← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 84/2011 van 18 mei 2011 Rolnummer 4978 In zake : de prejudiciële
vragen over artikel 4, vierde lid, van de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst
voor betaalde sportbeoefenaars, gesteld door het Het Grondwettelijk
Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechter(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 84/2011 van 18 mei 2011 Rolnummer 4978 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 4, vierde lid, van de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars, gesteld door het Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechter(...) | Extrait de l'arrêt n° 84/2011 du 18 mai 2011 Numéro du rôle : 4978 En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 4, alinéa 4, de la loi du 24 février 1978 relative au contrat de travail du sportif rémunéré, posées par la Cour La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges E. De(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 84/2011 van 18 mei 2011 | Extrait de l'arrêt n° 84/2011 du 18 mai 2011 |
Rolnummer 4978 | Numéro du rôle : 4978 |
In zake : de prejudiciële vragen over artikel 4, vierde lid, van de | En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 4, alinéa |
wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor | 4, de la loi du 24 février 1978 relative au contrat de travail du |
betaalde sportbeoefenaars, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen. | sportif rémunéré, posées par la Cour du travail d'Anvers. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de | composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges E. De |
rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, P. Nihoul en F. | Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, P. Nihoul et F. Daoût, assistée du |
Daoût, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, | greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Bossuyt, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Objet des questions préjudicielles et procédure |
Bij arrest van 22 juni 2010 in zake Mohamed Dahmane tegen de vzw « K. | Par arrêt du 22 juin 2010 en cause de Mohamed Dahmane contre l'ASBL « |
Racing Club Genk », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is | K. Racing Club Genk », dont l'expédition est parvenue au greffe de la |
ingekomen op 28 juni 2010, heeft het Arbeidshof te Antwerpen de | Cour le 28 juin 2010, la Cour du travail d'Anvers a posé les questions |
volgende prejudiciële vragen gesteld : | préjudicielles suivantes : |
« - Schendt artikel 4, lid 4, van de wet van 24 februari 1978 | « - L'article 4, alinéa 4, de la loi du 24 février 1978 relative au |
betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars de | contrat de travail du sportif rémunéré viole-t-il les articles 10 et |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat uit de toepassing ervan | 11 de la Constitution en ce qu'il découle de son application que le |
volgt dat de betaalde sportbeoefenaar die zijn voor bepaalde tijd | sportif rémunéré qui dénonce avant terme son contrat de travail conclu |
gesloten arbeidsovereenkomst verbreekt vóór het verstrijken van de | pour une durée déterminée et dont la rémunération annuelle s'élève à |
termijn ervan en wiens jaarloon meer dan 98.526,10 EUR bedraagt, in | plus de 98.526,10 euros doit, le cas échéant, payer une indemnité de |
voorkomend geval een beëindigingsvergoeding dient te betalen die kan | |
oplopen tot 36 maanden loon, daar waar de bediende die in dezelfde | rupture qui peut atteindre jusqu'à 36 mois de rémunération, alors que |
situatie verkeert maar die onder de toepassing valt van de | l'employé qui se trouve dans la même situation, mais qui relève de la |
Arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978 een beëindigingsvergoeding | loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, doit payer une |
van maximaal 12 maanden loon dient te betalen ? | indemnité de rupture de 12 mois au maximum ? |
- Schendt artikel 4, lid 4, van de wet van 24 februari 1978 artikel 23 | - L'article 4, alinéa 4, de la loi du 24 février 1978 viole-t-il |
van de Grondwet en meer in het bijzonder het recht op vrije arbeid, | l'article 23 de la Constitution, et plus particulièrement le droit à |
doordat uit de toepassing ervan beëindigingsvergoedingen worden | la liberté de travail, en ce qu'il résulte de son application que les |
bepaald die kunnen oplopen tot 36 maanden loon ? ». | indemnités de rupture peuvent atteindre jusqu'à 36 mois de |
rémunération ? ». | |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. Artikel 4 van de wet van 24 februari 1978 betreffende de | B.1. L'article 4 de la loi du 24 février 1978 relative au contrat de |
arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars bepaalt : « De arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars voor een bepaalde tijd gesloten, moet schriftelijk worden gesteld in evenveel exemplaren als er belanghebbenden zijn ondertekend door elke partij. Een exemplaar dient aan de sportbeoefenaar ter hand gesteld te worden. Is er geen geschrift dat beantwoordt aan de voorschriften van het voorgaande lid of is geen exemplaar ervan aan de sportbeoefenaar overhandigd, dan gelden voor deze overeenkomst de bepalingen van artikel 5. De duur van de arbeidsovereenkomst mag niet meer dan vijf jaar bedragen. Zij zijn hernieuwbaar. Werd de overeenkomst gesloten voor een bepaalde tijd dan heeft de benadeelde partij wegens het verbreken daar van zonder dringende reden voor het verstrijken van de termijn, recht op een vergoeding gelijk aan het bedrag van het tot het verstrijken van die termijn verschuldigd loon. Deze vergoeding mag echter niet meer belopen dan het dubbel van die bepaald in artikel 5, lid 2 ». B.2. De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of het | travail du sportif rémunéré dispose : « Le contrat de travail du sportif rémunéré conclu pour une durée déterminée doit être constaté par écrit, en autant d'exemplaires qu'il y a de parties intéressées, signés par chacune des parties. Un exemplaire doit être remis au sportif intéressé. A défaut d'écrit répondant aux prescriptions de l'alinéa précédent, ou s'il existe un écrit dont aucun exemplaire n'a été communiqué au sportif, les dispositions de l'article 5 s'appliquent à ces contrats. La durée des contrats ne peut excéder cinq ans. Ces contrats sont renouvelables. Si le contrat est conclu pour une durée déterminée, sa dénonciation avant terme sans motif grave donne à la partie lésée le droit à une indemnité égale au montant de la rémunération restant due jusqu'à ce terme. Toutefois, cette indemnité ne peut excéder le double du montant de celle qui est prévue à l'alinéa 2 de l'article 5 ». B.2. Le juge a quo demande à la Cour si le dernier alinéa de cette |
laatste lid van die bepaling de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet | disposition viole les articles 10, 11 et 23 de la Constitution en ce |
schendt doordat het tot gevolg heeft dat de vergoeding die een | |
betaalde sportbeoefenaar bij het verbreken van een voor bepaalde tijd | qu'il a pour effet que l'indemnité qu'un sportif rémunéré doit à son |
gesloten arbeidsovereenkomst aan zijn werkgever verschuldigd is, kan | employeur en cas de rupture d'un contrat de travail conclu pour une |
oplopen tot het bedrag van 36 maanden loon. | durée déterminée peut atteindre un montant correspondant à 36 mois de |
B.3. Artikel 4, vierde lid, van de wet van 24 februari 1978 beperkt | rémunération. B.3. L'article 4, alinéa 4, de la loi du 24 février 1978 prévoit |
zich ertoe te bepalen dat de vergoeding gelijk is aan het bedrag van | seulement que l'indemnité est égale au montant de la rémunération |
het loon dat verschuldigd is tot het verstrijken van de termijn van de | restant due jusqu'au terme du contrat de travail, sans que cette |
arbeidsovereenkomst, zonder dat zij evenwel meer kan bedragen dan het | indemnité puisse excéder le double du montant de celle prévue à |
dubbel van de vergoeding bepaald in artikel 5, tweede lid, van | l'article 5, alinéa 2, de la même loi. |
dezelfde wet. | |
B.4. Artikel 5, tweede lid, van de wet van 24 februari 1978 bepaalt : | B.4. L'article 5, alinéa 2, de la loi du 24 février 1978 dispose : |
« Indien de overeenkomst voor onbepaalde tijd werd gesloten, is de | « Si le contrat est conclu sans indication de durée, la partie qui |
partij die de overeenkomst verbreekt zonder dringende reden of zonder | rompt l'engagement sans motif grave ou sans respecter les dispositions |
de bepalingen van het eerste lid van dit artikel in acht te nemen | du 1er alinéa du présent article est tenu de payer à l'autre partie |
gehouden tot de betaling van een vergoeding waarvan het bedrag door de | une indemnité dont le montant sera fixé par le Roi sur avis de la |
Koning zal worden bepaald op advies van het bevoegd Nationaal Paritair | Commission paritaire nationale compétente. Le montant de cette |
Comité. Bij ontstentenis van een koninklijk besluit is het bedrag van | indemnité est, à défaut d'arrêté royal, égal à la rémunération en |
die vergoeding gelijk aan het lopende loon overeenstemmend met de nog | cours correspondant aux rémunérations à échoir jusqu'à la fin de la |
verschuldigde lonen tot het einde van het sportseizoen met een minimum van 25 pct. van het jaarloon ». | saison sportive, un minimum de 25 p.c. de la rémunération annuelle étant dû ». |
B.5. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 13 juli 2004 tot | B.5. L'article 1er de l'arrêté royal du 13 juillet 2004 fixant le |
vaststelling van het bedrag van de vergoeding bedoeld in artikel 5, | |
tweede lid, van de wet van 24 februari 1978 betreffende de | montant de l'indemnité visée à l'article 5, alinéa 2, de la loi du 24 |
arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars bepaalt : | |
« Indien de overeenkomst voor onbepaalde tijd werd gesloten, is de | |
partij die de overeenkomst verbreekt zonder dringende reden of zonder | |
de bepalingen van het eerste lid van artikel 5 van de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars in acht te nemen, gehouden de andere partij een vergoeding te betalen gelijk aan het lopend loon en de voordelen verworven krachtens overeenkomst, overeenstemmend met : 1° indien het jaarlijks loon niet hoger is dan 15.106,00 euro : - vier en een halve maand indien de overeenkomst wordt verbroken tijdens de eerste twee jaren na de aanvang van deze overeenkomst; | février 1978 relative au contrat de travail du sportif rémunéré dispose : « Si le contrat est conclu pour une durée indéterminée, la partie qui rompt l'engagement sans motif grave ou sans respecter les dispositions du 1er alinéa de l'article 5 de la loi du 24 février 1978 relative au contrat de travail du sportif rémunéré est tenue de payer à l'autre partie une indemnité égale à la rémunération en cours y compris les avantages acquis en vertu du contrat, correspondant à : 1° si la rémunération annuelle n'est pas supérieure à 15.106,00 euros : - quatre mois et demi si le contrat est rompu durant les deux premières années après le début de ce contrat; |
- drie maanden indien de overeenkomst wordt verbroken vanaf het derde | - trois mois si le contrat est rompu à partir de la troisième année |
jaar na de aanvang van deze overeenkomst; | après le début de ce contrat; |
2° indien het jaarlijks loon hoger is dan 15.106,00 euro zonder | 2° si la rémunération annuelle est supérieure à 15.106,00 euros sans |
24.631,52 euro te overschrijden : | excéder 24.631,52 euros : |
- zes maanden indien de overeenkomst wordt verbroken tijdens de eerste | - six mois si le contrat est rompu durant les deux premières années |
twee jaren na de aanvang van deze overeenkomst; | après le début de ce contrat; |
- drie maanden indien de overeenkomst wordt verbroken vanaf het derde | - trois mois si le contrat est rompu à partir de la troisième année |
jaar na de aanvang van deze overeenkomst; | après le début de ce contrat; |
3° zes maanden indien het jaarlijks loon hoger is dan 24.631,52 euro | 3° six mois si la rémunération annuelle est supérieure à 24.631,52 |
zonder 32.842,03 euro te overschrijden; | euros sans excéder 32.842,03 euros; |
4° twaalf maanden indien het jaarlijks loon hoger is dan 32.842,03 | 4° douze mois si la rémunération annuelle est supérieure à 32.842,03 |
euro zonder 98.526,10 euro te overschrijden; | euros sans excéder 98.526,10 euros; |
5° achttien maanden indien het jaarlijks loon 98.526,10 euro overschrijdt ». | 5° dix-huit mois si la rémunération annuelle excède 98.526,10 euros ». |
B.6. Wanneer een wettelijke regeling verwijst naar de nadere | B.6. Lorsqu'une norme législative renvoie, pour sa mise en oeuvre, à |
uitwerking ervan in een uitvoeringsbesluit, dient te worden bepaald | un arrêté d'exécution, il convient de déterminer à laquelle des deux |
aan welk van beide normen het in het geding zijnde | normes le grief d'inconstitutionnalité en cause peut être imputé. |
grondwettigheidsbezwaar kan worden toegeschreven. | B.7. La première question préjudicielle concerne la différence de |
B.7. De eerste prejudiciële vraag betreft het verschil in behandeling | traitement entre les sportifs rémunérés, auxquels s'applique la loi du |
tussen betaalde sportbeoefenaars, op wie de wet van 24 februari 1978 | 24 février 1978 relative au contrat de travail du sportif rémunéré, et |
betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars van | |
toepassing is, en de bedienden, voor wie de wet van 3 juli 1978 | les employés, auxquels s'applique la loi du 3 juillet 1978 relative |
betreffende de arbeidsovereenkomsten geldt. | aux contrats de travail. |
Artikel 40, § 1, van de laatstgenoemde wet bepaalt : | L'article 40, § 1er, de cette dernière loi dispose : |
« Is de overeenkomst voor bepaalde tijd of voor een duidelijk | « Si le contrat a été conclu pour une durée déterminée ou pour un |
omschreven werk aangegaan, dan is de partij die de overeenkomst | travail nettement défini, la partie qui résilie le contrat avant terme |
beëindigt zonder dringende reden vóór het verstrijken van de termijn, | et sans motif grave est tenue de payer à l'autre une indemnité égale |
gehouden de andere partij een vergoeding te betalen, die gelijk is aan | au montant de la rémunération qui restait à échoir jusqu'à ce terme, |
het bedrag van het loon dat verschuldigd is tot het bereiken van die | |
termijn, zonder echter het dubbel te mogen overtreffen van het loon | |
dat overeenstemt met de duur van de opzeggingstermijn, die in acht had | sans que ce montant puisse toutefois excéder le double de la |
moeten worden genomen, indien de overeenkomst zonder tijdsbepaling was | rémunération correspondant à la durée du délai de préavis qui aurait |
gesloten ». | dû être respecté si le contrat avait été conclu sans terme ». |
Artikel 82, § 3, derde lid, van dezelfde wet bepaalt : | L'article 82, § 3, alinéa 3, de la même loi dispose : |
« Indien de opzegging wordt gegeven door de bediende, mag de | « Si le congé est donné par l'employé, le délai de préavis ne peut |
opzeggingstermijn niet langer zijn dan vier en een halve maand indien | être supérieur à quatre mois et demi si la rémunération annuelle est |
het jaarlijks loon hoger is dan 16 100 EUR zonder 32 200 EUR te | supérieure à 16.100 EUR sans excéder 32.200 EUR, ni supérieur à six |
overschrijden, noch langer dan zes maanden indien het jaarlijks loon 32 200 EUR overschrijdt ». | mois si la rémunération annuelle excède 32.200 EUR ». |
Uit die bepalingen volgt dat de vergoeding die een bediende bij het | Il découle de ces dispositions que l'indemnité qu'un employé doit à |
verbreken van een voor bepaalde tijd gesloten arbeidsovereenkomst aan | son employeur en cas de rupture d'un contrat de travail conclu pour |
zijn werkgever verschuldigd is, maximaal kan oplopen tot het bedrag | une durée déterminée s'élève au maximum à douze mois de rémunération. |
van 12 maanden loon. | |
Uit de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst | Il ne peut cependant être déduit de la loi du 24 février 1978 relative |
voor betaalde sportbeoefenaars kan evenwel niet worden afgeleid dat de | au contrat de travail du sportif rémunéré que les sportifs sont, sur |
sportbeoefenaars op dat punt gunstiger of minder gunstig worden | ce point, traités plus favorablement ou moins favorablement que les |
behandeld dan de bedienden onderworpen aan de wet van 3 juli 1978 | employés soumis à la loi du 3 juillet 1978 précitée. Ce constat |
betreffende de arbeidsovereenkomsten. Die vaststelling vloeit enkel | |
voort uit het voormelde koninklijk besluit van 13 juli 2004. Het in | découle uniquement de l'arrêté royal précité du 13 juillet 2004. La |
het geding zijnde verschil in behandeling dient derhalve aan dat | |
koninklijk besluit te worden toegeschreven, waarvan de bestaanbaarheid | différence de traitement en cause doit dès lors être imputée à cet |
met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door de verwijzende rechter zelf dient te worden beoordeeld. Aan die vaststelling wordt geen afbreuk gedaan door het gegeven dat het vergelijkingspunt, meer bepaald de regeling voor bedienden, in een wetskrachtige norm is neergelegd. De verwijzende rechter is immers bevoegd om te oordelen of een koninklijk besluit, zonder objectieve en redelijke verantwoording, aan de sportbeoefenaars een voordeel ontzegt dat de wetgever aan een andere categorie van personen heeft toegekend. Daaruit volgt dat niet het Hof, maar de verwijzende rechter zelf, bevoegd is om zich over het in het geding zijnde verschil in behandeling uit te spreken. | arrêté royal, dont la conformité aux articles 10 et 11 de la Constitution doit être appréciée par le juge a quo lui-même. La circonstance que le point de comparaison, plus précisément le régime applicable aux employés, est contenu dans une norme législative n'altère pas ce constat. En effet, le juge a quo est compétent pour décider si un arrêté royal prive, sans justification objective et raisonnable, les sportifs d'un avantage que le législateur a accordé à une autre catégorie de personnes. Il s'ensuit que ce n'est pas à la Cour mais au juge a quo qu'il appartient de se prononcer sur la différence de traitement en cause. |
B.8. De tweede prejudiciële vraag betreft de verenigbaarheid van de in | B.8. La seconde question préjudicielle porte sur la conformité de la |
het geding zijnde bepaling met het recht op de vrije keuze van | disposition en cause avec le droit au libre choix d'une activité |
beroepsarbeid, zoals gewaarborgd bij artikel 23 van de Grondwet. | professionnelle, garanti par l'article 23 de la Constitution. |
Le droit au libre choix d'une activité professionnelle peut faire | |
Aan het recht op de vrije keuze van beroepsarbeid kunnen beperkingen | l'objet de restrictions, à condition que celles-ci soient |
worden gesteld, op voorwaarde dat die redelijk zijn verantwoord en | raisonnablement justifiées et ne soient pas disproportionnées à |
niet onevenredig zijn met het nagestreefde doel. | l'objectif poursuivi. |
Aangezien de omvang van de vergoeding, die een doorslaggevend element | Etant donné que le montant de l'indemnité, qui constitue un élément |
is in de beoordeling van de evenredigheid van de beperking, enkel op | déterminant dans l'appréciation du caractère proportionné de la |
grond van het koninklijk besluit van 13 juli 2004 kan worden | restriction, ne peut être fixé que sur la base de l'arrêté royal du 13 |
vastgesteld en niet op grond van de in het geding zijnde wetsbepaling, | juillet 2004 et non sur la base de la disposition législative en |
is het Hof niet bevoegd om op de tweede prejudiciële vraag te | cause, la Cour n'est pas compétente pour répondre à la seconde |
antwoorden. | question préjudicielle. |
B.9. Met toepassing van artikel 159 van de Grondwet, komt het de | B.9. Conformément à l'article 159 de la Constitution, il appartient au |
verwijzende rechter toe de bepalingen van het koninklijk besluit | juge a quo d'écarter l'application des dispositions de l'arrêté royal |
buiten toepassing te laten in zoverre zij niet in overeenstemming | dans la mesure où celles-ci ne seraient pas compatibles avec les |
zouden zijn met de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet. | articles 10, 11 et 23 de la Constitution. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
De prejudiciële vragen behoren niet tot de bevoegdheid van het Hof. | Les questions préjudicielles ne relèvent pas de la compétence de la |
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Cour. Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 18 mei 2011. | la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 18 mai 2011. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
De voorzitter, | Le président, |
M. Bossuyt. | M. Bossuyt. |