Uittreksel uit arrest nr. 24/2008 van 21 februari 2008 Rolnummers 4177 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 418 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing vóór de inwerkingtreding van de wet van 15 Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de rechter(...) | Extrait de l'arrêt n° 24/2008 du 21 février 2008 Numéro du rôle : 4177 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 418 du Code des impôts sur les revenus 1992, tel qu'il était applicable avant l'entrée en vigueur de la loi du La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges R. He(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 24/2008 van 21 februari 2008 | Extrait de l'arrêt n° 24/2008 du 21 février 2008 |
Rolnummers 4177 | Numéro du rôle : 4177 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 418 van het | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 418 du Code |
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing vóór de | des impôts sur les revenus 1992, tel qu'il était applicable avant |
inwerkingtreding van de wet van 15 maart 1999, gesteld door de | l'entrée en vigueur de la loi du 15 mars 1999, posée par le Tribunal |
Rechtbank van eerste aanleg te Brussel. | de première instance de Bruxelles. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de | composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges R. |
rechters R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen J.-P. Snappe en E. | Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe et E. Derycke, |
Derycke, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder | assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. |
voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, | Bossuyt, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij vonnis van 13 maart 2007 in zake Wilhelm Petersen en Jurriana Van | Par jugement du 13 mars 2007 en cause de Wilhelm Petersen et Jurriana |
Dijck tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van | Van Dijck contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au |
het Hof is ingekomen op 26 maart 2007, heeft de Rechtbank van eerste | greffe de la Cour le 26 mars 2007, le Tribunal de première instance de |
aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : | Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 418 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen | « L'article 418 du Code des impôts sur les revenus 1992, dans la |
1992, in de versie die van toepassing was vóór de inwerkingtreding van | |
de wet van 15 maart 1999, zo geïnterpreteerd dat het toestaat dat | version qui s'appliquait avant l'entrée en vigueur de la loi du 15 |
enkel moratoriuminteresten worden toegekend bij de terugbetaling van | mars 1999, interprété en ce sens qu'il n'autorise l'allocation d'un |
belastingen, met uitsluiting van terugbetalingen van - bij gebrek aan | intérêt moratoire qu'en cas de remboursement d'impôts, à l'exclusion |
inkohiering van de inkomstenbelasting - niet verrekende | des remboursements de précomptes professionnels non imputés - à défaut |
bedrijfsvoorheffingen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in | d'enrôlement à l'impôt sur les revenus -, viole-t-il les articles 10 |
zoverre het een verschil in behandeling teweegbrengt tussen de | et 11 de la Constitution, en ce qu'il entraîne une différence de |
belastingplichtige als schuldeiser van de fiscus aan wie een onterecht | traitement entre le contribuable, en tant que créancier du fisc, |
betaalde belasting wordt terugbetaald en de belastingplichtige als | auquel un impôt indûment payé est remboursé et le contribuable, en |
schuldeiser van de fiscus aan wie een onterecht betaalde | tant que créancier du fisc, auquel un précompte professionnel indûment |
bedrijfsvoorheffing wordt terugbetaald ? ». | payé est remboursé ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. De artikelen 418 en 419 van het Wetboek van de | B.1. Les articles 418 et 419 du Code des impôts sur les revenus 1992 |
inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992), zoals zij van toepassing waren | (CIR 1992), tels qu'ils étaient d'application pour l'exercice |
voor het aanslagjaar waarop het geschil voor de verwijzende rechter | d'imposition auquel se rapporte le litige dont est saisi le juge a |
betrekking heeft, dus vóór de wijziging ervan bij de artikelen 43 en | quo, c'est-à-dire avant leur modification par les articles 43 et 44 de |
44 van de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale | la loi du 15 mars 1999 relative au contentieux en matière fiscale |
geschillen (Belgisch Staatsblad , 27 maart 1999), bepaalden : | (Moniteur belge , 27 mars 1999), disposaient : |
« Art. 418.Bij terugbetaling van belastingen worden moratoriuminteresten toegekend tegen een rentevoet van 0,8 pct. per kalendermaand. De Koning kan, wanneer zulks ingevolge de op de geldmarkt toegepaste rentevoeten verantwoord is, dit tarief aanpassen. Die interesten worden berekend op het bedrag van elke betaling, afgerond op het lagere duizendtal; de maand waarin de betaling is geschied wordt niet medegerekend, doch de maand waarin aan de belastingschuldige het bericht wordt gestuurd dat de terug te betalen som te zijner beschikking stelt, wordt voor een gehele maand geteld ». « Art. 419.Geen interest wordt toegekend bij terugbetaling : |
« Art. 418.En cas de restitution d'impôts, des intérêts moratoires sont alloués au taux de 0,8 p.c. par mois civil. Le Roi peut adapter ce taux lorsque les fluctuations du taux de l'intérêt pratiqué sur le marché financier le justifient. Les intérêts sont calculés sur le montant de chaque paiement arrondi au millier inférieur; le mois pendant lequel a eu lieu le paiement est négligé, mais le mois au cours duquel est envoyé au redevable l'avis mettant à sa disposition la somme à restituer est compté pour un mois entier ». « Art. 419.Aucun intérêt moratoire n'est alloué en cas de restitution : |
1° van de bedrijfsvoorheffingen als bedoeld bij de artikelen 270 tot | 1° de précomptes professionnels visés aux articles 270 à 275, |
275, die ten voordele van de schuldenaar van die voorheffingen | effectuée au profit du redevable de ces précomptes; |
geschiedt; 2° van het overschot van voorheffingen en voorafbetalingen als bedoeld | 2° de l'excédent de précomptes et versements anticipés visés à |
bij artikel 304, § 2, die ten voordele van de betrokken belastingplichtige geschiedt; | l'article 304, § 2, effectuée au profit du contribuable intéressé; |
3° van de overbelastingen als bedoeld bij artikel 376, §§ 1 en 2, die | 3° de surtaxes visées à l'article 376, §§ 1er et 2, effectuée |
na het verstrijken van de termijnen van bezwaar en beroep van ambtswege geschiedt; | d'office, après l'expiration des délais de réclamation et de recours; |
4° van de verminderingen als bedoeld bij artikel 376, § 3, 2°, die na | 4° de réductions visées à l'article 376, § 3, 2°, effectuée d'office, |
het verstrijken van de termijnen van bezwaar en beroep van ambtswege | après l'expiration des délais de réclamation et de recours. |
geschiedt. | Aucun intérêt moratoire n'est non plus alloué lorsque son montant |
Evenmin wordt moratoriuminterest toegekend wanneer hij geen 200 frank | n'atteint pas 200 F par mois ». |
per maand bedraagt ». B.2. De verwijzende rechter ondervraagt het Hof over de | B.2. Le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité, avec les |
bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van het | articles 10 et 11 de la Constitution, de l'article 418, alinéa 1er, |
voormelde artikel 418, eerste lid, in die zin geïnterpreteerd dat het | précité, interprété comme ne permettant d'allouer des intérêts |
toestaat dat moratoriuminteresten enkel worden toegekend bij | moratoires qu'en cas de restitution d'impôts, à l'exclusion des |
terugbetaling van belastingen, met uitsluiting van terugbetalingen van | restitutions de précomptes professionnels non imputés. |
niet verrekende bedrijfsvoorheffingen. | |
Sinds de wijziging ervan bij de wet van 15 maart 1999, bepaalt artikel | Depuis sa modification par la loi du 15 mars 1999, l'article 418, |
418, eerste lid, van het WIB 1992 : | alinéa 1er, du CIR 1992 dispose : |
« Bij terugbetaling van belastingen, voorheffingen, voorafbetalingen, | « En cas de remboursement d'impôts, de précomptes, de versements |
nalatigheidsinterest, belastingverhogingen of administratieve boeten, | anticipés, d'intérêts de retard, d'accroissements d'impôts ou |
wordt moratoriuminterest toegekend tegen de wettelijke rentevoet, | d'amendes administratives, un intérêt moratoire est alloué au taux de |
berekend per kalenderjaar ». | l'intérêt légal, calculé par mois civil ». |
B.3. De artikelen 418 en 419 van het WIB 1992 vinden hun oorsprong in | B.3. Les articles 418 et 419 du CIR 1992 trouvent leur origine dans |
artikel 74, vijfde en zesde lid, van de gecoördineerde wetten van 15 | les alinéas 5 et 6 de l'article 74 des lois coordonnées du 15 janvier |
januari 1948 betreffende de inkomstenbelastingen, ingevoegd bij | 1948 relatives aux impôts sur les revenus, insérés par l'article 5 de |
artikel 5 van de wet van 27 juli 1953. Nadat die bepalingen het | la loi du 27 juillet 1953. Après avoir posé le principe du paiement |
beginsel hadden gesteld van de betaling van moratoriuminteresten door | d'intérêts moratoires par l'Etat en cas de restitution d'impôt, ces |
de Staat in geval van terugbetaling van belasting, voorzagen zij in | dispositions prévoyaient une exception, notamment lorsque le |
een uitzondering, met name wanneer de terugbetaling « aan de bron | remboursement concernait des « impôts dus à la source », qualifiés |
verschuldigde belastingen » betrof, thans « voorheffingen » genoemd. | aujourd'hui de « précomptes ». |
De memorie van toelichting van de wet van 27 juli 1953 stelt dat « | L'exposé des motifs de la loi du 27 juillet 1953 indique que « cette |
deze bepaling, die dateert van de wet van 28 februari 1924, was | disposition, qui remonte à la loi du 28 février 1924, était justifiée |
gesteund op redenen van billijkheid » (Parl. St., Kamer, 1952-1953, | par des raisons d'équité » (Doc. parl., Chambre, 1952-1953, n° 277, p. |
nr. 277, p. 9) en dat, zoals de nalatige belastingplichtigen | 9) et que, de même que les contribuables négligents doivent payer des |
verwijlinteresten moeten betalen aan de Staat, « om dezelfde redenen | intérêts de retard à l'Etat, « par identité de motifs, il n'est que |
[...] het dan ook billijk [is] moratoire interesten aan de | |
belastingplichtigen toe te kennen telkens de Staat een gekweten | juste d'accorder des intérêts moratoires aux contribuables, chaque |
belasting terugbetaalt [...] » (ibid., p. 10). | fois que l'Etat restitue un impôt payé [...] » (ibid., p. 10). |
De uitzondering, inzonderheid in verband met de terugbetaling van de | L'exception, relative notamment à la restitution des impôts dus à la |
aan de bron verschuldigde belastingen, thans overeenstemmende met het | source, correspondant aujourd'hui à l'excédent de précompte, est |
overschot van voorheffing, wordt in de parlementaire voorbereiding van | motivée de la manière suivante dans les travaux préparatoires de cette |
de wet als volgt gemotiveerd : | loi : |
« [...] de terugbetaling [kan] voortspruiten namelijk uit vergissingen | « [...] la restitution peut résulter notamment d'erreurs commises par |
begaan door de schuldenaar van het inkomen die verantwoordelijk is | le débiteur du revenu, responsable du versement de l'impôt au Trésor, |
voor de storting van de belasting in de Schatkist maar deze last niet | mais ne supportant pas lui-même ou n'étant pas censé supporter |
zelf draagt of niet geacht wordt hem zelf te dragen, uit de toepassing | personnellement cette charge, de l'application de l'article 52 qui |
van artikel 52, waarbij maatregelen voorzien worden ten einde de | |
dubbele belasting van dezelfde inkomsten in hoofde van dezelfde | prévoit des mesures en vue d'éviter la double taxation des mêmes |
belastingplichtige te vermijden, en ten slotte uit de regularisatie | revenus dans le chef du même redevable, et enfin de la régularisation |
van de fiscale toestand van de wedde-, loon-, pensioentrekkenden, | de la situation fiscale des appointés, salariés, pensionnés, etc., |
enz., wanneer het bedrag van de bij de bron ingehouden belasting hoger | lorsque le montant de l'impôt retenu à la source excède celui des |
is dan dit der belastingen werkelijk vorderbaar op het geheel der | impôts réellement exigibles sur l'ensemble des revenus professionnels |
bedrijfsinkomsten van de belastingplichtige. | du contribuable. |
De toekenning van moratoire interesten in voormelde gevallen zou | L'allocation d'intérêts moratoires dans les cas précités se heurterait |
doorgaans op aanzienlijk materiële moeilijkheden stuiten, en zulks | en général à des difficultés matérielles considérables et sans réelle |
zonder werkelijk nut. Zij zou anderdeels ongerechtvaardigd zijn | utilité. Elle serait d'ailleurs injustifiée lorsqu'elle est la |
wanneer zij het gevolg is van vergissingen in de storting der bij de | conséquence d'erreurs dans le versement des impôts dus à la source ou |
bron verschuldigde belastingen, of van de toepassing van artikel 52, | de l'application de l'article 52, puisque, dans le premier cas, il |
vermits in het eerste geval, het de schuldenaar van de belasting practisch onmogelijk zou zijn de moratoire interesten te verdelen over de werkelijke belastingplichtigen, te weten de begunstigden der belastbare inkomsten en, in de tweede onderstelling, de terugbetaling niet toegestaan wordt aan de werkelijke begunstigden van de inkomsten, doch aan de vennootschap die de last van de mobiliënbelasting niet zelf droeg of niet geacht wordt die last te hebben gedragen » (ibid., p. 10). B.4.1. Zoals het Hof in zijn arresten nrs. 35/99, 113/2001 en 20/2007 heeft geoordeeld, kan het worden verantwoord dat geen enkele interest verschuldigd is bij terugbetaling van voorheffingen wanneer de schuldenaar spontaan meer heeft betaald dan hij verschuldigd was of | serait pratiquement impossible au débiteur de l'impôt de répartir les intérêts moratoires entre les véritables contribuables, à savoir les bénéficiaires des revenus imposables et, dans la deuxième éventualité, le remboursement est accordé non pas aux véritables bénéficiaires des revenus mais à la société qui n'a pas elle-même supporté ou n'est pas censée avoir supporté la charge de la taxe mobilière » (ibid., p. 10). B.4.1. Ainsi que la Cour l'a considéré dans ses arrêts nos 35/99, 113/2001 et 20/2007, il peut se justifier qu'aucun intérêt ne soit dû sur le remboursement de précomptes lorsque le redevable a payé spontanément plus qu'il ne devait ou lorsqu'il est pratiquement |
wanneer het praktisch onmogelijk is de datum vast te stellen waarop de | impossible de déterminer la date à laquelle commencent à courir des |
interesten zijn beginnen te lopen die moeten worden verdeeld onder de | intérêts qui doivent être répartis entre les contribuables en faveur |
belastingplichtigen ten gunste van wie de inhoudingen zijn gebeurd | de qui les retenues ont été opérées par le redevable des précomptes. |
door de schuldenaar van de voorheffingen. Zulks is met name het geval | Tel est le cas notamment de l'excédent de précomptes professionnels |
voor het overschot van bedrijfsvoorheffingen wanneer zij niet het | |
voorwerp hebben uitgemaakt van een inkohiering op naam van de | lorsque ceux-ci n'ont pas fait l'objet d'un enrôlement au nom du |
schuldenaar. | redevable. |
Niets verantwoordt daarentegen dat moratoriuminteresten worden | En revanche, rien ne justifie que des intérêts moratoires soient |
geweigerd wanneer het gaat om roerende voorheffingen, wanneer de niet | refusés lorsqu'il s'agit de précomptes mobiliers, que le remboursement |
tijdig uitgevoerde terugbetaling van hun overschot is toe te schrijven | |
aan een vergissing van de administratie en wanneer het mogelijk is de | tardif de leur excédent est imputable à une erreur de l'administration |
datum vast te stellen waarop de interesten beginnen te lopen (arresten | et que la détermination de la date à laquelle les intérêts commencent |
nrs. 35/99 en 20/2007). Het is evenmin verantwoord | à courir est possible. (arrêts nos 35/99 et 20/2007). Rien ne justifie |
moratoriuminteresten te weigeren wanneer het gaat om roerende | non plus que des intérêts moratoires soient refusés lorsqu'il s'agit |
voorheffingen, wanneer de terugbetaling ervan noodzakelijk wordt | de précomptes mobiliers, que le remboursement est rendu nécessaire par |
gemaakt door het verstrijken van de wettelijke aanslagtermijn zodat | l'expiration du délai légal d'imposition entraînant l'impossibilité de |
het onmogelijk is ze aan te rekenen op de belasting en wanneer het | les imputer sur les impôts et que la date à laquelle les intérêts |
mogelijk is de datum vast te stellen waarop de interesten beginnen te lopen (arrest nr. 113/2001). | commencent à courir peut être déterminée (arrêt n° 113/2001). |
Een bijkomend onderscheid invoeren, naargelang de voorheffing het | Introduire une distinction supplémentaire, selon que le précompte a |
voorwerp heeft uitgemaakt van een inkohiering, berust op een objectief | fait l'objet d'un enrôlement, repose sur un critère objectif mais est |
criterium maar is niet pertinent ten aanzien van het nagestreefde doel | sans pertinence par rapport au but poursuivi (arrêts nos 35/99 et |
(arresten nrs. 35/99 en 20/2007). B.4.2. In zijn arrest nr. 85/2004 oordeelt het Hof dat het niet verantwoord blijkt moratoriumintresten toe te kennen in het geval van terugbetaling van een belasting en niet in het geval van een belastingverhoging. In beide gevallen gaat het immers om het terugbetalen van een door de Staat onterecht ontvangen som, die door de belastingadministratie is ingehouden en die aan de belastingplichtigen interesten ontzegt op de sommen die hun onterecht zijn ontnomen. De eigen kenmerken van de belasting en van de belastingverhoging zijn niet relevant om te verantwoorden dat de terugbetaling ervan het voorwerp zou zijn van een verschillende behandeling wat de moratoriumintresten betreft. Ten gevolge van dat | 20/2007). B.4.2. Dans son arrêt n° 85/2004, la Cour a jugé qu'il n'apparaissait pas justifié d'accorder des intérêts moratoires dans le cas du remboursement d'un impôt et non dans celui d'un accroissement d'impôt. Il s'agit en effet, dans les deux cas, de restituer une somme indûment perçue par l'Etat, qui a été détenue par l'administration fiscale, privant les contribuables d'intérêts sur les sommes dont ils ont été indûment privés. Les caractéristiques propres à l'impôt et à l'accroissement d'impôt sont sans pertinence pour justifier que leur remboursement fasse l'objet d'un traitement différent en ce qui concerne les intérêts moratoires. A la suite de cet arrêt, un recours |
arrest werd een beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 418, | en annulation a été introduit contre l'article 418, alinéa 1er, du CIR |
eerste lid, van het WIB 1992, zoals van toepassing vóór de wijziging | 1992, tel qu'il était applicable avant sa modification par la loi du |
ervan bij de wet van 15 maart 1999. Bij het arrest nr. 52/2006 werd | 15 mars 1999. Ce recours a été rejeté par l'arrêt n° 52/2006, |
dat beroep verworpen, nu het artikel 418 van het WIB 1992 (vroeger | l'article 418 du CIR 1992 (anciennement l'article 308 du Code des |
artikel 308 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964), vóór de | impôts sur les revenus 1964), avant sa modification par l'article 43 |
wijziging ervan bij artikel 43 van de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen, in die zin moet worden geïnterpreteerd dat het toestaat dat moratoriuminteresten worden toegekend bij de terugbetaling van belastingverhogingen. B.5. In de voormelde arresten heeft het Hof de elementen aangegeven aan de hand waarvan kan worden nagegaan of het al dan niet toekennen van moratoriuminteresten bestaanbaar is met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie. Weliswaar hebben die arresten betrekking op de terugbetaling van roerende voorheffingen en belastingverhogingen en niet, zoals te dezen, op niet verrekende bedrijfsvoorheffingen, toch dienen dezelfde beginselen die in die arresten in aanmerking werden genomen, op de thans voorliggende aangelegenheid te worden toegepast. Daaruit volgt dat het kan worden verantwoord dat geen enkele interest verschuldigd is bij terugbetaling van niet verrekende bedrijfsvoorheffing wanneer de schuldenaar spontaan meer heeft betaald dan hij verschuldigd is of wanneer het praktisch onmogelijk is de datum vast te stellen waarop de interesten zijn beginnen te lopen die moeten worden verdeeld onder de belastingplichtigen ten gunste van wie de inhoudingen zijn gebeurd door de schuldenaar van de voorheffingen. Niets verantwoordt daarentegen dat moratoriuminteresten worden geweigerd wanneer het gaat om niet verrekende bedrijfsvoorheffingen, | de la loi du 15 mars 1999 relatif au contentieux en matière fiscale, devant être interprété comme permettant l'allocation d'intérêts moratoires en cas de remboursement d'accroissements d'impôts. B.5. Dans les arrêts précités, la Cour a indiqué les éléments sur la base desquels il peut être vérifié si le fait d'allouer ou non des intérêts moratoires est compatible avec le principe d'égalité et de non-discrimination. Certes, ces arrêts portent sur la restitution de précomptes mobiliers et d'accroissements d'impôts et non, comme en l'espèce, sur des précomptes professionnels non imputés, mais les mêmes principes qui ont été pris en considération dans ces arrêts doivent être appliqués à l'affaire présentement examinée. Il s'ensuit qu'il peut être justifié qu'aucun intérêt ne soit dû en cas de restitution d'un précompte professionnel non imputé, lorsque le débiteur a payé spontanément plus que ce dont il était redevable ou lorsqu'il est pratiquement impossible de déterminer la date à laquelle commencent à courir les intérêts qui doivent être répartis entre les contribuables au bénéfice desquels les retenues ont été effectuées par le débiteur des précomptes. Rien ne justifie, par contre, que les intérêts moratoires soient |
wanneer de niet tijdig uitgevoerde terugbetaling van hun overschot is | refusés lorsqu'il s'agit de précomptes professionnels non imputés, que |
toe te schrijven aan een vergissing van de administratie, en wanneer | la restitution tardive de leur excédent est imputable à une erreur de |
het mogelijk is de datum vast te stellen waarop de interesten beginnen | l'administration, qu'il est possible de déterminer la date à laquelle |
te lopen die niet moeten worden verdeeld tussen verschillende | les intérêts prennent cours et que ceux-ci ne doivent pas être |
belastingplichtigen. | répartis entre divers contribuables. |
B.6. Het staat aan de verwijzende rechter te onderzoeken of de | B.6. Il appartient au juge a quo de vérifier si les circonstances |
voormelde omstandigheden waarin, inzake niet verrekende | précitées dans lesquelles, en matière de précomptes professionnels non |
bedrijfsvoorheffing, al dan niet moratoriuminteresten moeten worden | imputés, des intérêts moratoires doivent ou non être alloués sont |
toegekend, al dan niet voorhanden zijn in het geschil dat voor hem | réunies dans l'affaire dont il est saisi. |
aanhangig is. | |
Overigens is de verwijzende rechter - en niet het Hof - bevoegd om | Par ailleurs, le juge a quo - et non la Cour - a compétence pour se |
zich uit te spreken over de vraag vanaf welke datum de eisers in het | prononcer sur la date à partir de laquelle les demandeurs dans |
bodemgeschil in voorkomend geval aanspraak op moratoriuminteresten | l'instance principale peuvent, le cas échéant, prétendre à des |
kunnen maken. Die aangelegenheid is trouwens vreemd aan de | intérêts moratoires. Cette matière est du reste étrangère à la |
prejudiciële vraag, zoals die door de verwijzende rechter is gesteld. | question préjudicielle telle qu'elle est posée par le juge a quo. |
B.7. De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord. | B.7. La question préjudicielle appelle une réponse affirmative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Artikel 418, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen | L'article 418, alinéa 1er, du Code des impôts sur les revenus 1992, |
1992, vóór de wijziging ervan bij artikel 43 van de wet van 15 maart | avant sa modification par l'article 43 de la loi du 15 mars 1999 |
1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen, in die zin | relative au contentieux en matière fiscale, interprété comme ne |
geïnterpreteerd dat het in geen enkel geval toestaat dat | permettant en aucun cas d'allouer des intérêts moratoires en cas de |
moratoriuminteresten worden toegekend bij de terugbetaling van niet | restitution de précomptes professionnels non imputés, viole les |
verrekende bedrijfsvoorheffingen, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | articles 10 et 11 de la Constitution. |
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989, à |
terechtzitting van 21 februari 2008. | l'audience publique du 21 février 2008. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
De voorzitter, | Le président, |
M. Bossuyt. | M. Bossuyt. |