← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 56/2010 van 12 mei 2010 Rolnummer 4780 In zake : de prejudiciële
vraag betreffende artikel 317 van de programmawet van 22 decem(...) Het Grondwettelijk
Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de rechter(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 56/2010 van 12 mei 2010 Rolnummer 4780 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 317 van de programmawet van 22 decem(...) Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de rechter(...) | Extrait de l'arrêt n° 56/2010 du 12 mai 2010 Numéro du rôle : 4780 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 317 de la loi-programme du 22 (...) La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges R. He(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 56/2010 van 12 mei 2010 | Extrait de l'arrêt n° 56/2010 du 12 mai 2010 |
Rolnummer 4780 | Numéro du rôle : 4780 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 317 | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 317 |
(prijsvaststelling van bepaalde geneesmiddelen door de minister van | (fixation des prix de certains médicaments par le ministre des |
Economische Zaken) van de programmawet van 22 december 1989, gesteld | Affaires économiques) de la loi-programme du 22 décembre 1989, posée |
door de Raad van State. | par le Conseil d'Etat. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de | composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges R. |
rechters R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe en P. | Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe et P. Nihoul, |
Nihoul, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder | assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. |
voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, | Bossuyt, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij arrest nr. 196.411 van 28 september 2009 in zake de vzw « Unamec » | Par arrêt n° 196.411 du 28 septembre 2009 en cause de l'ASBL « Unamec |
en anderen tegen de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de minister | |
van Ondernemen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is | » et autres contre l'Etat belge, représenté par le ministre pour |
ingekomen op 8 oktober 2009, heeft de Raad van State de volgende | l'Entreprise, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 8 |
prejudiciële vraag gesteld : | octobre 2009, le Conseil d'Etat a posé la question préjudicielle suivante : |
« Miskent artikel 317, juncto artikel 313, 2°, van de programmawet van | « L'article 317, juncto l'article 313, 2°, de la loi-programme du 22 |
22 december 1989 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, afzonderlijk | décembre 1989 viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, lus |
genomen en in samenhang gelezen met de artikelen 33 en 108 van de | isolément et combinés avec les articles 33 et 108 de la Constitution, |
Grondwet, doordat deze bepaling de minister van Economie machtigt om | en ce que cette disposition habilite le ministre des Affaires |
ten aanzien van de producenten en leveranciers van geneesmiddelen en | économiques à fixer, à l'égard des producteurs et des fournisseurs de |
medische hulpmiddelen de maximumprijzen van geneesmiddelen en medische | médicaments et de dispositifs médicaux, les prix maxima des |
hulpmiddelen vast te stellen zonder dat bij wet of koninklijk besluit | médicaments et des dispositifs médicaux, sans que les conditions et |
de voorwaarden en criteria daarvoor worden bepaald, waardoor de | les critères ne soient fixés à cet effet par une loi ou par un arrêté |
verzoekende partijen de grondwettelijke waarborgen worden ontzegd die | royal, de sorte que les parties requérantes sont privées des garanties |
geboden worden door de bescherming van de wetgever, de democratische | constitutionnelles qu'offrent la protection du législateur, le |
controle en de algemene verordeningsbevoegdheid van de Koning, terwijl | contrôle démocratique et le pouvoir réglementaire général du Roi, |
de producenten en leveranciers van andere producten niet geviseerd | alors que les producteurs et les fournisseurs d'autres produits ne |
kunnen worden door ministeriële besluiten waarbij, zonder dat er bij | peuvent être visés par des arrêtés ministériels fixant des prix |
wet of koninklijk besluit nadere regels werden bepaald, maximumprijzen | maxima, sans que des règles plus précises aient été fixées dans une |
worden vastgesteld ? ». | loi ou dans un arrêté royal ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. Titel VI van de programmawet van 22 december 1989 draagt als | B.1. Le titre VI de la loi-programme du 22 décembre 1989 porte : « |
opschrift : « Economische zaken : prijsvaststelling van de in het raam | Affaires économiques : de la fixation des prix des médicaments |
van de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering terugbetaalbare | remboursables dans le cadre de l'assurance obligatoire contre la |
geneesmiddelen ». | maladie et l'invalidité ». |
Aan de bepalingen van die titel zijn niet alleen de geneesmiddelen | Sont soumis aux dispositions de ce titre non seulement les médicaments |
bedoeld in artikel 1 van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen | visés à l'article 1er de la loi du 25 mars 1964 sur les médicaments, à |
onderworpen, met uitzondering van de magistrale bereidingen en de | l'exclusion des préparations magistrales et des médicaments |
veeartsenijkundige geneesmiddelen (artikel 313, § 1, 1°), maar ook « | vétérinaires (article 313, § 1er, 1°), mais également « les objets, |
de door de Koning met toepassing van artikel 1bis van de voornoemde | appareils et substances qui, en application de l'article 1bis de la |
wet van 25 maart 1964 geheel of ten dele met geneesmiddelen | |
gelijkgestelde voorwerpen, apparaten en substanties, die worden | loi précitée du 25 mars 1964, sont, en tout ou en partie, assimilés |
aangeduid door de Minister die de Economische Zaken onder zijn | par le Roi à des médicaments et que le ministre qui a les Affaires |
bevoegdheid heeft » (artikel 313, § 1, 2°). | Economiques dans ses attributions désigne » (article 313, § 1er, 2°). |
Artikel 317 van de voormelde programmawet bepaalt : | L'article 317 de la loi-programme précitée dispose : |
« De Minister kan maximumprijzen vaststellen in het algemeen voor de | « Le Ministre peut fixer des prix maxima en général pour les |
door hem aangeduide categorieën van geneesmiddelen. | catégories de médicaments qu'il désigne. |
Deze prijzen mogen lager zijn dan de prijzen toegepast op de datum van | Ces prix peuvent être inférieurs aux prix appliqués à la date de sa |
zijn beslissing ». | décision ». |
B.2. De prejudiciële vraag heeft betrekking op de machtiging die | B.2. La question préjudicielle concerne l'habilitation que l'article |
artikel 317 aan de bevoegde minister verleent. Meer bepaald vraagt de | 317 confère au ministre compétent. Le juge a quo demande plus |
verwijzende rechter of die machtiging op discriminerende wijze afbreuk | précisément si cette habilitation porte atteinte, de manière |
doet aan de waarborgen die door de artikelen 33 en 108 van de Grondwet | discriminatoire, aux garanties offertes par les articles 33 et 108 de |
worden geboden. | la Constitution. |
B.3. Artikel 33 van de Grondwet bepaalt : | B.3. L'article 33 de la Constitution porte : |
« Alle machten gaan uit van de Natie. | « Tous les pouvoirs émanent de la Nation. |
Zij worden uitgeoefend op de wijze bij de Grondwet bepaald ». | Ils sont exercés de la manière établie par la Constitution ». |
B.4. Artikel 108 van de Grondwet bepaalt : | B.4. L'article 108 de la Constitution dispose : |
« De Koning maakt de verordeningen en neemt de besluiten die voor de | « Le Roi fait les règlements et arrêtés nécessaires pour l'exécution |
uitvoering van de wetten nodig zijn, zonder ooit de wetten zelf te | des lois, sans pouvoir jamais ni suspendre les lois elles-mêmes, ni |
mogen schorsen of vrijstelling van hun uitvoering te mogen verlenen ». | dispenser de leur exécution ». |
B.5. Het Hof is niet bevoegd een bepaling te censureren die de | B.5. La Cour n'est pas compétente pour censurer une disposition qui |
bevoegdheidsverdeling tussen de wetgevende macht en de uitvoerende | violerait la répartition de compétence entre le pouvoir législatif et |
macht zou schenden, tenzij die schending indruist tegen de regels | le pouvoir exécutif, sauf si cette violation méconnaît les règles |
inzake de bevoegdheidsverdeling tussen de Staat, de gemeenschappen en | répartitrices de compétence entre l'Etat, les communautés et les |
de gewesten of tenzij de wetgever, door de uitvoerende macht op te | régions ou si le législateur, en imposant au pouvoir exécutif de |
dragen een maatregel te nemen die niet onder zijn bevoegdheid valt, | prendre une mesure qui ne relève pas de la compétence de celui-ci, |
aldus een categorie van personen uitsluit van het optreden van een | prive ainsi une catégorie de personnes de l'intervention d'une |
democratisch verkozen vergadering, waarin de Grondwet uitdrukkelijk | assemblée démocratiquement élue, prévue expressément par la |
voorziet. | Constitution. |
B.6. De regels die de bevoegdheden verdelen tussen de Staat, de | B.6. Les règles qui répartissent la compétence entre l'Etat, les |
gemeenschappen en de gewesten zijn niet in het geding en evenmin is de | communautés et les régions ne sont pas en cause et la matière qui fait |
aangelegenheid die het voorwerp uitmaakt van artikel 317 van de programmawet van 22 december 1989 van dien aard dat de Grondwet uitdrukkelijk het optreden van een democratisch verkozen vergadering vereist. B.7. Het Hof is derhalve niet bevoegd om op de prejudiciële vraag te antwoorden. Om die redenen, het Hof stelt vast dat het niet bevoegd is om de prejudiciële vraag te beantwoorden. Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | l'objet de l'article 317 de la loi-programme du 22 décembre 1989 n'est pas de telle nature que la Constitution exige explicitement l'intervention d'une assemblée démocratiquement élue. B.7. La Cour n'est donc pas compétente pour répondre à la question préjudicielle. Par ces motifs, la Cour constate qu'elle n'est pas compétente pour répondre à la question préjudicielle. Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 12 mei 2010. | la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 12 mai 2010. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
De voorzitter, | Le président, |
M. Bossuyt. | M. Bossuyt. |