Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 144/2010 van 16 december 2010 Rolnummer 4875 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 329bis, § 2, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Brugge. H samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, de rechters L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 144/2010 van 16 december 2010 Rolnummer 4875 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 329bis, § 2, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Brugge. H samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, de rechters L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. (...) Extrait de l'arrêt n° 144/2010 du 16 décembre 2010 Numéro du rôle : 4875 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 329bis, § 2, alinéa 3, du Code civil, posée par le Tribunal de première instance de Bruges. La Cour c composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, des juges L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, E.(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 144/2010 van 16 december 2010 Extrait de l'arrêt n° 144/2010 du 16 décembre 2010
Rolnummer 4875 Numéro du rôle : 4875
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 329bis, § 2, derde En cause : la question préjudicielle relative à l'article 329bis, § 2,
lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste alinéa 3, du Code civil, posée par le Tribunal de première instance de
aanleg te Brugge. Bruges.
Het Grondwettelijk Hof, La Cour constitutionnelle,
samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, de rechters composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, des juges L.
L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, E. Derycke, J. Spreutels, T. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, E. Derycke, J. Spreutels, T.
Merckx-Van Goey en P. Nihoul, en, overeenkomstig artikel 60bis van de Merckx-Van Goey et P. Nihoul, et, conformément à l'article 60bis de la
bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, emeritus loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, du
voorzitter M. Melchior, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, président émérite M. Melchior, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux,
onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, présidée par le président M. Bossuyt,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij vonnis van 12 februari 2010 in zake A. R.A. tegen N.G. en C.V., Par jugement du 12 février 2010 en cause de A. R.A. contre N.G. et
waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 C.V., dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 18
februari 2010, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Brugge de février 2010, le Tribunal de première instance de Bruges a posé la
volgende prejudiciële vraag gesteld : question préjudicielle suivante :
« L'article 329bis, § 2, alinéa 3, du Code civil viole-t-il les
« Schendt artikel 329bis, § 2, 3e lid, B.W. de artikelen 10 en 11 van articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il permet au tribunal de
de Grondwet doordat het de Rechtbank de mogelijkheid biedt de refuser la reconnaissance si elle est manifestement contraire à
erkenning te weigeren als ze kennelijk strijdig is met de belangen van l'intérêt de l'enfant, lorsque la demande concerne un enfant âgé d'un
het kind als het verzoek een kind betreft dat op het tijdstip van de an ou plus au moment de l'introduction de la demande, alors que, pour
indiening van het verzoek een jaar of ouder is, terwijl voor het la demande introduite dans l'année qui suit la naissance, seul un
verzoek dat wordt ingeleid binnen het jaar na de geboorte slechts een
controle kan gebeuren naar de biologische werkelijkheid ? ». contrôle de la réalité biologique peut avoir lieu ? ».
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1. De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of artikel B.1. Le juge a quo demande à la Cour si l'article 329bis, § 2, alinéa
329bis, § 2, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, dat van toepassing 3, du Code civil, qui est d'application aux reconnaissances hors
is op erkenningen buiten het huwelijk, de artikelen 10 en 11 van de mariage, viole les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il
Grondwet schendt, doordat het de rechtbank verplicht enkel rekening te
houden met de biologische werkelijkheid en haar niet de mogelijkheid oblige le tribunal à ne prendre en compte que la réalité biologique et
biedt de erkenning te weigeren op grond van kennelijke strijdigheid ne lui permet pas de refuser la reconnaissance, pour contradiction
met de belangen van het kind, als het verzoek tot erkenning een kind manifeste avec l'intérêt de l'enfant, si la demande de reconnaissance
betreft dat op het tijdstip van de indiening van het erkenningsverzoek concerne un enfant qui n'a pas encore atteint l'âge d'un an au moment
de leeftijd van één jaar nog niet heeft bereikt, terwijl die de l'introduction de la demande, alors que cette possibilité existe
mogelijkheid wel bestaat wanneer het kind de leeftijd van één jaar lorsque l'enfant a atteint l'âge d'un an.
heeft bereikt. B.2. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 329bis, § 2, B.2. La question préjudicielle porte sur l'article 329bis, § 2, alinéa
derde lid, van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 329bis, § 2, bepaalt : 3, du Code civil. L'article 329bis, § 2, dispose :
« Indien het kind minderjarig en niet ontvoogd is, is de erkenning « Si l'enfant est mineur non émancipé, la reconnaissance n'est
alleen ontvankelijk mits de ouder ten aanzien van wie de afstamming recevable que moyennant le consentement préalable du parent à l'égard
vaststaat of, indien de erkenning voor de geboorte van het kind gebeurt, de moeder, vooraf daarin toestemt. Bovendien is de voorafgaande toestemming van het kind vereist, indien het de volle leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt. Deze toestemming is niet vereist indien het kind onbekwaam is verklaard of zich in een staat van verlengde minderjarigheid bevindt, dan wel indien de rechtbank, op grond van feiten die vastgesteld zijn in een met redenen omkleed proces-verbaal, oordeelt dat het kind geen onderscheidingsvermogen heeft. Bij gebreke van die toestemmingen dagvaardt degene die het kind wil erkennen de personen wier toestemming vereist is voor de rechtbank. De partijen worden in raadkamer gehoord. De rechtbank poogt ze te verzoenen. Indien de rechtbank de partijen tot verzoening brengt, ontvangt zij de nodige toestemmingen. Bij gebreke van verzoening wordt het verzoek verworpen als vaststaat dat de verzoeker niet de biologische vader of moeder is. Als het verzoek een kind betreft dat op het tijdstip van de indiening van het verzoek een jaar of ouder is, duquel la filiation est établie, ou de la mère si la reconnaissance est faite avant la naissance de l'enfant. Est en outre requis, le consentement préalable de l'enfant s'il a douze ans accomplis. Ce consentement n'est pas requis de l'enfant interdit, en état de minorité prolongée ou dont le tribunal estime, en raison d'éléments de fait constatés par procès-verbal motivé, qu'il est privé de discernement. A défaut de ces consentements, le candidat à la reconnaissance cite les personnes dont le consentement est requis devant le tribunal. Les parties sont entendues en chambre du conseil. Le tribunal tente de les concilier. S'il concilie les parties, le tribunal reçoit les consentements nécessaires. A défaut de conciliation, la demande est rejetée s'il est prouvé que le demandeur n'est pas le père ou la mère biologique. Lorsque la demande concerne un enfant âge d'un an ou plus au moment de l'introduction de la demande, le tribunal peut en outre
kan de rechtbank bovendien de erkenning weigeren als ze kennelijk refuser la reconnaissance si elle est manifestement contraire à
strijdig is met de belangen van het kind. l'intérêt de l'enfant.
Indien tegen degene die het kind wil erkennen een strafvordering is Si une action publique est intentée contre le candidat à la
ingesteld wegens een in artikel 375 van het Strafwetboek bedoeld feit reconnaissance, du chef d'un fait visé à l'article 375 du Code pénal,
dat gepleegd is op de persoon van de moeder tijdens de wettelijke commis sur la personne de la mère pendant la période légale de
periode van verwekking, kan de erkenning niet plaatsvinden en wordt de conception, la reconnaissance ne peut avoir lieu et le délai d'un an
in het vierde lid bedoelde termijn van één jaar opgeschort tot de visé à l'alinéa 4 est suspendu jusqu'à ce que la décision sur l'action
beslissing over de strafvordering in kracht van gewijsde is gegaan. publique soit coulée en force de chose jugée. Si le candidat a la
Als degene die het kind wil erkennen op grond daarvan schuldig wordt reconnaissance est reconnu coupable de ce chef, la reconnaissance ne
verklaard, kan de erkenning niet plaatsvinden en wordt het verzoek om peut avoir lieu et la demande d'autorisation de reconnaissance est
toestemming tot erkenning verworpen ». rejetée ».
B.3.1. Artikel 3.1 van het Verdrag inzake de rechten van het kind B.3.1. L'article 3.1 de la Convention relative aux droits de l'enfant
bepaalt : dispose :
« Bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden « Dans toutes les décisions qui concernent les enfants, qu'elles
genomen door openbare of particuliere instellingen voor soient le fait des institutions publiques ou privées de protection
maatschappelijk welzijn of door rechterlijke instanties, bestuurlijke sociale, des tribunaux, des autorités administratives ou des organes
autoriteiten of wetgevende lichamen, vormen de belangen van het kind législatifs, l'intérêt supérieur de l'enfant doit être une
de eerste overweging ». considération primordiale ».
Artikel 22bis van de Grondwet bepaalt : « Elk kind heeft recht op eerbiediging van zijn morele, lichamelijke, geestelijke en seksuele integriteit. Elk kind heeft het recht zijn mening te uiten in alle aangelegenheden die het aangaan; met die mening wordt rekening gehouden in overeenstemming met zijn leeftijd en zijn onderscheidingsvermogen. Elk kind heeft recht op maatregelen en diensten die zijn ontwikkeling bevorderen. Het belang van het kind is de eerste overweging bij elke beslissing die het kind aangaat. L'article 22bis de la Constitution dispose : « Chaque enfant a droit au respect de son intégrité morale, physique, psychique et sexuelle. Chaque enfant a le droit de s'exprimer sur toute question qui le concerne; son opinion est prise en considération, eu égard à son âge et à son discernement. Chaque enfant a le droit de bénéficier des mesures et services qui concourent à son développement. Dans toute décision qui le concerne, l'intérêt de l'enfant est pris en considération de manière primordiale.
De wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel waarborgen La loi, le décret ou la règle visée à l'article 134 garantissent ces
deze rechten van het kind ». droits de l'enfant ».
B.3.2. De voormelde bepalingen leggen de verplichting op om rekening B.3.2. Les dispositions précitées imposent de prendre en compte
te houden met de belangen van het kind in de procedures die op het l'intérêt de l'enfant dans les procédures le concernant.
kind betrekking hebben.
B.4. Blijkens de parlementaire voorbereiding van de wet van 1 juli
2006 tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met B.4. Selon les travaux préparatoires de la loi du 1er juillet 2006
modifiant des dispositions du Code civil relatives à l'établissement
betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan de la filiation et aux effets de celle-ci, il était dans les
was het de bedoeling van de wetgever rekening te houden met de intentions du législateur de tenir compte de la jurisprudence de la
rechtspraak van het Grondwettelijk Hof, te weten de arresten nrs. Cour constitutionnelle, à savoir les arrêts nos 112/2002 et 66/2003.
112/2002 en 66/2003. Daarom werd voorgesteld : C'est pour cette raison qu'il a été proposé :
« [...] de opportuniteitscontrole door de rechter te laten afhangen « [...] de modaliser le contrôle d'opportunité du juge en fonction de
van de leeftijd van het kind en de laattijdigheid van de erkenning : l'âge de l'enfant et de la tardiveté de la reconnaissance :
- [...] - [...]
- als de aanvraag tot erkenning wordt ingeleid tijdens het jaar van de - si la demande de reconnaissance est introduite dans l'année de la
kennisneming van de geboorte (vooraf bepaalde termijn), zal de enige prise de connaissance de la naissance (délai préfix), le seul contrôle
controle slaan op de biologische werkelijkheid (men benadert aldus het portera sur la vérité biologique (on se rapproche ainsi de l'effet
gevolg dat aan het vermoeden van vaderschap van de echtgenoot wordt
gegeven) : de erkenning zal alleen maar worden geweigerd als wordt donné à la présomption de paternité du mari) : la reconnaissance ne
bewezen dat de kandidaat voor erkenning niet de echte biologische sera refusée que s'il est prouvé que le candidat à la reconnaissance
vader is; n'est pas le père biologique;
- als de aanvraag tot erkenning meer dan een jaar na het jaar van de - si la demande de reconnaissance est introduite plus d'un an après la
kennisneming van de geboorte wordt ingeleid, en de weigering uitgaat prise de connaissance de la naissance, et si le refus émane du parent
van de ouder van wie de afstamming al vaststaat of uitgaat van een dont la filiation est déjà établie, ou d'un enfant mineur non émancipé
minderjarig niet ontvoogd kind dat de volle leeftijd van 12 jaar heeft ayant 12 ans accomplis, le tribunal statuera en tenant compte de
bereikt, zal de rechtbank bij haar uitspraak rekening houden met het
belang van het kind en dus beschikken over appreciatiebevoegdheid l'intérêt de l'enfant et disposera donc d'un pouvoir d'appréciation en
inzake de opportuniteit; voor de toepassing van het vigerende artikel
319, § 3, [...] werd er al op gewezen dat de opportuniteitscontrole opportunité; pour l'application de l'article 319, § 3, actuel [...],
door de rechtbank marginaal moest zijn (alleen als wordt aangetoond il était déjà enseigné que le contrôle d'opportunité du tribunal
dat de kandidaat voor erkenning - ongeacht of het om de vader of de devait être marginal (ce n'est que s'il est démontré que le candidat à
moeder gaat - een ernstig gevaar voor het kind betekent, zal de la reconnaissance - qu'il soit père ou mère - présente un danger grave
rechtbank de erkenning kunnen weigeren : voorrang moet gaan naar de pour l'enfant que le tribunal pourra refuser la reconnaissance : la
vaststelling van de afstammingsband) » (Parl. St., Kamer, 2003-2004, priorité doit être donnée à l'établissement du lien de filiation.) »
DOC 51-0597/001, pp. 9-10). (Doc. parl., Chambre, 2003-2004, DOC 51-0597/001, pp. 9-10).
B.5. Zoals het Hof reeds in zijn arrest nr. 66/2003 van 14 mei 2003 B.5. Comme la Cour l'a déjà observé dans son arrêt n° 66/2003 du 14
heeft opgemerkt, kunnen er gevallen bestaan waarin het juridisch mai 2003, il peut exister des cas dans lesquels l'établissement
vastleggen van de afstamming van een kind van vaderszijde voor dat kind nadelig is. Ook al kan men doorgaans ervan uitgaan dat het in het belang van een kind is dat zijn afstamming van beide zijden wordt vastgesteld, toch kan men niet onomstotelijk volhouden dat dit altijd het geval is. B.6. Ook al is de leeftijd van één jaar een objectief criterium, toch kan hij niet als pertinent worden beschouwd ten aanzien van de in het geding zijnde maatregel. Niets kan verantwoorden dat de rechter bij wie een verzoek tot erkenning van vaderschap aanhangig is gemaakt, het belang van het kind in aanmerking neemt wanneer het kind ouder is dan één jaar, terwijl hij daarmee geen rekening zou kunnen houden wanneer het kind jonger is dan één jaar. Die maatregel, doordat hij tot gevolg heeft dat nooit rekening wordt gehouden met het belang van een kind dat jonger is dan één jaar bij het vaststellen van zijn afstamming van vaderszijde via een erkenning, doet bovendien op onevenredige wijze afbreuk aan de rechten van de betrokken kinderen. De in het geding zijnde maatregel heeft immers tot gevolg dat de rechter de vordering tot erkenning nooit kan afwijzen indien de aanvraag is ingediend alvorens het te erkennen kind de leeftijd van één jaar heeft bereikt en indien vaststaat dat de erkenner de biologische vader is van het kind. juridique de la filiation paternelle d'un enfant cause à celui-ci un préjudice. Si, en règle générale, on peut estimer qu'il est de l'intérêt de l'enfant de voir établie sa double filiation, on ne peut présumer de manière irréfragable que tel soit toujours le cas. B.6. Si l'âge d'un an constitue un critère objectif, il ne saurait être considéré comme pertinent au regard de la mesure en cause. Rien ne peut justifier que le juge saisi d'une demande de reconnaissance de paternité prenne en considération l'intérêt de l'enfant lorsqu'il est âgé de plus d'un an mais ne puisse en tenir compte lorsque l'enfant a moins d'un an. En outre, en ce qu'elle a pour conséquence que l'intérêt d'un enfant âgé de moins d'un an n'est jamais pris en compte lors de l'établissement de sa filiation paternelle par reconnaissance, cette mesure porte une atteinte disproportionnée aux droits des enfants concernés. En effet, la mesure en cause a pour conséquence que le juge ne peut jamais rejeter la demande de reconnaissance si la demande a été introduite avant que l'enfant à reconnaître ait atteint l'âge d'un an et s'il est établi que la personne qui souhaite reconnaître l'enfant est le père biologique de l'enfant.
B.7. Het ontbreken van iedere rechterlijke controlemogelijkheid op het B.7. L'absence de toute possibilité de contrôle judiciaire portant sur
belang van het minderjarige, niet-ontvoogde kind bij het vaststellen l'intérêt de l'enfant mineur non émancipé à voir établie la filiation
van de afstamming van vaderszijde via erkenning in de hypothese paternelle par reconnaissance dans l'hypothèse visée à l'article
bedoeld in artikel 329bis, § 2, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, 329bis, § 2, alinéa 3, du Code civil est incompatible avec les
is onbestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. articles 10 et 11 de la Constitution.
De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord. La question préjudicielle appelle une réponse affirmative.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
Artikel 329bis, § 2, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek schendt de L'article 329bis, § 2, alinéa 3, du Code civil viole les articles 10
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het de rechter bij wie et 11 de la Constitution en ce qu'il ne permet pas au juge saisi d'une
een vordering tot erkenning aanhangig is gemaakt, gedurende het eerste demande de reconnaissance avant le premier anniversaire de l'enfant
levensjaar van het te erkennen minderjarige niet-ontvoogde kind, door non émancipé à reconnaître, introduite par un homme qui est le père
een man die de biologische vader is, niet ertoe in staat stelt biologique, d'exercer un contrôle portant sur l'intérêt de l'enfant à
controle uit te oefenen op het belang van het kind bij het vaststellen
van die afstamming. voir établie cette filiation.
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française,
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 16 december 2010. la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 16 décembre 2010.
De griffier, Le greffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
De voorzitter, Le président,
M. Melchior. M. Melchior.
^