← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 24/2011 van 10 februari 2011 Rolnummer 4904 In zake :
de prejudiciële vragen betreffende artikel 365, § 2, eerste lid, d), van het Gerechtelijk Wetboek,
zoals gewijzigd bij artikel 8 van de wet van 27 december Het
Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechter(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 24/2011 van 10 februari 2011 Rolnummer 4904 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 365, § 2, eerste lid, d), van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 8 van de wet van 27 december Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechter(...) | Extrait de l'arrêt n° 24/2011 du 10 février 2011 Numéro du rôle : 4904 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 365, § 2, alinéa 1 er , d), du Code judiciaire, tel qu'il a été modifié par l'article 8 de la La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges J.-P.(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 24/2011 van 10 februari 2011 | Extrait de l'arrêt n° 24/2011 du 10 février 2011 |
Rolnummer 4904 | Numéro du rôle : 4904 |
In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 365, § 2, eerste | En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 365, § |
lid, d), van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 8 | 2, alinéa 1er, d), du Code judiciaire, tel qu'il a été modifié par |
van de wet van 27 december 2002, gesteld door het Hof van Beroep te | l'article 8 de la loi du 27 décembre 2002, posées par la Cour d'appel |
Brussel. | de Bruxelles. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de | composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges J.-P. |
rechters J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey | Moerman, E. Derycke, J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey et P. Nihoul, |
en P. Nihoul, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder | assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. |
voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, | Bossuyt, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Objet des questions préjudicielles et procédure |
Bij arrest van 17 maart 2010 in zake Hans Baeke tegen de Belgische | Par arrêt du 17 mars 2010 en cause de Hans Baeke contre l'Etat belge, |
Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 24 | dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 24 mars 2010, |
maart 2010, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende | la Cour d'appel de Bruxelles a posé les questions préjudicielles |
prejudiciële vragen gesteld : | suivantes : |
1. « Is artikel 365, § 2, eerste lid, d) van het Gerechtelijk Wetboek, | 1. « L'article 365, § 2, alinéa 1er, d), du Code judiciaire, tel qu'il |
zoals gewijzigd bij artikel 8 van de wet van 27 december 2002 (BS 31 | a été modifié par l'article 8 de la loi du 27 décembre 2002 (MB du 31 |
december 2002), strijdig met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in | décembre 2002), viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, |
samenlezing met artikel 154 van de Grondwet, in zoverre deze bepaling | combinés avec l'article 154 de la Constitution, en ce que cette |
aan de magistraten die in de periode vanaf 1 oktober 1993 en vóór 31 | disposition octroie aux magistrats qui ont été nommés entre le 1er |
december 2002 benoemd werden op grond van artikel 194 van het | octobre 1993 et le 31 décembre 2002, en vertu de l'article 194 du Code |
Gerechtelijk Wetboek voor juridische ervaring in de private sector een | judiciaire, une augmentation de l'ancienneté utile, en raison de |
verhoging toekent van de nuttige anciënniteit voor een maximumduur van | l'expérience juridique acquise dans le secteur privé, pour une durée |
6 jaar vanaf 1 januari 2003, terwijl, in de interpretatie daaraan | maximale de 6 ans à partir du 1er janvier 2003, alors que, dans |
gegeven door de Belgische Staat, ditzelfde voordeel moet worden | l'interprétation qu'en donne l'Etat belge, ce même avantage doit être |
geweigerd aan magistraten die op grond van artikel 194 van het | refusé aux magistrats qui ont été nommés, sur la base de l'article 194 |
Gerechtelijk Wetboek benoemd werden vóór 1 oktober 1993 en die het | du Code judiciaire, avant le 1er octobre 1993 et qui fournissent la |
bewijs leveren dat zij op deze laatste datum voldaan hebben aan alle | preuve qu'ils ont satisfait, à cette date, à toutes les nouvelles |
nieuwe benoemingsvoorwaarden van artikel 194 van het Gerechtelijk | conditions de nomination prévues à l'article 194 du Code judiciaire, |
qui sont entrées en vigueur à partir du 1er octobre 1993, en | |
Wetboek die vanaf 1 oktober 1993 in werking zijn getreden, in het | particulier celles d'avoir exercé des fonctions juridiques dans un |
bijzonder, tenminste 9 jaar (nadien 5 jaar) werkzaam zijn geweest in | service public ou privé pendant au moins 9 ans (par la suite 5 ans) |
een juridische functie in openbare of private dienst en, in toepassing | |
van artikel 21, § 1 (nadien 21, eerste lid) van de wet van 18 juli | et, en application de l'article 21, § 1er, (par la suite 21, alinéa 1er), |
1991, geslaagd zijn in het voorgeschreven examen inzake | de la loi du 18 juillet 1991, d'avoir réussi l'examen d'aptitude |
beroepsbekwaamheid of de voorgeschreven gerechtelijke stage hebben | professionnelle prévu ou d'avoir accompli le stage judiciaire prévu ? |
doorgemaakt ? »; | »; |
2. « Is artikel 365, § 2, eerste lid, d), van het Gerechtelijk | 2. « L'article 365, § 2, alinéa 1er, d), du Code judiciaire, tel qu'il |
Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 8 van de wet van 27 december 2002 | a été modifié par l'article 8 de la loi du 27 décembre 2002 (MB du 31 |
(BS 31 december 2002), strijdig met de artikelen 10 en 11 van de | décembre 2002), viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, |
Grondwet, in samenlezing met artikel 154 van de Grondwet, in zoverre | combinés avec l'article 154 de la Constitution, en ce que cette |
deze bepaling aan de magistraten die in de periode vanaf 1 oktober | disposition octroie aux magistrats qui ont été nommés entre le 1er |
1993 en vóór 31 december 2002 benoemd werden op grond van artikel 194 | octobre 1993 et le 31 décembre 2002, en vertu de l'article 194 du Code |
van het Gerechtelijk Wetboek voor juridische ervaring in de private | judiciaire, une augmentation de l'ancienneté utile, en raison de |
sector een verhoging toekent van de nuttige anciënniteit voor een | l'expérience juridique acquise dans le secteur privé, pour une durée |
maximumduur van 6 jaar vanaf 1 januari 2003, terwijl, in de | maximale de 6 ans à partir du 1er janvier 2003, alors que, dans |
interpretatie daaraan gegeven door de Belgische Staat, ditzelfde | l'interprétation qu'en donne l'Etat belge, ce même avantage doit être |
voordeel moet worden geweigerd aan magistraten die op grond van | |
artikel 194 van het Gerechtelijk Wetboek benoemd werden vóór 1 oktober | refusé aux magistrats qui ont été nommés, sur la base de l'article 194 |
1993 en die het bewijs leveren dat zij op deze laatste datum voldaan | du Code judiciaire, avant le 1er octobre 1993 et qui fournissent la |
preuve qu'ils ont satisfait, à cette date, à toutes les nouvelles | |
hebben aan alle nieuwe benoemingsvoorwaarden van artikel 194 van het | conditions de nomination prévues à l'article 194 du Code judiciaire, |
Gerechtelijk Wetboek die vanaf 1 oktober 1993 in werking zijn | qui sont entrées en vigueur à partir du 1er octobre 1993, en |
particulier celles d'avoir exercé des fonctions juridiques dans un | |
getreden, in het bijzonder, tenminste 9 jaar (nadien 5 jaar) werkzaam | service public ou privé pendant au moins 9 ans (par la suite 5 ans) |
zijn geweest in een juridische functie in openbare of private dienst | |
en, in toepassing van artikel 21, § 1 (nadien 21, eerste lid) van de | et, en application de l'article 21, § 1er, (par la suite 21, alinéa 1er), |
wet van 18 juli 1991, geslaagd zijn in het voorgeschreven examen | de la loi du 18 juillet 1991, d'avoir réussi l'examen d'aptitude |
inzake beroepsbekwaamheid of de voorgeschreven gerechtelijke stage | professionnelle prévu ou d'avoir accompli le stage judiciaire prévu et |
hebben doorgemaakt, en die ook nog bewijzen dat bij de concrete | qui prouvent également qu'il a été tenu compte, dans les |
overwegingen die hebben geleid tot hun benoeming door de Koning, | considérations concrètes qui ont conduit à leur nomination par le Roi, |
rekening werd gehouden met hun juridische ervaring in private dienst ? ». | de leur expérience juridique dans un service privé ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. De prejudiciële vragen hebben betrekking op de bestaanbaarheid | B.1. Les questions préjudicielles portent sur la compatibilité avec |
met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met | les articles 10 et 11, combinés avec l'article 154, de la |
artikel 154 van de Grondwet, van artikel 365, § 2, eerste lid, d), van | Constitution, de l'article 365, § 2, alinéa 1er, d), du Code |
het Gerechtelijk Wetboek, zoals aangevuld bij artikel 8 van de wet van | judiciaire, tel qu'il a été complété par l'article 8 de la loi du 27 |
27 december 2002 « tot wijziging, wat de wedden van de magistraten van | décembre 2002 modifiant le Code judiciaire en ce qui concerne les |
de Rechterlijke Orde betreft, van het Gerechtelijk Wetboek » (hierna : | traitements des magistrats de l'Ordre judiciaire (ci-après : la loi du |
wet van 27 december 2002). | 27 décembre 2002). |
Artikel 9 van diezelfde wet bepaalt : | L'article 9 de cette même loi dispose : |
« Deze wet heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2002, met | « La présente loi produit ses effets le 1er octobre 2002, à |
uitzondering van artikel 8 dat uitwerking heeft met ingang van 1 mei 2001 ». | l'exception de l'article 8, qui produit ses effets le 1er mai 2001 ». |
Artikel 365, § 2, eerste lid, d), eerste en vierde lid (waarvan dit | L'article 365, § 2, alinéa 1er, d), alinéas 1er et 4 (cet alinéa 4 |
vierde lid bij de wet van 27 december 2002 is toegevoegd), bepaalt : | ayant été ajouté par la loi du 27 décembre 2002), dispose : |
« Voor de berekening van de anciënniteit komen in aanmerking : | « Entrent en ligne de compte pour le calcul de l'ancienneté : |
[...] | [...] |
d) onverminderd de toepassing van de bepalingen van § 1, de duur van | d) sans préjudice de l'application des dispositions du § 1er, la durée |
de diensten die volgens de bezoldigingsregeling van het personeel der | des services rendus qui dans le statut pécuniaire du personnel des |
ministeries in aanmerking kunnen worden genomen voor de berekening van | ministères peuvent entrer en ligne de compte pour le calcul de |
de geldelijke anciënniteit van de ambtenaren van niveau 1 en dit | l'ancienneté pécuniaire des fonctionnaires appartenant au niveau 1 et |
volgens dezelfde regels. | ce selon les mêmes modalités. |
[...] | [...] |
Onder voorbehoud van de toepassing van de bepaling van punt a), komt | Sous réserve de l'application des dispositions du point a), |
echter de als benoemingsvoorwaarde vereiste ervaring in de | l'expérience dans le secteur privé ou en tant qu'indépendant, exigée |
privé-sector of als zelfstandige, slechts in aanmerking voor een | comme condition de nomination, n'est toutefois prise en considération |
maximumduur van zes jaar vanaf 1 januari 2003 ». | que pour un durée maximale de six ans à partir du 1er janvier 2003 ». |
Het punt a) waarnaar in de in het geding zijnde bepaling wordt | Le point a) auquel il est fait référence dans la disposition en cause |
verwezen, bepaalt - in de na 's Hofs vernietigingsarrest nr. 116/2004 | prévoit - dans sa version remplacée, en conséquence de l'arrêt |
van 30 juni 2004 bij wet van 27 december 2004 houdende diverse | d'annulation de la Cour n° 116/2004 du 30 juin 2004, par la loi du 27 |
bepalingen vervangen versie - dat voor de berekening van de | décembre 2004 portant des dispositions diverses - qu'entrent en ligne |
anciënniteit in aanmerking komen, « de tijd van inschrijving bij de | de compte, pour le calcul de l'ancienneté, « le temps de l'inscription |
balie, evenals de uitoefening van het ambt van notaris door een | au barreau, ainsi que l'exercice de la charge de notaire par un |
doctor, licentiaat of master in de rechten ». | docteur, un licencié ou un master en droit ». |
B.2. Bij het verwijzende rechtscollege is in hoger beroep de vordering | B.2. Le juge a quo est saisi en appel de l'action intentée par un |
aanhangig van een in 1992 benoemde magistraat, die vraagt dat bij het | magistrat nommé en 1992, qui demande que pour fixer son ancienneté |
bepalen van zijn geldelijke anciënniteit met ingang van 1 januari 2003 | pécuniaire, il soit tenu compte, à partir du 1er janvier 2003, de son |
rekening zou worden gehouden met zijn voorafgaande ervaring als jurist | expérience antérieure de juriste dans le secteur privé. Il dénonce le |
in de privésector. Hij klaagt aan dat voor magistraten die, zoals hij, | fait que, pour les magistrats qui ont été, comme lui, nommés avant le |
zijn benoemd vóór 1 oktober 1993, de voorafgaande ervaring als jurist in de privésector niet wordt gevaloriseerd, terwijl dat wel het geval is voor nadien benoemde magistraten. In zoverre uit de in het geding zijnde bepaling in de daaraan door de Belgische Staat gegeven interpretatie volgt dat enkel de « als benoemingsvoorwaarde vereiste ervaring » in aanmerking kan worden genomen, rijst volgens hem de vraag of dit discriminerend is voor de eerder benoemde magistraten, voor wie die ervaring geen benoemingsvoorwaarde was maar wel een belangrijke, zo niet determinerende, factor bij de benoeming. De appellant voor het verwijzende rechtscollege bekritiseert niet dat de juridische ervaring eerst vanaf 1 januari 2003 in rekening wordt gebracht, noch dat dit geldt voor een maximumtermijn van zes jaar. Bij zijn arrest nr. 116/2004 van 30 juni 2004 heeft het Hof overigens reeds geoordeeld dat de beperking tot zes jaar niet in strijd is met | 1er octobre 1993, l'expérience antérieure de juriste dans le secteur privé n'est pas valorisée, alors qu'elle l'est pour les magistrats qui ont été nommés par la suite. Dans la mesure où il découle de la disposition en cause, dans l'interprétation qu'en fait l'Etat belge, que seule l'« expérience requise en tant que condition de nomination » peut être prise en considération, la question se pose, selon lui, de savoir si cette situation est discriminatoire pour les magistrats précités, pour lesquels cette expérience ne constituait pas une condition de nomination mais bien un facteur important, voire déterminant, pour la nomination. L'appelant devant la juridiction a quo ne critique pas le fait que l'expérience juridique n'entre en ligne de compte qu'à partir du 1er janvier 2003, ni le fait que cette expérience n'est prise en considération que pour une durée maximale de six ans. Par son arrêt n° 116/2004 du 30 juin 2004, la Cour a par ailleurs déjà jugé que la |
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Daarbij oordeelde het Hof ook | limitation à six années n'était pas contraire aux articles 10 et 11 de |
la Constitution (B.33-B.39). La Cour a également jugé que la | |
dat het verschil in valorisatie van de voorafgaande ervaring in de | différence entre la valorisation de l'expérience antérieure acquise |
privésector - die aldus is beperkt - en de valorisatie van | dans le secteur privé - qui est donc limitée - et la valorisation de |
voorafgaande ervaring als ambtenaar - die volledig wordt verrekend - | l'expérience antérieure acquise en tant que fonctionnaire - qui est |
niet discriminerend is en dat het evenmin discriminerend is om wel | entièrement prise en compte - n'était pas discriminatoire et qu'il |
rekening te houden met de ervaring aan de balie. | n'était pas davantage discriminatoire de prendre en compte |
l'expérience acquise au barreau (B.36-B.39). | |
Bij zijn arrest nr. 136/2010 van 9 december 2010 heeft het Hof voorts | Par son arrêt n° 136/2010 du 9 décembre 2010, la Cour a par ailleurs |
geoordeeld dat het gegeven dat geen rekening wordt gehouden met de | jugé que le fait qu'il ne soit pas tenu compte de l'expérience acquise |
voorafgaande ervaring als vakbondsafgevaardigde voor de | antérieurement, en tant que délégué syndical, devant les juridictions |
arbeidsrechtbanken, maar wel met de ervaring als advocaat of als | du travail mais bien de l'expérience en tant qu'avocat ou notaire ne |
notaris, niet in strijd is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | violait pas les articles 10 et 11 de la Constitution. |
B.3.1. In de bewoordingen van de prejudiciële vragen moet meer bepaald | B.3.1. Selon le libellé des questions préjudicielles, il convient plus |
een vergelijking worden gemaakt tussen, enerzijds, | précisément d'établir une comparaison entre, d'une part, les |
« magistraten die in de periode vanaf 1 oktober 1993 en vóór 31 | « magistrats qui ont été nommés entre le 1er octobre 1993 et le 31 |
december 2002 benoemd werden op grond van artikel 194 van het | décembre 2002, en vertu de l'article 194 du Code judiciaire, [auxquels |
Gerechtelijk Wetboek [aan wie de in het geding zijnde bepaling] voor | la disposition en cause octroie] une augmentation de l'ancienneté |
juridische ervaring in de private sector een verhoging toekent van de | utile, en raison de l'expérience juridique acquise dans le secteur |
nuttige anciënniteit voor een maximumduur van 6 jaar vanaf 1 januari | privé, pour une durée maximale de 6 ans à partir du 1er janvier 2003 » |
2003 » en, anderzijds, | et d'autre part, les |
« magistraten die op grond van artikel 194 van het Gerechtelijk | « magistrats qui ont été nommés, sur la base de l'article 194 du Code |
Wetboek benoemd werden vóór 1 oktober 1993 en die het bewijs leveren | judiciaire, avant le 1er octobre 1993 et qui fournissent la preuve |
dat zij op deze laatste datum voldaan hebben aan alle nieuwe | qu'ils ont satisfait, à cette date, à toutes les nouvelles conditions |
benoemingsvoorwaarden van artikel 194 van het Gerechtelijk Wetboek die | de nomination prévues à l'article 194 du Code judiciaire, qui sont |
entrées en vigueur à partir du 1er octobre 1993, en particulier celles | |
vanaf 1 oktober 1993 in werking zijn getreden, in het bijzonder, ten | d'avoir exercé des fonctions juridiques dans un service public ou |
minste 9 jaar (nadien 5 jaar) werkzaam zijn geweest in een juridische | privé pendant au moins 9 ans (par la suite 5 ans) et, en application |
functie in openbare of private dienst en, in toepassing van artikel | |
21, § 1 (nadien 21, eerste lid) van de wet van 18 juli 1991, geslaagd | de l'article 21, § 1er, (par la suite 21, alinéa 1er), de la loi du 18 |
zijn in het voorgeschreven examen inzake beroepsbekwaamheid of de | juillet 1991, d'avoir réussi l'examen d'aptitude professionnelle prévu |
voorgeschreven gerechtelijke stage hebben doorgemaakt ». | ou d'avoir accompli le stage judiciaire prévu ». |
B.3.2. De Ministerraad en de Belgische Staat voeren aan dat niet | B.3.2. Le Conseil des ministres et l'Etat belge ne voient pas sur |
duidelijk is op basis waarvan de onderverdeling wordt gemaakt tussen | quelle base la subdivision entre les magistrats nommés avant ou après |
magistraten benoemd vóór of na 31 december 2002 binnen de categorie | le 31 décembre 2002 est opérée au sein de la catégorie des magistrats |
van magistraten benoemd na 1 oktober 1993. In ieder geval zouden de | nommés après le 1er octobre 1993. En tout état de cause, la catégorie |
categorie van de magistraten benoemd vóór 1 oktober 1993 en die van de | des magistrats nommés avant le 1er octobre 1993 et celle des |
magistraten benoemd na die datum, maar uiterlijk op 31 december 2002, | magistrats nommés après cette date, mais au plus tard le 31 décembre |
niet vergelijkbaar zijn. | 2002, ne seraient pas comparables. |
B.3.3. Artikel 194 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals vervangen bij | B.3.3. L'article 194 du Code judiciaire, tel qu'il a été remplacé par |
artikel 10 van de wet van 18 juli 1991 tot wijziging van de | l'article 10 de la loi du 18 juillet 1991 modifiant les règles du Code |
voorschriften van het Gerechtelijk Wetboek die betrekking hebben op de | judiciaire relatives à la formation et au recrutement des magistrats |
opleiding en de werving van magistraten (hierna : wet van 18 juli | (ci-après : la loi du 18 juillet 1991), disposait : |
1991), bepaalde : « § 1. Om tot substituut-procureur des Konings of | « § 1er. Pour pouvoir être nommé substitut du procureur du Roi ou |
substituut-arbeidsauditeur te worden benoemd, moet de kandidaat doctor | substitut de l'auditeur du travail, le candidat doit être docteur ou |
of licentiaat in de rechten zijn en voor het bij artikel 259bis | licencié en droit et avoir réussi l'examen d'aptitude professionnelle |
voorgeschreven examen inzake beroepsbekwaamheid geslaagd zijn of de | |
bij artikel 259quater voorgeschreven gerechtelijke stage doorgemaakt | prévu par l'article 259bis ou avoir accompli le stage judiciaire prévu |
hebben. | par l'article 259quater. |
§ 2. De kandidaat die voor het examen inzake beroepsbekwaamheid is | § 2. Le candidat qui a réussi l'examen d'aptitude professionnelle doit |
geslaagd, moet bovendien : | en outre : |
1° hetzij ten minste negen jaar werkzaam zijn geweest aan de balie, | 1° soit, avoir, pendant au moins neuf années, suivi le barreau, exercé |
een gerechtelijk ambt of het notarisambt hebben vervuld, of een | des fonctions judiciaires ou la profession de notaire, ou des |
academische of een rechtswetenschappelijke functie hebben bekleed of | fonctions académiques ou scientifiques en droit, ou exercé des |
een juridisch ambt hebben vervuld in een openbare of private dienst; | fonctions juridiques dans un service public ou privé; |
2° hetzij ten minste vijf jaar een ambt van staatsraad, auditeur, | 2° soit, avoir, pendant au moins cinq années, exercé les fonctions de |
adjunct-auditeur, referendaris, adjunct-referendaris bij de Raad van | conseiller, d'auditeur, d'auditeur adjoint, de référendaire, de |
State of een ambt van referendaris bij het Arbitragehof hebben | référendaire adjoint au Conseil d'Etat ou des fonctions de |
uitgeoefend. | référendaire à la Cour d'arbitrage. |
[...] ». | [...] ». |
De in de prejudiciële vragen vermelde referentiedatum van 1 oktober | La date de référence du 1er octobre 1993 mentionnée dans les questions |
1993 houdt verband met de inwerkingtreding van de wet van 18 juli | préjudicielles est la date d'entrée en vigueur de la loi du 18 juillet |
1991. | 1991. |
In zoverre de in het geding zijnde bepaling zo wordt geïnterpreteerd | Si la disposition en cause est interprétée en ce sens que seule l'« |
dat enkel de « als benoemingsvoorwaarde vereiste ervaring » in | expérience requise en tant que condition de nomination » peut être |
aanmerking kan worden genomen bij het bepalen van de geldelijke | prise en considération pour fixer l'ancienneté pécuniaire, il en |
anciënniteit, volgt daaruit een verschil in behandeling tussen de | résulte une différence de traitement entre les magistrats qui ont été |
magistraten die op grond van artikel 194 van het Gerechtelijk Wetboek | nommés après le 1er octobre 1993 sur la base de l'article 194 du Code |
zijn benoemd na 1 oktober 1993, van wie een voorafgaande juridische | judiciaire, dont il est exigé une expérience juridique antérieure, et |
ervaring wordt vereist, en de vóór die datum op basis van het oude | les magistrats nommés avant cette date sur la base de l'ancien article |
artikel 194 van het Gerechtelijk Wetboek benoemde magistraten, voor | 194 du Code judiciaire, pour lesquels une éventuelle expérience |
wie een eventuele juridische ervaring geen benoemingsvoorwaarde was. | juridique ne constituait pas une condition de nomination. |
B.3.4. Volgens de bewoordingen van de prejudiciële vragen betreft de | B.3.4. Selon le libellé des questions préjudicielles, la première |
eerste categorie van personen de « magistraten die in de periode vanaf | catégorie de personnes sont les « magistrats qui ont été nommés entre |
1 oktober 1993 en vóór 31 december 2002 benoemd werden ». | le 1er octobre 1993 et le 31 décembre 2002 ». |
De referentiedatum van 31 december 2002 wordt door de appellant voor | |
het verwijzende rechtscollege in verband gebracht met de datum waarop | L'appelant devant la juridiction a quo rattache la date de référence |
de wet van 27 december 2002 in het Belgisch Staatsblad is | du 31 décembre 2002 à la date à laquelle la loi du 27 décembre 2002 a |
bekendgemaakt. Hij betoogt dat kandidaat-magistraten vanaf die | été publiée au Moniteur belge . Il fait valoir que les candidats |
bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van 31 december 2002 op de | magistrats savaient, dès cette publication au Moniteur belge du 31 |
hoogte waren van het feit dat er een geldelijk voordeel was verbonden | décembre 2002, qu'un avantage pécuniaire était attaché à l'expérience |
aan de vereiste beroepservaring in een juridische functie in de | professionnelle requise dans une fonction juridique du secteur privé |
privésector en dat dit feit ongetwijfeld een « wervend effect » zal | et que cette circonstance a indubitablement eu un effet « d'attraction |
hebben gehad op de potentiële kandidaat-magistraten. | » sur les candidats magistrats potentiels. |
Zowel de magistraten benoemd tussen 1 oktober 1993 en 31 december 2002 | Les magistrats nommés entre le 1er octobre 1993 et le 31 décembre 2002 |
als die welke nadien zijn benoemd, kunnen in voorkomend geval hun | comme ceux qui ont été nommés par la suite peuvent, le cas échéant, |
voorafgaande ervaring uit de privésector of als zelfstandige (maximaal | faire prendre en considération leur expérience antérieure dans le |
zes jaar) in aanmerking doen nemen en hun wedde wordt rekening houdend | secteur privé ou en tant qu'indépendant (au maximum six années) et |
met die anciënniteit aangepast. Ook de magistraten die behoren tot de | leur traitement est adapté compte tenu de cette ancienneté. Les |
eerste categorie van magistraten kunnen die ervaring dus doen gelden, | magistrats de la première catégorie peuvent donc également faire |
terwijl voor hen niet het « wervend effect » daarvan heeft gespeeld | valoir cette expérience, alors que, pour eux, l'« effet d'attraction » |
waarvan de appellant voor het verwijzende rechtscollege gewag maakt. | de la mesure auquel l'appelant devant la juridiction a quo fait |
Voor het bepalen van de categorieën van magistraten die te dezen | référence n'a pas joué. Pour déterminer les catégories de magistrats |
du ministère public qui doivent être comparées en l'espèce, la date du | |
moeten worden vergeleken, is de datum van 31 december 2002 derhalve | 31 décembre 2002 n'est dès lors pas pertinente. |
niet relevant. B.3.5. Het Hof beperkt zich derhalve tot een vergelijking van de | B.3.5. La Cour se limite par conséquent à comparer la catégorie des |
categorie van de magistraten die vóór 1 oktober 1993 zijn benoemd op | magistrats nommés avant le 1er octobre 1993 sur la base de l'ancien |
basis van het oude artikel 194 van het Gerechtelijk Wetboek en de | article 194 du Code judiciaire et les magistrats nommés après cette |
magistraten die na die datum zijn benoemd op basis van het bij de wet | date sur la base de l'article 194 de ce Code, modifié par la loi du 18 |
van 18 juli 1991 gewijzigde artikel 194 van dat Wetboek. Die twee | juillet 1991. Ces deux catégories de personnes peuvent effectivement |
categorieën van personen kunnen wel pertinent worden vergeleken wat de | faire l'objet d'une comparaison pertinente en ce qui concerne la |
valorisatie van de voorafgaande juridische beroepservaring in de | valorisation de l'expérience professionnelle juridique acquise |
privésector of als zelfstandige bij de weddebepaling betreft. | antérieurement dans le secteur privé ou en tant qu'indépendant, lors |
B.4. De grondwettelijke regels van de gelijkheid en de | de la fixation de leur traitement. |
niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling | B.4. Les règles constitutionnelles de l'égalité et de la |
tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat | non-discrimination n'excluent pas qu'une différence de traitement soit |
verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. | établie entre des catégories de personnes, pour autant qu'elle repose |
Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld | sur un critère objectif et qu'elle soit raisonnablement justifiée. |
rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel | L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant |
en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het | compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la |
gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat er geen | nature des principes en cause; le principe d'égalité est violé |
redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende | lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas de rapport raisonnable de |
middelen en het beoogde doel. | proportionnalité entre les moyens employés et le but visé. |
B.5.1. Het verschil in behandeling tussen de te vergelijken | B.5.1. La différence de traitement entre les catégories de magistrats |
categorieën van magistraten berust op een objectief criterium, | à comparer repose sur un critère objectif, à savoir le fait qu'ils ont |
naargelang zij zijn benoemd vóór of na 1 oktober 1993, tijdstip waarop | été nommés avant ou après le 1er octobre 1993, date à laquelle la |
de wijziging aan artikel 194 van het Gerechtelijk Wetboek bij de wet | modification apportée à l'article 194 du Code judiciaire par la loi du |
van 18 juli 1991 in werking is getreden. | 18 juillet 1991 est entrée en vigueur. |
B.5.2.1. Dat criterium is pertinent in het licht van die | B.5.2.1. Ce critère est pertinent, au vu de cette modification |
wetswijziging, in zoverre sindsdien, krachtens artikel 194, § 2, 1°, | législative, en ce que, depuis lors, en vertu de l'article 194, § 2, |
van het Gerechtelijk Wetboek, voor de kandidaten die zijn geslaagd | 1°, du Code judiciaire, pour les candidats qui ont réussi l'examen |
voor het examen inzake beroepsbekwaamheid ook diegenen in aanmerking | d'aptitude professionnelle, entrent également en ligne de compte ceux |
kwamen « die een juridisch ambt hebben vervuld in een openbare of | qui ont « exercé des fonctions juridiques dans un service public ou |
private dienst », terwijl voordien, krachtens het oude artikel 194, | privé », alors qu'auparavant, en vertu de l'ancien article 194, alinéa |
eerste lid, van dat Wetboek, in aanmerking kwamen de kandidaten die « | 1er, de ce Code, les candidats devaient « être âgés de vingt-cinq ans |
volle vijfentwintig jaar oud zijn, doctor in de rechten zijn, en, in | |
België ten minste drie jaar werkzaam zijn geweest aan de balie, een | accomplis, être docteur en droit, avoir, en Belgique et pendant au |
gerechtelijk ambt of het notarisambt hebben vervuld of een ambt hebben | moins trois ans, suivi le barreau, exercé des fonctions judiciaires ou |
uitgeoefend bij de Raad van State of de rechtswetenschap hebben | la profession de notaire ou exercé des fonctions au Conseil d'Etat ou |
onderwezen aan een universiteit of een juridisch ambt hebben vervuld | enseigné le droit dans une université, ou exercé des fonctions |
bij een Rijksdienst of bij een van de instellingen bedoeld bij de wet | juridiques dans un service de l'Etat ou dans l'un des organismes |
van 16 maart 1954 betreffende het toezicht op sommige instellingen van | prévus par la loi du 16 mars 1954 relative au contrôle de certains |
openbaar nut ». | organismes d'intérêt public ». |
Het regeringsamendement dat geleid heeft tot de wijziging van artikel | L'amendement du gouvernement qui a conduit à la modification de |
365, § 2, eerste lid, d), van het Gerechtelijk Wetboek bij artikel 8 | l'article 365, § 2, alinéa 1er, d), du Code judiciaire par l'article 8 |
van de wet van 27 december 2002 is als volgt verantwoord : | de la loi du 27 décembre 2002 était justifié comme suit : |
« In het kader van de Copernicus-hervorming werd het koninklijk | |
besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het | « L'arrêté royal du 29 juin 1973 portant statut pécuniaire du |
personeel der ministeries gewijzigd (zie koninklijk besluit van 27 | personnel des ministères a été modifié dans le cadre de la réforme |
maart 2001 - Belgisch Staatsblad van 14 april 2001). Ingevolge die | Copernic (voir arrêté royal du 27 mars 2001 - Moniteur belge du 14 |
wijziging komen diensten die in de privé sector of als zelfstandige | avril 2001). Ensuite de cette modification, les services accomplis |
dans le secteur privé ou en qualité d'indépendant peuvent également | |
werden verricht voortaan in aanmerking voor een verhoging in de | être pris en considération pour l'octroi des augmentations dans |
weddeschaal, voor zover het bericht van aankondiging van de | l'échelle de traitement, pour autant que l'avis annonçant la procédure |
selectieprocedure uitdrukkelijk het bezit van vroegere nuttige | de sélection requière expressément la possession d'une expérience |
ervaring vereist en de kandidaten de nuttige ervaring met elk | utile et que les candidats puissent prouver par tout moyen de droit |
rechtsmiddel kunnen bewijzen. | l'expérience antérieure utile. |
De benoemingsvoorwaarden van de magistraten maken naast onder andere | Les conditions de nomination des magistrats font état, outre de |
balie-ervaring ook gewag van juridische functies in private dienst. | l'expérience du barreau, de fonctions juridiques dans un service |
Bijgevolg genieten ook de magistraten van de nieuwe regeling die | privé. En conséquence, les magistrats bénéficient également de la |
terzake werd uitgewerkt voor de rijksambtenaren. | réglementation qui a été adoptée en la matière pour les agents de |
De regering heeft niettemin de bedoeling de budgettaire impact van de | l'Etat. Le gouvernement entend néanmoins limiter l'impact budgétaire de |
toepassing van deze maatregel op de magistraten te beperken, rekening | l'application de cette mesure aux magistrats, compte tenu du fait que |
houdende met het feit dat Copernicus enkel het federaal openbaar ambt | la réforme Copernic ne vise par essence que la fonction publique |
viseert. De prestaties in de privé-sector en in hoedanigheid van | fédérale. Les prestations dans le secteur privé et en qualité |
zelfstandige worden bijgevolg slechts gevaloriseerd als nuttige | d'indépendant ne sont en conséquence valorisées pour l'ancienneté |
anciënniteit voor een maximumperiode van 6 jaar. Deze beperkte | utile que pour un maximum de 6 ans. Cette valorisation limitée ne |
valorisatie kan overigens, in functie van de budgettaire imperatieven, | pourra par ailleurs entrer en vigueur, en fonction des impératifs |
slechts in werking treden vanaf 1 januari 2003. De rechtsgevolgen van | budgétaires, qu'à partir du 1er janvier 2003. Il convient dès lors de |
het koninklijk besluit van 27 maart 2001, dat in werking is getreden | neutraliser les effets de l'arrêté royal du 27 mars 2001, entré en |
op 1 mei 2001, dienen derhalve te worden geneutraliseerd. Dit maakt | vigueur le 1er mai 2001. Ceci nécessite une nouvelle modification de |
een nieuwe wijziging van artikel 9 noodzakelijk (zie het subamendement | l'article 9 (voir sous amendement à l'amendement n° 3). |
op amendement nr. 3). | |
Er wordt opgemerkt dat de valorisatie van de baliejaren en de jaren | A noter que la valorisation des années de barreau et les années |
van uitoefening van het ambt van notaris onderworpen blijft aan de | d'exercice de la profession de notaire reste régie par les |
bepalingen van punt a) van hetzelfde lid » (Parl. St., Kamer, | dispositions du point a) du même alinéa. » (Doc. parl., Chambre, |
2002-2003, DOC 50-1911/009, p. 2). | 2002-2003, DOC 50-1911/009, p. 2). |
De wetgever vermocht in redelijkheid te oordelen dat, naar het | Le législateur a raisonnablement pu considérer qu'à l'instar du régime |
voorbeeld van de regeling voor de ambtenaren, ook voor de magistraten | applicable aux fonctionnaires, l'expérience acquise dans le secteur |
de ervaring uit de privésector of als zelfstandige bij het bepalen van | privé ou en tant qu'indépendant pouvait aussi être prise en compte |
de anciënniteit in overweging kon worden genomen nu die ervaring op 1 | pour fixer l'ancienneté des magistrats, dès lors que cette expérience |
oktober 1993 een onderdeel was geworden van de voorwaarden voor de | était devenue, au 1er octobre 1993, un élément des conditions de |
benoeming van magistraten zoals bepaald in artikel 194 van het | nomination des magistrats, fixées par l'article 194 du Code |
Gerechtelijk Wetboek. | judiciaire. |
B.5.2.2. De appellant voor het verwijzende rechtscollege voert aan dat | B.5.2.2. L'appelant devant la juridiction a quo fait valoir que les |
de magistraten benoemd vóór 1 oktober 1993 ook « een nuttige, soms | magistrats nommés avant le 1er octobre 1993 ont également « apporté à |
onmisbare beroepservaring [hebben] binnengebracht in de magistratuur » | la magistrature une expérience professionnelle utile, parfois |
en dat « deze magistraten in feite aan strengere benoemingsvoorwaarden | indispensable » et que « ces magistrats ont en fait satisfait à des |
hebben voldaan », nu het voordien niet mogelijk was « om als | conditions de nomination plus sévères » dès lors qu'« auparavant, il |
magistraat te worden benoemd, uitsluitend op grond [van de] ervaring | n'était pas possible d'être nommé magistrat sur la seule base de |
als jurist in de privé-sector ». | l'expérience acquise en tant que juriste dans le secteur privé ». |
Er kan bezwaarlijk worden gesteld dat de benoemingsvoorwaarden voor | L'on ne saurait soutenir que les conditions de nomination des |
magistraten niet zijn verstrengd. Weliswaar verleent artikel 194 van | magistrats n'ont pas été renforcées. Certes, l'article 194 du Code |
het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij wet van 18 juli 1991, | judiciaire, tel qu'il a été modifié par la loi du 18 juillet 1991, |
ook toegang tot de bedoelde ambten voor kandidaten met juridische | rend les fonctions en question également accessibles aux candidats |
ayant une expérience juridique acquise dans le secteur privé ou | |
ervaring in openbare of private dienst, maar de kandidaten van wie die | public, mais les candidats desquels cette expérience est exigée |
ervaring wordt vereist, moeten zijn geslaagd voor het examen inzake | doivent avoir réussi l'examen d'aptitude professionnelle, alors que de |
beroepsbekwaamheid, terwijl voordien geen dergelijke examens werden | tels examens n'étaient pas organisés auparavant. |
georganiseerd. | Dans la mesure où, selon le libellé des questions préjudicielles, il |
In zoverre volgens de bewoordingen van de prejudiciële vragen wordt | est demandé de comparer la catégorie des magistrats nommés après le 1er |
gevraagd de categorie van de magistraten die zijn benoemd na 1 oktober | octobre 1993 aux « magistrats qui ont été nommés, sur la base de |
1993 te vergelijken met « magistraten die op grond van artikel 194 van | l'article 194 du Code judiciaire, avant le 1er octobre 1993 et qui |
het Gerechtelijk Wetboek benoemd werden vóór 1 oktober 1993 en die het | fournissent la preuve qu'ils ont satisfait, à cette date, à toutes les |
bewijs leveren dat zij op deze laatste datum voldaan hebben aan alle | |
nieuwe benoemingsvoorwaarden van artikel 194 van het Gerechtelijk | nouvelles conditions de nomination prévues à l'article 194 du Code |
Wetboek die vanaf 1 oktober 1993 in werking zijn getreden », berusten | judiciaire, qui sont entrées en vigueur à partir du 1er octobre 1993 |
de vragen op een hypothetische vergelijking waarop het Hof niet kan | », les questions reposent sur une comparaison hypothétique, que la |
ingaan. Voor de personen van de tweede categorie kan het Hof immers | Cour ne peut examiner. En effet, pour les personnes appartenant à la |
niet uitgaan van de hypothese dat zij zouden zijn geslaagd voor een | seconde catégorie, la Cour ne peut se fonder sur l'hypothèse selon |
examen inzake beroepsbekwaamheid dat niet werd ingericht toen zij | laquelle elles auraient réussi un examen d'aptitude professionnelle |
kandidaat waren. | qui n'a pas été organisé lorsqu'elles étaient candidates. |
De appellant voor het verwijzende rechtscollege betoogt nog dat de | L'appelant devant la juridiction a quo soutient encore que les |
magistraten in dienst op de dag van de inwerkingtreding van de wet van | magistrats qui étaient en fonction le jour de l'entrée en vigueur de |
18 juli 1991 krachtens artikel 21 van die wet worden geacht de gerechtelijke stage te hebben vervuld en worden geacht geslaagd te zijn voor het examen inzake beroepsbekwaamheid. Met dat vermoeden beoogde de wetgever de rechten van de magistraten die reeds in dienst waren te vrijwaren, wat niet meebrengt dat hij hun aanvullende bijslagen zou hebben willen toekennen. B.5.3. De maatregel staat in een redelijk verband van evenredigheid met de doelstelling van de wetgever die erin bestaat de ervaring in de privésector of als zelfstandige te valoriseren voor magistraten voor wie die ervaring een voorwaarde is voor hun benoeming. Het gelijkheidsbeginsel gebiedt niet dat de wetgever daarbij zover moest gaan ook de ervaring in de privésector of als zelfstandige in aanmerking te doen nemen voor de reeds in dienst zijnde magistraten voor wie die ervaring geen benoemingsvoorwaarde was. Zoals het Hof | la loi du 18 juillet 1991 sont, en vertu de l'article 21 de cette loi, réputés avoir accompli le stage judiciaire et avoir réussi l'examen d'aptitude professionnelle. En édictant cette présomption, le législateur entendait sauvegarder les droits des magistrats qui étaient déjà en fonction, ce qui n'implique pas qu'il ait souhaité leur accorder des bonifications supplémentaires. B.5.3. La mesure est raisonnablement proportionnée à l'objectif du législateur, qui consiste à valoriser l'expérience acquise dans le secteur privé ou en tant qu'indépendant par les magistrats pour lesquels cette expérience constitue une condition de nomination. Le principe d'égalité ne commande pas que le législateur doive, dans ce cas, aller jusqu'à tenir compte aussi de l'expérience acquise dans le secteur privé ou en tant qu'indépendant par les magistrats déjà en fonction, pour lesquels cette expérience ne constituait pas une condition de nomination. Comme la Cour l'a déjà jugé dans son arrêt n° |
reeds oordeelde in zijn arrest nr. 116/2004 van 30 juni 2004, heeft de | 116/2004 du 30 juin 2004, le législateur a par ailleurs limité |
wetgever de weerslag van de in het geding zijnde maatregel overigens | l'incidence de la mesure en cause à six ans au maximum à partir du 1er |
beperkt tot maximaal zes jaar vanaf 1 januari 2003, enerzijds, om | janvier 2003, pour des raisons budgétaires, d'une part, et, pour |
budgettaire redenen en, anderzijds, om te vermijden dat de | |
gerechtelijke stage zijn aantrekkingskracht zou verliezen. | éviter que le stage judiciaire ne perde son attractivité, d'autre |
B.6. Met de tweede prejudiciële vraag wordt het Hof gevraagd om, | part. B.6. La seconde question préjudicielle invite la Cour à tenir compte |
binnen dezelfde vergelijking, bovendien rekening te houden met de | en outre, dans le cadre de la même comparaison, de la situation de |
situatie van magistraten (benoemd vóór 1 oktober 1993) « die ook nog | magistrats (nommés avant le 1er octobre 1993) « qui prouvent également |
bewijzen dat bij de concrete overwegingen die hebben geleid tot hun | qu'il a été tenu compte, dans les considérations concrètes qui ont |
benoeming door de Koning, rekening werd gehouden met hun juridische | conduit à leur nomination par le Roi, de leur expérience juridique |
ervaring in private dienst ». | dans un secteur privé ». |
Het Hof kan zich enkel uitspreken over verschillen in behandeling die | La Cour peut uniquement se prononcer sur des différences de traitement |
rechtstreeks verband houden met wetskrachtige bepalingen die voorwerp | qui sont directement liées à des dispositions législatives qui peuvent |
kunnen zijn van een prejudiciële vraag. Ook al kan de feitelijke | faire l'objet d'une question préjudicielle. Même si l'expérience |
voorafgaande juridische ervaring van de betrokken kandidaten een | juridique antérieure effective des candidats concernés peut avoir |
belangrijk element zijn geweest bij hun benoeming vóór 1 oktober 1993, | constitué un élément important lors de leur nomination avant le 1er |
het is pas met de wet van 18 juli 1991 dat de wetgever uitdrukkelijk | octobre 1993, ce n'est qu'avec la loi du 18 juillet 1991 que le |
een bepaalde ervaring in de privésector als voorwaarde voor benoeming | législateur a expressément exigé une expérience déterminée dans le |
heeft gesteld. | secteur privé pour la nomination. |
B.7. De toetsing aan de artikelen 10 en 11 in samenhang gelezen met | B.7. Le contrôle au regard des articles 10 et 11, lus en combinaison |
artikel 154 van de Grondwet leidt niet tot een andere conclusie. | avec l'article 154, de la Constitution, ne conduit pas à une autre |
B.8. De prejudiciële vragen dienen ontkennend te worden beantwoord. | conclusion. B.8. Les questions préjudicielles appellent une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Artikel 365, § 2, eerste lid, d), van het Gerechtelijk Wetboek, zoals | L'article 365, § 2, alinéa 1er, d), du Code judiciaire, tel qu'il a |
aangevuld bij artikel 8 van de wet van 27 december 2002, schendt niet | été complété par l'article 8 de la loi du 27 décembre 2002, ne viole |
de artikelen 10 en 11, al dan niet in samenhang gelezen met artikel | pas les articles 10 et 11, combinés ou non avec l'article 154, de la |
154, van de Grondwet. | Constitution. |
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 10 februari 2011. | la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 10 février 2011. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
De voorzitter, | Le président, |
M. Bossuyt. | M. Bossuyt. |