← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 80/2009 van 14 mei 2009 Rolnummers 4498 en 4512 In zake
: de prejudiciële vragen betreffende artikel 127bis van de programmawet van 30 december 1988, zoals
ingevoegd bij artikel 165 van de wet van 29 december 1990 Het
Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de rechter(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 80/2009 van 14 mei 2009 Rolnummers 4498 en 4512 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 127bis van de programmawet van 30 december 1988, zoals ingevoegd bij artikel 165 van de wet van 29 december 1990 Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de rechter(...) | Extrait de l'arrêt n° 80/2009 du 14 mai 2009 Numéros du rôle : 4498 et 4512 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 127bis de la loi-programme du 30 décembre 1988, tel qu'il a été inséré par l'article 165 de la loi du La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges P. Ma(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 80/2009 van 14 mei 2009 | Extrait de l'arrêt n° 80/2009 du 14 mai 2009 |
Rolnummers 4498 en 4512 | Numéros du rôle : 4498 et 4512 |
In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 127bis van de | En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 127bis |
programmawet van 30 december 1988, zoals ingevoegd bij artikel 165 van | de la loi-programme du 30 décembre 1988, tel qu'il a été inséré par |
de wet van 29 december 1990, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen. | l'article 165 de la loi du 29 décembre 1990, posées par la Cour du travail d'Anvers. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de | composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges P. |
rechters P. Martens, J.-P. Snappe, E. Derycke, J. Spreutels en T. | Martens, J.-P. Snappe, E. Derycke, J. Spreutels et T. Merckx-Van Goey, |
Merckx-Van Goey, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder | assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. |
voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, | Bossuyt, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Objet des questions préjudicielles et procédure |
Bij arresten van 27 juni 2008 en 11 september 2008 in zake | Par arrêts du 27 juin 2008 et du 11 septembre 2008 respectivement en |
respectievelijk de nv « Feestverlichting » tegen de Rijksdienst voor | cause de la SA « Feestverlichting » contre l'Office national de |
Sociale Zekerheid (RSZ) en de nv « Jefrema » tegen de Rijksdienst voor | sécurité sociale (ONSS) et en cause de la SA « Jefrema » contre |
Sociale Zekerheid (RSZ), waarvan de expedities ter griffie van het Hof | l'Office national de sécurité sociale (ONSS), dont les expéditions |
zijn ingekomen op 9 juli 2008 en 18 september 2008, heeft het | sont parvenues au greffe de la Cour le 9 juillet 2008 et le 18 |
Arbeidshof te Antwerpen de volgende prejudiciële vragen gesteld : | septembre 2008, la Cour du travail d'Anvers a posé les questions préjudicielles suivantes : |
1. « Schendt artikel 127bis van de Programmawet van 30 december 1988, | 1. « L'article 127bis de la loi-programme du 30 décembre 1988, tel |
zoals ingevoegd bij de wet van 29 december 1990, de artikelen 10 en 11 | qu'il a été inséré par la loi du 29 décembre 1990, viole-t-il les |
van de Grondwet voor zover in deze wettelijke bepaling vanwege de | articles 10 et 11 de la Constitution en ce que cette disposition |
werkgever wordt vereist dat hij binnen een bepaalde termijn van het | législative requiert de la part de l'employeur qu'il obtienne du |
bevoegde gewestelijke bureau van de Rijksdienst voor | bureau régional compétent de l'Office national de l'emploi, dans un |
Arbeidsvoorziening een getuigschrift verkrijgt waaruit blijkt dat de | délai déterminé, une attestation établissant que le travailleur qu'il |
door hem in dienst genomen werknemer voldoet aan de voorwaarden | a engagé remplit les conditions fixées par la loi pour pouvoir |
prétendre aux réductions des cotisations prévues par celle-ci, étant | |
gesteld in de wet om aanspraak te kunnen maken op de daarin voorziene | donné que la création de cette exigence formelle pour pouvoir |
bijdrageverminderingen, vermits door het creëren van deze formele | bénéficier de la réduction des cotisations fait naître une différence |
vereiste om van de bijdragevermindering te kunnen genieten een | de traitement entre les employeurs qui satisfont à toutes les |
verschil in behandeling tot stand wordt gebracht tussen de werkgevers | conditions de fond ou conditions matérielles fixées par la loi pour |
die voldoen aan alle inhoudelijke of materiële voorwaarden van de wet | pouvoir prétendre à cette réduction des cotisations et qui ont demandé |
om aanspraak te maken op deze bijdragevermindering en die het bewuste | l'attestation en question (le ' formulaire C63 ') dans le délai |
getuigschrift (het zogenaamde formulier C63) binnen de termijn hebben | imparti et les employeurs qui satisfont eux aussi à toutes les |
aangevraagd en de werkgevers, die eveneens voldoen aan alle | conditions de fond ou conditions matérielles fixées par la loi pour |
inhoudelijke of materiële voorwaarden van de wet om aanspraak te maken | pouvoir prétendre à cette réduction des cotisations (et qui peuvent |
op deze bijdragevermindering (en dit ook kunnen bewijzen), maar die | également le prouver) mais qui n'ont pas demandé la même attestation |
hetzelfde getuigschrift niet binnen de termijn hebben aangevraagd ? »; | dans le délai imparti ? »; |
2. « Schendt artikel 127bis van de Programmawet van 30 december 1988, | 2. « L'article 127bis de la loi-programme du 30 décembre 1988, tel |
zoals ingevoegd bij de wet van 29 december 1990, artikel 13 van de | qu'il a été inséré par la loi du 29 décembre 1990, viole-t-il |
Grondwet voor zover in deze wettelijke bepaling het recht op de daarin | l'article 13 de la Constitution en ce que, dans cette disposition |
voorziene bijdrageverminderingen louter afhankelijk wordt gesteld van | |
het bekomen van een getuigschrift van de Directeur van | législative, le droit aux réductions de cotisations qui y sont visées |
Werkloosheidbureau waarbij bevestigd wordt dat de in dienst genomen | dépend simplement de l'obtention d'une attestation du directeur du |
werknemer beantwoordt aan de wettelijke voorwaarden, zodat aldus een | bureau de chômage confirmant que le travailleur engagé satisfait aux |
belangrijk en essentieel aspect omtrent de beoordeling inzake de | conditions légales, de sorte qu'un aspect important et essentiel de |
verplichting tot betaling van sociale zekerheidsbijdragen door de | l'appréciation quant à l'obligation de paiement des cotisations de |
werkgever onttrokken wordt aan de rechter die de wet, meer in het | sécurité sociale par l'employeur est soustrait au juge que la loi, et |
bijzonder artikel 580, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek, aan de | plus particulièrement l'article 580, 1°, du Code judiciaire, assigne |
rechtzoekende toekent ? ». | au justiciable ? ». |
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 4498 en 4512 van de rol van | Ces affaires, inscrites sous les numéros 4498 et 4512 du rôle de la |
het Hof, werden samengevoegd. | Cour, ont été jointes. |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1.1. De artikelen 114 tot 131 van de programmawet van 30 december | B.1.1. Les articles 114 à 131 de la loi-programme du 30 décembre 1988 |
1988 (hierna : de programmawet) bepaalden de voorwaarden waaronder | (ci-après : la loi-programme) fixaient les conditions auxquelles les |
private werkgevers recht hadden op een tijdelijke vermindering van de | employeurs privés avaient droit à une réduction temporaire des |
werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid. Het gaat krachtens | cotisations patronales de sécurité sociale. Il s'agit, en vertu de |
artikel 115, § 2, van de programmawet om de bijdragen bedoeld in | l'article 115, § 2, de la loi-programme, des cotisations visées à |
artikel 38, § 3, 1° tot 7° en 9°, en artikel 38, § 3bis, van de wet | l'article 38, § 3, 1° à 7° et 9°, et à l'article 38, § 3bis, de la loi |
van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale | du 29 juin 1981 établissant les principes généraux de la sécurité |
zekerheid voor werknemers. | sociale des travailleurs salariés. |
Die vermindering geldt voor de werkgeversbijdrage voor de « nieuw in | Cette réduction s'applique à la cotisation patronale pour les « |
dienst genomen werknemer ». De artikelen 118 tot 121 van de | travailleurs nouvellement engagés ». Les articles 118 à 121 de la |
programmawet preciseren dat hieronder voornamelijk bepaalde | loi-programme précisent que sont visées principalement certaines |
categorieën van langdurig werklozen dienen te worden begrepen. De | catégories de chômeurs de longue durée. Dans ce cas, l'employeur |
werkgever geniet in dat geval die vermindering indien hij voldoet aan | bénéficie de cette réduction s'il satisfait à l'une des conditions |
één van de in artikel 117, § 1, van de programmawet bedoelde | visées à l'article 117, § 1er, de la loi-programme et si, en vertu de |
voorwaarden en indien, krachtens artikel 115, § 1, van de | l'article 115, § 1er, de la loi-programme, le travailleur nouvellement |
programmawet, de nieuw in dienst genomen werknemer vanaf 1 januari | |
1989 met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is aangenomen en | engagé a été engagé à partir du 1er janvier 1989 dans les liens d'un |
contrat de travail à durée indéterminée et si ce travailleur | |
indien die werknemer een nettoaangroei van het personeelsbestand | représente une augmentation nette de l'effectif du personnel. |
uitmaakt. B.1.2. De verwijzende rechter stelt het Hof een vraag over artikel | B.1.2. Le juge a quo pose à la Cour une question concernant l'article |
127bis van de programmawet, dat bepaalde : | 127bis de la loi-programme, qui disposait : |
« Om de voordelen van dit hoofdstuk te genieten, moet de werkgever | « Pour bénéficier des avantages prévus par le présent chapitre, |
voor de werknemers bedoeld in de artikelen 118, § 1, 1°, 2°, 3° en 6° | l'employeur doit, pour les travailleurs visés aux articles 118, § 1er, |
en 119, a), c), e) en f), bij het bevoegd gewestelijk bureau van de | 1°, 2°, 3° et 6° et 119, a), c), e) et f), obtenir du bureau régional |
Rijksdienst voor arbeidsvoorziening, een getuigschrift verkrijgen | compétent de l'Office national de l'emploi, une attestation |
waaruit blijkt dat deze werknemer voldoet aan de voorwaarden vereist | établissant que ce travailleur remplit les conditions requises pour |
voor de toepassing van de bepalingen van dit hoofdstuk. | l'application des dispositions du présent chapitre. |
De Koning bepaalt de voorwaarden, de nadere regelen en de termijnen | Le Roi détermine les conditions, les modalités et les délais dans |
binnen welke de werkgevers dit getuigschrift moeten aanvragen ». | lesquels les employeurs doivent demander cette attestation ». |
B.1.3. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 5 augustus 1991 tot | B.1.3. L'article 1er de l'arrêté royal du 5 août 1991 portant |
uitvoering van artikel 127bis van de programmawet van 30 december 1988 | exécution de l'article 127bis de la loi-programme du 30 décembre 1988 |
bepaalt de termijn waarbinnen het in artikel 127bis van die | fixe le délai dans lequel l'attestation visée à l'article 127bis de |
programmawet bedoelde getuigschrift dient te worden aangevraagd op | cette loi-programme doit être demandée à trente jours à compter du |
dertig dagen, te rekenen vanaf de dag die volgt op het begin van de | jour qui suit le début de l'occupation. |
tewerkstelling. | |
In afwijking daarvan voorziet artikel 2 van hetzelfde koninklijk | Par dérogation à ce qui précède, l'article 2 du même arrêté royal |
besluit in een termijn van negen maanden, die een aanvang neemt de | prévoit un délai de neuf mois, prenant cours le premier jour du mois |
eerste dag van de maand volgend op die van de indienstneming van de | qui suit le jour de l'engagement du travailleur lorsque l'employeur |
werknemer, wanneer de werkgever aantoont dat vóór die indienstneming | prouve qu'avant cet engagement, un organisme de paiement des |
een uitbetalingsinstelling van werkloosheidsuitkeringen een | |
getuigschrift heeft afgegeven dat bevestigt dat die werknemer op dat | allocations de chômage a délivré une attestation certifiant que ce |
ogenblik volledig uitkeringsgerechtigde werkloze was en dat hij dat | travailleur était à ce moment chômeur complet indemnisé et qu'il a |
getuigschrift overgezonden heeft aan de Rijksdienst voor Sociale | transmis cette attestation à l'Office national de sécurité sociale en |
Zekerheid met toepassing van artikel 127 van voormelde programmawet. | application de l'article 127 de la loi-programme précitée. |
Wat de ontvankelijkheid van de prejudiciële vragen betreft | Quant à la recevabilité des questions préjudicielles |
B.2. In beginsel komt het de verwijzende rechter toe de normen vast te | B.2. Il appartient en principe au juge a quo de déterminer les normes |
stellen die toepasselijk zijn op het hem voorgelegde geschil. | applicables au litige qui lui est soumis. |
Wanneer aan het Hof evenwel bepalingen worden voorgelegd die kennelijk | Toutefois, lorsque des dispositions manifestement inapplicables au |
niet op het bodemgeschil kunnen worden toegepast, staat het niet aan | litige pendant devant le juge a quo lui sont soumises, la Cour n'a pas |
het Hof de grondwettigheid van zulke bepalingen te onderzoeken. | à en examiner la constitutionnalité. |
De zaak nr. 4498 | L'affaire n° 4498 |
B.3.1. De Ministerraad betwist de pertinentie van de prejudiciële | B.3.1. Le Conseil des ministres conteste la pertinence des questions |
vragen gesteld in de zaak nr. 4498 omdat de in het geding zijnde | préjudicielles posées dans l'affaire n° 4498 parce que la disposition |
bepaling niet van toepassing zou zijn op het bodemgeschil. Het | en cause ne serait pas applicable au litige soumis au juge a quo. En |
bodemgeschil zou immers betrekking hebben op het « plus-twee-plan », | effet, ce litige porterait sur le « plan plus deux », alors que la |
terwijl de in het geding zijnde bepaling enkel van toepassing is op het « plus-één-plan ». | disposition en cause s'appliquerait uniquement au « plan plus un ». |
B.3.2. De in het geding zijnde bepaling maakte deel uit van hoofdstuk | B.3.2. La disposition en cause figure dans le chapitre VII de la |
VII van de programmawet met betrekking tot het « plus-één-plan », dat | loi-programme relatif au « plan plus un », qui ne prévoyait de |
slechts in verminderingen van de werkgeversbijdrage voorzag voor de | réduction de la cotisation patronale que pour le premier chômeur de |
eerste in dienst genomen langdurig werkloze. Het bodemgeschil in de | longue durée engagé. Le litige soumis au juge a quo dans l'affaire n° |
zaak nr. 4498 betreft daarentegen de bijdragevermindering voor een | 4498 concerne en revanche la réduction de la cotisation pour un |
tweede in dienst genomen langdurig werkloze in het kader van het « | deuxième chômeur de longue durée engagé dans le cadre du « plan plus |
plus-twee-plan ». | deux ». |
De in het kader van dat plan te vervullen formaliteiten werden bepaald | Les formalités à remplir dans le cadre de ce plan ont été fixées par |
door artikel 11 van het koninklijk besluit van 14 maart 1997 « | l'article 11 de l'arrêté royal du 14 mars 1997 « portant des mesures |
houdende de specifieke tewerkstellingsbevorderende maatregelen voor de | spécifiques de promotion de l'emploi pour les petites et moyennes |
kleine en middelgrote ondernemingen met toepassing van artikel 7, § 2, | entreprises en application de l'article 7, § 2, de la loi du 26 |
van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en | juillet 1996 relative à la promotion de l'emploi et à la sauvegarde |
tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen » en door | préventive de la compétitivité » et par l'article 5 de l'arrêté royal |
artikel 5 van het koninklijk besluit van 24 april 1997 « tot | du 24 avril 1997 « portant exécution de l'arrêté royal du 14 mars 1997 |
uitvoering van het koninklijk besluit van 14 maart 1997 houdende | |
specifieke tewerkstellingsbevorderende maatregelen voor de kleine en | portant des mesures spécifiques de promotion de l'emploi pour les |
middelgrote ondernemingen met toepassing van artikel 7, § 2, van de | petites et moyennes entreprises en application de l'article 7, § 2, de |
wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot | la loi du 26 juillet 1996 relative à la promotion de l'emploi et à la |
preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen ». | sauvegarde préventive de la compétitivité ». |
B.3.3. Hieruit volgt dat de in het geding zijnde bepaling kennelijk | B.3.3. Il s'ensuit que la disposition en cause ne s'applique |
niet van toepassing is op het bodemgeschil in de zaak nr. 4498. | manifestement pas au litige soumis au juge a quo dans l'affaire n° |
B.3.4. In zoverre ze zijn gesteld in de zaak nr. 4498, behoeven de | 4498. B.3.4. En tant qu'elles sont posées dans l'affaire n° 4498, les |
prejudiciële vragen geen antwoord. | questions préjudicielles n'appellent pas de réponse. |
De zaak nr. 4512 | L'affaire n° 4512 |
B.4.1. De Ministerraad betwist de pertinentie van de prejudiciële | B.4.1. Le Conseil des ministres conteste la pertinence des questions |
vragen gesteld in de zaak nr. 4512 omdat de in het geding zijnde | préjudicielles posées dans l'affaire n° 4512 au motif que la |
bepaling niet van toepassing zou zijn op het bodemgeschil. Dat geschil | disposition en cause ne s'appliquerait pas au litige soumis au juge a |
zou immers geen betrekking hebben op artikel 127bis van de | quo. En effet, ce litige ne porterait pas sur l'article 127bis de la |
programmawet maar op artikel 127 van die programmawet. | loi-programme, mais sur l'article 127 de cette loi-programme. |
B.4.2. Uit het verwijzende arrest blijkt dat de nv « Jefrema » wordt | B.4.2. Il ressort de l'arrêt de renvoi que la SA « Jefrema » se voit |
verweten het getuigschrift bedoeld in de in het geding zijnde bepaling | reprocher de ne pas avoir demandé l'attestation visée dans la |
niet binnen de termijn bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit | disposition en cause dans le délai fixé à l'article 2 de l'arrêté |
van 5 augustus 1991 tot uitvoering van artikel 127bis van de | royal du 5 août 1991 portant exécution de l'article 127bis de la |
programmawet te hebben aangevraagd. | loi-programme. |
Bijgevolg blijkt niet dat de in het geding zijnde bepaling kennelijk | Il n'apparaît dès lors pas que la disposition en cause n'est |
niet kan worden toegepast op het bodemgeschil. | manifestement pas applicable au litige soumis au juge a quo. |
B.4.3. In zoverre zij betrekking heeft op de zaak nr. 4512, wordt de | B.4.3. En tant qu'elle porte sur l'affaire n° 4512, l'exception est |
exceptie verworpen. | rejetée. |
Wat de bevoegdheid van het Hof betreft | Quant à la compétence de la Cour |
B.5.1. Volgens de Ministerraad zou de verwijzende rechter in wezen een | B.5.1. Selon le Conseil des ministres, le juge a quo poserait en |
vraag stellen over het koninklijk besluit van 5 augustus 1991 tot | réalité une question concernant l'arrêté royal du 5 août 1991 portant |
uitvoering van artikel 127bis van de programmawet van 30 december | exécution de l'article 127bis de la loi-programme du 30 décembre 1988. |
1988. Het Hof zou bijgevolg niet bevoegd zijn zulk een vraag te | La Cour ne serait dès lors pas compétente pour répondre à pareille |
beantwoorden, aangezien zij geen betrekking heeft op een wettelijke | question, étant donné qu'elle ne porte pas sur une norme législative, |
norm, zodat de prejudiciële vraag niet ontvankelijk zou zijn. | de sorte que la question préjudicielle serait irrecevable. |
B.5.2. Om in aanmerking te komen voor de in hoofdstuk VII van de | B.5.2. Pour entrer en ligne de compte pour les réductions de |
programmawet bedoelde bijdrageverminderingen, dienden de werkgevers | cotisations visées au chapitre VII de la loi-programme, les employeurs |
onder meer te voldoen aan de vereisten gesteld in de in het geding | devaient notamment satisfaire aux conditions fixées par la disposition |
zijnde bepaling. | en cause. |
B.5.3. In tegenstelling tot wat de Ministerraad beweert, is de | B.5.3. Contrairement à ce que soutient le Conseil des ministres, la |
prejudiciële vraag ontvankelijk en valt zij onder de bevoegdheid van | question préjudicielle est recevable et relève de la compétence de la |
het Hof : hoewel het juist is dat het voormelde koninklijk besluit van 5 augustus 1991 de precieze termijnen heeft bepaald, zijn het de in het geding zijnde wetsbepalingen zelf die, door uitdrukkelijk te verwijzen naar die termijnen, het gewraakte verschil in behandeling invoeren. B.5.4. De exceptie wordt verworpen. Wat de eerste prejudiciële vraag betreft B.6. Met de eerste prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter te vernemen of de in het geding zijnde bepaling de werkgevers die niet tijdig het daarin beoogde getuigschrift hebben aangevraagd, discrimineert ten opzichte van de werkgevers die dat getuigschrift wel tijdig hebben aangevraagd. B.7. De in het geding zijnde bepaling heeft als gevolg dat werkgevers | Cour : bien qu'il soit exact que l'arrêté royal du 5 août 1991 précité a fixé les délais précis, ce sont les dispositions législatives en cause elles-mêmes qui, en se référant expressément à ces délais, établissent la différence de traitement critiquée. B.5.4. L'exception est rejetée. Quant à la première question préjudicielle B.6. Par la première question préjudicielle, le juge a quo souhaite savoir si la disposition en cause ne discrimine pas les employeurs qui n'ont pas demandé à temps l'attestation qu'elle vise par rapport aux employeurs qui ont demandé cette attestation dans le délai imparti. B.7. La disposition en cause a pour effet que les employeurs qui |
die voldoen aan alle voorwaarden opgesomd in de artikelen 115 tot 121 | satisfont à toutes les conditions énumérées aux articles 115 à 121 de |
van de programmawet, maar niet binnen de door de Koning bepaalde | la loi-programme mais n'ont pas demandé l'attestation visée dans la |
termijn het getuigschrift bedoeld in de in het geding zijnde bepaling | disposition en cause dans le délai fixé par le Roi n'ont pas droit à |
hebben aangevraagd, geen recht hebben op de in artikel 115, § 2, van | la réduction visée à l'article 115, § 2, de la loi-programme. |
de programmawet bedoelde vermindering. | |
B.8. De in het geding zijnde bepaling beoogt een vlotte afhandeling | B.8. La disposition en cause vise à diligenter le traitement des |
van de dossiers, wat noodzakelijk is aangezien de bijdragevermindering | dossiers, étant donné que la réduction de cotisation est appliquée, en |
krachtens artikel 117, § 1, van de programmawet vanaf de aanvang van | vertu de l'article 117, § 1er, de la loi-programme, dès le début de |
de tewerkstelling wordt toegepast. | l'occupation. |
B.9. De in het geding zijnde bepaling is pertinent om dat doel te | B.9. La disposition en cause est pertinente pour atteindre cet |
bereiken, aangezien de gewestelijk directeur van de Rijksdienst voor | objectif, le directeur régional de l'Office national de l'emploi étant |
Arbeidsvoorziening de enige is die ten aanzien van de langdurig | le seul qui dispose, à l'égard des chômeurs de longue durée visés à |
werklozen bedoeld in artikel 118, § 1, 1° tot 3°, en artikel 119, a), c), e), en f), van de programmawet over de juiste en volledige gegevens beschikt om te attesteren dat zij aan die voorwaarden voldoen. B.10. Uit wat voorafgaat, blijkt dat het verschil in behandeling redelijk is verantwoord. B.11. De eerste prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Wat de tweede prejudiciële vraag betreft B.12. Met de tweede prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter te vernemen of de in het geding zijnde bepaling een schending van artikel | l'article 118, § 1er, 1° à 3°, et à l'article 119, a), c), e), et f), de la loi-programme, des données exactes et complètes pour attester qu'ils remplissent ces conditions. B.10. Il ressort de ce qui précède que la différence de traitement est raisonnablement justifiée. B.11. La première question préjudicielle appelle une réponse négative. Quant à la seconde question préjudicielle B.12. Par la seconde question préjudicielle, le juge a quo souhaite |
13 van de Grondwet inhoudt, in zoverre werkgevers die niet voldoen aan | savoir si la disposition en cause viole l'article 13 de la |
Constitution en ce que les employeurs qui ne satisfont pas à la | |
de formaliteit bedoeld in de in het geding zijnde bepaling, het feit | formalité visée dans la disposition en cause ne peuvent soumettre au |
dat zij niettemin voldoen aan de overige voorwaarden opgesomd in de | juge compétent le fait qu'ils satisfont néanmoins aux autres |
artikelen 114 tot 131 van de programmawet niet door de bevoegde | conditions énumérées aux articles 114 à 131 de la loi-programme. |
rechter kunnen laten beoordelen. | |
B.13. Artikel 13 van de Grondwet waarborgt aan alle personen die zich | B.13. L'article 13 de la Constitution garantit à toutes les personnes |
in dezelfde toestand bevinden het recht om volgens dezelfde regels te | qui se trouvent dans la même situation le droit d'être jugées selon |
worden berecht. | les mêmes règles. |
Aan dat recht wordt door de in het geding zijnde bepaling geen afbreuk | La disposition en cause ne porte pas atteinte à ce droit. En effet, |
gedaan. Zij verhindert de arbeidsrechtbanken, die op grond van artikel | elle n'empêche pas les tribunaux du travail, qui, en vertu de |
580, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek kennis nemen van « geschillen | l'article 580, 1°, du Code judiciaire, connaissent des « contestations |
betreffende de verplichtingen van de werkgevers en van de personen die | relatives aux obligations des employeurs et des personnes qui sont |
met hen hoofdelijk aansprakelijk zijn gesteld voor de betaling van de | solidairement responsables pour le paiement des cotisations prévues |
bijdragen, opgelegd door de wetgeving inzake sociale zekerheid », immers niet om kennis te nemen van geschillen waarin een werkgever is betrokken die het vereiste getuigschrift niet tijdig heeft aangevraagd. De arbeidsrechtbanken kunnen bijgevolg voor elke werkgever die de bijdragevermindering voorgeschreven in hoofdstuk VII van de programmawet toepast, nagaan of die voldoet aan de in dat hoofdstuk bepaalde materiële en formele vereisten. B.14. De tweede prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : | par la législation en matière de sécurité sociale », de connaître des contestations impliquant un employeur qui n'a pas demandé l'attestation requise dans le délai imparti. Par conséquent, les tribunaux du travail peuvent vérifier si chaque employeur qui applique la réduction de cotisation prévue au chapitre VII de la loi-programme satisfait aux conditions matérielles et formelles prévues dans ce chapitre. B.14. La seconde question préjudicielle appelle une réponse négative. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : |
- De prejudiciële vragen in de zaak nr. 4498 behoeven geen antwoord. | - Les questions préjudicielles posées dans l'affaire n° 4498 n'appellent pas de réponse. |
- Artikel 127bis van de programmawet van 30 december 1988, zoals | - L'article 127bis de la loi-programme du 30 décembre 1988, tel qu'il |
ingevoegd bij de wet van 29 december 1990, schendt de artikelen 10, 11 | a été inséré par la loi du 29 décembre 1990, ne viole pas les articles |
en 13 van de Grondwet niet. | 10, 11 et 13 de la Constitution. |
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989, à |
terechtzitting van 14 mei 2009. | l'audience publique du 14 mai 2009. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
De voorzitter, | Le président, |
M. Bossuyt. | M. Bossuyt. |