Uittreksel uit arrest nr. 174/2009 van 3 november 2009 Rolnummers 4577, 4579, 4580, 4581, 4584, 4585, 4586, 4594 en 4595 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 40, § 6, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Martens en M. Bossuyt, en de rechters(...) | Extrait de l'arrêt n° 174/2009 du 3 novembre 2009 Numéros du rôle : 4577, 4579, 4580, 4581, 4584, 4585, 4586, 4594 et 4595 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 40, § 6, de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès La Cour constitutionnelle, composée des présidents P. Martens et M. Bossuyt, et des juges M. Mel(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 174/2009 van 3 november 2009 | Extrait de l'arrêt n° 174/2009 du 3 novembre 2009 |
Rolnummers 4577, 4579, 4580, 4581, 4584, 4585, 4586, 4594 en 4595 | Numéros du rôle : 4577, 4579, 4580, 4581, 4584, 4585, 4586, 4594 et |
In zake : de prejudiciële vragen over artikel 40, § 6, van de wet van | 4595 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 40, § 6, |
15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het | de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, |
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, vóór de | l'établissement et l'éloignement des étrangers, avant sa modification |
wijziging ervan bij artikel 19 van de wet van 25 april 2007, gesteld | par l'article 19 de la loi du 25 avril 2007, posées par le Conseil |
door de Raad van State. | d'Etat. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters P. Martens en M. Bossuyt, en de | composée des présidents P. Martens et M. Bossuyt, et des juges M. |
rechters M. Melchior, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, | Melchior, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. |
J.-P. Snappe, E. Derycke en J. Spreutels, bijgestaan door de griffier | Snappe, E. Derycke et J. Spreutels, assistée du greffier P.-Y. |
P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van rechter M. Melchior, | Dutilleux, présidée par le juge M. Melchior, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Objet des questions préjudicielles et procédure |
Bij arresten nrs. 188.449 van 2 december 2008, 188.490 en 188.491 van | Par arrêts nos 188.449 du 2 décembre 2008, 188.490 et 188.491 du 4 |
4 december 2008, 188.694, 188.693, 188.690 en 188.692 van 10 december | décembre 2008, 188.694, 188.693, 188.690 et 188.692 du 10 décembre |
2008 en 189.031 en 189.032 van 19 december 2008, in zake | 2008 et 189.031 et 189.032 du 19 décembre 2008, en cause |
respectievelijk Manuel Cordero Villamar, Gladys Rengel Salazar, | respectivement de Manuel Cordero Villamar, Gladys Rengel Salazar, |
Mariana del Rocio Martinez Galarraga, Roberto Campoverde Calva, Maria | Mariana del Rocio Martinez Galarraga, Roberto Campoverde Calva, Maria |
Avendano Botello, Elisany Abade Dos Santos, Maria Franco Avila, Edison | Avendano Botello, Elisany Abade Dos Santos, Maria Franco Avila, Edison |
Villacres Narvaes en Monica Carrasco Cespedes tegen de Belgische | Villacres Narvaes et Monica Carrasco Cespedes contre l'Etat belge, |
Staat, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op | dont les expéditions sont parvenues au greffe de la Cour les 12, 15, |
12, 15, 16, 17 en 24 december 2008, heeft de Raad van State de | 16, 17 et 24 décembre 2008, le Conseil d'Etat a posé les questions |
volgende prejudiciële vragen gesteld : | préjudicielles suivantes : |
1. « Appliqué à un enfant belge mineur dont les parents n'ont pas la | |
1. « Schendt het vroegere artikel 40, § 6, van de wet van 15 december | nationalité belge, l'article 40, § 6, ancien, de la loi du 15 décembre |
1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, toegepast op een minderjarig Belgisch kind wiens ouders niet de Belgische nationaliteit hebben, in zoverre het een voorwaarde oplegt van tenlasteneming van de bloedverwanten in de opgaande lijn door het kind opdat zij aanspraak kunnen maken op het recht zich in België te vestigen, met als gevolg dat, wanneer niet aan die voorwaarde is voldaan, dat minderjarig Belgisch kind ofwel in België moet leven in de onzekerheid die voortvloeit uit de onwettigheid van het verblijf van zijn bloedverwanten in de opgaande lijn indien die laatstgenoemden beslissen om te blijven in het land waarvan het kind de nationaliteit heeft, ofwel zijn ouders moet volgen naar hun land van herkomst en het voordeel verliest van de economische en sociale rechten die het alleen in België kan genieten, ten opzichte van het minderjarig Belgisch kind | 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers, en ce qu'il impose une condition de prise en charge des ascendants par l'enfant pour que ceux-ci puissent se prévaloir d'un droit à l'établissement en Belgique, avec la conséquence que si cette condition n'est pas remplie, cet enfant belge mineur doit, soit vivre en Belgique dans l'insécurité résultant de l'illégalité du séjour de ses ascendants, si ceux-ci décident de rester dans le pays dont il a la nationalité, soit suivre ses parents dans leur pays d'origine et perdre le bénéfice des droits économiques et sociaux dont il ne peut jouir qu'en Belgique, viole-t-il, par rapport à l'enfant belge mineur dont les parents sont belges, les |
wiens ouders Belg zijn, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan | articles 10 et 11 de la Constitution lus isolément ou conjointement |
niet in samenhang gelezen met de artikelen 22, 23, 24 en 191 van de | avec les articles 22, 23, 24 et 191 de la Constitution et les articles |
Grondwet en met de artikelen 8 en 14 van het Verdrag tot bescherming | 8 et 14 de la Convention de sauvegarde des droits de l'homme et des |
van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, goedgekeurd bij de wet van 13 mei 1955 ? »; 2. « Schendt het vroegere artikel 40, § 6, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, in zoverre het een voorwaarde oplegt van tenlasteneming van de bloedverwanten in de opgaande lijn door het kind, in die zin geïnterpreteerd dat het minderjarig Belgisch kind wiens bloedverwanten in de opgaande lijn die niet de Belgische nationaliteit hebben, niet te zijnen laste zijn, ofwel ervan moet afzien te leven in het land waarvan het de nationaliteit heeft, ofwel ervan moet afzien te leven met zijn ouders indien die laatstgenoemden beslissen terug te keren naar hun land van | libertés fondamentales, approuvée par la loi du 13 mai 1955 ? »; 2. « L'article 40, § 6, ancien, de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers, en ce qu'il impose une condition de prise en charge des ascendants par l'enfant, interprété en ce sens que l'enfant belge mineur, dont les ascendants qui n'ont pas la nationalité belge ne sont pas à sa charge, doit, soit renoncer à vivre dans le pays dont il a la nationalité, soit renoncer à vivre avec ses parents, si ceux-ci |
herkomst, artikel 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen | décident de rentrer dans leur pays d'origine, viole-t-il l'article 22 |
met artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de | de la Constitution lu isolément ou conjointement avec l'article 8 de |
mens en de fundamentele vrijheden, goedgekeurd bij de wet van 13 mei | la Convention de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés |
1955 ? ». | fondamentales, approuvée par la loi du 13 mai 1955 ? ». |
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 4577, 4579, 4580, 4581, 4584, | Ces affaires, inscrites sous les numéros 4577, 4579, 4580, 4581, 4584, |
4585, 4586, 4594 en 4595 van de rol van het Hof, werden samengevoegd. | 4585, 4586, 4594 et 4595 du rôle de la Cour, ont été jointes. |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
Ten aanzien van de in het geding zijnde bepaling | Quant à la disposition en cause |
B.1.1. De prejudiciële vragen hebben betrekking op artikel 40, § 6, | B.1.1. Les questions préjudicielles portent sur l'article 40, § 6, de |
van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het | la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, |
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van | l'établissement et l'éloignement des étrangers (ci-après : la loi du |
vreemdelingen (hierna : de wet van 15 december 1980), vóór de | 15 décembre 1980), avant sa modification par l'article 19 de la loi du |
wijziging ervan bij artikel 19 van de wet van 25 april 2007. | 25 avril 2007. |
In de versie van vóór de wijziging ervan bij artikel 19 van de wet van | Dans sa version antérieure à sa modification par l'article 19 de la |
25 april 2007, bepaalde artikel 40 van de wet van 15 december 1980 : | loi du 25 avril 2007, l'article 40 de la loi du 15 décembre 1980 disposait : |
« § 1. Onverminderd de bepalingen vervat in de verordeningen van de | « § 1er. Sans préjudice des dispositions contenues dans les règlements |
Raad en van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de meer | du Conseil et de la Commission des Communautés européennes et de |
voordelige bepalingen waarop de E.G-vreemdeling zou kunnen aanspraak | celles plus favorables dont l'étranger C.E. pourrait se prévaloir, les |
maken, zijn de hierna volgende bepalingen op hem toepasselijk. § 2. Voor de toepassing van deze wet wordt onder E.G.-vreemdeling verstaan, iedere onderdaan van een Lid-Staat van de Europese Gemeenschappen die verblijft in of zich begeeft naar het Rijk en die : 1° hetzij er een werkzaamheid in loondienst of anders dan in loondienst uitoefent of voornemens is uit te oefenen; 2° hetzij er het verrichten van diensten geniet of voornemens is te genieten; 3° hetzij er het recht op voortgezet verblijf geniet of voornemens is te genieten; 4° hetzij er het verblijfsrecht geniet of voornemens is te genieten na een beroepswerkzaamheid in de Gemeenschap te hebben beëindigd; 5° hetzij er als hoofdbezigheid een beroepsopleiding volgt of voornemens is te volgen in een erkende onderwijsinstelling; | dispositions ci-après lui sont applicables. § 2. Pour l'application de la présente loi, on entend par étranger C.E. tout ressortissant d'un Etat membre des Communautés européennes qui séjourne ou se rend dans le Royaume et qui : 1° soit y exerce ou entend y exercer une activité salariée ou non salariée; 2° soit y bénéficie ou entend y bénéficier d'une prestation de services; 3° soit y bénéficie ou entend y bénéficier du droit de demeurer; 4° soit y bénéficie ou entend y bénéficier du droit de séjour après avoir cessé une activité professionnelle exercée dans la Communauté; 5° soit y suit ou entend y suivre, à titre principal, une formation professionnelle dans un établissement d'enseignement agréé; |
6° hetzij tot geen van de in het 1° tot het 5° bedoelde categorieën | 6° soit n'appartient à aucune des catégories visées aux 1° à 5°. |
behoort. § 3. Tenzij deze wet anders bepaalt, worden de hierna volgende | § 3. Sauf dispositions contraires de la présente loi, sont assimilées |
personen, van welke nationaliteit ook, met de in § 2, 1°, 2° en 3°, | à l'étranger C.E. visé au § 2, 1°, 2° et 3°, quelle que soit leur |
bedoelde E.G.-vreemdeling gelijkgesteld, mits zij zich met hem | nationalité, les personnes ci-après, à condition qu'elles viennent |
vestigen of komen vestigen : | s'installer ou s'installent avec lui : |
1° zijn echtgenoot; | 1° son conjoint; |
2° zijn bloedverwanten in de nederdalende lijn of die van zijn | |
echtgenoot, beneden 21 jaar of die te hunnen laste zijn; | 2° ses descendants ou ceux de son conjoint, âgés de moins de 21 ans ou |
3° zijn bloedverwanten in de opgaande lijn of die van zijn echtgenoot, die te hunnen laste zijn; | qui sont à leur charge; 3° ses ascendants ou ceux de son conjoint qui sont à leur charge; |
4° de echtgenoot van de personen bedoeld in het 2° en het 3°. | 4° le conjoint des personnes visées au 2° et au 3°. |
§ 4. Tenzij deze wet anders bepaalt, worden de hierna volgende | § 4. Sauf dispositions contraires de la présente loi, sont assimilées |
personen, van welke nationaliteit ook, met de in § 2, 4° en 6°, | à l'étranger C.E. visé au § 2, 4° et 6°, quelle que soit leur |
bedoelde E.G.-vreemdeling gelijkgesteld, mits zij zich met hem | nationalité, les personnes ci-après, à condition qu'elles viennent |
vestigen of komen vestigen : | s'installer ou s'installent avec lui |
1° zijn echtgenoot; | 1° son conjoint; |
2° zijn bloedverwanten in de nederdalende lijn of die van zijn | 2° ses descendants ou ceux de son conjoint qui sont à leur charge; |
echtgenoot, die te hunnen laste zijn; | |
3° zijn bloedverwanten in de opgaande lijn of die van zijn echtgenoot, | 3° ses ascendants ou ceux de son conjoint qui sont à leur charge; |
die te hunnen laste zijn; | |
4° de echtgenoot van de personen bedoeld in het 2° en het 3°. | 4° le conjoint des personnes visées au 2° et au 3°. |
§ 5. Tenzij deze wet anders bepaalt, worden zijn echtgenoot en zijn | § 5. Sauf dispositions contraires de la présente loi, sont assimilés à |
kinderen of die van zijn echtgenoot die zij te hunnen laste hebben, | l'étranger C.E. visé au § 2, 5°, quelle que soit leur nationalité, son |
van welke nationaliteit ook, met de in § 2, 5°, bedoelde | conjoint et ses enfants ou ceux de son conjoint qui sont à leur |
E.G.-vreemdeling gelijkgesteld, mits zij zich met hem vestigen of | charge, à condition qu'ils viennent s'installer ou s'installent avec |
komen vestigen. | lui. |
§ 6. Met de E.G.-vreemdeling worden eveneens gelijkgesteld, de | § 6. Sont également assimilés à l'étranger C.E. le conjoint d'un |
echtgenoot van een Belg die zich met hem vestigt of komt vestigen, | Belge, qui vient s'installer ou s'installe avec lui, ainsi que leurs |
alsook hun bloedverwanten in de nederdalende lijn beneden 21 jaar of | descendants âgés de moins de 21 ans ou à leur charge, leurs ascendants |
die te hunnen laste zijn, hun bloedverwanten in de opgaande lijn die | |
te hunnen laste zijn, en de echtgenoot van die bloedverwanten in de | qui sont à leur charge et le conjoint de ces descendants ou de ces |
nederdalende en in de opgaande lijn, die zich met hen vestigen of komen vestigen ». | ascendants, qui viennent s'installer ou s'installent avec eux ». |
B.1.2. Vóór de wijziging ervan bij de wet van 25 april 2007 bepaalden | B.1.2. Avant leur modification par la loi du 25 avril 2007, les |
de artikelen 42 en 43 van de wet van 15 december 1980, in verband met | articles 42 et 43 de la loi du 15 décembre 1980 prévoyaient, en ce qui |
het verblijfsrecht van de gemeenschapsonderdanen : « Art. 42.Het recht op verblijf wordt erkend aan de E.G.-vreemdeling in de voorwaarden en voor de duur door de Koning bepaald overeenkomstig de verordeningen en de richtlijnen van de Europese Gemeenschappen. Dit recht op verblijf wordt geconstateerd door een vergunning afgegeven in de gevallen en volgens de modaliteiten door de Koning bepaald overeenkomstig die verordeningen en richtlijnen. De beslissing betreffende de afgifte van de verblijfsvergunning wordt zo spoedig mogelijk genomen en uiterlijk binnen zes maanden na de aanvraag. Art. 43.De binnenkomst en het verblijf mogen aan de E.G.-vreemdeling slechts geweigerd worden om redenen van openbare orde, van openbare veiligheid of van volksgezondheid en zulks binnen de hiernavermelde perken : 1° de redenen mogen niet ingeroepen worden voor economische doeleinden; 2° de maatregelen van openbare orde of van openbare veiligheid moeten uitsluitend gegrond zijn op het persoonlijk gedrag van de betrokkene en het bestaan van strafrechtelijke veroordelingen vormt op zichzelf geen motivering van deze maatregelen; 3° het verval van het document dat de binnenkomst en het verblijf op het Belgisch grondgebied heeft toegelaten, kan op zichzelf de verwijdering van het grondgebied niet wettigen; 4° alleen ziekten en gebreken vermeld in de bij deze wet gevoegde lijst kunnen een weigering van binnenkomst op het grondgebied of van afgifte van de eerste verblijfsvergunning wettigen. Na afgifte van dergelijke vergunning kan geen ziekte noch gebrek de weigering tot vernieuwing van de verblijfsvergunning of de verwijdering van het |
concerne le droit de séjour des ressortissants communautaires : « Art. 42.Le droit de séjour est reconnu aux étrangers C.E. dans les conditions et pour la durée déterminée par le Roi conformément aux règlements et directives des Communautés européennes. Ce droit de séjour est constaté par un titre délivré dans les cas et selon les modalités déterminés par le Roi, conformément aux dits règlements et directives. La décision concernant la délivrance du titre de séjour est prise dans les plus brefs délais et au plus tard dans les six mois de la demande. Art. 43.L'entrée et le séjour ne peuvent être refusés aux étrangers C.E. que pour des raisons d'ordre public, de sécurité publique ou de santé publique et ce, dans les limites ci-après : 1° les raisons ne peuvent être invoquées à des fins économiques; 2° les mesures d'ordre public ou de sécurité publique doivent être fondées exclusivement sur le comportement personnel de l'intéressé et la seule existence de condamnations pénales ne peut automatiquement les motiver; 3° la péremption du document qui a permis l'entrée et le séjour en territoire belge ne peut seule justifier l'éloignement du territoire; 4° seules les maladies et infirmités figurant à la liste annexée à la présente loi peuvent justifier un refus d'entrée sur le territoire ou de délivrance du premier titre de séjour. Aucune maladie ou infirmité ne peut justifier le refus de renouvellement du titre de séjour ou |
grondgebied wettigen ». | l'éloignement du territoire, après délivrance de pareil titre ». |
Die bepalingen bevinden zich in hoofdstuk I, met als opschrift « | Ces dispositions sont situées dans le chapitre Ier, intitulé « |
Etrangers ressortissants des Etats membres des Communautés | |
Vreemdelingen, onderdanen van de lid-staten van de Europese | européennes, membres de leur famille et étrangers membres de la |
Gemeenschappen, hun familieleden en vreemdelingen, familieleden van | famille d'un Belge » du titre II « Dispositions complémentaires et |
een Belg », van titel II « Aanvullende en afwijkende bepalingen | dérogatoires relatives à certaines catégories d'étrangers » de la loi |
betreffende bepaalde categorieën van vreemdelingen » van de wet van 15 | du 15 décembre 1980. |
december 1980. B.2.1. Artikel 40, § 6, van de wet van 15 december 1980 stelde de | B.2.1. L'article 40, § 6, de la loi du 15 décembre 1980 assimilait aux |
vreemde bloedverwanten in de opgaande lijn van een Belg, die ten laste | ressortissants communautaires les ascendants étrangers d'un Belge, qui |
zijn van laatstgenoemde en die zich met hem vestigen of komen | sont à charge de ce dernier, et qui viennent s'installer ou |
vestigen, gelijk met de gemeenschapsonderdanen; die bepaling maakte | s'installent avec celui-ci; cette disposition ne faisait aucune |
geen enkel onderscheid naargelang de familieleden zelf | distinction selon que les membres de la famille étaient eux-mêmes |
gemeenschapsonderdanen of onderdanen van een derde land waren. | ressortissants communautaires ou ressortissants de pays tiers. |
De in het geding zijnde bepaling had tot gevolg dat de bloedverwanten | La disposition en cause avait pour conséquence que les ascendants |
in de opgaande lijn, onderdanen van niet-lidstaten van de Europese | ressortissants d'Etats non communautaires d'un Belge bénéficiaient du |
Unie, van een Belg, het verblijfsrecht van de Europese onderdanen | droit de séjour des ressortissants communautaires, tel qu'il était |
genoten, zoals werd bepaald in de artikelen 42 en 43 van de wet van 15 | prévu par les articles 42 et 43 de la loi du 15 décembre 1980, en |
december 1980, met verwijzing naar de « verordeningen en richtlijnen | référence aux « règlements et directives des Communautés européennes |
van de Europese Gemeenschappen », op voorwaarde dat zij « ten laste » | », à la condition qu'ils soient « à charge » de leur enfant belge. |
zijn van hun Belgisch kind. | |
B.2.2. Dat verblijfsrecht van de vreemde bloedverwanten in de opgaande | B.2.2. Ce droit de séjour des ascendants étrangers est donc un droit |
lijn is dus een afgeleid recht, dat werd toegekend om reden van de | dérivé, octroyé en raison de la qualité d'une autre personne, en |
hoedanigheid van een andere persoon, te dezen hun kind met Belgische | l'espèce leur enfant de nationalité belge. |
nationaliteit. | |
Ten aanzien van de feitelijke situaties voor de verwijzende rechter | Quant aux situations de fait devant le juge a quo |
B.3.1. De verzoekers voor de verwijzende rechter, met Ecuadoraanse, | B.3.1. Les requérants devant le juge a quo, de nationalité |
Boliviaanse of Braziliaanse nationaliteit handelen in hun eigen naam | équatorienne, bolivienne ou brésilienne, agissent en leur nom propre |
en in naam van hun minderjarige kinderen met Belgische nationaliteit; | et au nom de leurs enfants mineurs, de nationalité belge; ils |
zij vorderen voor zichzelf een recht van vestiging overeenkomstig | sollicitent pour eux-mêmes un droit d'établissement conformément à |
artikel 40, § 6, van de wet van 15 december 1980. | l'article 40, § 6, de la loi du 15 décembre 1980. |
Zij zijn de ouders, met onwettig verblijf, van kinderen aan wie de | En séjour illégal, ils sont les parents d'enfants auxquels la |
Belgische nationaliteit is toegekend met toepassing van artikel 10 van | nationalité belge a été attribuée en application de l'article 10 du |
het Wetboek van de Belgische nationaliteit, vóór de wijziging ervan | Code de la nationalité belge, avant sa modification par la loi du 27 |
bij de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen. Krachtens | décembre 2006 portant des dispositions diverses. En vertu de cette |
die bepaling werd aan de kinderen de Belgische nationaliteit toegekend | disposition, les enfants se sont vu attribuer la nationalité belge |
omdat zij geen andere nationaliteit bezaten. | parce qu'ils ne possédaient pas d'autre nationalité. |
In de versie ervan die dateert van vóór de wet van 27 december 2006, | Dans sa version antérieure à la loi du 27 décembre 2006, l'article 10 |
bepaalde artikel 10 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit : | du Code de la nationalité disposait : |
« Belg is het kind geboren in België en dat, op gelijk welk ogenblik | « Est Belge, l'enfant né en Belgique et qui, à un moment quelconque |
voor de leeftijd van achttien jaar of voor de ontvoogding voor die | avant l'âge de dix-huit ans ou l'émancipation antérieure à cet âge, |
leeftijd, staatloos zou zijn, indien het die nationaliteit niet bezat. | serait apatride s'il n'avait cette nationalité. |
[...] ». | [...] ». |
Krachtens de regels van toekenning van de Ecuadoraanse, Boliviaanse en | Or, en vertu des règles d'attribution des nationalités équatorienne, |
Braziliaanse nationaliteit kunnen de kinderen geboren buiten het | bolivienne et brésilienne, les enfants nés hors du territoire |
respectieve grondgebied van Ecuador, Bolivië of Brazilië uit ouders | respectif de l'Equateur, de la Bolivie ou du Brésil, de parents ayant |
die een van die nationaliteiten hebben, de nationaliteit van hun | une de ces nationalités, ne peuvent acquérir la nationalité de leurs |
ouders enkel verwerven door middel van hun inschrijving bij een | parents que moyennant leur inscription auprès d'un consulat du pays |
consulaat van het land van herkomst. | d'origine. |
B.3.2. Artikel 380 van de voormelde wet van 27 december 2006 heeft in | B.3.2. L'article 380 de la loi du 27 décembre 2006 précitée a ajouté |
artikel 10 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit een tweede | dans l'article 10 du Code de la nationalité belge un alinéa 2, qui |
lid toegevoegd, dat bepaalt : | dispose : |
« Het eerste lid zal evenwel niet van toepassing zijn indien het kind | « Toutefois, l'alinéa 1er ne s'appliquera pas si l'enfant peut obtenir |
een andere nationaliteit kan verkrijgen, mits zijn wettelijke | une autre nationalité moyennant l'accomplissement par son ou ses |
vertegenwoordiger(s) administratieve handelingen verrichten bij de | représentants légaux d'une démarche administrative auprès des |
diplomatieke of consulaire overheden van het land van de ouders of van | autorités diplomatiques ou consulaires du pays de ses auteurs ou de |
één van hen ». | l'un de ceux-ci ». |
B.3.3. De wijziging die door de in het geding zijnde bepaling werd | |
aangebracht aan artikel 10 van het Wetboek van de Belgische | B.3.3. La modification apportée à l'article 10 du Code de la |
nationaliteit werd in de parlementaire voorbereiding verantwoord als | nationalité belge par la disposition en cause a été justifiée de la |
volgt : | manière suivante dans les travaux préparatoires : |
« De problematiek inzake de toepassing van artikel 10 van het Wetboek | « La problématique de l'application de l'article 10 du Code de la |
van de Belgische nationaliteit ten voordele van de in België geboren | Nationalité belge au profit des enfants nés en Belgique d'auteurs, |
kinderen waarvan de ouders onderdanen zijn van bepaalde landen is niet | ressortissants de certains pays, n'est pas nouvelle. On assiste - dans |
nieuw. Men stelt vast dat in bepaalde gevallen gepoogd wordt dit | |
artikel te misbruiken door onderdanen van vreemde landen die naar | certains cas isolés - à des tentatives de détournement de cet article |
België komen in het kader van een beperkt verblijf, hier een kind ter | par des ressortissants de pays étrangers qui arrivent en Belgique dans |
wereld brengen en het niet aangeven aan de diplomatieke post terwijl | le cadre d'un séjour limité, mettent leur enfant au monde en Belgique |
volgens hun nationale wetgeving het vervullen van deze formaliteit een | et ne présentent pas l'enfant auprès de leur poste diplomatique alors |
voorwaarde is voor de verwerving, door het kind, van de nationaliteit | que leur droit national fait de cette présentation une condition de |
van het land van oorsprong. De niet-naleving van deze formaliteit | reconnaissance de la nationalité du pays d'origine à l'enfant. Le |
maakt dat het kind staatloos is en dat het dan door toepassing van | non-respect de cette formalité entraîne l'apatridie de l'enfant lequel |
voornoemd artikel 10 Belg wordt. Om een einde te maken aan deze praktijk wordt gepreciseerd dat het | devient belge par application de l'article 10 précité. |
vreemde kind de Belgische nationaliteit niet kan verkrijgen wanneer | Afin de mettre un terme à cette pratique, il est précisé que l'enfant |
het de nationaliteit kan verkrijgen van zijn ouders, mits het | étranger n'accède pas à la nationalité belge lorsqu'il peut obtenir la |
vervullen van een administratieve formaliteit, zoals de inschrijving | nationalité de ses parents moyennant l'accomplissement d'une formalité |
van het kind in een register bij de diplomatieke of consulaire | administrative telle l'inscription de l'enfant dans un registre auprès |
autoriteiten van het land waarvan de ouders de nationaliteit hebben. | des autorités diplomatiques ou consulaires du pays dont ces parents |
Artikel 10 van het Wetboek van de Belgische Nationaliteit (WBN) wordt | ont la nationalité. L'article 10 du Code de la Nationalité belge (CNB) |
gewijzigd om te preciseren dat deze bepaling niet van toepassing zal | est modifié en vue de préciser que cette disposition ne sera pas |
zijn bij de gevallen waar voor het kind de mogelijkheid bestaat de | d'application dans les cas où la possibilité existera pour l'enfant |
nationaliteit van zijn ouders te verkrijgen via een administratieve | d'acquérir la nationalité des parents via une formalité administrative |
formaliteit, zoals de inschrijving in de registers van de diplomatieke | telle que l'inscription dans les registres des autorités diplomatiques |
of consulaire autoriteiten van hun land van oorsprong. | |
Ingevolge het advies van de Raad van State, dient verduidelijkt te | ou consulaires de leur pays d'origine. |
worden dat de zojuist toegelichte uitzondering uiteraard geen | Suite à l'avis du Conseil d'Etat, il y a lieu de préciser que la |
betrekking heeft op het geval van het kind waarvan de ouder of de | dérogation explicitée précédemment ne vise bien évidemment pas le cas |
ouders officieel werden erkend als vluchtelingen in de zin van de wet | de l'enfant dont le ou les auteurs ont été officiellement reconnus |
van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het | réfugiés au sens de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au |
territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers. | |
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. Deze | En effet, il va de soi que ces personnes, en raison du statut |
personen zijn immers vanzelfsprekend, wegens het bijzonder statuut dat | spécifique qui leur a été octroyé, sont dans l'impossibilité |
hen is toegekend, niet in staat om bij de consulaire of diplomatieke | d'accomplir auprès des autorités consulaires ou diplomatiques de leur |
overheden van hun land van oorsprong de nodige administratieve stappen | pays d'origine les démarches administratives visant à faire attribuer |
te ondernemen om aan hun kind hun nationaliteit te doen toekennen. Dat | leur nationalité à leur enfant. Cela peut également valoir, le cas |
kan desgevallend eveneens gelden voor de kinderen van de rechthebbende | échéant, pour les enfants des bénéficiaires de la protection |
van de subsidiaire bescherming » (Parl. St., Kamer, 2006-2007, DOC | subsidiaire » (Doc. parl., Chambre, 2006-2007, DOC 51-2760/001, pp. |
51-2760/001, pp. 249-250). | 249-250). |
Tijdens de parlementaire voorbereiding preciseerde de minister van | Au cours des travaux préparatoires, la ministre de la Justice précisa |
Justitie : | : |
« de ontworpen bepaling [heeft] geen buitenproportionele gevolgen | « la disposition en projet n'entraîne pas de conséquences |
[...] voor het kind, omdat het er enkel om te doen is fraude tegen te | disproportionnées pour l'enfant, car il s'agit uniquement de lutter |
gaan waarbij de ouders hun kind hebben verwekt om aan een | contre une pratique frauduleuse dans le cadre de laquelle le |
verblijfsvergunning te geraken. Het ontworpen artikel druist dus niet | nouveau-né est instrumentalisé par ses auteurs afin de pouvoir accéder |
par la suite au titre de séjour. L'article en projet n'est donc pas | |
in tegen artikel 7 van het Internationaal Verdrag inzake de rechten | contraire à l'article 7 [de la Convention internationale relative aux |
van het kind, aangezien het kind van bij de geboorte de nationaliteit | droits de l'enfant], étant donné que l'enfant a accès dès sa naissance |
van zijn ouders kan aannemen » (Parl. St., Kamer, 2006-2007, DOC | à la nationalité de ses parents » (Doc. parl., Chambre, 2006-2007, DOC |
51-2760/033, pp. 41-42). | 51-2760/033, pp. 41-42). |
Met de aanneming van die bepaling, die in werking is getreden op 28 | En adoptant cette disposition, entrée en vigueur le 28 décembre 2006, |
le législateur a donc entendu lutter contre des pratiques abusives de | |
december 2006, wilde de wetgever dus wanpraktijken van vreemde ouders | parents étrangers destinées à détourner de leur objectif initial les |
tegengaan die bestemd zijn om de in artikel 10 van het Wetboek van de | garanties offertes contre l'apatridie par l'article 10 du Code de la |
Belgische nationaliteit geboden waarborgen tegen staatloosheid af te | |
wenden van hun oorspronkelijke bedoeling. | nationalité belge. |
B.3.4. Met zijn arrest nr. 73/2008 van 28 april 2008, heeft het Hof | B.3.4. Par son arrêt n° 73/2008 du 24 avril 2008, la Cour a rejeté le |
het tegen die bepaling gerichte beroep tot vernietiging verworpen. | recours en annulation dirigé contre cette disposition. |
B.4. De prejudiciële vragen hebben dus betrekking op minderjarige | B.4. Les questions préjudicielles concernent donc des enfants mineurs |
kinderen die de Belgische nationaliteit hebben verkregen | |
overeenkomstig artikel 10 van het Wetboek van de Belgische | qui ont obtenu la nationalité belge conformément à l'article 10 du |
Code de la nationalité belge, dans sa version antérieure à sa | |
nationaliteit, in de versie ervan vóór de wijziging bij de wet van 27 | modification par la loi du 27 décembre 2006, ainsi que leurs |
december 2006, alsmede op hun bloedverwanten in de rechtstreekse | |
opgaande lijn in de eerste graad, vreemdelingen die geen onderdanen | ascendants en ligne directe au premier degré, étrangers ressortissants |
zijn van lidstaten van de Europese Unie. | non communautaires. |
Het Hof beperkt zijn onderzoek tot die situaties. | La Cour limite son examen à ces situations. |
Ten aanzien van de draagwijdte van de prejudiciële vragen | Quant à la portée des questions préjudicielles |
B.5.1. In de eerste prejudiciële vraag ondervraagt de verwijzende | B.5.1. Dans la première question préjudicielle, le juge a quo |
rechter het Hof over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van | interroge la Cour sur la compatibilité avec les articles 10 et 11 de |
de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 22, 23, | la Constitution, lus isolément ou conjointement avec les articles 22, |
24 en 191 van de Grondwet en met de artikelen 8 en 14 van het Europees | 23, 24 et 191 de la Constitution et avec les articles 8 et 14 de la |
Verdrag voor de rechten van de mens, van het verschil in behandeling | Convention européenne des droits de l'homme, de la différence de |
tussen de minderjarige Belgische kinderen naargelang hun ouders al dan | traitement entre les enfants belges mineurs, selon que leurs parents |
niet de Belgische nationaliteit hebben, en dat zou voortvloeien uit de | ont ou n'ont pas la nationalité belge, qui résulterait de |
toepassing van artikel 40, § 6, van de wet van 15 december 1980 op het | l'application de l'article 40, § 6, de la loi du 15 décembre 1980 à |
minderjarige Belgische kind wiens ouders niet de Belgische | l'enfant belge mineur dont les parents n'ont pas la nationalité belge |
nationaliteit hebben en dat zijn vreemde ouders niet ten laste neemt. | et qui ne prend pas en charge ses parents étrangers. |
De verwijzende rechter is van mening dat, wanneer artikel 40, § 6, van | Dans le raisonnement du juge a quo, lorsque l'article 40, § 6, de la |
de wet van 15 december 1980 van toepassing is op het minderjarige | loi du 15 décembre 1980 s'applique à l'enfant belge mineur de parents |
Belgische kind van vreemde ouders en wanneer de voorwaarde van tenlasteneming van de bloedverwanten in de opgaande lijn door het kind, opdat eerstgenoemden aanspraak kunnen maken op een recht van vestiging in België niet is vervuld, daaruit blijkt dat, in tegenstelling tot het Belgische kind van Belgische ouders, het minderjarige Belgische kind wiens ouders niet de Belgische nationaliteit hebben en dat zijn vreemde ouders niet ten laste neemt « ofwel in België moet leven in de onzekerheid die voortvloeit uit de onwettigheid van het verblijf van zijn bloedverwanten in de opgaande lijn indien die laatstgenoemden beslissen om te blijven in het land waarvan het kind de nationaliteit heeft, ofwel zijn ouders moet volgen naar hun land van herkomst en het voordeel verliest van de economische en sociale rechten die het alleen in België kan genieten ». | étrangers, la condition de prise en charge des ascendants par l'enfant pour que ceux-ci puissent se prévaloir d'un droit à l'établissement en Belgique n'étant pas remplie, il en résulte que, contrairement à l'enfant belge de parents belges, l'enfant belge mineur dont les parents n'ont pas la nationalité belge et qui ne prend pas en charge ses parents étrangers, doit « soit vivre en Belgique dans l'insécurité résultant de l'illégalité du séjour de ses ascendants, si ceux-ci décident de rester dans le pays dont il a la nationalité, soit suivre ses parents dans leur pays d'origine et perdre le bénéfice des droits économiques et sociaux dont il ne peut jouir qu'en Belgique ». |
B.5.2. In de tweede prejudiciële vraag ondervraagt de verwijzende | B.5.2. Dans la seconde question préjudicielle, le juge a quo interroge |
rechter het Hof over de bestaanbaarheid, met artikel 22 van de | la Cour sur la compatibilité avec l'article 22 de la Constitution, lu |
Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het | isolément ou conjointement avec l'article 8 de la Convention |
Europees Verdrag voor de rechten van de mens, van de voorwaarde van | européenne des droits de l'homme, de la condition de prise en charge |
tenlasteneming van de bloedverwanten in de opgaande lijn door het | des ascendants par l'enfant prévue par l'article 40, § 6, de la loi du |
kind, bedoeld in artikel 40, § 6, van de wet van 15 december 1980, indien die bepaling wordt geïnterpreteerd « in die zin [...] dat het minderjarige Belgisch kind wiens bloedverwanten in de opgaande lijn die niet de Belgische nationaliteit hebben, niet te zijnen laste zijn, ofwel ervan moet afzien te leven in het land waarvan het de nationaliteit heeft, ofwel ervan moet afzien te leven met zijn ouders indien die laatstgenoemden beslissen terug te keren naar hun land van herkomst ». B.6. De prejudiciële vragen hebben dus betrekking op de gevolgen, voor het minderjarige Belgische kind van vreemde ouders die niet te zijnen laste zijn, van het feit dat de voorwaarde van « tenlasteneming » door de Belg van zijn bloedverwanten in de opgaande lijn, bedoeld in de in het geding zijnde bepaling, niet kan worden vervuld en dat het verblijfsrecht bijgevolg niet kan worden toegekend aan de vreemde ouders van het Belgische kind, enkel in die hoedanigheid. B.7.1. De verzoekers voor de verwijzende rechter vragen dat aan het | 15 décembre 1980, si cette disposition est interprétée « en ce sens que l'enfant belge mineur, dont les ascendants qui n'ont pas la nationalité belge ne sont pas à sa charge, doit, soit renoncer à vivre dans le pays dont il a la nationalité, soit renoncer à vivre avec ses parents, si ceux-ci décident de rentrer dans leur pays d'origine ». B.6. Les questions préjudicielles portent donc sur les conséquences, pour l'enfant belge mineur de parents étrangers qui ne sont pas à sa charge, du fait que la condition de « prise en charge » par le Belge de ses ascendants prévue par la disposition en cause ne peut être remplie et que le droit de séjour ne peut dès lors être octroyé aux parents étrangers de l'enfant belge, en cette seule qualité. B.7.1. Les requérants devant le juge a quo sollicitent que soit posée |
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen de volgende | à la Cour de justice des Communautés européennes la question |
prejudiciële vraag wordt gesteld : | préjudicielle suivante : |
« Kennen de artikelen 12, 17 en 18 van het Verdrag tot oprichting van | « Les articles 12, 17 et 18 du Traité instituant la Communauté |
de Europese Gemeenschap, of één of meer artikelen daarvan, al dan niet | européenne, ou un ou plusieurs d'entre eux, lus de manière séparée ou |
in samenhang gelezen, aan de burger van de Unie een recht van verblijf | combinée, octroient-ils un droit de séjour au citoyen de l'Union sur |
toe op het grondgebied van de lidstaat waarvan die burger de nationaliteit heeft ? ». | le territoire de l'Etat membre dont ce citoyen a la nationalité ? ». |
B.7.2. Te dezen beschikken de minderjarige Belgische kinderen van de | B.7.2. En l'espèce, les enfants mineurs belges des requérants |
verzoekers over een onvoorwaardelijk recht om op het Belgische | |
grondgebied te verblijven dat inzonderheid wordt toegekend in artikel | disposent d'un droit inconditionnel de séjourner sur le territoire |
3 van het Vierde Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de | belge, reconnu notamment par l'article 3 du Protocole additionnel n° 4 |
rechten van de mens. | à la Convention européenne des droits de l'homme. |
De regels in verband met de toegang tot het grondgebied, het verblijf, | Les règles relatives à l'accès au territoire, au séjour, à |
de vestiging en de verwijdering van de vreemdelingen zijn overigens | l'établissement et à l'éloignement des étrangers ne s'appliquent |
niet van toepassing op diegene die de Belgische nationaliteit bezit | d'ailleurs pas à celui qui possède la nationalité belge (article 1er, |
(artikel 1, 1°, van de wet van 15 december 1980). Bovendien worden noch de Belgische nationaliteit van de kinderen, noch hun onvoorwaardelijk recht om op het Belgisch grondgebied te verblijven, betwist. B.7.3. Zonder dat het bijgevolg nodig is te onderzoeken of een nationale ingezetene op het grondgebied waarvan hij onderdaan is het verblijfsrecht van een gemeenschapsonderdaan kan aanvoeren, volstaat het vast te stellen dat het verblijfsrecht van een gemeenschapsonderdaan aan beperkingen of voorwaarden kan worden onderworpen, in tegenstelling tot het recht van verblijf van een nationale ingezetene in zijn eigen land. Aangezien de voorgestelde prejudiciële vraag niet relevant is, dient ze niet te worden gesteld. Ten gronde B.8.1. Krachtens de in het geding zijnde bepaling, worden de vreemde bloedverwanten in de opgaande lijn van een Belg die te zijnen laste zijn, gelijkgesteld met de gemeenschapsonderdanen wat het verblijfsrecht betreft. Wanneer zij worden gelijkgesteld met de gemeenschapsonderdanen, genieten de vreemde bloedverwanten in opgaande lijn van een Belg dus alle bepalingen in verband met het verblijfsrecht, zoals bedoeld in de Europese verordeningen en richtlijnen, die de gemeenschapsonderdanen kunnen genieten. De vreemde bloedverwanten in de opgaande lijn ten laste van een Belg worden immers gelijkgesteld met de gemeenschapsonderdanen, niet alleen | 1°, de la loi du 15 décembre 1980). En outre, ne sont contestés ni la nationalité belge des enfants ni leur droit inconditionnel de séjourner sur le territoire belge. B.7.3. Sans qu'il soit dès lors besoin d'examiner si un national peut invoquer sur le territoire dont il est ressortissant le droit de séjour d'un ressortissant communautaire, il suffit de constater que le droit de séjour d'un ressortissant communautaire peut être soumis à des limites ou conditions, contrairement au droit de séjour d'un national dans son propre pays. La question préjudicielle proposée n'étant pas pertinente, elle ne doit pas être posée. Quant au fond B.8.1. En vertu de la disposition en cause, les ascendants étrangers d'un Belge qui sont à sa charge sont assimilés aux ressortissants communautaires en ce qui concerne le droit de séjour. Lorsqu'ils sont assimilés aux ressortissants communautaires, les ascendants étrangers d'un Belge bénéficient donc de l'ensemble des dispositions relatives au droit de séjour, telles qu'elles sont prévues par les règlements et directives européens, dont peuvent bénéficier les ressortissants communautaires. En effet, les ascendants étrangers à charge d'un Belge sont assimilés aux ressortissants communautaires, non seulement en ce qui concerne |
wat betreft de bepalingen bedoeld in de artikelen 40 en volgende van | les dispositions prévues par les articles 40 et suivants de la loi du |
de wet van 15 december 1980, maar ook wat betreft de eventuele | 15 décembre 1980, mais également en ce qui concerne les éventuelles |
gunstigere Europese bepalingen waarop de gemeenschapsonderdaan zich | dispositions communautaires plus favorables dont pourrait se prévaloir |
zou kunnen beroepen : artikel 40, § 1, van de wet van 15 december 1980 | le ressortissant communautaire : l'article 40, § 1er, de la loi du 15 |
bepaalde immers, vóór de wijziging ervan bij de wet van 25 april 2007, | décembre 1980, avant sa modification par la loi du 25 avril 2007, |
dat de volgende bepalingen van toepassing zijn « onverminderd de | prévoyait en effet que s'appliquent les dispositions suivantes « |
bepalingen vervat in de verordeningen van de Raad en van de Commissie | [s]ans préjudice des dispositions contenues dans les règlements du |
van de Europese Gemeenschappen en de meer voordelige bepalingen waarop | Conseil et de la Commission des Communautés européennes et de celles |
de E.G.-vreemdeling [aanspraak] zou kunnen [...] maken ». | plus favorables dont l'étranger C.E. pourrait se prévaloir ». |
B.8.2. In verband met die bepaling werd in de parlementaire | B.8.2. Au sujet de cette disposition, les travaux préparatoires |
voorbereiding uiteengezet : | exposaient : |
« Er zij genoteerd dat de vreemdeling echtgenoot van een Belg, zijn | « Il y a lieu de noter que l'étranger conjoint d'un Belge, ses |
bloedverwanten in nederdalende lijn beneden de 21 jaar of zijn | descendants âgés de moins de 21 ans ou ses ascendants à leur [lire : |
bloedverwanten in de opgaande lijn die te hunnen [lees : te zijnen] | |
laste zijn, gelijkgesteld worden met de E.E.G.-vreemdeling, opdat zij | sa] charge sont assimilés à l'étranger ressortissant d'un pays de la |
niet minder voordelig zouden behandeld worden dan de echtgenoot, de | C.E.E., afin d'éviter à ce ressortissant une discrimination par |
bloedverwanten in de nederdalende lijn of de bloedverwanten in de | rapport au conjoint, aux descendants ou aux ascendants d'un étranger |
opgaande lijn van een E.E.G. onderdaan (art. 39) » (Parl. St., Kamer, | ressortissant d'un pays de la C.E.E. (art. 39) » (Doc. parl., Chambre, |
1977-1978, nr. 144/7, p. 9). | 1977-1978, n° 144/7, p. 9). |
« In die hoedanigheid zullen de vreemde verwanten in de opgaande lijn | « A ce titre, les ascendants étrangers de la famille d'un Belge, comme |
van de familie van een Belg, zoals ten andere de vreemdelingen-leden | le sont d'ailleurs les étrangers membres de la famille d'un |
van de familie van een E.G.-onderdaan het zijn, voordeliger behandeld | ressortissant C.E., seront traités plus favorablement que ceux de la |
worden dan dezen van de familie van de vreemdeling die vooraf tot | |
vestiging moet worden toegelaten of gemachtigd » (Parl. St., Kamer, | famille d'un étranger devant au préalable être admis ou autorisé à |
1974-1975, nr. 653/1, p. 17). | s'établir » (Doc. parl., Chambre, 1974-1975, n° 653/1, p. 17). |
De minister van Justitie heeft eveneens uiteengezet : | Le ministre de la Justice avait également expliqué : |
« In verband met de gezinshereniging is het belangrijk te doen opmerken dat die voortaan een recht zal vormen [...] dat beperkt is tot de bloedverwanten in de neergaande lijn en niet tot de bloedverwanten in de opgaande lijn. Dat probleem wordt gunstiger geregeld voor de onderdanen van lidstaten van de Europese Economische Gemeenschap die zich kunnen laten vervoegen door hun eigen bloedverwanten in de neergaande lijn of door die van hun echtgenoot alsmede door de bloedverwanten in opgaande lijn te hunnen laste. Uiteraard kan elke Belgische burger zich laten vervoegen door zijn bloedverwanten in opgaande lijn of in neergaande lijn met vreemde nationaliteit onder de in de wet gepreciseerde | « A propos du regroupement familial, il importe de faire remarquer que celui-ci constituera désormais un droit [...] limité aux descendants et non aux ascendants. Ce problème est réglé de façon plus favorable pour les ressortissants de pays membres de la Communauté économique européenne qui peuvent se faire rejoindre par leurs propres descendants ou par ceux de leur conjoint ainsi que par les ascendants à leur charge. Il est bien entendu que tout citoyen belge peut se faire rejoindre par ses ascendants ou descendants de nationalité étrangère dans les conditions |
voorwaarden » (Hand., Senaat, vergadering van donderdag 20 november | précisées par la loi » (Ann. parl., Sénat, séance du jeudi 20 novembre |
1980, p. 236). | 1980, p. 236). |
Uit wat voorafgaat blijkt dat, wanneer met het verblijfsrecht van de | Il résulte de ce qui précède que, s'il s'inscrit dans un objectif de |
vreemde bloedverwanten in opgaande lijn van een Belg de | regroupement familial, le droit de séjour des ascendants étrangers |
gezinshereniging wordt beoogd, dat recht afhankelijk was van de « in | d'un Belge était subordonné aux « conditions précisées par la loi » et |
de wet gepreciseerde voorwaarden » en dus niet werd opgevat als een | n'était donc pas conçu comme un droit inconditionnel. |
onvoorwaardelijk recht. | |
B.9.1. De gelijkstelling van de vreemde bloedverwanten in opgaande | B.9.1. L'assimilation des ascendants étrangers aux ressortissants |
lijn met de gemeenschapsonderdanen - met de daaruit volgende rechten | communautaires - avec les droits subséquents attachés à cette qualité |
die zijn verbonden aan die hoedanigheid - kan dus, krachtens de in het | - ne peut donc s'opérer, en vertu de la disposition en cause, que pour |
geding zijnde bepaling, enkel worden uitgevoerd voor zover die | |
personen « ten laste zijn » van hun kind, wat een materiële en | autant que ces personnes soient « à charge » de leur enfant, ce qui |
financiële tenlasteneming door hun Belgisch kind veronderstelt. | suppose une prise en charge matérielle et financière par leur enfant |
De voorwaarde dat de bloedverwant in de opgaande lijn « ten laste » is | belge. La condition que l'ascendant soit « à charge » du Belge est d'ailleurs |
van de Belg is overigens identiek met die waarin is voorzien voor de | identique à celle prévue pour les ascendants des ressortissants |
bloedverwanten in opgaande lijn van de gemeenschapsonderdanen in het | |
vroegere artikel 40, §§ 2 en 3, van de wet van 15 december 1980. | communautaires par l'ancien article 40, §§ 2 et 3, de la loi du 15 |
décembre 1980. | |
B.9.2. De voorwaarde van « ten laste » te zijn van de Belg om te | B.9.2. La condition d'être « à charge » du Belge pour pouvoir être |
kunnen worden gelijkgesteld met een gemeenschapsonderdaan is | assimilé à un ressortissant communautaire s'inspire directement des |
rechtstreeks geïnspireerd op de Europese richtlijnen in verband met | directives européennes relatives au droit de séjour des membres de la |
het verblijfsrecht van de familieleden van een gemeenschapsonderdaan. | famille d'un ressortissant communautaire. |
Aldus definieerde artikel 1, lid 2, onder b), van de richtlijn | Ainsi, l'article 1er, paragraphe 2, sous b), de la directive |
90/364/EEG van de Raad van 28 juni 1990 betreffende het verblijfsrecht | 90/364/CEE du Conseil, du 28 juin 1990, relative au droit de séjour |
de familieleden van een gemeenschapsonderdaan met verwijzing naar de | définissait les membres de la famille d'un ressortissant communautaire |
voorwaarde van « ten laste » zijn, terwijl artikel 1, lid 1, van | en référence à la condition d'être « à charge » tandis que l'article 1er, |
diezelfde richtlijn bepaalde dat de lidstaten, opdat de | paragraphe 1, de cette même directive prévoyait que les Etats membres |
gemeenschapsonderdaan het verblijfsrecht kan genieten, kunnen eisen | peuvent exiger que, pour bénéficier du droit de séjour, le |
dat hij voor zichzelf en zijn familieleden over een ziekteverzekering | ressortissant communautaire dispose pour lui-même et les membres de sa |
en toereikende bestaansmiddelen beschikt. | famille, d'une assurance-maladie et de ressources suffisantes. |
Op dezelfde wijze verwijst artikel 2, punt 2), van de richtlijn | De même, l'article 2, paragraphe 2), de la directive 2004/38/CE du |
2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 « | Parlement européen et du Conseil du 29 avril 2004 « relative au droit |
betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied | des citoyens de l'Union et des membres de leurs familles de circuler |
van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot | et de séjourner librement sur le territoire des Etats membres, |
wijziging van Verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van | modifiant le règlement (CEE) n° 1612/68 et abrogeant les directives |
Richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, | 64/221/CEE, 68/360/CEE, 72/194/CEE, 73/148/CEE, 75/34/CEE, 75/35/CEE, |
75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG » eveneens naar de | 90/364/CEE, 90/365/CEE et 93/96/CEE » se réfère également à la |
voorwaarde van ten laste zijn om het familielid van een burger van de | condition d'être à charge pour définir le membre de la famille d'un |
Unie te definiëren. | citoyen de l'Union. |
Die voorwaarde van tenlasteneming veronderstelt dat het familielid | Cette condition de prise en charge suppose que le soutien matériel du |
materieel wordt gesteund door de gemeenschapsonderdaan teneinde in | membre de la famille est assuré par le ressortissant communautaire |
zijn basisbehoeften te voorzien (HvJ, 9 januari 2007, C-1/05, Yunying | afin de subvenir à ses besoins essentiels (CJCE, 9 janvier 2007, |
Jia, punten 35-37). | C-1/05, Yunying Jia, points 35-37). |
B.9.3. De voorwaarde van ten laste zijn van de Belg werd overigens | B.9.3. La condition d'être à charge du Belge a d'ailleurs été |
gehandhaafd en toegelicht in artikel 40ter van de wet van 15 december | maintenue et explicitée dans l'article 40ter de la loi du 15 décembre |
1980, zoals het werd ingevoegd bij de wet van 25 april 2007, dat | 1980, tel qu'il a été inséré par la loi du 25 avril 2007, qui dispose |
bepaalt : | : |
« De bepalingen van dit hoofdstuk die van toepassing zijn op de | « Les dispositions de ce chapitre qui sont applicables aux membres de |
familieleden van de burger van de Unie die hem begeleiden of zich bij | la famille du citoyen de l'Union qu'ils accompagnent ou rejoignent, |
hem voegen, zijn van toepassing op de familieleden van een Belg die | sont applicables aux membres de la famille d'un Belge qu'ils |
hem begeleiden of zich bij hem voegen. | accompagnent ou rejoignent. |
Voor wat betreft de in artikel 40bis, § 2, eerste lid, 4°, bedoelde | En ce qui concerne les ascendants visés à l'article 40bis, § 2, alinéa |
bloedverwanten in opgaande lijn, moet de Belgische onderdaan aantonen | 1er, 4°, le Belge doit démontrer qu'il dispose de moyens de |
dat hij over stabiele, regelmatige en toereikende bestaansmiddelen | subsistance stables, réguliers et suffisants pour qu'ils ne deviennent |
beschikt om te voorkomen dat zij tijdens het verblijf in het Rijk ten | pas une charge pour les pouvoirs publics pendant leur séjour dans le |
laste vallen van de openbare overheden en dat hij over een | Royaume, ainsi que d'une assurance maladie couvrant les risques en |
ziektekostenverzekering beschikt die de risico's van de betrokken | |
familieleden in België dekt ». | Belgique pour les membres de la famille visés ». |
Die bepaling werd als volgt verantwoord : | Cette disposition a été justifiée comme suit : |
« De Regering wenst hiermee te vermijden dat ascendenten van Belgische | « Le gouvernement souhaite ainsi éviter que les ascendants de |
onderdanen bij aankomst in België in precaire omstandigheden | ressortissants belges arrivent en Belgique dans des conditions |
terechtkomen en ten laste vallen van de openbare overheden » (Parl. | précaires et tombent à charge des autorités publiques » (Doc. parl., |
St., Kamer, 2006-2007, DOC 51-2845/001, p. 44). B.9.4. Uit wat voorafgaat, blijkt dat de voorwaarde van « ten laste » zijn van de Belg, teneinde te worden gelijkgesteld met een gemeenschapsonderdaan, wettig en evenredig is ten aanzien van de nagestreefde doelstelling, die erin bestaat te vermijden dat de Staat de financiële last moet dragen van vreemdelingen die op zijn grondgebied verblijven krachtens een gezinshereniging met hun meerderjarige Belgische bloedverwanten in neergaande lijn, terwijl laatstgenoemden niet zelf kunnen instaan voor die last. B.9.5. Minderjarigen daarentegen zijn, alleen al vanwege hun burgerlijke onbekwaamheid, niet in staat aan die voorwaarde te voldoen. Die moet bijgevolg, in het geval van de vreemde ouders van | Chambre, 2006-2007, DOC 51-2845/001, p. 44). B.9.4. Il découle de ce qui précède que la condition d'être « à charge » du Belge, pour être assimilé à un ressortissant communautaire, est légitime et proportionnée à l'objectif poursuivi, qui est d'éviter que l'Etat doive supporter la charge financière d'étrangers séjournant sur son territoire en vertu d'un regroupement familial avec leurs descendants belges majeurs alors que ces derniers ne peuvent assumer eux-mêmes cette charge. B.9.5. En revanche, les mineurs, du seul fait de leur incapacité civile, ne sont pas en mesure de satisfaire à cette condition. Celle-ci doit dès lors, dans le cas des parents étrangers d'un Belge |
een minderjarige Belg, worden geïnterpreteerd rekening houdend met de | mineur, être interprétée en tenant compte de la minorité de l'enfant |
minderjarigheid en met zijn juridische en feitelijke onbekwaamheid om | et de son incapacité, juridique et factuelle, à pouvoir prendre en |
zijn ouders ten laste te nemen. | charge ses parents. |
Wanneer die voorwaarde wordt toegepast op minderjarige Belgische | Lorsqu'elle s'applique à des enfants belges mineurs, la condition que |
kinderen, moet de voorwaarde dat de ouder « ten laste » is van het | le parent soit « à charge » de l'enfant, prévue par la disposition en |
kind, bedoeld in de in het geding zijnde bepaling, bijgevolg zo worden geïnterpreteerd dat daarmee wordt geëist, opdat zij geen last worden voor de overheidsfinanciën van de Belgische Staat, dat die ouders over toereikende bestaansmiddelen beschikken, voor zichzelf en hun kinderen. B.10. Er dient te worden onderzocht of de voorwaarde dat de bloedverwanten in de opgaande lijn « ten laste » worden genomen door hun minderjarige Belgische bloedverwanten in de neergaande lijn, een niet te verantwoorden verschil in behandeling in het leven roept tussen Belgische kinderen naar gelang van de nationaliteit van hun ouders, of op onevenredige wijze afbreuk doet aan het recht van die kinderen op de eerbiediging van hun gezinsleven. B.11.1. De voorwaarde van tenlasteneming door Belgische kinderen, geïnterpreteerd zoals aangegeven in B.9.5, heeft tot gevolg dat wordt verhinderd dat hun ouders, die niet over voldoende middelen beschikken om hun financiële onafhankelijkheid te waarborgen ten aanzien van de overheid, worden gelijkgesteld met de onderdanen van de Europese Gemeenschap, zodat zij niet het administratief statuut zullen kunnen genieten dat aan laatstgenoemden wordt toegekend. B.11.2. Ten aanzien van de ouders afzonderlijk genomen, is die voorwaarde verantwoord op grond van de in B.9.2 tot B.9.4 uiteengezette motieven. Ten aanzien van de minderjarige daarentegen heeft ze, zoals in de prejudiciële vragen wordt opgemerkt, tot gevolg dat, wanneer ze niet wordt vervuld, de minderjarige wordt verplicht hetzij in een onzekere administratieve situatie in België te leven, hetzij zijn ouders te volgen naar hun land van herkomst, waar hij niet dezelfde sociale tegemoetkomingen zou kunnen genieten als in België. B.11.3. De instructiebrief van de minister voor Migratie en | cause, doit dès lors être interprétée comme posant l'exigence, afin de ne pas devenir une charge pour les finances publiques de l'Etat belge, que ces parents disposent de ressources suffisantes, pour eux-mêmes et leurs enfants. B.10. Il convient d'examiner si la condition que les ascendants soient pris « en charge » par leurs descendants belges mineurs ne crée pas une différence de traitement injustifiable entre enfants belges selon la nationalité de leurs parents, ou ne porte pas une atteinte disproportionnée au droit de ces enfants au respect de leur vie familiale. B.11.1. La condition de prise en charge par les enfants belges, interprétée comme il est indiqué en B.9.5, a pour effet d'empêcher l'assimilation de leurs parents, qui ne disposent pas des moyens suffisants pour garantir leur indépendance financière à l'égard des autorités publiques, aux ressortissants communautaires, de sorte qu'ils ne pourront bénéficier du statut administratif qui est octroyé à ces derniers. B.11.2. A l'égard des parents pris isolément, cette condition est justifiée pour les motifs exposés en B.9.2 à B.9.4. En revanche, à l'égard du mineur, elle a pour effet, ainsi que le relèvent les questions préjudicielles, lorsqu'elle n'est pas remplie, d'obliger le mineur soit à vivre dans une situation administrative précaire en Belgique, soit à suivre ses parents dans leur pays d'origine où il ne bénéficierait pas des mêmes avantages sociaux qu'en Belgique. B.11.3. La lettre d'instruction de la ministre de la Politique de |
Asielbeleid, gedateerd van 26 maart 2009, stelt echter dat « de | l'Intégration et de l'Asile, datée du 26 mars 2009, indique toutefois |
vreemdeling die ouder is van een Belgisch minderjarig kind en die een | que « l'étranger, auteur d'un enfant mineur belge qui mène une vie |
reëel en effectief gezin vormt met dit kind » zo moet worden beschouwd | familiale réelle et effective avec son enfant » doit être considéré |
dat hij zich « in een prangende humanitaire situatie » bevindt die « | comme se trouvant « dans une situation humanitaire urgente » |
bijzondere omstandigheden » vormt « die aanleiding kunnen geven tot de | constituant « des circonstances exceptionnelles pouvant donner lieu à |
afgifte van een verblijfsmachtiging in toepassing van het oud artikel | la délivrance d'une autorisation de séjour en application de l'ancien |
9, lid 3 en artikel 9bis van de wet ». | article 9, alinéa 3 ou de l'article 9bis de la loi ». |
Op dezelfde wijze vermeldt de « Instructie met betrekking tot de | De même, l'« Instruction relative à l'application de l'ancien article |
toepassing van het vroegere artikel 9, 3 en het artikel 9bis van de | 9, 3 et de l'article 9bis de la loi sur les étrangers » du 21 juillet |
vreemdelingenwet » van 21 juli 2009, onder de specifieke « humanitaire | 2009 indique, parmi les situations « humanitaires » spécifiques |
» situaties die de toekenning van een machtiging tot verblijf kunnen | |
rechtvaardigen : « de vreemdeling die ouder is van een Belgisch | justifiant l'octroi d'une autorisation de séjour : « L'étranger, |
minderjarig kind en die een reëel en effectief gezin vormt met dit | auteur d'un enfant mineur belge qui mène une vie familiale réelle et |
kind » (punt 2.1). B.11.4. De Ministerraad, die in een nota van 13 juli 2009 werd | effective avec son enfant » (point 2.1). |
verzocht uitleg te verstrekken omtrent de weerslag van de | B.11.4. Invité à s'expliquer au sujet de l'incidence de la lettre |
instructiebrief van 26 maart 2009 op de aan het Hof gestelde vragen, | d'instruction du 26 mars 2009 sur les questions posées à la Cour, le |
heeft in de eerste plaats herbevestigd dat de verzoekende partijen | Conseil des ministres, par une note du 13 juillet 2009, a tout d'abord |
voor de Raad van State in principe hun belang om een verblijfsrecht te | réaffirmé que les parties requérantes devant le Conseil d'Etat |
worden toegekend niet hadden verloren maar heeft vervolgens daaraan | n'avaient pas perdu, en principe, leur intérêt à se voir reconnaître |
toegevoegd dat « de verzoekende partijen geen belang hebben bij de | un droit de séjour mais a ensuite ajouté que « les parties requérantes |
n'ont pas intérêt aux questions préjudicielles, l'octroi d'une | |
prejudiciële vragen, aangezien de toekenning van een machtiging tot | autorisation de séjour étant suffisant pour justifier une absence de |
verblijf voldoende is om een ontstentenis van discriminatie en | discrimination et d'ingérence dans la vie privée et familiale dans |
inmenging in hun privé- en gezinsleven te verantwoorden, zoals die in | leur chef, telles que les questions préjudicielles l'ont pour objet », |
de prejudiciële vragen wordt beoogd », zodat « de prejudiciële vragen | de telle sorte que « les questions préjudicielles sont dépourvues |
niet dienstig zijn voor de oplossing van de geschillen die bij het | d'utilité pour la solution des litiges dont la juridiction de renvoi |
verwijzende rechtscollege aanhangig zijn gemaakt ». | est saisie ». |
B.11.5. Het staat niet aan het Hof te oordelen of de verzoekende | B.11.5. Ce n'est pas à la Cour qu'il appartient d'apprécier si les |
partijen nog belang hebben bij hun voor de Raad van State ingestelde | parties requérantes ont encore intérêt à leurs recours en cassation |
cassatieberoepen. Het is evenmin bevoegd om zich uit te spreken over | introduits devant le Conseil d'Etat. Elle n'est pas davantage |
administratieve instructies. | compétente pour se prononcer sur des instructions administratives. |
B.11.6. In de evenredigheidstoets die het Hof uitoefent in verband met | B.11.6. Toutefois, dans le contrôle de proportionnalité qu'elle exerce |
een aangeklaagd verschil in behandeling, kan het evenwel rekening | au sujet d'une différence de traitement qui lui est dénoncée, la Cour |
houden met een element zoals de voormelde instructies die door de | peut tenir compte d'un élément tel que les instructions précitées |
Ministerraad voor het Hof worden aangevoerd. | invoquées devant elle par le Conseil des ministres. |
B.11.7. Zonder dat het noodzakelijk zou zijn het verblijfsstatuut dat | B.11.7. Sans qu'il soit nécessaire de comparer le statut de séjour qui |
wordt verkregen met toepassing van de in het geding zijnde bepaling te | est obtenu en application de la disposition en cause et celui qui peut |
vergelijken met datgene dat kan worden toegekend krachtens artikel | |
9bis van de wet die wordt toegepast in het licht van de voormelde | être octroyé en vertu de l'article 9bis de la loi appliqué à la |
instructies, kan worden aangenomen dat het verschil in behandeling dat | lumière des instructions précitées, il peut être admis que la |
door de in het geding zijnde bepaling in het leven wordt geroepen | différence de traitement créée entre enfants belges par la disposition |
tussen Belgische kinderen, alsmede de inbreuk op het recht van die | en cause, ainsi que l'atteinte au droit de ces enfants au respect de |
kinderen op de eerbiediging van hun recht op het gezinsleven dat | leur droit à la vie familiale, qui résulte de son application, ne |
voortvloeit uit de toepassing ervan, niet onevenredig kunnen worden | sauraient être jugées disproportionnées dès lors que leurs parents |
geacht, aangezien hun ouders een recht van verblijf op het grondgebied | peuvent obtenir un droit de séjour sur le territoire en application de |
kunnen verkrijgen met toepassing van het voormelde artikel 9bis. | l'article 9bis précité. |
B.12. De prejudiciële vragen dienen ontkennend te worden beantwoord. | B.12. Les questions préjudicielles appellent une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Rekening houdend met wat is vermeld in B.11, schendt artikel 40, § 6, | Compte tenu de ce qui est dit en B.11, l'article 40, § 6, de la loi du |
van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het | 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement |
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van | |
vreemdelingen, vóór de wijziging ervan bij artikel 19 van de wet van | et l'éloignement des étrangers, avant sa modification par l'article 19 |
25 april 2007, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet, al dan niet | de la loi du 25 avril 2007, ne viole pas les articles 10 et 11 de la |
in samenhang gelezen met de artikelen 22, 23, 24 en 191 van de | Constitution, lus isolément ou conjointement avec les articles 22, 23, |
Grondwet en met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de | 24 et 191 de la Constitution et avec les articles 8 et 14 de la |
rechten van de mens. | Convention européenne des droits de l'homme. |
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989, à |
terechtzitting van 3 november 2009. | l'audience publique du 3 novembre 2009. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
De wnd. voorzitter, | Le président f.f., |
M. Melchior. | M. Melchior. |