs salariés. |
koninklijk besluit past, samen met de artikelen 4 tot 10 van de | L'arrêté royal s'inscrit, avec les articles 4 à 10 de la loi-programme |
programmawet (II) van 24 december 2002, in het kader van een regeling | (II) du 24 décembre 2002, dans le cadre d'un règlement du statut |
van het sociaal statuut van de onthaalouders. Die regeling beoogt « | social des accueillants d'enfants. Ce régime vise « à ouvrir à tous |
voor alle onthaalouders het recht te openen op een sociale | les gardiens et gardiennes d'enfants le droit à une protection |
bescherming, mits het betalen van persoonlijke bijdragen » (Parl. St., | sociale, moyennant paiement de cotisations personnelles » (Doc. parl., |
Kamer, 2002-2003, DOC 50-2124/001 en 50-2125/001, p. 257). | Chambre, 2002-2003, DOC 50-2124/001 et 50-2125/001, p. 257). |
B.6.2. Artikel 27bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 | B.6.2. L'article 27bis de l'arrêté royal du 28 novembre 1969 règle les |
regelt de bijdragen die verschuldigd zijn door de natuurlijke personen | cotisations dues par les personnes physiques qui assurent l'accueil |
die instaan voor de opvang van kinderen in een woning voor de opvang | d'enfants dans une habitation équipée pour l'accueil dans un cadre |
in gezinsverband en die zijn aangesloten bij een erkende opvangdienst | familial et qui sont affiliées à un service d'accueil agréé auquel |
waarmee zij niet zijn verbonden door een arbeidsovereenkomst. Die | elles ne sont pas liées par un contrat de travail. Ces cotisations |
bijdragen worden bepaald « op basis van een fictief forfaitair uurloon | sont fixées « sur la base d'une rémunération horaire forfaitaire |
' L ', per maand berekend en gelijk aan driemaal het G.G.M.M.I. van de | fictive ' L ', calculée par mois et égale à trois fois le R.M.M.M.G. |
maand, gedeeld door 494 » (artikel 27bis, § 1). Het aantal uren waarop | du mois, divisé par 494 » (article 27bis, § 1er). Le nombre d'heures |
bijdragen verschuldigd zijn « staat in strikte verhouding tot de | pour lequel des cotisations sont dues « est strictement proportionnel |
werkelijk gedane opvang, uitgedrukt in opvangdagen, waarbij een | à l'accueil effectivement réalisé, exprimé en journées d'accueil, où |
opvangdag overeenstemt met de opvang van een niet-gehandicapt kind | une journée d'accueil correspond à l'accueil d'un enfant, non |
gedurende 1 dag » (artikel 27bis, § 2). | handicapé, pendant un jour » (article 27bis, § 2). |
B.6.3. Het gebruik van een dergelijk fictief forfaitair uurloon op | B.6.3. Le recours à une telle rémunération horaire forfaitaire fictive |
grond waarvan de bijdragen van onthaalouders worden berekend, is | sur la base de laquelle les cotisations des accueillants d'enfants |
verantwoord door het feit dat de onthaalouders geen loon ontvangen, | sont calculées est justifié par la circonstance que les accueillants |
maar een onkostenvergoeding die niet belastbaar is (Parl. St., Kamer, | d'enfants ne perçoivent pas de rémunération, mais une indemnité de |
2000-2001, DOC 50-0934/003, p. 17). In de parlementaire voorbereiding | frais non imposable (Doc. parl., Chambre, 2000-2001, DOC 50-0934/003, |
van de programmawet (II) van 24 december 2002 werd hieromtrent het | p. 17). Au cours des travaux préparatoires de la loi-programme (II) du |
volgende verklaard : | 24 décembre 2002, il a été déclaré à ce sujet : |
« De berekening van de sociale bijdragen evenals van de uitkeringen | « Le calcul des cotisations sociales ainsi que des allocations |
waarop de onthaalouders in het kader van de sociale bescherming recht | auxquelles les gardiens et gardiennes ont droit dans le cadre de la |
hebben, gebeurt op basis van een fictief loon, namelijk het | protection sociale s'effectue sur base d'un salaire fictif, à savoir |
gewaarborgd gemiddeld minimum maandloon. Bijdragen en uitkeringen | le revenu mensuel moyen minimum garanti. Les cotisations et |
worden bijgevolg niet berekend op basis van de reëel ontvangen | allocations ne sont donc pas calculées sur base de l'indemnité de |
onkostenvergoeding. | frais réellement perçue. |
Toch bestaat er een band tussen, enerzijds, de reële activiteit van de | Cependant il existe néanmoins un lien entre d'une part l'activité |
onthaalouder en, anderzijds, de verschuldigde bijdragen en de | réelle du gardien ou de la gardienne au cours d'un mois donné et les |
cotisations dues et les allocations sociales auxquelles il ou elle a | |
uitkeringen waarop ze recht heeft » (Parl. St., Kamer, 2002-2003, DOC | droit d'autre part » (Doc. parl., Chambre, 2002-2003, DOC 50-2124/001 |
50-2124/001 en 50-2125/001, p. 257). | et 50-2125/001, p. 257). |
B.7.1. In tegenstelling tot het stelsel van de pensioenen, is het | B.7.1. A la différence du régime des pensions, le régime de la |
stelsel van de inkomensgarantie voor ouderen een residuair stelsel | garantie de revenus aux personnes âgées est un régime résiduaire de |
binnen de sociale zekerheid, dat een minimuminkomen waarborgt indien | sécurité sociale qui garantit un revenu minimum si les moyens de |
de bestaansmiddelen van de betrokkene onvoldoende blijken te zijn. | subsistance de l'intéressé s'avèrent insuffisants. Eu égard à cet |
Gelet op die doelstelling is het niet kennelijk onredelijk dat bij de | objectif, il n'est pas manifestement déraisonnable qu'il soit tenu |
berekening van de inkomensgarantie rekening wordt gehouden met alle | compte, pour le calcul de la garantie de revenus, de toutes les |
bestaansmiddelen en pensioenen, van welke aard of oorsprong ook, | ressources et pensions, quelles qu'en soient la nature ou l'origine, |
waarover de betrokkene en/of de personen waarmee hij dezelfde | dont disposent l'intéressé et/ou les personnes avec lesquelles il |
hoofdverblijfplaats deelt, beschikken. De staat van behoeftigheid van | partage la même résidence principale. L'état de nécessité de |
de betrokkene wordt immers bepaald door die bestaansmiddelen. | l'intéressé est, en effet, déterminé par ces ressources. |
B.7.2. Het voorgaande geldt eveneens ten aanzien van een persoon die | B.7.2. Ce qui précède s'applique également à une personne qui demande |
de inkomensgarantie voor ouderen aanvraagt en die inkomsten verwerft | la garantie de revenus aux personnes âgées et qui perçoit des revenus |
als onthaalouder : teneinde te bepalen of de betrokkene al dan niet | en tant qu'accueillant d'enfants : pour déterminer si l'intéressé |
over voldoende bestaansmiddelen beschikt, dient redelijkerwijze | dispose ou non de ressources suffisantes, il faut raisonnablement |
rekening te worden gehouden met al zijn bestaansmiddelen, met inbegrip | prendre en compte toutes ses ressources, en ce compris les revenus que |
van de inkomsten die de betrokkene ontvangt als onthaalouder. | l'intéressé perçoit en tant qu'accueillant d'enfants. |
B.8.1. Bij het bepalen van de bestaansmiddelen van een onthaalouder | B.8.1. Pour déterminer les ressources d'un accueillant d'enfants, il |
wordt, in de interpretatie van het verwijzende rechtscollege, rekening | est tenu compte, dans l'interprétation de la juridiction a quo, de la |
gehouden met het fictief forfaitair uurloon van de aanvrager, zoals | rémunération horaire forfaitaire fictive du demandeur, comme le |
bepaald bij artikel 27bis van het koninklijk besluit van 28 november | prévoit l'article 27bis de l'arrêté royal du 28 novembre 1969, et non |
1969, en niet met de reëel ontvangen onkostenvergoeding. | de l'indemnité de frais réellement perçue. |
B.8.2. Uit de in B.6.3 aangehaalde parlementaire voorbereiding blijkt | B.8.2. Il ressort des travaux préparatoires cités en B.6.3 que |
dat de onkostenvergoeding die de onthaalouders ontvangen, niet zomaar | l'indemnité de frais perçue par les accueillants d'enfants ne peut |
kan worden gelijkgesteld met loon. De onkostenvergoeding die wordt | être assimilée purement et simplement à une rémunération. L'indemnité |
betaald aan de onthaalouders, is immers ook bedoeld om de uitgaven van | payée aux accueillants d'enfants vise en effet également à couvrir les |
onderhoud, behandeling en voeding van kinderen te dekken. | frais d'entretien, de traitement et de nourriture des enfants. |
B.8.3. Bij de bespreking van het wetsontwerp dat tot de in het geding | B.8.3. Lors de la discussion du projet de loi qui a conduit à la |
zijnde bepaling heeft geleid, werd erkend dat « bij het in aanmerking | disposition en cause, il a été reconnu que « dans la prise en |
nemen van de bestaansmiddelen, die bepalend zijn voor de toekenning | considération des ressources, qui conditionnent l'octroi de la |
van de inkomensgarantie, [...] het niet gemakkelijk uit te maken [is] | garantie de [revenus], il n'est en effet pas aisé de déterminer |
of er nog andere inkomsten zijn dan het beroeps- of vervangingsinkomen | l'existence d'autres revenus que les revenus professionnels ou de |
» (Parl. St., Kamer, 2000-2001, DOC 50-0934/003, p. 17). | remplacement » (Doc. parl., Chambre, 2000-2001, DOC 50-0934/003, p. |
B.8.4. Het fictief forfaitair uurloon dat, in de interpretatie van het | 17). B.8.4. La rémunération horaire forfaitaire fictive qui, dans |
verwijzende rechtscollege, wordt gehanteerd bij de berekening van de | l'interprétation de la juridiction a quo, est utilisée pour le calcul |
inkomensgarantie voor ouderen stemt overeen met het gewaarborgd | de la garantie de revenus aux personnes âgées correspond au revenu |
gemiddeld minimummaandloon zoals bepaald in artikel 3 van de | minimum mensuel moyen garanti, prévu à l'article 3 de la Convention |
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van 2 mei 1988. | collective de travail n° 43 du 2 mai 1988. |
B.8.5. Gelet op de moeilijkheden om de bestaansmiddelen van een | B.8.5. Eu égard aux difficultés que comporte la détermination des |
onthaalouder te bepalen, moeilijkheden die tevens ertoe hebben geleid | ressources d'un accueillant d'enfants, difficultés qui ont également |
dat de door een onthaalhouder te betalen socialezekerheidsbijdragen | eu pour effet que les cotisations de sécurité sociale à payer par un |
worden bepaald op basis van een fictief forfaitair uurloon, en niet op | accueillant d'enfants sont établies sur la base d'une rémunération |
basis van de reëel ontvangen onkostenvergoeding, is het niet zonder | horaire forfaitaire fictive et non sur la base de l'indemnité de frais |
redelijke verantwoording dat bij het bepalen van de bestaansmiddelen | réellement perçue, il n'est pas sans justification raisonnable que, |
pour déterminer les ressources d'un accueillant d'enfants, il soit | |
van een onthaalouder rekening wordt gehouden met het fictief | tenu compte de la rémunération horaire forfaitaire fictive du |
forfaitair uurloon van de aanvrager, zoals bepaald door artikel 27bis, | demandeur, comme le prévoit l'article 27bis, § 1er, de l'arrêté royal |
§ 1, van het koninklijk besluit van 28 november 1969. Overigens dient te worden vastgesteld dat bij het bepalen van de bestaansmiddelen van de aanvrager van een inkomensgarantie voor ouderen de wet van 22 maart 2001 ook ten aanzien van andere bronnen van roerende of onroerende inkomsten bedragen in aanmerking neemt die niet volledig overeenstemmen met reëel ontvangen inkomsten. Zo wordt « bij de berekening van de bestaansmiddelen [...] rekening gehouden met het niet vrijgestelde gedeelte van het kadastraal inkomen van de onroerende goederen waarvan de betrokkene en/of de personen waarmee hij dezelfde hoofdverblijfplaats deelt samen of alleen de volle eigendom of het vruchtgebruik hebben » (artikel 8, eerste lid, van de | du 28 novembre 1969. Par ailleurs, il convient de constater que, pour déterminer les ressources du demandeur d'une garantie de revenus aux personnes âgées, la loi du 22 mars 2001 prend aussi en compte, pour d'autres sources de revenus mobiliers ou immobiliers, des montants qui ne correspondent pas entièrement aux revenus réellement perçus. Ainsi, « pour le calcul des ressources, il est tenu compte de la partie non immunisée du revenu cadastral des biens immobiliers dont l'intéressé et/ou les personnes avec qui il partage la même résidence principale, ont, à titre personnel ou par indivis, la pleine propriété ou |
wet van 22 maart 2001). Wanneer de betrokkene en/of de personen met | l'usufruit » (article 8, alinéa 1er, de la loi du 22 mars 2001). |
wie hij dezelfde hoofdverblijfplaats deelt, roerende of onroerende | Lorsque l'intéressé et/ou les personnes avec qui il partage la même |
goederen om niet of onder bezwarende titel hebben afgestaan in de loop | résidence principale ont cédé à titre gratuit ou à titre onéreux des |
van de tien jaren die voorafgaan aan de datum waarop de aanvraag | biens mobiliers ou immobiliers au cours des dix années qui précèdent |
uitwerking heeft, wordt het inkomen uit de afstand forfaitair bepaald | la date à laquelle la demande produit ses effets, le revenu de cette |
op basis van de verkoopwaarde van de goederen op het tijdstip van de | cession est déterminé forfaitairement sur la base de la valeur vénale |
afstand (artikel 10 van dezelfde wet). | des biens au moment de la cession (article 10 de la même loi). |
B.9. Wanneer, bij de berekening van de inkomensgarantie voor ouderen, | B.9. Lorsque, pour le calcul de la garantie de revenus aux personnes |
rekening wordt gehouden met het fictief forfaitair uurloon van de | âgées, il est tenu compte de la rémunération horaire forfaitaire |
aanvrager, dient artikel 27bis, § 2, van het koninklijk besluit van 28 | fictive du demandeur, l'article 27bis, § 2, de l'arrêté royal du 28 |
november 1969 in acht te worden genomen, luidens welke bepaling « het | novembre 1969 doit être pris en compte, aux termes duquel « le nombre |
aantal uren waarop bijdragen verschuldigd zijn [...] in strikte | d'heures pour lesquelles des cotisations sont dues est strictement |
verhouding [staat] tot de werkelijk gedane opvang ». Aldus bestaat, | proportionnel à l'accueil effectivement réalisé ». Il existe dès lors, |
zoals in de in B.6.3 aangehaalde parlementaire voorbereiding werd | ainsi qu'il a été souligné au cours des travaux préparatoires |
beklemtoond, « een band tussen, enerzijds, de reële activiteit van de | mentionnés en B.6.3, « un lien entre d'une part l'activité réelle du |
onthaalouder en, anderzijds, de verschuldigde bijdragen en de | gardien ou de la gardienne au cours d'un mois donné et les cotisations |
dues et les allocations sociales auxquelles il ou elle a droit, | |
uitkeringen waarop ze recht heeft » (Parl. St., Kamer, 2002-2003, DOC | d'autre part » (Doc. parl., Chambre, 2002-2003, DOC 50-2124/001 et |
50-2124/001 en 50-2125/001, p. 257). | 50-2125/001, p. 257). |
B.10. Gelet op het voorgaande, is het in B.3 vermelde verschil in | B.10. Eu égard à ce qui précède, la différence de traitement |
behandeling bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | mentionnée en B.3 est compatible avec les articles 10 et 11 de la |
B.11. De combinatie van artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol | Constitution. B.11. La lecture conjointe de l'article 1er du Premier Protocole |
bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens met de artikelen | additionnel à la Convention européenne des droits de l'homme et des |
10 en 11 van de Grondwet leidt niet tot een ander resultaat. | articles 10 et 11 de la Constitution n'aboutit pas à un autre |
B.12. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | résultat. B.12. La question préjudicielle appelle une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Artikel 7, § 1, van de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een | L'article 7, § 1er, de la loi du 22 mars 2001 instituant la garantie |
inkomensgarantie voor ouderen schendt niet de artikelen 10 en 11 van | de revenus aux personnes âgées ne viole pas les articles 10 et 11 de |
de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste | la Constitution, combinés avec l'article 1er du Premier Protocole |
Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de | additionnel à la Convention européenne des droits de l'homme, |
mens, in de interpretatie dat voor de berekening van de | interprété en ce sens que, pour le calcul de la garantie de revenus |
inkomensgarantie voor ouderen rekening wordt gehouden met het fictief | aux personnes âgées, il est tenu compte de la rémunération horaire |
forfaitair uurloon van de aanvrager, zoals bepaald bij artikel 27bis | forfaitaire fictive du demandeur, conformément à l'article 27bis de |
van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de | |
wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december | l'arrêté royal du 28 novembre 1969 pris en exécution de la loi du 27 |
1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. | juin 1969 révisant l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la |
sécurité sociale des travailleurs. | |
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 13 oktober 2011. | la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 13 octobre 2011. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
De voorzitter, | Le président, |
M. Bossuyt. | M. Bossuyt. |