← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 98/2008 van 3 juli 2008 Rolnummer 4307 In zake : de prejudiciële
vraag betreffende artikel 189ter van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep
te Gent. Het Grondwettelijk Hof, samenges wijst na beraad het volgende
arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging "
Uittreksel uit arrest nr. 98/2008 van 3 juli 2008 Rolnummer 4307 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 189ter van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Het Grondwettelijk Hof, samenges wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | Extrait de l'arrêt n° 98/2008 du 3 juillet 2008 Numéro du rôle : 4307 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 189ter du Code d'instruction criminelle, posée par la Cour d'appel de Gand. La Cour constitutionnelle, co après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédu(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 98/2008 van 3 juli 2008 | Extrait de l'arrêt n° 98/2008 du 3 juillet 2008 |
Rolnummer 4307 | Numéro du rôle : 4307 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 189ter van het | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 189ter du |
Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. | Code d'instruction criminelle, posée par la Cour d'appel de Gand. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de | composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges R. |
rechters R. Henneuse, E. De Groot, A. Alen, J.-P. Snappe en J. | Henneuse, E. De Groot, A. Alen, J.-P. Snappe et J. Spreutels, assistée |
Spreutels, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, | du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Bossuyt, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij arrest van 18 september 2007 in zake het openbaar ministerie tegen | Par arrêt du 18 septembre 2007 en cause du ministère public contre |
P.S. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is | P.S. et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le |
ingekomen op 10 oktober 2007, heeft het Hof van Beroep te Gent de | 10 octobre 2007, la Cour d'appel de Gand a posé la question |
volgende prejudiciële vraag gesteld : | préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 189ter van het Wetboek van strafvordering de | « L'article 189ter du Code d'instruction criminelle viole-t-il les |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet in samenhang gelezen met het | articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec l'article 6 de la |
artikel 6 van het EVRM en artikel 14 IVBPR, voor zover personen die | Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 14 du |
Pacte international relatif aux droits civils et politiques, en ce que | |
het voorwerp hebben uitgemaakt van de bijzondere opsporingsmethode | les personnes qui ont fait l'objet de la méthode particulière de |
observatie, voor het in werking treden van de wet van 6 januari 2003, | recherche de l'observation avant l'entrée en vigueur de la loi du 6 |
geen recht hebben op een controle door een onpartijdige en | janvier 2003 n'ont pas droit au contrôle par une juridiction |
onafhankelijke rechtsinstantie van het vertrouwelijk dossier, | impartiale et indépendante du dossier confidentiel, constitué sur la |
samengesteld op grond van de ministeriële omzendbrief van 24 april | base de la circulaire ministérielle du 24 avril 1990, modifiée par la |
1990, zoals gewijzigd door de omzendbrief van 5 maart 1992, terwijl | circulaire du 5 mars 1992, alors que les personnes qui ont fait |
personen die het voorwerp hebben uitgemaakt van de bijzondere | l'objet de la méthode particulière de recherche de l'observation après |
opsporingsmethode observatie, na het in werking treden van de wet van | l'entrée en vigueur de la loi du 6 janvier 2003 ont effectivement |
6 januari 2003, wel ingevolge de artikelen 189ter en 235ter Sv. recht | droit, en vertu des articles 189ter et 235ter du Code d'instruction |
hebben op een controle van het vertrouwelijk dossier, bedoeld in het | criminelle, au contrôle du dossier confidentiel, visé à l'article |
artikel 47septies, § 1, door een onpartijdige en onafhankelijke | 47septies, § 1er, par une juridiction impartiale et indépendante, à |
rechtsinstantie, namelijk de Kamer van Inbeschuldigingstelling ? ». | savoir la chambre des mises en accusation ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. De prejudiciële vraag strekt ertoe van het Hof te vernemen of | B.1. La question préjudicielle a pour objet de demander à la Cour si |
artikel 189ter van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en | l'article 189ter du Code d'instruction criminelle viole les articles |
11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het | 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 6 de la |
Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 14 van het | Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 14 du |
Pacte international relatif aux droits civils et politiques. | |
Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, schendt. | La Cour doit statuer sur cette disposition en ce que les personnes qui |
Het Hof dient te oordelen over die bepaling in zoverre de personen die | ont fait l'objet de la méthode particulière de recherche de |
vóór de inwerkingtreding van de wet van 6 januari 2003 « betreffende | l'observation avant l'entrée en vigueur de la loi du 6 janvier 2003 « |
de bijzondere opsporingsmethoden en enige andere onderzoeksmethoden » | concernant les méthodes particulières de recherche et quelques autres |
(Belgisch Staatsblad van 12 mei 2003), het voorwerp hebben uitgemaakt | méthodes d'enquête » (Moniteur belge du 12 mai 2003) n'auraient pas le |
van de bijzondere opsporingsmethode observatie, niet het recht zouden | droit de demander au tribunal, sur la base dudit article 189ter du |
hebben om op grond van voormeld artikel 189ter van het Wetboek van | Code d'instruction criminelle, de charger la chambre des mises en |
strafvordering de rechtbank te verzoeken de kamer van | accusation du contrôle de l'application de cette méthode particulière |
inbeschuldigingstelling met toepassing van artikel 235ter van | de recherche, conformément à l'article 235ter du même Code, alors que |
hetzelfde Wetboek te belasten met de controle over de toepassing van | les personnes qui ont fait l'objet de cette méthode particulière de |
die bijzondere opsporingsmethode, terwijl dat wel zou gelden voor de | |
personen die het voorwerp hebben uitgemaakt van die bijzondere | |
opsporingsmethode na de inwerkingtreding van de voormelde wet van 6 | recherche après l'entrée en vigueur de la loi précitée du 6 janvier |
januari 2003. | 2003 auraient effectivement ce droit. |
B.2. De artikelen 189ter en 235ter van het Wetboek van strafvordering | B.2. Les articles 189ter et 235ter du Code d'instruction criminelle |
werden ingevoegd bij de artikelen 22 en 23 van de wet van 27 december | ont été insérés par les articles 22 et 23 de la loi du 27 décembre |
2005 « houdende diverse wijzigingen van het Wetboek van strafvordering | 2005 « portant des modifications diverses au Code d'instruction |
en van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op de verbetering van de | criminelle et au Code judiciaire en vue d'améliorer les modes |
onderzoeksmethoden in de strijd tegen het terrorisme en de zware en | d'investigation dans la lutte contre le terrorisme et la criminalité |
georganiseerde criminaliteit » (Belgisch Staatsblad van 30 december | grave et organisée » (Moniteur belge du 30 décembre 2005), afin |
2005) om een rechterlijke controle te organiseren op de bijzondere | d'organiser un contrôle judiciaire des méthodes particulières de |
opsporingsmethoden observatie en infiltratie. | recherche de l'observation et de l'infiltration. |
Aldus werd gevolg gegeven aan het arrest van het Hof nr. 202/2004 van | |
21 december 2004. In dat arrest had het Hof immers vastgesteld dat de | Il est ainsi donné suite à l'arrêt de la Cour n° 202/2004 du 21 |
décembre 2004. Dans cet arrêt, la Cour avait en effet constaté que les | |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het recht | articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec le droit à un |
op een eerlijk proces en de rechten van de verdediging, gewaarborgd in | procès équitable et avec les droits de la défense, garantis par |
artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, waren | l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme, étaient |
geschonden doordat « mogelijke onwettigheden waardoor de aanwending | violés en ce que « les éventuelles illégalités entachant la mise en |
van de observatie of de infiltratie zijn aangetast en die uitsluitend | oeuvre de l'observation ou de l'infiltration qui apparaîtraient |
zouden blijken uit de stukken vervat in het vertrouwelijk dossier, | uniquement des pièces contenues dans le dossier confidentiel ne |
niet het voorwerp konden uitmaken van een controle door een | peuvent faire l'objet d'un contrôle par un juge indépendant et |
onafhankelijke en onpartijdige rechter, en dat a fortiori die | impartial, et [...] a fortiori, ces illégalités ne peuvent être |
onwettigheden niet kunnen worden afgekeurd » (B.27.9). | sanctionnées » (B.27.9). |
B.3. Artikel 235ter van het Wetboek van strafvordering belast de kamer | B.3. L'article 235ter du Code d'instruction criminelle charge la |
van inbeschuldigingstelling met de controle over de toepassing van de | chambre des mises en accusation du contrôle de l'application de la |
bijzondere opsporingsmethode observatie. De controle is verplicht en | |
is gesitueerd bij het afsluiten van het opsporingsonderzoek vooraleer | méthode particulière de recherche de l'observation. Le contrôle est |
het openbaar ministerie tot rechtstreekse dagvaarding overgaat of op | obligatoire et a lieu lors de la clôture de l'information, avant que |
het einde van het gerechtelijk onderzoek wanneer de onderzoeksrechter | le ministère public ne procède à la citation directe, ou à la fin de |
zijn dossier aan de procureur des Konings overzendt krachtens artikel | l'instruction, lorsque le juge d'instruction transmet son dossier au |
127, § 1, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering. De kamer van inbeschuldigingstelling kan die controle ook voorlopig verrichten, tijdens het gerechtelijk onderzoek, hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van de onderzoeksrechter, hetzij op vordering van het openbaar ministerie (artikel 235quater van hetzelfde Wetboek). Die controle kan eveneens worden gelast door het vonnisgerecht (artikel 189ter van hetzelfde Wetboek), wanneer, na de controle door de kamer van inbeschuldigingstelling, nieuwe en concrete elementen aan het licht zijn gekomen die zouden kunnen wijzen op het bestaan van een onregelmatigheid met betrekking tot die bijzondere opsporingsmethoden. Die controle door de kamer van inbeschuldigingstelling kan worden gelast door een vonnisgerecht, ambtshalve, op vordering van het | procureur du Roi en vertu de l'article 127, § 1er, alinéa 1er, du Code d'instruction criminelle. La chambre des mises en accusation peut également procéder à ce contrôle de manière provisoire, au cours de l'instruction, soit d'office, soit à la demande du juge d'instruction, soit sur la réquisition du ministère public (article 235quater du même Code). Ce contrôle peut également être ordonné par la juridiction de jugement (article 189ter du même Code), lorsqu'après le contrôle exercé par la chambre des mises en accusation, des éléments concrets et nouveaux apparaissent, lesquels pourraient révéler l'existence d'une irrégularité en ce qui concerne ces méthodes particulières de recherche. Ce contrôle par la chambre des mises en accusation peut être ordonné, par une juridiction de jugement, soit d'office, soit sur la |
openbaar ministerie of op verzoek van de beklaagde, de burgerlijke | réquisition du ministère public, soit à la demande du prévenu, de la |
partij of hun advocaten. De rechtbank zendt het dossier aan het | partie civile ou de leurs avocats. Le tribunal transmet le dossier au |
openbaar ministerie over, teneinde de zaak daartoe bij de kamer van | ministère public, afin de porter, à cet effet, l'affaire devant la |
inbeschuldigingstelling aan te brengen. | chambre des mises en accusation. |
In het arrest nr. 105/2007 van 19 juli 2007 heeft het Hof geoordeeld | Dans l'arrêt n° 105/2007 du 19 juillet 2007, la Cour a jugé que les |
dat de artikelen 189ter en 235ter van het Wetboek van strafvordering, | articles 189ter et 235ter du Code d'instruction criminelle, à |
met uitzondering evenwel van paragraaf 6 van dat laatste artikel, | l'exception toutefois du paragraphe 6 de ce dernier article, étaient |
bestaanbaar zijn met de bepalingen die te dezen ook in de prejudiciële | compatibles avec les dispositions qui sont également mentionnées en |
vraag zijn vermeld. | l'espèce dans la question préjudicielle. |
B.4. Het aan het Hof voorgelegde verschil in behandeling berust op een | B.4. La différence de traitement soumise à la Cour se fonde sur une |
letterlijke lezing van de voormelde bepalingen, en in het bijzonder | lecture littérale des dispositions précitées, et en particulier de |
van artikel 235ter, § 3, dat verwijst naar het vertrouwelijk dossier | l'article 235ter, § 3, qui renvoie au dossier confidentiel visé à |
bedoeld in artikel 47septies, § 1, tweede lid, dat betrekking heeft op | l'article 47septies, § 1er, alinéa 2, qui porte sur l'information ou |
het opsporingsonderzoek of gerechtelijk onderzoek waarin of in het | sur l'instruction dans lesquelles ou dans le cadre desquelles la |
kader waarvan de bijzondere opsporingsmethode observatie werd | méthode particulière de recherche de l'observation a été appliquée. |
toegepast. Volgens het Hof van Cassatie kan de kamer van | Selon la Cour de cassation, la chambre des mises en accusation ne peut |
inbeschuldigingstelling niet worden belast met de controle over de | être chargée du contrôle de l'application de la méthode particulière |
toepassing van de bijzondere opsporingsmethode observatie die vóór de | de recherche de l'observation mise en oeuvre avant l'entrée en vigueur |
inwerkingtreding van de voormelde wet van 6 januari 2003 - waarin de | de la loi précitée du 6 janvier 2003 - qui a fixé la base légale de |
wettelijke basis werd gelegd voor die bijzondere opsporingsmethode - | cette méthode particulière de recherche -, conformément aux |
werd aangewend op grond van de ministeriële omzendbrieven van 24 april | circulaires ministérielles des 24 avril 1990 et 5 mars 1992 (Cass., 31 |
1990 en 5 maart 1992 (Cass., 31 oktober 2006, P.06.1016.N). | octobre 2006, P.06.1016.N). |
B.5. Het aan het Hof voorgelegde verschil in behandeling vloeit voort | B.5. La différence de traitement soumise à la Cour découle de la date |
uit de datum waarop de bijzondere opsporingsmethode observatie werd | à laquelle la méthode particulière de recherche de l'observation a été |
aangewend. | mise en oeuvre. |
De artikelen 10 en 11 van de Grondwet vereisen niet dat een wijziging | Les articles 10 et 11 de la Constitution ne requièrent pas qu'une |
van wetgeving steeds met een bijzonder overgangsstelsel gepaard zou | modification législative soit toujours accompagnée d'un régime |
gaan. Het is daarenboven inherent aan een nieuwe regeling dat een | transitoire particulier. En outre, c'est le propre d'une nouvelle |
onderscheid wordt gemaakt tussen personen die betrokken zijn bij | règle d'établir une distinction entre les personnes qui sont |
rechtstoestanden die onder het toepassingsgebied van de vroegere | concernées par des situations juridiques qui entrent dans le champ |
regeling vallen en personen die betrokken zijn bij rechtstoestanden | d'application de la règle antérieure et les personnes qui sont |
die onder het toepassingsgebied van de nieuwe regeling vallen. Een | concernées par des situations juridiques qui entrent dans le champ |
dergelijk onderscheid maakt op zich geen schending van de artikelen 10 | d'application de la nouvelle règle. Semblable distinction ne viole pas |
en 11 van de Grondwet uit. Elke wetswijziging zou onmogelijk worden, | en soi les articles 10 et 11 de la Constitution. A peine de rendre |
indien zou worden aangenomen dat een nieuwe bepaling die | impossible toute modification de la loi, il ne peut être soutenu |
grondwetsartikelen zou schenden om de enkele reden dat zij de | qu'une disposition nouvelle violerait les articles constitutionnels |
toepassingsvereisten van de vroegere regeling wijzigt. | précités par cela seul qu'elle modifie les conditions d'application de |
B.6. Het Hof dient evenwel te onderzoeken of de uit de voormelde | la législation ancienne. |
letterlijke lezing van de in het geding zijnde bepaling voortvloeiende | B.6. La Cour doit toutefois examiner si l'absence de contrôle par un |
ontstentenis van controle door een onafhankelijke en onpartijdige | juge indépendant et impartial de la méthode particulière de recherche |
rechter op de aanwending van de bijzondere opsporingsmethode | de l'observation mise en oeuvre avant l'entrée en vigueur de la loi du |
observatie vóór de inwerkingtreding van de wet van 6 januari 2003 | 6 janvier 2003, qui résulte de la lecture littérale précitée de la |
bestaanbaar is met de bepalingen waarvan het Hof de naleving dient te | disposition en cause, est compatible avec les dispositions dont la |
verzekeren. | Cour doit assurer le respect. |
B.7. De rechten van de verdediging en het recht op een eerlijk proces | B.7. Les droits de la défense et le droit à un procès équitable sont |
zijn fundamenteel in een rechtsstaat. Het beginsel van de | fondamentaux dans un Etat de droit. Le principe de l'égalité des armes |
wapengelijkheid tussen de vervolgende partij en de verdediging alsook | entre l'accusation et la défense ainsi que le caractère contradictoire |
het contradictoir karakter van het proces zijn fundamentele elementen | du procès constituent des aspects fondamentaux du droit à un procès |
van het recht op een eerlijk proces. Het recht op een strafproces op | équitable. Le droit à un procès pénal contradictoire implique, pour |
tegenspraak houdt in dat zowel de vervolgende partij als de | l'accusation comme pour la défense, la faculté de prendre connaissance |
verdediging de mogelijkheid moeten hebben kennis te nemen van en te | des observations ou éléments de preuve produits par l'autre partie, |
antwoorden op de opmerkingen en bewijselementen van de andere partij. | ainsi que de les discuter. Il en découle également l'obligation pour |
Hieruit vloeit eveneens de verplichting voor de vervolgende partij voort om in beginsel alle bewijselementen aan de verdediging mede te delen. Het recht om kennis te nemen van alle bewijselementen van de vervolgende partij is evenwel niet absoluut. In sommige strafrechtelijke procedures kunnen tegenstrijdige belangen aanwezig zijn, zoals de nationale veiligheid, de noodzaak om getuigen te beschermen of onderzoeksmethoden geheim te houden, die dienen te worden afgewogen tegen de rechten van de beklaagde. In sommige gevallen kan het noodzakelijk zijn bepaalde bewijselementen geheim te houden voor die partij teneinde de fundamentele rechten van andere personen of een behartenswaardig algemeen belang te vrijwaren. | l'autorité de poursuite de communiquer en principe à la défense tous les éléments de preuve. Toutefois, le droit de prendre connaissance de tous les éléments de preuve réunis par l'autorité de poursuite n'est pas absolu. Dans certains procès pénaux, il peut y avoir des intérêts divergents, tels que la sécurité nationale, la nécessité de protéger les témoins ou de garder le secret sur des méthodes d'enquête, qui doivent être mis en balance avec les droits du prévenu. Dans certains cas, il peut être nécessaire de ne pas divulguer certains éléments de preuve à cette partie en vue de préserver les droits fondamentaux d'une autre |
De inmenging in de rechten van de verdediging kan echter enkel worden | personne ou de garantir un intérêt général important. |
verantwoord indien zij strikt evenredig is met het belang van de te | L'ingérence dans les droits de la défense ne peut toutefois être |
bereiken doelstellingen en indien zij wordt gecompenseerd door een | justifiée que si elle est strictement proportionnée à l'importance des |
procedure die een onafhankelijke en onpartijdige rechter in staat | objectifs à atteindre et si elle est compensée par une procédure qui |
stelt de wettigheid van de procedure te onderzoeken (EHRM, 22 juli | permet à un juge indépendant et impartial de vérifier la légalité de |
2003 en 27 oktober 2004, Edwards en Lewis t. Verenigd Koninkrijk). | la procédure (voir CEDH, 22 juillet 2003 et 27 octobre 2004, Edwards |
et Lewis c. Royaume Uni). | |
B.8. De ce qui précède, il découle que les personnes qui ont fait | |
B.8. Uit het voorgaande volgt dat de personen die vóór de | l'objet de l'une de ces méthodes particulières de recherche avant |
inwerkingtreding van de wet van 6 januari 2003 het voorwerp hebben | l'entrée en vigueur de la loi du 6 janvier 2003 seraient discriminées |
uitgemaakt van de aanwending van één van die bijzondere | |
opsporingsmethoden, zouden worden gediscrimineerd in de uitoefening | dans l'exercice des droits de la défense et du droit à un procès |
van de rechten van de verdediging en van hun recht op een eerlijk | |
proces. | équitable. |
B.9. Met zijn arrest nr. 202/2004 van 21 december 2004 heeft het Hof | B.9. La Cour a annulé, par son arrêt n° 202/2004 du 21 décembre 2004, |
de artikelen 47sexies, §§ 4 en 7, tweede lid, 47septies, § 1, tweede | les articles 47sexies, §§ 4 et 7, alinéa 2, 47septies, § 1er, alinéa |
lid, en § 2, 47octies, §§ 4 en 7, tweede lid, 47novies, § 1, tweede | 2, et § 2, 47octies, §§ 4 et 7, alinéa 2, 47novies, § 1er, alinéa 2, |
lid, en § 2, en 47undecies van het Wetboek van strafvordering, | et § 2, et 47undecies du Code d'instruction criminelle, modifié par la |
gewijzigd bij de wet van 6 januari 2003 betreffende de bijzondere | loi du 6 janvier 2003 concernant les méthodes particulières de |
opsporingsmethoden en enige andere onderzoeksmethoden, vernietigd, | recherche et quelques autres méthodes d'enquête, mais a maintenu les |
doch de gevolgen van die bepalingen gehandhaafd gedurende de tijd die | effets de ces dispositions pendant le temps nécessaire au législateur |
de wetgever nodig zou hebben om te voorzien in de vereiste controle, | pour instaurer le contrôle requis, par un juge indépendant et |
door een onafhankelijke en onpartijdige rechter, op de aanwending van | impartial, de la mise en oeuvre des méthodes particulières de |
de bijzondere opsporingsmethoden observatie en infiltratie, termijn | recherche de l'observation et de l'infiltration, ce délai ayant pris |
die eindigde op 31 december 2005 (B.30.3). Het Hof oordeelde dat de | fin au plus tard le 31 décembre 2005 (B.30.3). La Cour a jugé que les |
voormelde artikelen « uitsluitend door ongrondwettigheid [waren] | articles précités « [étaient] entachés d'inconstitutionnalité |
aangetast in zoverre zij niet erin voorzien dat de aanwending van de | uniquement en ce qu'ils ne prévoient pas que la mise en oeuvre des |
methoden van observatie en infiltratie wordt gecontroleerd door een | méthodes d'observation et d'infiltration est contrôlée par un juge |
onafhankelijke en onpartijdige rechter » en dat het die artikelen | indépendant et impartial » et qu'elle ne pouvait qu'annuler ces |
enkel kon vernietigen « aangezien het Hof niet bevoegd is om zelf over | articles, « la Cour n'étant pas compétente pour effectuer elle-même la |
te gaan tot de aanwijzing van de bevoegde rechter » (B.29). | désignation du juge compétent » (B.29). |
B.10. In het licht van die beslissing tot handhaving van de gevolgen | B.10. A la lumière de cette décision de maintien des effets des |
van de vernietigde bepalingen, kan, tot waarborging van de | dispositions annulées, il peut, en vue de garantir les droits |
fundamentele grondrechten waarin artikel 6 van het Europees Verdrag | fondamentaux prévus à l'article 6 de la Convention européenne des |
voor de rechten van de mens en artikel 14 van het Internationaal | droits de l'homme et à l'article 14 du Pacte international relatif aux |
Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten voorzien, de in B.8 | droits civils et politiques, être remédié à l'inconstitutionnalité |
vastgestelde ongrondwettigheid worden geremedieerd door de toepassing | |
van de artikelen 189ter en 235ter van het Wetboek van strafvordering, | constatée en B.8 par l'application des articles 189ter et 235ter du |
vermits de wet van 27 december 2005 een rechter heeft aangewezen die in vergelijkbare omstandigheden bevoegd is. Die rechter kan dus, voor alle geschillen die nog niet definitief zijn beslecht, de aanwending van de bijzondere opsporingsmethoden controleren, ongeacht of die aanwending vóór of na de inwerkingtreding van de voormelde wet van 6 januari 2003 heeft plaatsgehad. Er anders over oordelen zou immers ten nadele van de in de prejudiciële vraag bedoelde personen een discriminerende inbreuk inhouden op de fundamentele rechten die door de voormelde verdragsbepalingen zijn gewaarborgd. Om die redenen, het Hof | Code d'instruction criminelle, puisque la loi du 27 décembre 2005 a désigné un juge qui est compétent dans des circonstances comparables. Ce juge peut donc, pour tous les litiges qui n'ont pas encore fait l'objet d'une décision définitive, contrôler la mise en oeuvre des méthodes particulières de recherche, que celle-ci ait eu lieu avant ou après l'entrée en vigueur de la loi du 6 janvier 2003 précitée. En effet, en juger autrement créerait, au détriment des personnes qui sont visées par la question préjudicielle, une atteinte discriminatoire aux droits garantis par les dispositions conventionnelles précitées. Par ces motifs, la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Op voorwaarde dat wordt gehandeld zoals aangegeven in B.10, schendt | A condition qu'il soit procédé comme il est dit en B.10, l'article |
artikel 189ter van het Wetboek van strafvordering niet de artikelen 10 | 189ter du Code d'instruction criminelle ne viole pas les articles 10 |
en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het | et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 6 de la |
Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 14 van het | Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 14 du |
Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. | Pacte international relatif aux droits civils et politiques. |
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989, à |
terechtzitting van 3 juli 2008. | l'audience publique du 3 juillet 2008. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
De voorzitter, | Le président, |
M. Bossuyt. | M. Bossuyt. |