Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 147/2010 van 16 december 2010 Rolnummer 4908 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 124 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Lu Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, de rechters L(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 147/2010 van 16 december 2010 Rolnummer 4908 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 124 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Lu Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, de rechters L(...) Extrait de l'arrêt n° 147/2010 du 16 décembre 2010 Numéro du rôle : 4908 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 124 de la loi du 25 juin 1992 sur le contrat d'assurance terrestre, posée par le Tribunal de première instanc La Cour constitutionnelle, composée des présidents R. Henneuse et M. Bossuyt, des juges L. Lavry(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 147/2010 van 16 december 2010 Extrait de l'arrêt n° 147/2010 du 16 décembre 2010
Rolnummer 4908 Numéro du rôle : 4908
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 124 van de wet van En cause : la question préjudicielle relative à l'article 124 de la
25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, gesteld door de loi du 25 juin 1992 sur le contrat d'assurance terrestre, posée par le
Rechtbank van eerste aanleg te Luik. Tribunal de première instance de Liège.
Het Grondwettelijk Hof, La Cour constitutionnelle,
samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, de rechters composée des présidents R. Henneuse et M. Bossuyt, des juges L.
L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels, T. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels, T.
Merckx-Van Goey en P. Nihoul, en, overeenkomstig artikel 60bis van de Merckx-Van Goey et P. Nihoul, et, conformément à l'article 60bis de la
bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, emeritus loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, du
voorzitter M. Melchior, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, président émérite M. Melchior, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux,
onder voorzitterschap van emeritus voorzitter M. Melchior, présidée par le président émérite M. Melchior,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij vonnis van 22 maart 2010 in zake Joseph Petrella en Amanda Par jugement du 22 mars 2010 en cause de Joseph Petrella et Amanda
Petrella, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op
26 maart 2010, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Luik de Petrella, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 26
mars 2010, le Tribunal de première instance de Liège a posé la
volgende prejudiciële vraag gesteld : question préjudicielle suivante :
« Schendt artikel 124 van de wet van 25 juni 1992 op de « L'article 124 de la loi du 25 juin 1992 sur le contrat d'assurance
landverzekeringsovereenkomst de artikelen 10 en 11 van de Grondwet terrestre viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce
doordat die bepaling ertoe leidt dat, in geval van een que cette disposition a pour effet que le rapport ne peut être invoqué
spaarverrichting door de erflater in de vorm van een gemengde en cas d'opération d'épargne par le de cujus sous forme d'une
levensverzekering, de inbreng niet kan worden aangevoerd, ook wanneer assurance-vie mixte, même lorsque le contrat d'assurance-vie est une
het levensverzekeringscontract een technisch anders geformuleerde forme d'épargne formulée autrement du point de vue technique, alors
spaarvorm is, terwijl, indien de spaarinspanning van de erflater tot que si l'effort d'épargne du de cujus s'était exprimé par l'achat de
uiting was gekomen door de aankoop van effecten of andere
spaartegoeden, de inbreng zou kunnen worden aangevoerd, en met andere titres ou d'autres biens d'épargne, le rapport pourrait être invoqué,
woorden wel een vordering tot inbreng zou kunnen worden ingesteld ? ». autrement dit une demande de rapport pourrait être faite ? ».
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 124 van de wet B.1. La question préjudicielle a pour objet l'article 124 de la loi du
van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst (hierna : de wet 25 juin 1992 sur le contrat d'assurance terrestre (ci-après : la loi
van 25 juni 1992) dat bepaalt : du 25 juin 1992), qui dispose :
« Inbreng of inkorting in geval van overlijden van de verzekeringnemer. « Rapport ou réduction en cas de décès du preneur d'assurance.
In geval van overlijden van de verzekeringnemer zijn de premies die En cas de décès du preneur d'assurance, sont seules sujettes à rapport
hij heeft betaald, niet aan inbreng of inkorting onderworpen, behalve ou à réduction les primes payées par lui dans la mesure où les
voor zover het betaalde kennelijk buiten verhouding staat tot zijn versements effectués sont manifestement exagérés eu égard à sa
vermogenstoestand, in welk geval de inbreng of de inkorting het bedrag situation de fortune, sans toutefois que ce rapport ou cette réduction
van de opeisbare prestaties niet mag overschrijden ». puisse excéder le montant des prestations exigibles ».
Die bepaling is opgenomen in « C. Rechten van de erfgenamen van de Cette disposition figure à la rubrique « C. Droits des héritiers du
verzekeringnemer ten aanzien van de begunstigde » van afdeling V « preneur d'assurance à l'égard du bénéficiaire » de la section V «
Rechten van de begunstigde » van hoofdstuk II « Levensverzekeringsovereenkomsten » van titel III « Droits du bénéficiaire » du chapitre II « Des contrats d'assurance sur
Persoonsverzekeringen » van de wet van 25 juni 1992. la vie » du titre III « Des assurances de personnes » de la loi du 25
B.2. Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van het juin 1992.
voormelde artikel 124 met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie doordat die bepaling ertoe zou leiden dat, wanneer een van de erfgenamen tijdens zijn leven is bevoordeeld door de erflater, de andere erfgenamen de inbreng van dat voordeel niet zouden kunnen eisen wanneer het gaat om het kapitaal van een levensverzekering die de erflater ten gunste van die erfgenaam heeft gesloten, terwijl zij dat wel zouden kunnen doen indien dat voordeel een andere vorm had aangenomen. Het aan het Hof voorgelegde verschil in behandeling heeft betrekking op twee categorieën van erfgenamen : enerzijds, degenen die, wanneer zij een schenking hebben ontvangen, aan de regels van de inbreng zijn onderworpen en, anderzijds, degenen die als begunstigden van een gemengde levensverzekeringsovereenkomst, niet aan die regels zijn onderworpen, althans niet wat het kapitaal betreft. Wat het begrip « inbreng » betreft B.2. La Cour est interrogée sur la compatibilité de l'article 124 précité avec le principe d'égalité et de non-discrimination en ce que cette disposition aurait pour effet que lorsqu'un des héritiers a été avantagé, de son vivant, par le de cujus, les autres héritiers ne pourraient pas demander le rapport de cet avantage lorsqu'il s'agit du capital d'une assurance-vie souscrite par le de cujus au profit de cet héritier, alors qu'ils le pourraient si cet avantage avait pris une autre forme. La différence de traitement soumise à la Cour concerne deux catégories d'héritiers : d'une part, ceux qui, lorsqu'ils ont reçu une donation, sont soumis aux règles du rapport, d'autre part, ceux qui en leur qualité de bénéficiaires d'un contrat d'assurance-vie mixte ne sont pas soumis à ces règles, du moins en ce qui concerne le capital. En ce qui concerne la notion de rapport
B.3.1. De artikelen 843 en 844 van het Burgerlijk Wetboek bepalen : «

Art. 843.Ieder erfgenaam die tot een erfenis komt, moet, zelfs indien hij onder voorrecht van boedelbeschrijving aanvaardt, aan zijn medeërfgenamen inbreng doen van al hetgeen hij van de overledene, bij schenking onder de levenden, rechtstreeks of onrechtstreeks ontvangen heeft; hij mag de giften niet behouden noch de legaten opeisen, die hem door de overledene zijn gedaan, tenzij de giften en legaten hem uitdrukkelijk zijn gedaan bij vooruitmaking en buiten erfdeel of met vrijstelling van inbreng.

Art. 844.Zelfs ingeval de giften en legaten gedaan zijn bij vooruitmaking of met vrijstelling van inbreng, mag de erfgenaam ze bij de verdeling slechts behouden ten belope van het beschikbaar gedeelte;

B.3.1. Les articles 843 et 844 du Code civil disposent : «

Art. 843.Tout héritier, même bénéficiaire, venant à une succession, doit rapporter à ses cohéritiers tout ce qu'il a reçu du défunt, par donation entre vifs, directement ou indirectement : il ne peut retenir les dons ni réclamer les legs à lui faits par le défunt, à moins que les dons et legs ne lui aient été faits expressément par préciput et hors part, ou avec dispense du rapport.

Art. 844.Dans le cas même où les dons et legs auraient été faits par préciput ou avec dispense du rapport, l'héritier venant à partage ne peut les retenir que jusqu'à concurrence de la quotité disponible;

het meerdere is aan inbreng onderworpen ». l'excédent est sujet à rapport ».
B.3.2. De kinderen van de erflater worden beschermd door voor die B.3.2. Les enfants du de cujus sont protégés par l'existence pour ces
reservataire erfgenamen een voorbehouden gedeelte (« reserve ») vast héritiers réservataires d'une part réservée (« réserve ») dont le de
te stellen waarover de erflater niet vrij kan beschikken. cujus ne peut pas disposer librement.
Artikel 913 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt : L'article 913 du Code civil dispose :
« De giften, hetzij bij akten onder de levenden, hetzij bij testament, « Les libéralités, soit par actes entre vifs, soit par testament, ne
mogen de helft van de goederen van de beschikker niet overschrijden, pourront excéder la moitié des biens du disposant, s'il ne laisse à
indien hij bij zijn overlijden slechts één kind achterlaat; een derde,
indien hij twee kinderen achterlaat; een vierde, indien hij er drie of son décès qu'un enfant; le tiers, s'il laisse deux enfants; le quart,
meer achterlaat ». s'il en laisse trois ou un plus grand nombre ».
De langstlevende echtgenoot wordt beschermd door het bestaan van een Le conjoint survivant est protégé par l'existence d'une réserve
voorbehouden erfdeel met betrekking tot het vruchtgebruik van de helft van de goederen van de nalatenschap. portant sur l'usufruit de la moitié des biens de la succession.
Artikel 915bis, § 1, § 2, eerste lid, en § 4, van het Burgerlijk L'article 915bis, § 1er, § 2, alinéa 1er, et § 4, du Code civil
Wetboek, bepaalt : dispose :
« § 1. Niettegenstaande elke andersluidende bepaling verkrijgt de « § 1er. Nonobstant toute disposition contraire, le conjoint survivant
langstlevende echtgenoot het vruchtgebruik van de helft van de a droit à l'usufruit de la moitié des biens de la succession.
goederen van de nalatenschap.
§ 2. Giften bij akte onder de levenden of bij testament mogen niet tot § 2. Les libéralités par acte entre vifs ou par testament ne peuvent
gevolg hebben dat de langstlevende echtgenoot het vruchtgebruik avoir pour effet de priver le conjoint survivant de l'usufruit de
verliest van het onroerend goed dat bij het openvallen van de l'immeuble affecté au jour de l'ouverture de la succession au logement
nalatenschap het gezin tot voornaamste woning diende en van het daarin principal de la famille et des meubles meublants qui le garnissent.
aanwezige huisraad.
[...] [...]
§ 4. Wanneer de langstlevende echtgenoot opkomt samen met erfgenamen § 4. Lorsque le conjoint survivant est en concours avec des héritiers
aan wie de wet een voorbehouden erfdeel toekent, wordt zijn au profit desquels la loi établit une réserve, celle du conjoint
voorbehouden erfdeel naar evenredigheid toegerekend op dat van de s'impute proportionnellement sur la réserve des cohéritiers et sur la
medeërfgenamen en op het beschikbaar gedeelte ». quotité disponible ».
Wat de levensverzekering en de rechten van de erfgenamen betreft En ce qui concerne l'assurance-vie et les droits des héritiers
B.4. De in het geding zijnde bepaling wordt in de parlementaire B.4. La disposition en cause fait l'objet du commentaire suivant dans
voorbereiding als volgt toegelicht : les travaux préparatoires :
« Artikel 124 is bedoeld voor het geval waarin de erfgenamen van de verzekeringnemer, zonder de uitkering te verkrijgen, samen met de aangewezen begunstigde tot de erfenis komen. In zodanig geval zijn er twee mogelijkheden. Enerzijds, wanneer de aangewezen begunstigde zelf een van de erfgenamen van de verzekeringnemer is, moet het vraagstuk worden geregeld van de inbreng in de nalatenschap van de gift die door de verzekeringnemer aan de aangewezen begunstigde is gedaan. Anderzijds, wanneer de verzekeringnemer een begunstiging heeft toegekend op het voorbehouden erfdeel, is het de vraag of, en in welke mate, de reservataire erfgenamen de in de verzekeringsovereenkomst vervatte gift kunnen doen inkorten. Laten wij onmiddellijk erop wijzen dat de eventuele inbreng en inkorting alleen mogen betrekking hebben op de gestorte premies en niet op het verzekerde kapitaal, dat nooit tot het vermogen van de verzekeringnemer heeft behoord. Deze oplossing was reeds neergelegd in artikel 43 van de wet van 1874. Voorts wordt in het ontwerp, overeenkomstig de rechtsleer op dat gebied, verduidelijkt dat de regels betreffende de inbreng en de inkorting alleen toepasselijk zijn op de premies die de verzekeringnemer heeft betaald, in zover het betaalde kennelijk buiten verhouding staat tot zijn vermogenstoestand. Ten slotte, wanneer de som van de betaalde premies het bedrag van het verzekerde kapitaal overschrijdt, worden de inbreng en de inkorting « L'article 124 vise le cas où les héritiers du preneur d'assurance, sans recueillir les prestations assurées, entrent en concours avec le bénéficiaire désigné. Deux questions se posent dans cette hypothèse. D'une part, si le bénéficiaire désigné est lui-même l'un des héritiers du preneur d'assurance, il faut régler le problème du rapport à la succession de la libéralité qui a été faite par le preneur au profit du bénéficiaire désigné. D'autre part, si le preneur d'assurance a fait une attribution bénéficiaire qui entame la réserve héréditaire, la question se pose de savoir si, et dans quelle mesure, les héritiers réservataires pourront faire réduire la libéralité contenue dans le contrat d'assurance. Soulignons tout de suite que si rapport et réduction il y a, ils ne peuvent porter que sur les primes versées et non sur le capital assuré, dont le preneur d'assurance ne s'est jamais appauvri. Telle était déjà la solution de la loi de 1874 (article 43). D'autre part, le projet, conformément à la doctrine en la matière, déclare que les règles du rapport et de la réduction ne s'appliquent aux primes payées par le preneur d'assurance que dans la mesure où les versements faits de ce chef sont manifestement exagérés eu égard à sa situation de fortune. Enfin, dans l'hypothèse où la somme des primes versées dépasse le montant du capital assuré, le rapport et la réduction seront limités à
tot dat bedrag beperkt » (Parl. St., Kamer, 1990-1991, nr. 1586/1, pp. 102-103). B.5.1. In haar advies van 18 februari 2005 wijst de Commissie voor Verzekeringen erop dat in een aantal recente uitspraken van hoven en rechtbanken levensverzekeringsovereenkomsten als spaar- of beleggingsproducten worden geherkwalificeerd : « Sommige rechters zijn van oordeel dat de flexibelere verzekeringsproducten die recent hun intrede hebben gemaakt op de markt en die mikken op het spaargeld van gezinnen geen aleatoir karakter meer hebben en dat het dus niet meer gerechtvaardigd is om aan deze overeenkomsten de door de levensverzekeringsreglementering toegekende voordelen te verlenen. Dergelijke rechterlijke reacties worden meestal waargenomen wanneer aanzienlijke bedragen in de vorm van koopsommen of periodieke premies belegd worden door personen van een zekere leeftijd en de winst van de overeenkomst aan een derde wordt toegekend in geval van overlijden. Op het ogenblik van het overlijden voelen de reservataire erfgenamen zich benadeeld door deze toekenning, die volgens hen bijdraagt tot het ce montant » (Doc. parl., Chambre, 1990-1991, n° 1586/1, pp. 102-103). B.5.1. Dans son avis du 18 février 2005, la Commission des assurances souligne que certaines décisions rendues récemment par les cours et tribunaux procèdent à la disqualification des contrats d'assurance sur la vie pour les considérer comme des produits d'épargne ou de placement : « Face à l'apparition de produits d'assurance plus flexibles destinés à attirer l'épargne des ménages, certains juges estiment que ces contrats ne présentent plus un caractère aléatoire et qu'il ne se justifie plus, dès lors, de les faire bénéficier des avantages reconnus par la réglementation à l'assurance-vie. Cette réaction jurisprudentielle s'observe le plus souvent lorsque des sommes importantes sont investies, sous forme de primes uniques ou périodiques, par des personnes d'un certain âge, le bénéfice du contrat étant attribué à un tiers en cas de décès. Au moment du décès, les héritiers réservataires s'estiment lésés par cette attribution qui, selon eux, contribue à détourner des sommes qui auraient dû en
verduisteren van sommen die in principe in de nalatenschap hadden principe revenir à la succession.
moeten worden opgenomen.
Artikel 121 van de wet van 25 juni 1992 belet hen echter, via het L'article 121 de la loi du 25 juin 1992 les empêche, en raison du
systeem van het beding ten behoeve van derden, hun rechten op het mécanisme de la stipulation pour autrui, de faire valoir des droits
kapitaal te doen gelden. Er wordt namelijk van uitgegaan dat het door sur le capital, le capital perçu par le tiers étant censé n'avoir
de derde geïnde kapitaal nooit tot het vermogen van de overledene jamais transité par le patrimoine de la personne décédée.
heeft behoord.
Artikel 124 van de wet van 25 juni 1992 maakt het voor de erfgenamen L'article 124 de la loi du 25 juin 1992 permet par contre aux
echter wel mogelijk om de inkorting te vragen van de door de héritiers de demander la réduction des primes payées par le
verzekeringnemer gestorte premies, maar enkel wanneer de verrichte souscripteur, mais seulement lorsque les versements effectués sont
stortingen kennelijk buiten verhouding staan tot zijn manifestement exagérés eu égard à sa situation de fortune.
vermogenstoestand.
Om de sommen die uit hoofde van de overeenkomst gestort zijn terug te Plutôt que de faire application de cette disposition dont les
doen keren naar de nalatenschap, verkiezen sommige rechtbanken een conditions sont strictement définies, certains tribunaux préfèrent
diskwalificatie boven de toepassing van deze bepaling, waaraan strikt employer la voie de la disqualification en vue de faire rentrer les
gedefinieerde voorwaarden verbonden zijn » (Commissie voor sommes versées au titre du contrat ainsi disqualifié dans la masse
Verzekeringen, 18 februari 2005, DOC C/2004/6, Advies « inzake de successorale » (Commission des assurances, 18 février 2005, DOC
herkwalificatie van levensverzekeringsovereenkomsten - Artikel 124 van C/2004/6, Avis « relatif à la requalification des contrats d'assurance
de wet van 25 juni 1992 », pp. 1-2, www.cbfa.be). vie - Article 124 de la loi du 25 juin 1992 », pp. 1-2, www.cbfa.be).
B.5.2. In datzelfde advies onderzoekt de Commissie voor Verzekeringen B.5.2. Dans ce même avis, la Commission des assurances examine
de levensverzekering in het licht van de verplichting van de inbreng : l'assurance-vie à la lumière de l'obligation du rapport :
« Wat de inbreng betreft, zou kunnen worden verondersteld dat de vrijgevigheid die onrechtstreeks vervat zit in de verzekeringsovereenkomst buiten erfdeel is gebeurd zodat de begunstigde doorgaans zou worden vrijgesteld van deze inbreng, tot het bewijs van het tegendeel is geleverd. Wanneer de overledene uitdrukkelijk een van zijn erfgenamen aanwijst om de verzekerde prestatie te ontvangen in plaats van ze aan zijn nalatenschap toe te kennen, wordt aangenomen dat hij aan deze erfgenaam een gift bij vooruitneming heeft willen toestaan buiten erfdeel, zoniet zou de aanwijzing ondoeltreffend zijn » (ibid., pp. 10-11). « En ce qui concerne le rapport, l'on pourrait présumer que la libéralité indirecte contenue dans le contrat d'assurance est faite hors part si bien que le bénéficiaire serait généralement dispensé du rapport, sous réserve de la preuve contraire. Lorsque le défunt choisit expressément un de ses héritiers pour recueillir la prestation assurée au lieu de l'attribuer à sa succession, on peut considérer qu'il a voulu consentir à cet héritier une libéralité par préciput et hors part. Sans cela, la désignation serait inefficace » (ibid., p. 10).
Zij besluit : Elle conclut :
« Wat de inbreng betreft, zou kunnen verondersteld worden dat de « En ce qui concerne le rapport, l'on pourrait présumer que la
vrijgevigheid die onrechtstreeks vervat zit in de begunstiging buiten libéralité indirecte contenue dans l'attribution bénéficiaire est
erfdeel is gebeurd » (ibid., p. 12). faite hors part » (ibid., p. 12).
B.6.1. Krachtens artikel 121 van de wet van 25 juni 1992 heeft de B.6.1. En vertu de l'article 121 de la loi du 25 juin 1992, le
begunstigde van een levensverzekering door het enkele feit van zijn bénéficiaire d'une assurance-vie a, par le seul fait de sa
aanwijzing recht op de verzekeringsprestaties. désignation, droit aux prestations d'assurance.
Artikel 121 is een toepassing op de levensverzekering van de regels L'article 121 est une application à l'assurance-vie des règles de la
betreffende het beding ten behoeve van een derde. Vóór de aanvaarding stipulation pour autrui. Avant l'acceptation du bénéfice, le droit du
van de begunstiging behoort het recht van de begunstigde reeds -
weliswaar precair - tot zijn vermogen (Parl. St., Kamer, 1990-1991, bénéficiaire existe déjà dans son patrimoine mais ce droit n'est que
nr. 1586/1, p. 101). précaire (Doc. parl., Chambre, 1990-1991, n° 1586/1, p. 101).
Vermits het door de begunstigde geïnde kapitaal nooit tot het vermogen Etant donné que le capital perçu par le bénéficiaire n'a jamais
van de erflater heeft behoord, verhindert artikel 121 bijgevolg dat de appartenu au patrimoine du de cujus, l'article 121 empêche donc que
andere erfgenamen hun rechten op dat kapitaal kunnen doen gelden. les autres héritiers puissent faire valoir leurs droits à ce capital.
B.6.2. Het in het geding zijnde artikel 124 voorziet wel in de B.6.2. L'article 124 en cause prévoit toutefois la possibilité de
mogelijkheid van inbreng van de door de verzekeringnemer betaalde rapport des primes payées par le preneur d'assurance, mais uniquement
premies, doch enkel op voorwaarde dat die stortingen kennelijk buiten à condition que ces versements soient manifestement exagérés eu égard
verhouding tot zijn vermogenstoestand staan.
Het kapitaal dat ten gevolge van het overlijden van de à sa situation de fortune.
verzekeringnemer aan de begunstigde wordt uitgekeerd, keert evenwel Le capital qui est versé au bénéficiaire à la suite du décès du
niet terug in de nalatenschap van de erflater-verzekeringnemer en preneur d'assurance ne retourne toutefois pas dans la succession du de
ontsnapt aan de vordering van de erfgenamen. cujus -preneur d'assurance et échappe aux prétentions des héritiers.
B.6.3. De gunstregeling die aan de levensverzekering door artikel 124 B.6.3. Le régime de faveur qui est accordé à l'assurance-vie par
is verleend - en eerder door artikel 43 van de wet van 11 juni 1874, l'article 124 - et précédemment par l'article 43 de la loi du 11 juin
zoals gewijzigd bij de wet van 14 juli 1976 - was verantwoord door het 1874, modifié par la loi du 14 juillet 1976 - était justifié par le
feit dat de levensverzekering werd opgevat als een normale daad van fait que l'assurance-vie était comprise comme un acte normal de
voorzorg die een beperkte verarming van het vermogen inhield, omdat ze prévoyance entraînant un appauvrissement limité du patrimoine,
meestal de vorm aannam van de betaling van periodieke premies van een puisqu'il se traduisait le plus souvent par le paiement de primes
redelijk bedrag. périodiques d'un montant raisonnable.
B.6.4. Thans is zulks evenwel niet meer het geval. Sommige B.6.4. Or, ce n'est plus le cas désormais. Certains produits
verzekeringsproducten zijn echte financiële beleggingsinstrumenten d'assurance sont devenus d'authentiques instruments de placement
geworden waarbij aanzienlijke spaartegoeden worden gemobiliseerd, met financier, des avoirs d'épargne considérables étant mobilisés, avec
als gevolg dat het gedeelte dat toekomt aan de erfgenamen, ernstig kan pour effet que la part revenant aux héritiers peut être gravement
worden aangetast. affectée.
B.6.5. In zijn arrest nr. 96/2008 van 26 juni 2008 heeft het Hof B.6.5. Dans son arrêt n° 96/2008 du 26 juin 2008, la Cour a jugé que
geoordeeld dat de in het geding zijnde bepaling de artikelen 10 en 11 la disposition en cause viole les articles 10 et 11 de la Constitution
van de Grondwet schendt in zoverre zij ertoe leidt dat, in geval van
een spaarverrichting door de erflater in de vorm van een gemengde en ce qu'elle a pour effet que la réserve ne peut être invoquée à
levensverzekering, de reserve niet kan worden aangevoerd ten aanzien l'égard du capital en cas d'opération d'épargne par le de cujus sous
van het kapitaal. Ten gevolge van een begunstiging door een la forme d'une assurance-vie mixte. En effet, à la suite d'une faveur
verzekeringnemer van slechts een of meer van zijn kinderen, met accordée par un preneur d'assurance à un seul ou à plusieurs de ses
uitsluiting van een of meer andere, worden de niet-begunstigde enfants, à l'exclusion d'un ou de plusieurs autres, les héritiers
reservataire erfgenamen immers in werkelijkheid, in meer of mindere réservataires non bénéficiaires sont en réalité déshérités dans une
mate, onterfd, zodat de in het geding zijnde bepaling tot onevenredige mesure plus ou moins grande, de sorte que la disposition en cause peut
gevolgen kan leiden wat de behandeling van verschillende categorieën avoir des effets disproportionnés en ce qui concerne le traitement des
van reservataire erfgenamen betreft, naargelang zij al dan niet différentes catégories d'héritiers réservataires, selon qu'ils sont
begunstigde zijn van de levensverzekeringsovereenkomst van de bénéficiaires ou non du contrat d'assurance-vie du de cujus. En
erflater. Artikel 843 van het Burgerlijk Wetboek verplicht daarentegen revanche, l'article 843 du Code civil n'oblige au rapport que les
alleen de erfgenamen tot de inbreng, met uitsluiting van de begiftigde héritiers, à l'exclusion du donataire qui ne serait pas héritier,
die geen erfgenaam zou zijn, terwijl artikel 844 het de schenker mogelijk maakt de erfgenaam van de inbreng vrij te stellen. De inbreng - in tegenstelling tot de reserve die alleen in de bij de wet bepaalde gevallen kan worden uitgesloten, die alleen kan worden aangevoerd door de reservataire erfgenamen en die voor de erflater niet beschikbaar is - kan gewoon worden uitgesloten door de eenvoudige wil van de schenker en geen element maakt het mogelijk in dat opzicht te verantwoorden dat de in het geding zijnde verzekeringsovereenkomsten anders worden behandeld dan andere akten om niet. Het voorwerp van de vermoedens is weliswaar verschillend in het geval van de schenkingen en legaten bedoeld in het Burgerlijk Wetboek (de verplichting tot inbreng wordt tandis que l'article 844 permet au donateur de dispenser l'héritier du rapport. Le rapport - contrairement à la réserve qui ne peut être écartée que dans les cas prévus par la loi, qui ne peut être invoquée que par les héritiers réservataires et qui, pour le de cujus, est indisponible - peut être écarté par la simple volonté du donateur et aucun élément ne permet de justifier, à cet égard, que les contrats d'assurance en cause soient traités autrement que d'autres actes à titre gratuit. Sans doute l'objet des présomptions est-il différent dans le cas des donations et legs visés par le Code civil (l'obligation de rapport est présumée) et dans celui des assurances
vermoed) en in dat van de verzekeringen bedoeld in de in het geding visées par la disposition en cause (la dispense de rapport est
zijnde bepaling (de vrijstelling van inbreng wordt vermoed); toch présumée), mais il reste que dans les deux cas, le de cujus a la
heeft de erflater in beide gevallen de mogelijkheid om zijn wil te possibilité de faire primer sa volonté, de sorte que la différence de
laten primeren, zodat het verschil in behandeling niet als traitement ne peut être tenue pour injustifiée.
onverantwoord kan worden beschouwd.
B.7. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. B.7. La question préjudicielle appelle une réponse négative.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
Artikel 124 van de wet van 25 juni 1992 op de L'article 124 de la loi du 25 juin 1992 sur le contrat d'assurance
landverzekeringsovereenkomst schendt de artikelen 10 en 11 van de terrestre ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution en ce
Grondwet niet, in zoverre die bepaling ertoe leidt dat, in geval van que cette disposition a pour effet que le rapport ne peut être invoqué
een spaarverrichting door de erflater in de vorm van een gemengde
levensverzekering, de inbreng niet kan worden aangevoerd ten aanzien à l'égard du capital en cas d'opération d'épargne par le de cujus sous
van het kapitaal. la forme d'une assurance-vie mixte.
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise,
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 16 december 2010. la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 16 décembre 2010.
De griffier, Le greffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
De voorzitter, Le président,
M. Melchior. M. Melchior.
^
Etaamb.be maakt gebruik van cookies
Etaamb.be gebruikt cookies om uw taalvoorkeur te onthouden en om beter te begrijpen hoe etaamb.be gebruikt wordt.
DoorgaanMeer details
x