← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 138/2010 van 9 december 2010 Rolnummer 4912 In zake :
de prejudiciële vraag betreffende artikel 11 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12
januari 1973, gesteld door de Raad van State. Het Grondw samengesteld
uit rechter E. De Groot, waarnemend voorzitter, en, overeenkomstig artikel 60bis van (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 138/2010 van 9 december 2010 Rolnummer 4912 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 11 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, gesteld door de Raad van State. Het Grondw samengesteld uit rechter E. De Groot, waarnemend voorzitter, en, overeenkomstig artikel 60bis van (...) | Extrait de l'arrêt n° 138/2010 du 9 décembre 2010 Numéro du rôle : 4912 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 11 des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, posée par le Conseil d'Etat. La Cour con composée du juge E. De Groot, faisant fonction de président, et, conformément à l'article 60bis de(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 138/2010 van 9 december 2010 | Extrait de l'arrêt n° 138/2010 du 9 décembre 2010 |
Rolnummer 4912 | Numéro du rôle : 4912 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 11 van de wetten | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 11 des lois |
op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, gesteld door | sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, posée par le |
de Raad van State. | Conseil d'Etat. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit rechter E. De Groot, waarnemend voorzitter, en, | composée du juge E. De Groot, faisant fonction de président, et, |
overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 | conformément à l'article 60bis de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
op het Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter M. Melchior, en de | sur la Cour constitutionnelle, du président émérite M. Melchior, et |
rechters J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey | des juges J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey |
en P. Nihoul, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder | et P. Nihoul, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le |
voorzitterschap van rechter E. De Groot, | juge E. De Groot, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij arrest nr. 202.433 van 29 maart 2010 in zake Marcel de Chaffoy | Par arrêt n° 202.433 du 29 mars 2010 en cause de Marcel de Chaffoy |
tegen de nv « NMBS Holding », waarvan de expeditie ter griffie van het | contre la SA « SNCB Holding », dont l'expédition est parvenue au |
Hof is ingekomen op 6 april 2010, heeft de Raad van State de volgende | greffe de la Cour le 6 avril 2010, le Conseil d'Etat a posé la |
prejudiciële vraag gesteld : | question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 11 van de gecoördineerde wetten op de Raad van | « L'article 11 des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, interprété |
State, zo gelezen dat geen bijzondere verjaringstermijn geldt binnen | en ce sens qu'aucun délai de prescription particulier ne s'applique, |
dewelke de betrokkene de hierin bepaalde procedure tot het verkrijgen | dans lequel l'intéressé doit entamer auprès de l'administration la |
van een herstelvergoeding wegens buitengewone schade bij het bestuur | procédure fixée par cet article pour obtenir les indemnités relatives |
dient in te stellen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat | à la réparation d'un dommage exceptionnel, viole-t-il les articles 10 |
zij aan de administratieve overheid elke bevrijdende verjaring | et 11 de la Constitution en ce qu'il prive l'autorité administrative |
ontzegt, terwijl een vordering tot vergoeding van buitencontractuele | de toute prescription extinctive, tandis qu'une demande en réparation |
schade verjaart door het verloop van een bepaalde termijn, die | d'un dommage extracontractuel se prescrit par l'écoulement d'un délai |
gemeenrechtelijk is vastgesteld in artikel 2262bis, § 1, tweede en | déterminé, qui est défini, en droit commun, à l'article 2262bis, § 1er, |
derde lid, van het Burgerlijk Wetboek ? ». | alinéas 2 et 3, du Code civil ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 11 van de | B.1.1. La question préjudicielle porte sur l'article 11 des lois |
gecoördineerde wetten op de Raad van State, dat bepaalt : | coordonnées sur le Conseil d'Etat, qui dispose : |
« Als geen ander rechtscollege bevoegd is, doet de afdeling | « Dans le cas où il n'existe pas d'autre juridiction compétente, la |
bestuursrechtspraak naar billijkheid en met inachtneming van alle | section du contentieux administratif se prononce en équité par voie |
omstandigheden van openbaar en particulier belang, bij wege van arrest uitspraak over de eisen tot herstelvergoeding voor buitengewone, morele of materiële schade, veroorzaakt door een administratieve overheid. De eis tot herstelvergoeding is niet ontvankelijk dan nadat de administratieve overheid een verzoekschrift om vergoeding geheel of gedeeltelijk heeft afgewezen of gedurende zestig dagen verzuimd heeft daarop te beschikken ». B.1.2. De Raad van State vraagt of die bepaling het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie schendt, in de interpretatie dat zij aan het bestuur elke bevrijdende verjaring ontzegt, doordat zij geen termijn bepaalt waarbinnen de betrokkene het verzoekschrift om herstelvergoeding aan het bestuur dient voor te leggen, terwijl een vordering tot vergoeding van buitencontractuele schade verjaart door het verloop van de termijnen bepaald in artikel 2262bis, § 1, tweede en derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, namelijk vijf jaar vanaf de dag volgend op die waarop de benadeelde kennis heeft gekregen van de schade of van de verzwaring ervan en van de identiteit van de daarvoor aansprakelijke persoon, of in ieder geval twintig jaar vanaf de dag volgend op die waarop het feit waardoor de schade is veroorzaakt, zich heeft voorgedaan. B.2. Het Hof dient dus het verschil in behandeling te onderzoeken tussen de administratieve overheden die worden geconfronteerd met een eis tot herstelvordering in de zin van de in het geding zijnde bepaling, en de administratieve overheden die worden geconfronteerd met een vordering op grond van de gemeenrechtelijke buitencontractuele aansprakelijkheid. In tegenstelling tot wat de Ministerraad aanvoert, zijn beide categorieën van administratieve overheden vergelijkbaar. Zij worden immers allebei aangesproken voor een vergoeding tot herstel | d'arrêt, en tenant compte de toutes les circonstances d'intérêt public et privé, sur les demandes d'indemnité relatives à la réparation d'un dommage exceptionnel, moral ou matériel, causé par une autorité administrative. La demande d'indemnité ne sera recevable qu'après que l'autorité administrative aura rejeté totalement ou partiellement une requête en indemnité, ou négligé pendant soixante jours de statuer à son égard ». B.1.2. Le Conseil d'Etat demande si cette disposition viole le principe d'égalité et de non-discrimination, dans l'interprétation selon laquelle elle prive l'autorité administrative de toute prescription extinctive, parce qu'elle ne fixe pas de délai dans lequel l'intéressé doit soumettre à l'administration la requête en indemnité, alors qu'une demande en réparation d'un dommage extracontractuel se prescrit par l'écoulement des délais fixés à l'article 2262bis, § 1er, alinéas 2 et 3, du Code civil, à savoir cinq ans à partir du jour qui suit celui où la personne lésée a eu connaissance du dommage ou de son aggravation et de l'identité de la personne responsable, ou en tout cas vingt ans à partir du jour qui suit celui où s'est produit le fait qui a provoqué le dommage. B.2. La Cour doit donc examiner la différence de traitement entre les autorités administratives qui sont confrontées à une demande d'indemnité au sens de la disposition en cause et les autorités administratives qui sont confrontées à une demande fondée sur la responsabilité extracontractuelle de droit commun. Contrairement à ce que fait valoir le Conseil des ministres, les deux catégories d'autorités administratives sont comparables. En effet, elles sont |
van een schade als gevolg van vaststaande feiten die door de eiser | toutes les deux mises en cause pour obtenir la réparation d'un dommage |
dienen te worden aangetoond. | dû à des faits établis qui doivent être démontrés par le demandeur. |
B.3. Met de in het geding zijnde bepaling beoogde de wetgever te | B.3. Par la disposition en cause, le législateur a institué une |
voorzien in een schadeloosstelling op basis van billijkheidsmotieven | indemnisation sur la base de motifs d'équité (Doc. parl., Sénat, S.E. |
(Parl. St., Senaat, B.Z. 1939, nr. 80, pp. 34-36), met inachtneming | 1939, n° 80, pp. 34-36), dans le respect de la répartition |
van de grondwettelijke bevoegdheidsverdeling tussen de rechterlijke | constitutionnelle des compétences entre le pouvoir judiciaire et le |
macht en de Raad van State (ibid., pp. 28-29). | Conseil d'Etat. (ibid., pp. 28-29). |
B.4. Gelet op die grondwettelijke bevoegdheidsverdeling is de procedure vervat in de in het geding zijnde bepaling noodzakelijkerwijze residuair van aard. Aangezien de eiser veelal de uitkomst van een burgerrechtelijke procedure of een procedure voor een ander administratief rechtscollege dient af te wachten, is het niet onredelijk dat de wetgever ervoor heeft geopteerd om, in tegenstelling tot de gemeenrechtelijke overheidsaansprakelijkheid, niet te voorzien in een verjaringstermijn die begint te lopen op het ogenblik van de feiten. De duur van de burgerrechtelijke procedure is immers niet afhankelijk van de eiser. B.5.1. Het Hof dient evenwel nog te onderzoeken of het gebrek aan | B.4. Eu égard à cette répartition constitutionnelle des compétences, le recours prévu par la disposition en cause est nécessairement de nature résiduaire. Le demandeur devant généralement attendre l'issue d'une procédure civile ou d'une procédure devant une autre juridiction administrative, il n'est pas déraisonnable que, contrairement à ce qui est prévu en cas de responsabilité de droit commun des pouvoirs publics, le législateur ait décidé de ne pas prévoir de délai de prescription courant à compter des faits. En effet, la durée de la procédure civile ne dépend pas du demandeur. |
vervaltermijn na de uitputting van de andere rechtsmiddelen | B.5.1. La Cour doit toutefois encore examiner si l'absence de délai de |
redelijkerwijze kan worden verantwoord. Krachtens de in het geding | prescription, après épuisement des autres voies de recours, peut |
zijnde bepaling is de eis tot herstelvergoeding pas ontvankelijk nadat | raisonnablement se justifier. En vertu de la disposition en cause, la |
« de administratieve overheid een verzoekschrift om vergoeding geheel | demande d'indemnité n'est recevable qu'après que « l'autorité |
of gedeeltelijk heeft afgewezen of gedurende zestig dagen verzuimd | administrative aura rejeté totalement ou partiellement une requête en |
heeft daarop te beschikken ». | indemnité, ou négligé pendant soixante jours de statuer à son égard ». |
Krachtens artikel 4 van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 | En vertu de l'article 4 de l'arrêté du Régent du 23 août 1948 |
tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak | déterminant la procédure devant la section du contentieux |
van de Raad van State verjaart de eis tot herstelvordering « zestig | administratif du Conseil d'Etat, les demandes d'indemnité « sont |
dagen na de schriftelijke kennisgeving van de beslissing houdende | prescrites soixante jours après la notification du rejet de la requête |
afwijzing van het verzoekschrift tot vergoeding », of, indien de | en indemnité », ou, si l'autorité administrative néglige de statuer, « |
administratieve overheid verzuimt een beslissing te nemen, « drie jaar | |
te rekenen van de datum van dat verzoekschrift ». | trois ans à dater de cette requête ». |
Daarentegen is er geen termijn bepaald waarbinnen, na afloop van de | Par contre, il n'est pas fixé de délai dans lequel, après l'écoulement |
burgerrechtelijke procedure of de procedure voor andere | de la procédure civile ou de la procédure devant d'autres juridictions |
administratieve rechtscolleges, de verzoeker zijn verzoekschrift om | administratives, le requérant doit introduire sa requête en indemnité |
vergoeding dient in te dienen bij de administratieve overheid. | auprès de l'autorité administrative. |
B.5.2. Dat gebrek aan vervaltermijn is verantwoord doordat dergelijke | B.5.2. Cette absence de délai de prescription se justifie en ce que |
verzoeken geen subjectief recht betreffen, zodat er geen noodzaak is | ces demandes ne concernent pas un droit subjectif, de sorte qu'il n'y |
om nuttig verweer te kunnen voeren betreffende een fout die de | a pas de nécessité de pouvoir mener utilement une défense concernant |
administratieve overheid zou worden verweten. Bovendien kan de Raad | une faute qui serait reprochée à l'autorité administrative. En outre, |
van State, die over de eis tot herstelvordering uitspraak doet « met | le Conseil d'Etat, qui statue sur la demande d'indemnité « en tenant |
inachtneming van alle omstandigheden van openbaar en particulier | compte de toutes les circonstances d'intérêt public et privé », peut |
belang », het stilzitten van de verzoeker, alsook de oorzaak daarvan, | prendre en compte l'absence de réaction du requérant ainsi que la |
in aanmerking nemen (RvSt, 12 maart 2007, Van Eeckhout, nr. 168.782). | raison qui la justifie (CE, 12 mars 2007, Van Eeckhout, n° 168.782). |
Bovendien zou het tijdsverloop nadelige gevolgen kunnen hebben voor de | Enfin, l'écoulement du temps peut avoir des conséquences |
verzoeker, zoals de moeilijkheid om het bewijs te leveren van het | préjudiciables pour le requérant en indemnité, telle que la difficulté |
oorzakelijk verband tussen de niet-foutieve handeling en de schade. | de prouver le lien causal entre l'acte non fautif et le dommage. |
B.6. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.6. La question préjudicielle appelle une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Artikel 11 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zo | L'article 11 des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, interprété en |
gelezen dat er geen verjaringstermijn geldt binnen welke de betrokkene | ce sens qu'il ne prévoit aucun délai de prescription dans lequel |
de hierin bepaalde procedure tot het verkrijgen van een | l'intéressé doit entamer auprès de l'autorité administrative la |
herstelvergoeding wegens buitengewone schade bij de administratieve | procédure fixée par cet article pour obtenir une indemnité relative à |
overheid dient in te stellen, schendt de artikelen 10 en 11 van de | la réparation d'un dommage exceptionnel, ne viole pas les articles 10 |
Grondwet niet. | et 11 de la Constitution. |
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 9 december 2010. | la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 9 décembre 2010. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
De wnd. voorzitter, | Le président f.f., |
E. De Groot. | E. De Groot. |