Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 69/2011 van 12 mei 2011 Rolnummer 5125 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 55bis van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968, zoals inge Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter R. Henneuse en de rechters-v(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 69/2011 van 12 mei 2011 Rolnummer 5125 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 55bis van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968, zoals inge Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter R. Henneuse en de rechters-v(...) Extrait de l'arrêt n° 69/2011 du 12 mai 2011 Numéro du rôle : 5125 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 55bis des lois relatives à la police de la circulation routière, coordonnées par l'arrêté royal du 16 mars 1968, te La Cour constitutionnelle, chambre restreinte, composée du président R. Henneuse et des juges-ra(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 69/2011 van 12 mei 2011 Extrait de l'arrêt n° 69/2011 du 12 mai 2011
Rolnummer 5125 Numéro du rôle : 5125
In zake : de prejudiciële vraag over artikel 55bis van de wetten En cause : la question préjudicielle concernant l'article 55bis des
betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij lois relatives à la police de la circulation routière, coordonnées par
koninklijk besluit van 16 maart 1968, zoals ingevoegd bij de wet van l'arrêté royal du 16 mars 1968, tel qu'il a été inséré par la loi du
20 juli 2005, gesteld door de Politierechtbank te Nijvel. 20 juillet 2005, posée par le Tribunal de police de Nivelles.
Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, La Cour constitutionnelle, chambre restreinte,
samengesteld uit voorzitter R. Henneuse en de rechters-verslaggevers composée du président R. Henneuse et des juges-rapporteurs P. Nihoul
P. Nihoul en E. De Groot, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, et E. De Groot, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij beschikking van 8 maart 2011 in zake het openbaar ministerie tegen Par ordonnance du 8 mars 2011 en cause du ministère public contre
Antoine Varlet, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is Antoine Varlet, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le
ingekomen op 11 maart 2011, heeft de Politierechtbank te Nijvel de 11 mars 2011, le Tribunal de police de Nivelles a posé la question
volgende prejudiciële vraag gesteld : préjudicielle suivante :
« Schenden de bepalingen van artikel 55bis van het koninklijk besluit « Les dispositions de l'article 55bis de l'arrêté royal du 16 mars
van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie 1968 portant coordination des lois relatives à la police de la
over het wegverkeer, zoals ingevoegd bij de wet van 20 juli 2005, de circulation routière, tel qu'inséré par la loi du 20 juillet 2005 ne
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen violent-ils pas les articles 10 et 11 de la Constitution, lus
met artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten séparément ou en combinaison avec l'article 6 de la Convention
van de mens en de fundamentele vrijheden, aangezien zij elk beroep européenne de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés
ontzeggen aan de persoon ten aanzien van wie een beslissing tot fondamentales, aux motifs qu'elle prive de tout recours la personne à
verlenging van de intrekking van het rijbewijs is genomen, die zesmaal l'égard de laquelle [est prise] une décision de prolongation du
zwaarder kan zijn dan de oorspronkelijke beslissing, terwijl een retrait du permis de conduire, qui peut être six fois plus importante
persoon die van zijn vrijheid is beroofd, wel over een dergelijk que la décision initiale, alors qu'une personne privée de liberté
beroep beschikt ? ». dispose d'un tel recours ? ».
Op 24 maart 2011 hebben de rechters-verslaggevers P. Nihoul en E. De Le 24 mars 2011, en application de l'article 71, alinéa 1er, de la loi
Groot, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de bijzondere
wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, de voorzitter ervan spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les
in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het juges-rapporteurs P. Nihoul et E. De Groot ont informé le président
Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te qu'ils pourraient être amenés à proposer à la Cour, siégeant en
wijzen waarbij wordt vastgesteld dat de prejudiciële vraag chambre restreinte, de rendre un arrêt constatant que la question
klaarblijkelijk niet tot de bevoegdheid van het Hof behoort. préjudicielle ne relève manifestement pas de la compétence de la Cour.
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1. Artikel 55bis van de op 16 maart 1968 gecoördineerde wetten B.1. L'article 55bis des lois relatives à la police de la circulation
betreffende de politie over het wegverkeer, ingevoegd bij artikel 16 routière coordonnées le 16 mars 1968, inséré par l'article 16 de la
van de wet van 20 juli 2005 « tot wijziging van de gecoördineerde loi du 20 juillet 2005 « modifiant les lois coordonnées du 16 mars
wetten van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer », bepaalt : 1968 relative à la police de la circulation routière », dispose :
« § 1. De procureur des Konings kan een beschikking tot verlenging van « § 1er. Le procureur du Roi peut requérir une ordonnance de
de intrekking met ten hoogste drie maanden vorderen voor de prolongation de retrait d'au maximum trois mois auprès du tribunal de
politierechtbank. police.
Tussen de datum van de dagvaarding en de datum van verschijning moet Il y aura au moins un délai de sept jours entre la citation et la
een termijn van ten minste zeven dagen gelaten worden. comparution.
Artikel 146, tweede en derde lid, van het Wetboek van strafvordering L'article 146, alinéas 2 et 3, du Code d'instruction criminelle est
is van toepassing. d'application.
Onverminderd de wettelijke bepalingen bevat de dagvaarding tevens een Sans préjudice des dispositions légales, la citation énonce les faits
opgave van de feiten die de gedaagde in die stand van het onderzoek qui sont mis à charge de la personne citée à ce stade de
ten laste worden gelegd. l'instruction.
§ 2. De politierechtbank doet uitspraak in openbare terechtzitting § 2. Le tribunal de police statue en séance publique dans les quinze
binnen vijftien dagen na de beslissing tot intrekking door het jours suivant la décision de retrait par le ministère public.
openbaar ministerie.
De beschikking tot verlenging van de intrekking vermeldt nauwkeurig, L'ordonnance de prolongation de retrait indique de façon précise, mais
maar op een wijze die beknopt mag zijn, de feiten die de gedaagde in pouvant être concise, les faits qui sont mis à charge de la personne
die stand van het onderzoek ten laste worden gelegd en de redenen citée à ce stade de l'instruction et les raisons pour lesquelles le
waarom de rechter de intrekking door de procureur des Konings juge prolonge le retrait décidé par le procureur du Roi.
verlengt. De beslissing over de kosten wordt aangehouden teneinde er over te La décision relative aux dépens est réservée afin qu'il puisse être
beslissen overeenkomstig artikel 162 van het Wetboek van statué en la matière conformément à l'article 162 du Code
strafvordering. d'instruction criminelle.
Tegen deze beschikking tot verlenging van de intrekking is enkel Cette ordonnance de prolongation de retrait n'est susceptible
verzet mogelijk overeenkomstig artikel 187, eerste tot vierde lid, van d'opposition que conformément à l'article 187, alinéas 1er à 4, du
het Wetboek van strafvordering. Code d'instruction criminelle.
Het verzet schorst de tenuitvoerlegging van de beslissing tot intrekking niet. L'opposition ne suspend pas l'exécution de la décision de retrait.
§ 3. De politierechter belast met de behandeling ten gronde, is niet § 3. Le juge de police chargé du traitement au fond n'est pas tenu par
gebonden door de omschrijving van de feiten zoals weerhouden naar les faits tels que décrits au moment de la délivrance de l'ordonnance
aanleiding van de aflevering van de beschikking tot verlenging van de de prolongation du retrait.
intrekking. § 4. In afwijking van § 1 kan de procureur des Konings of, bij § 4. Par dérogation au § 1er, le procureur du Roi ou, par délégation,
delegatie, een officier van gerechtelijke politie, op het ogenblik van un officier de la police judiciaire peut, au moment du retrait, citer
de intrekking, de dader van de overtreding oproepen om te verschijnen
voor de politierechtbank of de correctionele rechtbank binnen een l'auteur de l'infraction à comparaître devant le tribunal de police ou
termijn van vijftien dagen.
Hij stelt hem in kennis van de beslissing een beschikking tot le tribunal correctionnel dans un délai de quinze jours.
verlenging van de intrekking te vorderen, geeft een opgave van de Il l'informe de la décision de demander une ordonnance de prolongation
feiten die hem ten laste worden gelegd alsook de plaats, de dag en het du retrait, lui énonce les faits portés à sa charge, lui communique le
uur van de zitting van de politierechtbank en deelt hem mede dat hij lieu, la date et l'heure de l'audience du tribunal de police et
het recht heeft een advocaat te kiezen. l'informe qu'il a le droit de choisir un avocat.
Deze kennisgeving en mededeling worden in een proces-verbaal vermeld, Cette notification et cette communication sont mentionnées dans un
waarvan hem onmiddellijk een kopie wordt overhandigd. procès-verbal, dont une copie lui est remise immédiatement.
Deze kennisgeving geldt als dagvaarding om voor de politierechtbank te Cette notification vaut citation à comparaître devant le tribunal de
verschijnen. police.
§ 5. De procureur des Konings kan ten laste van de dader van de § 5. Le procureur du Roi peut demander, à charge de l'auteur de
overtreding een beschikking tot hernieuwing van de verlenging met ten l'infraction, une ordonnance de renouvellement de la prolongation de
hoogste drie maanden vorderen bij de politierechtbank. trois mois maximum auprès du tribunal de police.
Hij dagvaardt de betrokkene overeenkomstig § 1 ten laatste vijftien Il assigne l'intéressé conformément au § 1er, au plus tard quinze
dagen vóór het verstrijken van de termijn van de aanvankelijke jours avant l'expiration du délai de l'ordonnance initiale.
beschikking. § 6. De politierechtbank doet in openbare terechtzitting uitspraak § 6. Le tribunal de police se prononce en séance publique conformément
overeenkomstig §§ 2 en 3 vóór het verstrijken van de aanvankelijke aux §§ 2 et 3 avant l'expiration de l'ordonnance de prolongation
beschikking tot verlenging. initiale.
§ 7. In afwijking van § 6 en op voorwaarde dat de procureur des Konings voor diezelfde zitting ten gronde heeft gedagvaard, kan de politierechtbank onmiddellijk kennis nemen van de grond van de zaak ». B.2. In de regel kan het Hof niet de wetsbepalingen vaststellen die toepasselijk zijn op het hangende geschil voor de verwijzende rechter. Wanneer de prejudiciële vraag evenwel betrekking heeft op een bepaling die kennelijk niet op dat geschil kan worden toegepast, onderzoekt het Hof de grondwettigheid ervan niet. B.3.1. Het staat niet aan een rechtscollege dat nog geen uitspraak heeft gedaan over de vordering die erbij aanhangig is gemaakt, wetsbepalingen toe te passen die vaststellen in welke mate rechtsmiddelen openstaan tegen de beslissing die het nog niet heeft genomen. B.3.2. De prejudiciële vraag slaat te dezen op de voormelde bepaling in zoverre zij betrekking heeft op het vaststellen van de rechtsmiddelen waarover de persoon zou beschikken op wie de verlenging van een maatregel tot intrekking van een rijbewijs, waartoe bij beschikking van de politierechtbank is besloten, betrekking heeft. Uit de motieven van de verwijzingsbeslissing blijkt dat de verwijzende rechter wordt verzocht zich uit te spreken over een vordering tot verlenging van een intrekking van een rijbewijs waartoe door de procureur des Konings is besloten, en dat hij nog geen uitspraak over die vordering heeft gedaan. Het staat dus niet aan de verwijzende rechter de in het geding zijnde bepaling toe te passen, in zoverre zij zou vaststellen over welke rechtsmiddelen die persoon zou beschikken tegen een eventuele beschikking tot verlenging. B.4. In die mate is de in het geding zijnde bepaling dus klaarblijkelijk niet van toepassing op het hangende geschil voor de verwijzende rechter, zodat het niet aan het Hof staat de grondwettigheid ervan te onderzoeken. Om die redenen, het Hof, beperkte kamer, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, stelt vast dat de prejudiciële vraag geen antwoord behoeft. Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 12 mei 2011. De griffier, P.-Y. Dutilleux. De voorzitter, § 7. Par dérogation au § 6 et à condition que le procureur du Roi ait assigné au fond pour la même audience, le tribunal de police peut connaître immédiatement du fond de l'affaire ». B.2. La Cour ne peut, en règle, déterminer les dispositions législatives applicables au litige pendant devant le juge a quo. Toutefois, lorsque la question préjudicielle porte sur une disposition qui est manifestement inapplicable à ce litige, la Cour n'en examine pas la constitutionnalité. B.3.1. Il n'appartient pas à une juridiction qui n'a pas encore statué sur la demande dont elle est saisie de faire application de dispositions législatives qui déterminent dans quelle mesure sont ouvertes des voies de recours contre la décision qu'elle n'a pas encore prise. B.3.2. La question préjudicielle porte, en l'espèce, sur la disposition précitée dans la mesure où elle concerne la détermination des voies de recours dont disposerait la personne concernée par la prolongation d'une mesure de retrait d'un permis de conduire, décidée par ordonnance du tribunal de police. Il ressort des motifs de la décision de renvoi que le juge a quo est invité à statuer sur une demande de prolongation d'un retrait de permis de conduire décidé par le procureur du Roi, et qu'il n'a pas encore statué sur cette demande. Il n'appartient donc pas au juge a quo d'appliquer la disposition en cause, dans la mesure où elle déterminerait de quelles voies de recours disposerait cette personne contre une éventuelle ordonnance de prolongation. B.4. Dans cette mesure, la disposition en cause est donc manifestement inapplicable au litige pendant devant le juge a quo, de sorte qu'il n'appartient pas à la Cour d'en examiner la constitutionnalité. Par ces motifs, la Cour, chambre restreinte, statuant à l'unanimité des voix, constate que la question préjudicielle n'appelle pas de réponse. Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 12 mai 2011. Le greffier, P.-Y. Dutilleux. Le président,
R. Henneuse. R. Henneuse.
^