← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 81/2009 van 14 mei 2009 Rolnummer 4501 In zake : de prejudiciële
vraag over artikel 31, § 2, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 22 februari 1995 betreffende
de bodemsanering, gesteld door de Raad van S Het Grondwettelijk Hof, samengesteld
uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de rechter(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 81/2009 van 14 mei 2009 Rolnummer 4501 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 31, § 2, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering, gesteld door de Raad van S Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de rechter(...) | Extrait de l'arrêt n° 81/2009 du 14 mai 2009 Numéro du rôle : 4501 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 31, § 2, du décret de la Région flamande du 22 février 1995 relatif à l'assainissement du sol, posée par le Co La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges P. Ma(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 81/2009 van 14 mei 2009 | Extrait de l'arrêt n° 81/2009 du 14 mai 2009 |
Rolnummer 4501 | Numéro du rôle : 4501 |
In zake : de prejudiciële vraag over artikel 31, § 2, van het decreet | En cause : la question préjudicielle concernant l'article 31, § 2, du |
van het Vlaamse Gewest van 22 februari 1995 betreffende de | décret de la Région flamande du 22 février 1995 relatif à |
bodemsanering, gesteld door de Raad van State. | l'assainissement du sol, posée par le Conseil d'Etat. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de | composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges P. |
rechters P. Martens, R. Henneuse, L. Lavrysen, J.-P. Snappe en E. | Martens, R. Henneuse, L. Lavrysen, J.-P. Snappe et E. Derycke, |
Derycke, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder | assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. |
voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, | Bossuyt, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij arrest nr. 184.755 van 26 juni 2008 in zake de nv « Société de | Par arrêt n° 184.755 du 26 juin 2008 en cause de la SA « Société de |
recherches immobilières » tegen het Vlaamse Gewest, waarvan de | recherches immobilières » contre la Région flamande, dont l'expédition |
expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 11 juli 2008, heeft | est parvenue au greffe de la Cour le 11 juillet 2008, le Conseil |
de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : | d'Etat a posé la question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 31, § 2, van het decreet van 22 februari 1995 | « L'article 31, § 2, du décret du 22 février 1995 relatif à |
betreffende de bodemsanering, doordat de eigenaar van grond die na | l'assainissement du sol viole-t-il les articles 10 et 11 de la |
verwerving en voor de inwerkingtreding van voornoemd decreet is | Constitution en ce que le propriétaire d'un terrain qui a été pollué |
verontreinigd, zich niet kan beroepen op de uitzonderingsgrond van | après son acquisition et avant l'entrée en vigueur du décret précité |
artikel 31, § 2, van het decreet, terwijl de eigenaar die de | ne peut invoquer le motif d'exception visé à l'article 31, § 2, du |
verontreinigde grond verworven heeft voor de inwerkingtreding van het | décret, alors que le propriétaire qui a acquis le terrain pollué avant |
decreet, wel vermag zich te beroepen op die uitzonderingsgrond, de | l'entrée en vigueur du décret peut effectivement invoquer ce motif |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? ». | d'exception ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. De prejudiciële vraag betreft artikel 31, § 2, van het decreet | B.1. La question préjudicielle porte sur l'article 31, § 2, du décret |
van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering (hierna : het | du 22 février 1995 relatif à l'assainissement du sol (ci-après : le |
Bodemsaneringsdecreet) dat bepaalt : | décret relatif à l'assainissement du sol), qui dispose : |
« De in § 1 bedoelde persoon is niet verplicht tot bodemsanering over | « La personne visée au § 1er n'est pas tenue à procéder à |
te gaan indien hij het bewijs levert dat hij aan de hieronder bepaalde | l'assainissement du sol si elle fournit la preuve qu'elle répond de |
voorwaarden cumulatief voldoet : | manière cumulative aux conditions citées ci-après : |
1° dat hij de verontreiniging niet zelf heeft veroorzaakt; | 1° elle n'a pas causé elle-même la pollution du sol; |
2° dat hij op het ogenblik waarop hij eigenaar of gebruiker werd van | 2° au moment où elle était devenue propriétaire ou utilisatrice du |
de grond niet op de hoogte was of behoorde te zijn van de | terrain elle n'était pas au courant ou [n'était pas censée] être au |
verontreiniging ». | courant de la pollution ». |
Ten aanzien van de context van de in het geding zijnde bepaling | Quant au contexte de la disposition en cause |
B.2.1. Artikel 31, § 2, is opgenomen in afdeling 2 - « Verplichting | B.2.1. L'article 31, § 2, figure dans la section 2 - « Exécution |
tot uitvoering van de bodemsanering » - van hoofdstuk IV - « | obligatoire de l'assainissement du sol » du chapitre IV - « Pollution |
Historische bodemverontreiniging » - van het Bodemsaneringsdecreet. | historique du sol » - du décret relatif à l'assainissement du sol. |
B.2.2. Met « historische » bodemverontreiniging wordt de | B.2.2. Par pollution « historique » du sol, on entend la pollution du |
bodemverontreiniging bedoeld die vóór de inwerkingtreding van het | sol « générée » avant l'entrée en vigueur du décret relatif à |
Bodemsaneringsdecreet op 29 oktober 1995 tot stand is gekomen (artikel 2, 5°). | l'assainissement du sol au 29 octobre 1995 (article 2, 5°). |
In tegenstelling tot « nieuwe » bodemverontreiniging, waarmee de | Contrairement à la pollution du sol « récente », par laquelle on |
bodemverontreiniging wordt bedoeld die na de inwerkingtreding van het | entend la pollution du sol « générée » après l'entrée en vigueur du |
Bodemsaneringsdecreet tot stand is gekomen (artikel 2, 4°), geldt voor | décret relatif à l'assainissement du sol (article 2, 4°), pour la |
« historische » bodemverontreiniging geen zelfstandige verplichting | pollution « historique » du sol, il n'y a pas d'obligation autonome |
tot sanering : de Vlaamse Regering wijst op voorstel van de Openbare | d'assainissement : le Gouvernement flamand désigne, sur proposition de |
Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (hierna : OVAM) de historisch | la « Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij » (Société flamande des |
verontreinigde gronden aan waar bodemsanering moet plaatsvinden | Déchets) (ci-après : OVAM), les terrains étant l'objet d'une pollution |
(artikel 30, § 2). B.2.3. In de parlementaire voorbereiding wordt het onderscheid tussen nieuwe en historische bodemverontreiniging benadrukt : « De verplichting tot sanering, de prefinanciering ervan en de aansprakelijkheidsregel verschillen al naargelang het om nieuwe of historische verontreiniging gaat. Voor nieuwe bodemverontreiniging bestaat een verplichting tot bodemsanering zodra de bodemsaneringsnormen overschreden zijn. [...] Voor historische bodemverontreiniging bestaat geen automatische verplichting tot sanering. Men gaat enkel over tot sanering indien er een ernstige bedreiging bestaat. Gelet op de beperkte middelen zal de overheid hier prioriteiten bepalen voor een selectieve sanering. | historique qui doivent être assainis (article 30, § 2). B.2.3. Au cours des travaux préparatoires, la distinction entre la pollution historique du sol et la pollution récente du sol a été soulignée : « L'obligation d'assainissement, son préfinancement et le régime de responsabilité diffèrent selon qu'il s'agit d'une pollution récente ou historique. Pour la pollution récente du sol, il existe une obligation d'assainissement du sol à partir du moment où les normes d'assainissement du sol sont dépassées. [...] Pour la pollution historique du sol, il n'existe pas d'obligation automatique d'assainissement. L'on ne procède à l'assainissement que s'il existe une menace grave. Eu égard aux moyens limités, l'autorité fixera ici des priorités en vue d'un assainissement sélectif. |
[...] | [...] |
In geval van historische bodemverontreiniging die een ernstige | En cas de pollution historique du sol qui constitue une menace grave, |
bedreiging vormt, kan OVAM de eigenaar of gebruiker aanmanen om tot | l'OVAM peut sommer le propriétaire ou l'occupant de procéder à |
sanering over te gaan. De betrokkene is niet verplicht op eigen kosten | l'assainissement. L'intéressé n'est pas tenu d'assainir à ses propres |
te saneren indien hij aantoont dat hij zelf de verontreiniging niet | frais s'il prouve qu'il n'a pas lui-même causé la pollution et que |
heeft veroorzaakt en dat hij bij overname van de grond niet op de | lors de la cession du terrain, il n'était pas au courant de la |
hoogte was noch hoorde te zijn van de verontreiniging [...]. De | pollution, ni n'était censé l'être [...]. La situation juridique du |
rechtspositie van de eigenaar of gebruiker is dus gunstiger bij | propriétaire ou de l'occupant est donc plus favorable en cas de |
historische verontreiniging dan bij nieuwe » (Parl. St., Vlaamse Raad, | pollution historique qu'en cas de pollution récente » (Doc. parl., |
1993-1994, 587/1, pp. 2-3). | Conseil flamand, 1993-1994, n° 587/1, pp. 2-3). |
B.2.4. De saneringsplichtige die overeenkomstig artikel 10, § 1, wordt | B.2.4. La personne tenue à l'assainissement qui est désignée |
aangewezen, wordt door de OVAM aangemaand om de bodemsanering uit te | conformément à l'article 10, § 1er, est sommée par l'OVAM de procéder |
voeren (artikel 31, § 1). | à l'assainissement du sol (article 31, § 1er). |
Artikel 10, § 1, bepaalt dat de verplichting om tot bodemsanering over te gaan, op de volgende personen rust : « a) indien op de grond waar de verontreiniging tot stand kwam een inrichting gevestigd is of een activiteit uitgeoefend wordt die vergunnings- of meldingsplichtig is krachtens het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, op de exploitant zoals bedoeld in dat decreet; b) in de andere gevallen, op de eigenaar van de grond waar de verontreiniging tot stand kwam, zolang deze niet heeft aangetoond dat een andere persoon voor eigen rekening de feitelijke controle over deze grond heeft. Levert de eigenaar dit bewijs, dan rust de verplichting op deze andere persoon ». Daaruit blijkt dat de aanwijzing als saneringsplichtige niet mag worden gelijkgesteld met de aanwijzing van de aansprakelijke van de bodemverontreiniging. Op grond van artikel 10, § 1, is diegene saneringsplichtig die, op het ogenblik dat de bodemsanering moet | L'article 10, § 1er, dispose que l'obligation de procéder à l'assainissement du sol incombe aux personnes suivantes : « a) si sur le terrain pollué est implanté un établissement ou est exercée une activité soumise à autorisation ou à déclaration en vertu du décret du 28 juin 1985 relatif à l'autorisation antipollution, à l'exploitant visé au décret précité; b) dans d'autres cas, au propriétaire du terrain pollué tant que celui-ci n'a pas démontré qu'une autre personne exerçait pour son propre compte le contrôle effectif sur ce terrain. Si le propriétaire fournit la preuve, l'obligation incombe à cette autre personne ». Ceci montre que la désignation comme personne tenue à l'assainissement ne peut être assimilée à la désignation du responsable de la pollution du sol. Conformément à l'article 10, § 1er, la personne tenue à l'assainissement est celle qui, au moment où l'assainissement du sol |
worden doorgevoerd, de feitelijke controle over de grond heeft, hetzij | doit avoir lieu, exerce le contrôle effectif sur le terrain, soit en |
als exploitant, hetzij als eigenaar, hetzij als persoon die voor eigen | tant qu'exploitant, soit en tant que propriétaire, soit en tant que |
rekening de controle over die grond heeft. | personne qui exerce le contrôle sur ce terrain pour son propre compte. |
Ten gronde | Quant au fond |
B.3. De verwijzende rechter vraagt het Hof naar de bestaanbaarheid van | B.3. Le juge a quo interroge la Cour au sujet de la compatibilité de |
artikel 31, § 2, van het Bodemsaneringsdecreet, met de artikelen 10 en | l'article 31, § 2, du décret relatif à l'assainissement du sol avec |
11 van de Grondwet, in zoverre het een verschil in behandeling | les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il établit une |
invoert, wat de mogelijkheid betreft om zich op de uitzonderingsgrond te beroepen, tussen eigenaars van historisch verontreinigde gronden naargelang de bodemverontreiniging vóór of na de eigendomsverwerving is ontstaan. B.4. Op grond van artikel 31, § 2, kan de door de OVAM aangewezen saneringsplichtige van elke verplichting tot sanering van historisch verontreinigde gronden worden vrijgesteld, wanneer hij het bewijs levert dat hij voldoet aan de twee cumulatieve voorwaarden waarin die bepaling voorziet. De tweede voorwaarde heeft uitsluitend betrekking op het geval waarbij de als saneringsplichtige aangewezen eigenaar een grond heeft verworven die op het ogenblik van de eigendomsverwerving reeds historisch was verontreinigd. De eigenaar wiens grond na de eigendomsverwerving door historische bodemverontreiniging wordt getroffen, kan zich bijgevolg niet op de uitzonderingsgrond waarin de in het geding zijnde bepaling voorziet, beroepen om niet op de aanmaning tot het opstellen van een beschrijvend bodemonderzoek en, in voorkomend geval, tot uitvoering van de bodemsaneringswerken te moeten ingaan. B.5.1. De in het geding zijnde maatregel berust op een objectief criterium van onderscheid, namelijk het bestaan van bodemverontreiniging vóór of na de eigendomsverwerving van de betrokken grond. | différence de traitement, quant à la possibilité d'invoquer l'exception, entre les propriétaires de terrains qui sont l'objet d'une pollution historique, selon que cette pollution est antérieure ou postérieure à l'acquisition de la propriété. B.4. En vertu de l'article 31, § 2, la personne tenue à l'assainissement, désignée par l'OVAM, peut être dispensée de toute obligation d'assainissement de terrains qui sont l'objet d'une pollution historique lorsqu'elle prouve qu'elle satisfait aux deux conditions cumulatives prévues par cette disposition. La deuxième condition porte exclusivement sur le cas où le propriétaire désigné comme personne tenue à l'assainissement a acquis un terrain qui était déjà l'objet d'une pollution historique au moment de cette acquisition. Le propriétaire dont le terrain est l'objet d'une pollution historique survenue après son acquisition ne peut par conséquent invoquer l'exception prévue par la disposition en cause pour ne pas devoir donner suite à la sommation d'établir une analyse descriptive du sol et, le cas échéant, de procéder aux travaux d'assainissement. B.5.1. La mesure en cause repose sur un critère de distinction objectif, à savoir l'existence de la pollution du sol avant ou après l'acquisition du terrain en question. |
B.5.2. De parlementaire voorbereiding vermeldt : | B.5.2. Les travaux préparatoires précisent à ce sujet : |
« Het ontwerp voorziet ook inzake historische verontreiniging een | « Le projet prévoit également en matière de pollution historique un |
gunstregeling voor de 'onschuldige' exploitant. De uitzondering op de | régime en faveur de l'exploitant ' innocent '. L'exception à |
saneringsplicht is hier breder dan bij ' nieuwe ' bodemverontreiniging | l'obligation d'assainissement est ici plus large qu'en cas de |
het geval is. | pollution ' récente '. |
Volgens artikel 31, § 2 zal de persoon, aangewezen overeenkomstig | Selon l'article 31, § 2, la personne désignée conformément à l'article |
artikel 10, niet verplicht zijn de historisch verontreinigde gronden | 10 ne sera pas tenue d'assainir les terrains qui sont l'objet d'une |
te saneren, indien hij aan OVAM kan aantonen dat hij de | pollution historique si elle peut prouver à l'OVAM qu'elle n'a pas |
verontreiniging niet heeft veroorzaakt en hij op het ogenblik waarop | causé la pollution et qu'au moment où elle est devenue propriétaire ou |
hij eigenaar of gebruiker werd van de grond niet op de hoogte was of | utilisatrice du terrain, elle n'avait pas connaissance ni ne devait |
behoorde te zijn van de verontreiniging. | avoir connaissance de la pollution. |
Een aantal factoren zullen een rol spelen inzake de mogelijke kennis | Plusieurs facteurs interviendront pour savoir si une personne pouvait |
van de verontreiniging. Ook het ogenblik waarop men de eigendom, | avoir connaissance de la pollution. Le moment auquel on acquiert la |
feitelijke controle of exploitatie verwierf zal belangrijk zijn. In de | propriété, le contrôle effectif ou l'exploitation sera également |
laatste jaren wordt de bedrijfswereld geacht op de hoogte te zijn van | important. Ces dernières années, les entreprises sont censées être au |
de mogelijkheid van verontreiniging. Onwetendheid kan bij recente | courant de la possibilité d'une pollution. L'ignorance ne peut être |
verwerving alleen aanvaard worden indien de verwerver voor de | admise, en cas d'acquisition récente, que si l'acquéreur a effectué, |
verkrijging een passend onderzoek heeft verricht naar de vorige | avant l'acquisition, une enquête adéquate quant aux anciens |
eigenaars en het vroeger gebruik van de grond. Andere aanwijzingen | propriétaires et quant à l'utilisation antérieure du terrain. D'autres |
kunnen zijn de verhouding tussen de verkoopprijs en de waarde van de | indications peuvent être le rapport entre le prix de vente et la |
grond indien onvervuild, de waarschijnlijkheid en het opspoorbaar | valeur du terrain s'il n'était pas pollué, la probabilité et la |
karakter van de vervuiling ... » (Parl. St., Vlaamse Raad, 1993-1994, | traçabilité de la pollution ... » (Doc. parl., Conseil flamand, |
587/1, p. 34) | 1993-1994, n° 587/1, p. 34). |
B.5.3. De decreetgever vermocht ervan uit te gaan dat de eigenaar moet | B.5.3. Le législateur décrétal a pu estimer que le propriétaire est |
worden geacht op de hoogte te zijn van bodemverontreiniging die na de | censé être au courant de la pollution du sol qui est postérieure à |
eigendomsverwerving ontstaat. Zulks geldt des te meer wanneer, zoals | l'acquisition du terrain. Il en est d'autant plus ainsi lorsque, comme |
te dezen, de gronden na de eigendomsverwerving worden gebruikt voor de | en l'espèce, les terrains sont utilisés, après leur acquisition, en |
exploitatie van een inrichting waar solventen worden opgeslagen, | vue de l'exploitation d'un établissement qui stocke, récupère et |
gerecupereerd en gedistilleerd en de eigenaar, gelet op zijn | distille des solvants, et que la propriétaire, une société |
beroepsactiviteit - een immobiliënvennootschap -, niet onwetend kan | immobilière, ne peut avoir ignoré, eu égard à son activité |
zijn van de mogelijke risico's die zulk een exploitatie met zich kan | professionnelle les risques éventuels qu'une telle exploitation peut |
meebrengen. | entraîner. |
B.5.4. Bovendien bestaat er, zoals in B.2 in herinnering gebracht, | B.5.4. En outre, ainsi qu'il a été rappelé en B.2, pour la pollution |
voor historische bodemverontreiniging geen zelfstandige | historique du sol, il n'existe pas d'obligation autonome |
saneringsverplichting. | d'assainissement. |
De parlementaire voorbereiding van artikel 31, § 1, vermeldt : | Les travaux préparatoires de l'article 31, § 1er, précisent : |
« De te saneren gronden worden geïdentificeerd door de Vlaamse | « Les terrains à assainir sont identifiés par le Gouvernement flamand. |
regering. Men kan dan ook stellen dat er geen zelfstandige | L'on peut dès lors affirmer qu'il n'y a pas d'obligation autonome de |
verplichting bestaat om tot sanering over te gaan. Pas nadat de | procéder à l'assainissement. Ce n'est qu'après que la personne tenue à |
saneringsplichtige door OVAM aangemaand wordt om tot sanering over te | l'assainissement est sommée par l'OVAM de procéder à l'assainissement |
gaan zal de verplichting ontstaan » (Parl. St., Vlaamse Raad, | que naît l'obligation [...] » (Doc. parl., Conseil flamand, 1993-1994, |
1993-1994, 587/1, p. 33). | n° 587/1, p. 33). |
B.5.5. Ten slotte beschikt de saneringsplichtige eigenaar wiens grond | B.5.5. Enfin, le propriétaire tenu à l'assainissement dont le terrain |
na de eigendomsverwerving door een derde werd verontreinigd over een | a été pollué par un tiers après son acquisition dispose de plusieurs |
aantal middelen om die aansprakelijke derde in rechte aan te spreken. | moyens pour poursuivre ce tiers responsable en justice. |
Op grond van artikel 32, § 1, kan de saneringsplichtige die niet zelf | Sur la base de l'article 32, § 1er, la personne tenue à |
de verontreiniging heeft veroorzaakt, de gemaakte kosten verhalen | l'assainissement qui n'a pas causé elle-même la pollution peut |
overeenkomstig de aansprakelijkheidsregels die van toepassing waren | réclamer le remboursement des frais exposés conformément aux règles de |
vóór de datum van inwerkingtreding van het decreet, met andere woorden | la responsabilité qui étaient applicables avant la date d'entrée en |
de foutaansprakelijkheid of de andere wettelijke objectieve | vigueur du décret, en d'autres termes la responsabilité fondée sur la |
aansprakelijkheidsregels. | faute ou les autres régimes légaux de la responsabilité objective. |
Luidens artikel 35 is artikel 11 van het decreet van overeenkomstige | Aux termes de l'article 35, l'article 11 du décret s'applique par |
toepassing bij bodemsanering uitgevoerd op gronden met historische | analogie en cas d'assainissement de terrains qui sont l'objet d'une |
bodemverontreiniging. De verwijzing dient aldus te worden begrepen dat | pollution historique. La référence doit donc être interprétée en ce |
de saneringsplichtige een voorschot kan vorderen van de persoon die | sens que la personne tenue à l'assainissement peut réclamer une avance |
aansprakelijk is voor de bodemverontreiniging of kan eisen dat hij een | à la personne qui est responsable de la pollution du sol ou exiger |
financiële zekerheid stelt. | qu'elle donne une sûreté financière. |
B.5.6. Uit wat voorafgaat, volgt dat de in het geding zijnde bepaling | B.5.6. Il résulte de ce qui précède que la disposition en cause n'est |
niet zonder redelijke verantwoording is. | pas dénuée de justification raisonnable. |
B.6. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.6. La question préjudicielle appelle une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour doit : |
Artikel 31, § 2, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 22 | L'article 31, § 2, du décret de la Région flamande du 22 février 1995 |
februari 1995 betreffende de bodemsanering schendt de artikelen 10 en | relatif à l'assainissement du sol ne viole pas les articles 10 et 11 |
11 van de Grondwet niet. | de la Constitution. |
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989, à |
terechtzitting van 14 mei 2009. | l'audience publique du 14 mai 2009. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
De voorzitter, | Le président, |
M. Bossuyt. | M. Bossuyt. |