← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 27/2009 van 18 februari 2009 Rolnummer 4439 In zake :
de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 608 en 610, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek
en artikel 14, § 1, van de wetten op de Raad van State Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M.
Bossuyt en M. Melchior, en de rechter(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 27/2009 van 18 februari 2009 Rolnummer 4439 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 608 en 610, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek en artikel 14, § 1, van de wetten op de Raad van State Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de rechter(...) | Extrait de l'arrêt n° 27/2009 du 18 février 2009 Numéro du rôle : 4439 En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 608 et 610, alinéa 1 er , du Code judiciaire et à l'article 14, § 1 er , des lois s La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges P. Ma(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 27/2009 van 18 februari 2009 | Extrait de l'arrêt n° 27/2009 du 18 février 2009 |
Rolnummer 4439 | Numéro du rôle : 4439 |
In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 608 en 610, | En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 608 et |
eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek en artikel 14, § 1, van de | 610, alinéa 1er, du Code judiciaire et à l'article 14, § 1er, des lois |
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, gesteld | sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, posées par le |
door de Raad van State. | Conseil d'Etat. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de | composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges P. |
rechters P. Martens, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. | Martens, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. |
Moerman, E. Derycke, J. Spreutels en T. Merckx-Van Goey, bijgestaan | Derycke, J. Spreutels et T. Merckx-Van Goey, assistée du greffier |
door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, | P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Bossuyt, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Objet des questions préjudicielles et procédure |
Bij arrest nr. 179.794 van 18 februari 2008 in zake Guido Soetemans | Par arrêt n° 179.794 du 18 février 2008 en cause de Guido Soetemans |
tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof | contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la |
is ingekomen op 28 februari 2008, heeft de Raad van State de volgende | Cour le 28 février 2008, le Conseil d'Etat a posé les questions |
prejudiciële vragen gesteld : | préjudicielles suivantes : |
« 1. Houdt artikel 610, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, | « 1. L'article 610, alinéa 1er, du Code judiciaire, combiné avec |
gelezen in samenhang met artikel 1088 van hetzelfde wetboek, in die | l'article 1088 du même Code, interprété en ce sens qu'une décision |
zin geïnterpreteerd dat een beslissing van een procureur des Konings | d'un procureur du Roi concernant les missions d'un magistrat du |
in verband met de opdrachten van een magistraat van het openbaar | ministère public peut être attaquée devant la Cour de cassation au |
ministerie voor het Hof van Cassatie bestreden kan worden met een | moyen d'un recours en annulation que seul le procureur général près la |
vordering tot nietigverklaring, welke alleen de procureur-generaal bij | Cour de cassation peut introduire, sur les instructions du ministre de |
het Hof van Cassatie, op voorschrift van de minister van Justitie, kan | |
instellen, en in samenhang met artikel 14, § 1, van de wetten op de | la Justice, et combiné avec l'article 14, § 1er, des lois sur le |
Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, in die zin | Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, interprété en ce sens |
geïnterpreteerd dat de betrokken magistraat van het openbaar | que le magistrat concerné du ministère public ne peut introduire un |
ministerie tegen een dergelijke beslissing geen beroep tot | |
nietigverklaring kan instellen bij de Raad van State, een schending in | recours contre une telle décision auprès du Conseil d'Etat, viole-t-il |
van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het in verband met | les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'il crée, en ce qui |
de toegang tot de Raad van State een niet te verantwoorden verschil in | concerne l'accès au Conseil d'Etat, une différence non justifiable |
het leven roept tussen de magistraten van het openbaar ministerie en | entre les magistrats du ministère public et les fonctionnaires des |
de ambtenaren van de besturen ? | administrations ? |
2. Houden de artikelen 608 van het Gerechtelijk Wetboek, in die zin | 2. L'article 608 du Code judiciaire, interprété en ce sens qu'une |
geïnterpreteerd dat een beslissing van een procureur des Konings in | décision du procureur du Roi concernant les missions d'un magistrat du |
verband met de opdrachten van een magistraat van het openbaar | |
ministerie door de betrokkene voor het Hof van Cassatie bestreden kan | ministère public peut être attaquée par l'intéressé devant la Cour de |
worden met een voorziening in cassatie, en 14, § 1, van de wetten op | cassation au moyen d'un pourvoi en cassation, et l'article 14, § 1er, |
de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, in die zin | des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, |
geïnterpreteerd dat de betrokkene tegen een dergelijke beslissing geen | interprété en ce sens que l'intéressé ne peut introduire un recours en |
beroep tot nietigverklaring kan instellen bij de Raad van State, een | annulation contre cette décision auprès du Conseil d'Etat, violent-ils |
schending in van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat ze in | les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'ils créent, en ce |
verband met de toegang tot de Raad van State een niet te verantwoorden | qui concerne l'accès au Conseil d'Etat, une différence non justifiable |
verschil in het leven roepen tussen de magistraten van het openbaar | entre les magistrats du ministère public et les fonctionnaires des |
ministerie en de ambtenaren van de besturen ? ». | administrations ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) Ten aanzien van de omvang van de prejudiciële vragen B.1. De beslissing van een procureur des Konings in verband met de opdrachten van een magistraat van het openbaar ministerie vormt in de regel een maatregel van inwendige aard waartegen geen beroep kan worden ingesteld. Uit de motieven van het arrest waarbij aan het Hof een vraag wordt gesteld, blijkt evenwel dat de voor de Raad van State bestreden beslissing zou kunnen zijn genomen vanwege het gedrag van de betrokkene en bijgevolg een verhulde tuchtsanctie zou kunnen zijn. Het Hof beperkt zijn onderzoek tot die hypothese. | (...) Quant à l'étendue des questions préjudicielles B.1. La décision d'un procureur du Roi concernant les missions d'un magistrat du ministère public constitue, en règle, une mesure d'ordre intérieur insusceptible de recours. Il ressort toutefois des motifs de l'arrêt qui interroge la Cour que la décision attaquée devant le Conseil d'Etat pourrait avoir été prise en raison du comportement de l'intéressé et pourrait par conséquent constituer une sanction disciplinaire déguisée. La Cour limite son examen à cette hypothèse. |
Ten aanzien van artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van | Quant à l'article 14 des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat |
State B.2.1. De prejudiciële vragen strekken ertoe van het Hof te vernemen | B.2.1. Les questions préjudicielles demandent à la Cour si l'article |
of artikel 14, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd | 14, § 1er, des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier |
op 12 januari 1973, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, in | 1973, viole les articles 10 et 11 de la Constitution, interprété en ce |
die zin geïnterpreteerd dat tegen een beslissing van een procureur des | sens qu'une décision d'un procureur du Roi concernant les missions |
Konings in verband met de opdrachten van een magistraat van het | d'un magistrat du ministère public, qui pourrait constituer une |
openbaar ministerie, die een verhulde tuchtsanctie zou kunnen vormen, | |
door de laatstgenoemde geen beroep tot nietigverklaring bij de Raad | sanction disciplinaire déguisée, ne peut faire l'objet de la part de |
van State kan worden ingesteld, terwijl de « ambtenaren van de | ce dernier d'un recours en annulation auprès du Conseil d'Etat, alors |
besturen » die het voorwerp uitmaken van een soortgelijke beslissing | que « les fonctionnaires des administrations » qui font l'objet d'une |
wel een dergelijk beroep zouden kunnen instellen. | décision similaire peuvent, eux, introduire un tel recours. |
B.2.2. Artikel 14, § 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van | B.2.2. L'article 14, § 1er, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat |
State bepaalt : | dispose : |
« De afdeling [bestuursrechtspraak] doet uitspraak, bij wijze van | « La section [du contentieux administratif] statue par voie d'arrêts |
arresten, over de beroepen tot nietigverklaring wegens overtreding van | |
hetzij substantiële, hetzij op straffe van nietigheid voorgeschreven | sur les recours en annulation pour violation des formes soit |
vormen, overschrijding of afwending van macht, ingesteld tegen de | substantielles, soit prescrites à peine de nullité, excès ou |
akten en reglementen : | détournement de pouvoir, formés contre les actes et règlements : |
1° van de onderscheiden administratieve overheden; | 1° des diverses autorités administratives; |
2° van de wetgevende vergaderingen of van hun organen, daarbij | 2° des assemblées législatives ou de leurs organes, en ce compris les |
inbegrepen de ombudsmannen ingesteld bij deze assemblees, van het | médiateurs institués auprès de ces assemblées, de la Cour des comptes |
Rekenhof en van het Arbitragehof, van de Raad van State en van de | et de la Cour d'arbitrage, du Conseil d'Etat et des juridictions |
administratieve rechtscolleges evenals van organen van de rechterlijke | administratives ainsi que des organes du pouvoir judiciaire et du |
macht en van de Hoge Raad voor de Justitie met betrekking tot | Conseil supérieur de la Justice relatifs aux marchés publics et aux |
overheidsopdrachten en leden van hun personeel. | membres de leur personnel. |
Artikel 159 van de Grondwet is eveneens van toepassing op de in 2° | L'article 159 de la Constitution s'applique également aux actes et |
bedoelde akten en reglementen ». | règlements visés au 2° ». |
B.2.3. Op grond van die bepaling is de Raad van State slechts bevoegd | B.2.3. En vertu de cette disposition, le Conseil d'Etat n'est |
om kennis te nemen van een beroep tot nietigverklaring indien de | compétent pour connaître d'un recours en annulation que si l'acte |
bestreden handeling kan worden beschouwd, hetzij als een handeling van | attaqué peut être considéré soit comme un acte d'une autorité |
een administratieve overheid, in de zin van artikel 14, § 1, eerste | administrative au sens de l'article 14, § 1er, alinéa 1er, 1°, soit |
lid, 1°, hetzij als een handeling van een van de overheden opgesomd in | comme un acte d'une des autorités énumérées à l'article 14, § 1er, |
artikel 14, § 1, eerste lid, 2°, voor zover het in het laatste geval | alinéa 1er, 2°, pour autant qu'il s'agisse dans ce dernier cas d'un |
gaat om een handeling met betrekking tot een overheidsopdracht of met | acte relatif à un marché public ou concernant un membre du personnel |
betrekking tot een lid van het personeel van de betrokken overheid. | de l'autorité concernée. |
De Raad van State, verwijzende rechter, stelt vast dat de procureur | Le Conseil d'Etat, juge a quo, constate que le procureur du Roi est |
des Konings een gerechtelijke en geen administratieve overheid is en | une autorité judiciaire et non une autorité administrative et qu'il ne |
dat hij derhalve niet onder artikel 14, § 1, eerste lid, 1°, van de | relève donc pas de l'article 14, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois |
gecoördineerde wetten op de Raad van State valt. Hij stelt eveneens | coordonnées sur le Conseil d'Etat. Il constate également que les |
vast dat met het « personeel » van de « organen van de rechterlijke | termes le « personnel » des « organes du pouvoir judiciaire » ne |
macht » niet de magistraten zelf worden bedoeld, maar wel het | visent pas les magistrats eux-mêmes mais le personnel administratif |
administratief personeel van de griffies en de parketten, zodat hij | des greffes et des parquets, de sorte que, sur la base de l'article |
evenmin op grond van artikel 14, § 1, eerste lid, 2°, van de | 14, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, |
gecoördineerde wetten op de Raad van State bevoegd is om kennis te | il n'est pas davantage compétent pour connaître d'un recours en |
nemen van een beroep tot nietigverklaring van een beslissing van een | |
procureur des Konings in verband met de opdrachten van een magistraat | annulation d'une décision d'un procureur du Roi concernant les |
van het openbaar ministerie. | missions d'un magistrat du ministère public. |
B.2.4. Luidens artikel 151, § 1, van de Grondwet is « het openbaar | B.2.4. Aux termes de l'article 151, § 1er, de la Constitution, « le |
ministerie [...] onafhankelijk in de individuele opsporing en | ministère public est indépendant dans l'exercice des recherches et |
vervolging onverminderd het recht van de bevoegde minister om de | poursuites individuelles, sans préjudice du droit du ministre |
vervolging te bevelen en om de bindende richtlijnen van het | compétent d'ordonner des poursuites et d'arrêter des directives |
strafrechtelijk beleid, inclusief die van het opsporings- en | contraignantes de police criminelle, y compris en matière de politique |
vervolgingsbeleid, vast te leggen ». B.2.5. De ambtenaar van het openbaar ministerie heeft de hoedanigheid van magistraat en in die hoedanigheid neemt hij deel aan de rechtsbedeling, wat hem fundamenteel onderscheidt van de ambtenaren. B.2.6. Dat verschil verantwoordt dat de wetgever aan de Raad van State niet de toetsing van de handelingen van een procureur des Konings toevertrouwt in verband met de opdrachten van een magistraat van het openbaar ministerie. Een beroep bij een orgaan buiten de rechterlijke orde tegen een dergelijke beslissing zou niet mogelijk zijn zonder dat, tegelijk, de onafhankelijkheid van het openbaar ministerie in een aangelegenheid die zijn eigen organisatie en werking betreft, op het spel komt te staan en de uitoefening van de voortaan aan de korpschefs toevertrouwde beleidsfuncties wordt belemmerd. | de recherche et de poursuites ». B.2.5. L'officier du ministère public a la qualité de magistrat et, en cette qualité, il participe à l'administration de la justice, ce qui le différencie fondamentalement des fonctionnaires. B.2.6. Cette différence justifie que le législateur ne confie pas au Conseil d'Etat le contrôle des actes d'un procureur du Roi concernant les missions d'un magistrat du ministère public. Un recours contre une telle décision ne pourrait être ouvert devant un organe extérieur à l'ordre judiciaire sans, à la fois, mettre en cause l'indépendance du ministère public dans un domaine qui regarde sa propre organisation et son propre fonctionnement et entraver l'exercice des fonctions de gestion désormais confiées aux chefs de corps. B.3. En ce qu'il ne permet pas à un officier du ministère public d'exercer, devant le Conseil d'Etat, un recours dirigé contre la décision du procureur du Roi concernant les missions qu'il lui confie, et qui pourrait constituer une sanction disciplinaire déguisée, |
B.3. In zoverre artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van | l'article 14 des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat n'est pas |
State een ambtenaar van het openbaar ministerie niet toestaat voor de | |
Raad van State een beroep in te stellen tegen de beslissing van de | |
procureur des Konings die verband houdt met de opdrachten die hij hem | |
toevertrouwt, en die een verhulde tuchtsanctie zou kunnen vormen, is | |
die bepaling niet onbestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de | incompatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution. |
Grondwet. Ten aanzien van de artikelen 608, 610 en 1088 van het Gerechtelijk Wetboek | Quant aux articles 608, 610 et 1088 du Code judiciaire |
B.4.1. De eerste prejudiciële vraag heeft tevens betrekking op artikel | B.4.1. La première question préjudicielle porte également sur |
610, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, in samenhang gelezen | l'article 610, alinéa 1er, du Code judiciaire, combiné avec l'article |
met artikel 1088 van hetzelfde Wetboek, in die zin geïnterpreteerd dat | 1088 du même Code, interprété en ce sens que la décision d'un |
de beslissing van een procureur des Konings in verband met de | procureur du Roi concernant les missions d'un officier du ministère |
opdrachten van een magistraat van het openbaar ministerie voor het Hof | public peut être attaquée devant la Cour de cassation au moyen d'un |
van Cassatie kan worden bestreden met een beroep tot nietigverklaring, | |
dat alleen de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie, op | recours en annulation que seul le procureur général près la Cour de |
voorschrift van de minister van Justitie, kan instellen. | cassation peut introduire, sur les instructions du ministre de la |
De tweede prejudiciële vraag heeft tevens betrekking op artikel 608 | Justice. La seconde question préjudicielle concerne également l'article 608 du |
van het Gerechtelijk Wetboek, in die zin geïnterpreteerd dat de | |
beslissing van een procureur des Konings in verband met de opdrachten | Code judiciaire, interprété en ce sens que la décision d'un procureur |
van een magistraat van het openbaar ministerie voor het Hof van | du Roi concernant les missions d'un magistrat du ministère public peut |
Cassatie kan worden bestreden met een voorziening. | être attaquée devant la Cour de cassation au moyen d'un pourvoi. |
B.4.2. Artikel 610, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt : | B.4.2. L'article 610, alinéa 1er, du Code judiciaire dispose : |
« Onverminderd artikel 14, § 1, van de wetten op de Raad van State, | « Sans préjudice de l'article 14, § 1er, des lois sur le Conseil |
gecoördineerd op 12 januari 1973, neemt het Hof van Cassatie kennis | d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, la Cour de cassation connaît |
van vorderingen tot nietigverklaring van de handelingen waardoor | des demandes en annulation des actes par lesquels les juges et les |
rechters en ambtenaren van het openbaar ministerie, alsook | officiers du ministère public, ainsi que les autorités disciplinaires |
tuchtrechtelijke overheden van openbare en ministeriële ambtenaren en | des officiers publics et ministériels et du barreau auraient excédé |
van de balie, hun bevoegdheid mochten hebben overschreden ». | leurs pouvoirs ». B.4.3. Cette disposition doit être lue en combinaison avec l'article |
B.4.3. Die bepaling moet in samenhang worden gelezen met artikel 1088 | 1088 du même Code, aux termes duquel, entre autres, les actes des |
van hetzelfde Wetboek, naar luid waarvan onder meer de handelingen van | officiers du ministère public peuvent être dénoncés à la Cour de |
de ambtenaren van het openbaar ministerie wegens machtsoverschrijding | cassation, pour cause d'excès de pouvoir, par le procureur général |
bij het Hof van Cassatie kunnen worden aangebracht door de | |
procureur-generaal bij dat Hof, op voorschrift van de minister van | près cette Cour, sur les instructions du ministre de la Justice. |
Justitie. De betrokkene zelf beschikt dus niet over de hoedanigheid om | L'intéressé lui-même ne dispose donc pas de la qualité pour introduire |
de in artikel 610 bedoelde vordering tot nietigverklaring in te | la demande en annulation visée à l'article 610. |
stellen. B.4.4. In de zaak die aanleiding heeft gegeven tot de prejudiciële | B.4.4. Dans l'espèce qui a donné lieu aux questions préjudicielles, le |
vragen, interpreteert de Raad van State de artikelen 610 en 1088 van | Conseil d'Etat interprète les articles 610 et 1088 du Code judiciaire |
het Gerechtelijk Wetboek in die zin dat tegen een beslissing van een | en ce sens que la décision d'un procureur du Roi concernant les |
procureur des Konings in verband met de opdrachten van een magistraat | missions d'un magistrat du ministère public ne peut faire l'objet |
van het openbaar ministerie geen ander beroep mogelijk is dan een | d'aucun autre recours qu'une demande en annulation introduite par le |
vordering tot vernietiging ingesteld door de procureur-generaal bij | procureur général près la Cour de cassation sur les instructions du |
het Hof van Cassatie op voorschrift van de minister van Justitie. | ministre de la Justice. |
B.4.5. In een arrest van 31 mei 2001 (Arr. Cass., 2001, nr. 328) heeft | B.4.5. Dans un arrêt du 31 mai 2001 (Pas., 2001, n° 328), la Cour de |
het Hof van Cassatie die interpretatie uitdrukkelijk bevestigd, | cassation a confirmé explicitement l'interprétation selon laquelle le |
volgens welke, enerzijds, de magistraat van het openbaar ministerie | magistrat du ministère public, d'une part, ne peut porter sa cause |
zijn zaak niet voor de Raad van State kan brengen en, anderzijds, hij | devant le Conseil d'Etat et, d'autre part, n'a pas qualité pour la |
niet de hoedanigheid heeft om ze bij het Hof van Cassatie aanhangig te maken. | porter devant la Cour de cassation. |
B.4.6. Uit wat voorafgaat vloeit voort dat de artikelen 610 en 1088 | B.4.6. Il découle de ce qui précède que les articles 610 et 1088 du |
van het Gerechtelijk Wetboek een ambtenaar van het openbaar ministerie | Code judiciaire ne permettent pas à un officier du ministère public |
niet toestaan voor het Hof van Cassatie een beroep in te stellen tegen | d'exercer, devant la Cour de cassation, un recours contre la décision |
de beslissing van de procureur des Konings in verband met de | du procureur du Roi concernant les missions qui lui sont confiées et |
opdrachten die hem worden toevertrouwd en die een verhulde | qui pourrait constituer une sanction disciplinaire déguisée. |
tuchtsanctie zouden kunnen vormen. | |
B.5.1. Artikel 608 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt : | B.5.1. L'article 608 du Code judiciaire dispose : |
« Het Hof van Cassatie neemt kennis van de beslissingen in laatste | « La Cour de cassation connaît des décisions rendues en dernier |
aanleg die voor het Hof worden gebracht wegens overtreding van de wet | ressort qui lui sont déférées pour contravention à la loi ou pour |
of wegens schending van substantiële of op straffe van nietigheid | violation des formes, soit substantielles, soit prescrites à peine de |
voorgeschreven vormen ». | nullité ». |
B.5.2. Zoals de verwijzende rechter opmerkt, heeft het Hof in zijn | B.5.2. Comme l'observe le juge a quo, la Cour a constaté, dans son |
arrest nr. 33/94 van 26 april 1994 vastgesteld, met verwijzing naar | arrêt n° 33/94 du 26 avril 1994, en se référant à un arrêt de la Cour |
een arrest van het Hof van Cassatie van 21 november 1991 (Arr. Cass., | de cassation du 21 novembre 1991 (Pas., 1992, I, n° 153), qu'une |
1991-1992, nr. 153), dat een beslissing van een korpsoverste van het | décision d'un chef de corps du ministère public peut, en application |
openbaar ministerie met toepassing van artikel 608 van het Gerechtelijk Wetboek het voorwerp kan uitmaken van een voorziening in cassatie, die de betrokkene zelf kan instellen. B.5.3. Het cassatieberoep is een buitengewoon rechtsmiddel waardoor een partij in de mogelijkheid wordt gesteld om, wegens schending van de wet of wegens verzuim van substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen, de vernietiging te vragen van een beslissing gewezen in laatste aanleg. Het Hof treedt daarbij niet in de beoordeling van de zaken zelf. B.5.4. In het voormelde arrest van 31 mei 2001 heeft het Hof van Cassatie als volgt geoordeeld over een voorziening tegen een | de l'article 608 du Code judiciaire, faire l'objet d'un pourvoi en cassation que la personne intéressée peut former elle-même. B.5.3. Le pourvoi en cassation est une voie de recours extraordinaire permettant à une partie de demander l'annulation, pour contravention à la loi ou pour violation des formes, soit substantielles, soit prescrites à peine de nullité, de décisions rendues en dernier ressort. A cet égard, la Cour ne connaît pas du fond des affaires. B.5.4. Dans l'arrêt précité du 31 mai 2001, la Cour de cassation, saisie d'un pourvoi introduit contre une décision d'un président d'un |
beslissing van een voorzitter van een rechtbank van koophandel : | tribunal de commerce, a jugé : |
« Overwegende dat, enerzijds, de bestreden handeling ertoe strekt, | « Attendu que, d'une part, l'acte attaqué a pour objet, conformément à |
overeenkomstig artikel 316 van het Gerechtelijk Wetboek, de dienst van | l'article 316 du Code judiciaire, de régler l'ordre de service du |
de Rechtbank van Koophandel te Brussel te regelen voor het | tribunal de commerce de Bruxelles pendant l'année judiciaire |
gerechtelijk jaar 2000-2001; Dat, anderzijds, geen enkele tuchtprocedure is ingesteld tegen eiseres en dat de voorzitter van de rechtbank van koophandel haar, bij de bestreden handeling, geen verwittiging, die van de in artikel 405, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, op beperkende wijze opgesomde tuchtstraffen, de enige is die krachtens artikel 412, 2°, van dat wetboek onder haar bevoegdheid valt, evenmin als een van die overige straffen, heeft opgelegd; Overwegende dat het Hof niet bevoegd is de feiten na te gaan waaruit eiseres beweert af te leiden dat haar een vermomde tuchtstraf zou zijn opgelegd; Overwegende dat de bestreden handeling een maatregel van inwendige | 2000-2001; Que, d'autre part, aucune procédure disciplinaire n'a été suivie contre la demanderesse et que le président du tribunal de commerce ne lui a, par l'acte attaqué, donné ni l'avertissement qui, parmi les peines disciplinaires limitativement énumérées à l'article 405, alinéa 1er, du Code judiciaire, est la seule qui, en vertu de l'article 412, 2°, de ce code, ressortit à sa compétence ni une autre de ces peines; Attendu qu'il n'est pas au pouvoir de la Cour d'examiner les faits dont la demanderesse prétend déduire qu'une sanction disciplinaire déguisée lui aurait été infligée; Attendu que l'acte attaqué est une mesure d'ordre intérieur ne |
aard is die niet de kenmerken heeft van de in de artikelen 608 en 609, | présentant pas le caractère des décisions visées aux articles 608 et |
1°, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde beslissingen waartegen | 609, 1°, du Code judiciaire qui peuvent faire l'objet d'un pourvoi en |
cassatieberoep kan worden ingesteld; ». | cassation; ». |
B.5.5. Zelfs indien artikel 608 van het Gerechtelijk Wetboek, in de | B.5.5. Même si l'article 608 du Code judiciaire, selon |
interpretatie vermeld in de prejudiciële vraag, het Hof van Cassatie | l'interprétation mentionnée dans la question préjudicielle, donnait |
de bevoegdheid zou verlenen om kennis te nemen van een voorziening | compétence à la Cour de cassation pour connaître d'un pourvoi contre |
tegen een beslissing van de procureur des Konings ten aanzien van een | une décision du procureur du Roi prise à l'égard d'un magistrat du |
magistraat van het openbaar ministerie, is het, wegens de beperkte draagwijdte van een cassatieberoep, aan het Hof van Cassatie niet toegestaan de feiten na te gaan waaruit zou worden afgeleid of de beslissing van een procureur des Konings in verband met de aan een magistraat van het openbaar ministerie toevertrouwde opdrachten een verhulde tuchtsanctie vormt. B.6. Uit wat voorafgaat volgt dat tegen de beslissing van een procureur des Konings in verband met de aan een magistraat van het openbaar ministerie toevertrouwde opdrachten geen enkel dienstig beroep kan worden ingesteld, zelfs wanneer een dergelijke beslissing een verhulde tuchtsanctie zou vormen. B.7. Die ontstentenis van enig beroep is niet bestaanbaar met de | ministère public, la Cour de cassation ne pourrait, en raison de la portée limitée d'un pourvoi en cassation, examiner les faits dont il serait déduit que la décision d'un procureur du Roi concernant les missions confiées à un magistrat du ministère public constitue une sanction disciplinaire déguisée. B.6. Il découle de ce qui précède que la décision d'un procureur du Roi concernant les missions confiées à un magistrat du ministère public ne peut faire l'objet d'aucun recours utile, même lorsqu'une telle décision pourrait constituer une sanction disciplinaire déguisée. B.7. Cette absence de tout recours n'est pas compatible avec les |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, maar die discriminatie vindt haar | articles 10 et 11 de la Constitution mais cette discrimination n'a son |
oorsprong noch in artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad | siège ni dans l'article 14 des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat |
van State, noch in de artikelen 608, 610 en 1088 van het Gerechtelijk | ni dans les articles 608, 610 et 1088 du Code judiciaire. Elle |
Wetboek. Zij vloeit voort uit het feit dat geen enkele bepaling van | provient de ce qu'aucune disposition du Code judiciaire ne permet |
het Gerechtelijk Wetboek het mogelijk maakt een beroep in te stellen. | d'exercer un recours. |
In artikel 405 van het Gerechtelijk Wetboek worden de tuchtstraffen | En effet, l'article 405 du Code judiciaire énumère les peines |
opgesomd die kunnen worden opgelegd aan de magistraten en in artikel | disciplinaires qui peuvent être infligées aux magistrats et l'article |
415 worden de overheden aangewezen die bevoegd zijn om kennis te nemen | 415 désigne les autorités compétentes pour connaître des appels formés |
van de beroepen die worden ingesteld tegen die straffen, maar geen | contre ces peines, mais aucune disposition n'ouvre un recours contre |
enkele bepaling maakt een beroep mogelijk tegen een maatregel van | une mesure d'ordre intérieur qui constituerait une sanction |
inwendige aard die een verhulde tuchtsanctie zou vormen. | disciplinaire déguisée. |
B.8. De prejudiciële vragen dienen ontkennend te worden beantwoord. | B.8. Les questions préjudicielles appellent une réponse négative. |
B.9. Het staat aan de wetgever te beoordelen tot welk type van beroep | B.9. Il appartient au législateur d'apprécier à quel type de recours |
de beslissing van een procureur des Konings moet leiden in verband met | doit donner lieu la décision d'un procureur du Roi concernant les |
de opdrachten van een magistraat van het openbaar ministerie en die | missions d'un magistrat du ministère public qui pourrait constituer |
een verhulde tuchtsanctie zou kunnen vormen, en dat beroep te | une sanction disciplinaire déguisée et d'organiser ce recours au sein |
organiseren binnen de rechterlijke orde. | de l'ordre judiciaire. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
- Artikel 610, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, in samenhang | - L'article 610, alinéa 1er, du Code judiciaire, combiné avec |
gelezen met artikel 1088 van hetzelfde Wetboek en met artikel 14, § 1, | l'article 1088 du même Code et avec l'article 14, § 1er, des lois sur |
van de op 12 januari 1973 gecoördineerde wetten op de Raad van State, | le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, ne viole pas les |
schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. | articles 10 et 11 de la Constitution. |
- Artikel 608 van het Gerechtelijk Wetboek en artikel 14, § 1, van de | - L'article 608 du Code judiciaire et l'article 14, § 1er, des lois |
op 12 januari 1973 gecoördineerde wetten op de Raad van State schenden | sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, ne violent pas |
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. | les articles 10 et 11 de la Constitution. |
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989, à |
terechtzitting van 18 februari 2008. | l'audience publique du 18 février 2009. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
De voorzitter, | Le président, |
M. Bossuyt. | M. Bossuyt. |