Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 204/2009 van 23 december 2009 Rolnummer 4773 In zake : de vordering tot schorsing van artikel 4 van de wet van 22 juli 2009 houdende verplichting tot bijmenging van biobrandstof in de tot verbruik uitgeslagen fossi Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Martens en M. Bossuyt, en de rechters(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 204/2009 van 23 december 2009 Rolnummer 4773 In zake : de vordering tot schorsing van artikel 4 van de wet van 22 juli 2009 houdende verplichting tot bijmenging van biobrandstof in de tot verbruik uitgeslagen fossi Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Martens en M. Bossuyt, en de rechters(...) Extrait de l'arrêt n° 204/2009 du 23 décembre 2009 Numéro du rôle : 4773 En cause : la demande de suspension de l'article 4 de la loi du 22 juillet 2009 relative à l'obligation d'incorporation de biocarburant dans les carburants fossiles mi La Cour constitutionnelle, composée des présidents P. Martens et M. Bossuyt, et des juges R. Hen(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 204/2009 van 23 december 2009 Extrait de l'arrêt n° 204/2009 du 23 décembre 2009
Rolnummer 4773 Numéro du rôle : 4773
In zake : de vordering tot schorsing van artikel 4 van de wet van 22 En cause : la demande de suspension de l'article 4 de la loi du 22
juli 2009 houdende verplichting tot bijmenging van biobrandstof in de juillet 2009 relative à l'obligation d'incorporation de biocarburant
tot verbruik uitgeslagen fossiele motorbrandstoffen, ingesteld door dans les carburants fossiles mis à la consommation, introduite par
Eric Watteau. Eric Watteau.
Het Grondwettelijk Hof, La Cour constitutionnelle,
samengesteld uit de voorzitters P. Martens en M. Bossuyt, en de composée des présidents P. Martens et M. Bossuyt, et des juges R.
rechters R. Henneuse, E. De Groot, A. Alen, J.-P. Snappe en J. Henneuse, E. De Groot, A. Alen, J.-P. Snappe et J. Spreutels, assistée
Spreutels, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter P. Martens, du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président P. Martens,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de vordering en rechtspleging I. Objet de la demande et procédure
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 28 september Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 28
2009 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 29 septembre 2009 et parvenue au greffe le 29 septembre 2009, Eric
september 2009, heeft Eric Watteau, wonende te 1325 Chaumont-Gistoux, Watteau, demeurant à 1325 Chaumont-Gistoux, Chemin du Grand Sart 32, a
Chemin du Grand Sart 32, een vordering tot schorsing ingesteld van introduit une demande de suspension de l'article 4 de la loi du 22
artikel 4 van de wet van 22 juli 2009 houdende verplichting tot juillet 2009 relative à l'obligation d'incorporation de biocarburant
bijmenging van biobrandstof in de tot verbruik uitgeslagen fossiele dans les carburants fossiles mis à la consommation (publiée au
motorbrandstoffen (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 3 Moniteur belge du 3 août 2009, deuxième édition).
augustus 2009, tweede editie). Par la même requête, la partie requérante demande également
Bij hetzelfde verzoekschrift vordert de verzoekende partij eveneens de l'annulation de la même disposition légale.
vernietiging van dezelfde wetsbepaling.
Op 6 oktober 2009 hebben de rechters-verslaggevers J. Spreutels en E. Le 6 octobre 2009, en application de l'article 72, alinéa 1er, de la
De Groot, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de bijzondere
wet van 6 januari 1989, het Hof ervan in kennis gesteld dat zij ertoe loi spéciale du 6 janvier 1989, les juges-rapporteurs J. Spreutels et
zouden kunnen worden gebracht voor te stellen een arrest van E. De Groot ont informé la Cour qu'ils pourraient être amenés à
onmiddellijk antwoord te wijzen. proposer de rendre un arrêt de réponse immédiate.
De verzoekende partij heeft een memorie met verantwoording ingediend. La partie requérante a introduit un mémoire justificatif.
Bij beschikking van 10 november 2009 heeft het Hof beslist het Par ordonnance du 10 novembre 2009, la Cour a décidé de poursuivre
onderzoek van de zaak overeenkomstig de gewone rechtspleging voort te zetten. l'examen de l'affaire suivant la procédure ordinaire.
(...) (...)
II. In rechte II. En droit
(...) (...)
B.1. Uit de uiteenzetting van het verzoekschrift blijkt dat bij het B.1. Il ressort des développements de la requête que la Cour est
Hof een vordering tot schorsing is ingediend die in hoofdzaak saisie d'une demande de suspension portant essentiellement sur
betrekking heeft op artikel 4 van de wet van 22 juli 2009 « houdende l'article 4 de la loi du 22 juillet 2009 « relative à l'obligation
verplichting tot bijmenging van biobrandstof in de tot verbruik d'incorporation de biocarburant dans les carburants fossiles mis à la
uitgeslagen fossiele motorbrandstoffen », dat bepaalt : consommation », qui dispose :
« § 1. Elke geregistreerde aardoliemaatschappij die benzineproducten « § 1er. Toute société pétrolière enregistrée mettant à la
en/of dieselproducten uitslaat tot verbruik, is verplicht in hetzelfde consommation des produits d'essence et/ou des produits diesel est
kalenderjaar eveneens een hoeveelheid duurzame biobrandstoffen in obligée de mettre également à la consommation au cours d'une même
verbruik te stellen, als volgt : année civile une quantité de biocarburants durables comme suit :
- FAME ten belope van minstens 4 v/v % van de tot verbruik uitgeslagen - EMAG à concurrence d'au moins 4 v/v % de la quantité de produits
hoeveelheid dieselproducten; diesel mis à la consommation;
- bio-ethanol, zuiver of in de vorm van bio-ETBE, ten belope van - bioéthanol, pur ou sous la forme de bio-ETBE, à concurrence d'au
minstens 4 v/v % van de tot verbruik uitgeslagen hoeveelheid moins 4 v/v % de la quantité de produits d'essence mis à la
benzineproducten. consommation.
§ 2. De verplichting bedoeld in § 1 rust niet op de hoeveelheden § 2. L'obligation visée au § 1er ne s'applique pas aux quantités de
benzineproducten en/of dieselproducten die een geregistreerde produits d'essence et/ou de produits diesel qu'une société pétrolière
aardoliemaatschappij in verbruik stelt vanuit de verplichte voorraden enregistrée met à la consommation venant des stocks obligatoires visés
bedoeld in artikel 2, 4°, van de wet van 26 januari 2006 betreffende à l'article 2, 4°, de la loi du 26 janvier 2006 relative à la
de aanhouding van een verplichte voorraad aardolie en détention des stocks obligatoires de pétrole et des produits
aardolieproducten en de oprichting van een agentschap voor het beheer pétroliers et à la création d'une agence pour la gestion d'une partie
van een deel van deze voorraad en tot wijziging van de wet van 10 juni
1997 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het de ces stocks et modifiant la loi du 10 juin 1997 relative au régime
voorhanden hebben, en het verkeer daarvan en de controles daarop, in général, à la détention, à la circulation et aux contrôles des
zoverre deze verplichte voorraden die onvermengd met biobrandstoffen produits soumis à accises, pour autant que ces stocks obligatoires
door APETRA in volle eigendom worden aangehouden en beheerd, in détenus par APETRA en pleine propriété et gérés non-mélangés avec des
verbruik worden gesteld bij de eerste verwerving door een koper zonder composants bio, soient mis à la consommation lors de la première
een accijnsnummer ». acquisition par un acheteur sans numéro d'accise ».
B.2. Luidens artikel 20, 1°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 kan slechts tot schorsing van een wetsbepaling worden besloten als ernstige middelen worden aangevoerd en op voorwaarde dat de onmiddellijke uitvoering van die bepaling een moeilijk te herstellen ernstig nadeel kan berokkenen. Daar die twee voorwaarden cumulatief zijn, leidt de vaststelling dat aan één daarvan niet is voldaan, tot de verwerping van de vordering tot schorsing. B.3. De schorsing van een wetsbepaling door het Hof moet het mogelijk maken ten behoeve van de verzoeker te voorkomen dat een ernstig nadeel, dat door het effect van een eventuele vernietiging niet of moeilijk zou kunnen worden hersteld, voortvloeit uit de onmiddellijke toepassing van die bepaling. B.4. In de veronderstelling dat het te dezen aangevoerde risico van een nadeel bestaat, is dat risico van financiële of morele aard. Het loutere risico van een financieel verlies vormt in beginsel geen moeilijk te herstellen ernstig nadeel (zie arrest nr. 60/92 van 8 B.2. Aux termes de l'article 20, 1°, de la loi spéciale du 6 janvier 1989, la suspension d'une disposition législative ne peut être décidée que si des moyens sérieux sont invoqués et si l'exécution immédiate de cette disposition risque de causer un préjudice grave difficilement réparable. Ces deux conditions étant cumulatives, le constat que l'une d'elles n'est pas remplie conduit au rejet de la demande de suspension. B.3. La suspension par la Cour d'une disposition législative doit permettre d'éviter au requérant qu'un préjudice grave, qui ne pourrait pas ou qui pourrait difficilement être réparé par l'effet d'une annulation éventuelle, ne résulte de l'application immédiate de cette disposition. B.4. A supposer qu'il existe, le risque de préjudice allégué en l'espèce est un risque d'ordre financier ou moral. Le simple risque de subir une perte financière ne constitue pas, en principe, un risque de préjudice grave difficilement réparable (voy.
oktober 1992, B.3.2; arrest nr. 28/96 van 30 april 1996; arrest nr. arrêt n° 60/92 du 8 octobre 1992, B.3.2; arrêt n° 28/96 du 30 avril
169/2006 van 8 november 2006, B.16.1). De verzoeker voert niet aan dat het te dezen aangevoerde eventuele financiële nadeel zijn solvabiliteit in het gedrang kan brengen. Het aangevoerde morele nadeel zou te dezen verdwijnen indien het Hof, na onderzoek van het beroep tot vernietiging, de bestreden bepaling zou vernietigen, zodat dat nadeel niet moeilijk te herstellen is. B.5. Aangezien niet is voldaan aan de voorwaarde in verband met het moeilijk te herstellen ernstig nadeel, dient geen uitspraak te worden gedaan over de ernst van de middelen. Het Hof zal die onderzoeken wanneer het uitspraak doet over het beroep tot vernietiging. Om die redenen, 1996; arrêt n° 169/2006 du 8 novembre 2006, B.16.1). Le requérant ne soutient pas que l'éventuel préjudice financier allégué en l'espèce serait de nature à mettre en péril sa solvabilité. Quant au préjudice moral allégué, il disparaîtrait, en l'espèce, si, au terme de l'examen du recours en annulation, la Cour décidait d'annuler la disposition attaquée, de sorte que ce préjudice n'est pas difficilement réparable. B.5. Dès lors qu'il n'est pas satisfait à la condition relative au risque de préjudice grave difficilement réparable, il n'y a pas lieu de se prononcer sur le sérieux des moyens. Ceux-ci seront examinés par la Cour lorsqu'elle statuera sur le recours en annulation. Par ces motifs,
het Hof la Cour
verwerpt de vordering tot schorsing. rejette la demande de suspension.
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise,
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989, à
terechtzitting van 23 december 2009. l'audience publique du 23 décembre 2009.
De griffier, Le greffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
De voorzitter, Le président,
P. Martens. P. Martens.
^