Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 134/2007 van 24 oktober 2007 Rolnummer 4185 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 18 van het « Verdrag te Brussel, op 28 Maart 1925, gesloten [...] tusschen België en Nederland betreffende de territoriale r Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, de rechters L(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 134/2007 van 24 oktober 2007 Rolnummer 4185 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 18 van het « Verdrag te Brussel, op 28 Maart 1925, gesloten [...] tusschen België en Nederland betreffende de territoriale r Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, de rechters L(...) Extrait de l'arrêt n° 134/2007 du 24 octobre 2007 Numéro du rôle : 4185 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 18 de la « Convention conclue à Bruxelles, le 28 mars 1925 [...] entre la Belgique et les Pays-Bas sur la comp La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, des juges L. Lavry(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 134/2007 van 24 oktober 2007 Extrait de l'arrêt n° 134/2007 du 24 octobre 2007
Rolnummer 4185 Numéro du rôle : 4185
In zake : de prejudiciële vraag over artikel 18 van het « Verdrag te En cause : la question préjudicielle relative à l'article 18 de la «
Brussel, op 28 Maart 1925, gesloten [...] tusschen België en Nederland Convention conclue à Bruxelles, le 28 mars 1925 [...] entre la
betreffende de territoriale rechterlijke bevoegdheid, betreffende het Belgique et les Pays-Bas sur la compétence judiciaire territoriale,
faillissement en betreffende het gezag en de tenuitvoerlegging van sur la faillite, sur l'autorité et l'exécution des décisions
rechterlijke beslissingen, van scheidsrechterlijke uitspraken en van judiciaires, des sentences arbitrales et des actes authentiques »,
authentieke akten », goedgekeurd bij de wet van 16 augustus 1926, approuvée par la loi du 16 août 1926, posée par la Cour d'appel de
gesteld door het Hof van Beroep te Brussel. Bruxelles.
Het Grondwettelijk Hof, La Cour constitutionnelle,
samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, de rechters composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, des juges L.
L. Lavrysen, J.-P. Snappe, E. Derycke en J. Spreutels, en, Lavrysen, J.-P. Snappe, E. Derycke et J. Spreutels, et, conformément à
overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989, l'article 60bis de la loi spéciale du 6 janvier 1989, du président
emeritus voorzitter A. Arts, bijgestaan door de griffier P.-Y. émérite A. Arts, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le
Dutilleux, onder voorzitterschap van emeritus voorzitter A. Arts, président émérite A. Arts,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij arrest van 26 maart 2007 in zake de NV « J.S.T. Europe » tegen de Par arrêt du 26 mars 2007 en cause de la SA « J.S.T. Europe » contre
vennootschap naar Nederlands recht « Integrated Mechanization la société de droit néerlandais « Integrated Mechanization Solutions
Solutions B.V. », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is
ingekomen op 2 april 2007, heeft het Hof van Beroep te Brussel de B.V. », dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 2 avril
volgende prejudiciële vraag gesteld : 2007, la Cour d'appel de Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante :
« Schendt artikel 18 van het Belgisch-Nederlands verdrag van 28 maart « L'article 18 de la Convention belgo-néerlandaise du 28 mars 1925,
1925, goedgekeurd bij wet van 16 augustus 1926 en verschenen in het approuvée par la loi du 16 août 1926 et publiée au Moniteur belge du
Belgisch Staatsblad van 27 juli 1929, betreffende de territoriale 27 juillet 1929, ' sur la compétence judiciaire territoriale, sur la
rechterlijke bevoegdheid, betreffende het faillissement en betreffende faillite, sur l'autorité et l'exécution des décisions judiciaires, des
het gezag en de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen, van sentences arbitrales et des actes authentiques ' viole-t-il les
scheidsrechterlijke uitspraken en van authentieke akten, de artikelen
10 en 11 van de Grondwet doordat het bepaalt dat de beslissing van de articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il dispose que, dans les
voorzitter voorzien in de artikelen 15, 16 en 17 van dit verdrag (ter cas prévus aux articles 15, 16 et 17 de cette Convention (en
zake : het exequatur verleend door de voorzitter van de rechtbank voor l'occurrence : l'exequatur accordé par le président du tribunal civil,
burgerlijke zaken, zie artikel 15 van het verdrag) niet vatbaar is voy. l'article 15 de la Convention), la décision du président n'est
voor verzet maar kan worden aangevochten door het middel van hoger pas susceptible d'opposition mais peut être attaquée par la voie de
beroep binnen veertien dagen na tegenspraak, en binnen veertien dagen l'appel dans les quatorze jours après le jour du prononcé, si elle est
na de dag van haar betekening in geval van verstek, en dit terwijl de contradictoire, et dans les quatorze jours de sa signification, si
gewone termijn voor hoger beroep in burgerlijke zaken, zoals elle est par défaut, et ceci, alors que le délai ordinaire pour
vastgesteld in artikel 1051 van het Gerechtelijk Wetboek, één maand interjeter appel en matière civile, tel que défini à l'article 1051 du
bedraagt te rekenen vanaf de betekening van het vonnis ? ». Code judiciaire, est d'un mois à partir de la signification du jugement ? ».
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 18 van het B.1.1. La question préjudicielle porte sur l'article 18 de la
Verdrag van 28 maart 1925, gesloten tussen België en Nederland, Convention du 28 mars 1925, conclue entre la Belgique et les Pays-Bas,
betreffende de territoriale rechterlijke bevoegdheid, betreffende het
faillissement en betreffende het gezag en de tenuitvoerlegging van sur la compétence judiciaire territoriale, sur la faillite, sur
rechterlijke beslissingen, van scheidsrechterlijke uitspraken en van l'autorité et l'exécution des décisions judiciaires, des sentences
authentieke akten, goedgekeurd bij de wet van 16 augustus 1926. arbitrales et des actes authentiques, approuvée par la loi du 16 août 1926.
B.1.2. De vennootschap naar Nederlands recht « Integrated B.1.2. La société de droit néerlandais « Integrated Mechanization
Mechanization Solutions B.V. » voert aan dat het Hof niet bevoegd is Solutions B.V. » fait valoir que la Cour n'est pas compétente pour
om een verdragsbepaling te toetsen. contrôler une disposition conventionnelle.
B.1.3. Uit de prejudiciële vraag blijkt dat zij in werkelijkheid B.1.3. Il ressort de la question préjudicielle qu'elle porte en
betrekking heeft op de wet tot goedkeuring van het betrokken Verdrag. réalité sur la loi portant approbation de la Convention en question.
Enkel de wetten waardoor een constituerend verdrag betreffende de Seules les lois par lesquelles un traité constituant de l'Union
Europese Unie of het Europees Verdrag voor de rechten van de mens of européenne ou la Convention européenne des droits de l'homme ou un
een Aanvullend Protocol bij dat Verdrag instemming verkrijgt, zijn aan protocole additionnel à cette Convention reçoit l'assentiment sont
de prejudiciële bevoegdheid van het Hof onttrokken (artikel 26, § exclues de la compétence préjudicielle de la Cour (article 26, § 1erbis,
1bis, van de bijzondere wet van 6 januari 1989). de la loi spéciale du 6 janvier 1989).
Het Hof kan een instemmingswet met een verdrag niet op zinvolle wijze La Cour ne peut utilement contrôler une loi d'assentiment à un traité
toetsen zonder de inhoud van de relevante bepalingen van dat verdrag sans impliquer dans son examen le contenu des dispositions pertinentes
in zijn onderzoek te betrekken. de ce traité.
B.1.4. De exceptie wordt verworpen. B.1.4. L'exception est rejetée.
B.2. Op grond van artikel 15.2 van het Belgisch-Nederlands Verdrag van B.2. En vertu de l'article 15.2 de la Convention belgo-néerlandaise du
28 maart 1925 kan de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg een 28 mars 1925, le président du tribunal de première instance peut
in Nederland gewezen scheidsrechterlijke uitspraak in België déclarer exécutoire en Belgique une sentence arbitrale rendue aux
uitvoerbaar verklaren. Pays-Bas.
Artikel 18.2 van dat Verdrag bepaalt : L'article 18.2 de cette Convention énonce :
« De beslissing is niet vatbaar voor verzet. Zij kan worden « La décision n'est pas susceptible d'opposition. Elle peut être
aangevochten door middel van hooger beroep binnen veertien dagen na attaquée par la voie de l'appel dans les quatorze jours après le jour
den dag waarop zij is gegeven in geval van tegenspraak, en binnen du prononcé, si elle est contradictoire, et dans les quatorze jours
veertien dagen na den dag harer beteekening, in geval van verstek ». après le jour de sa signification, si elle est par défaut ».
De prejudiciële vraag heeft betrekking op het verschil in behandeling La question préjudicielle porte sur la différence de traitement qui
dat bestaat tussen de personen die hoger beroep instellen tegen een existe entre les personnes qui interjettent appel d'une décision
beslissing tot uitvoerbaarverklaring van een in Nederland gewezen déclarant exécutoire une sentence arbitrale rendue aux Pays-Bas et
scheidsrechterlijke uitspraak en diegenen die hoger beroep instellen celles qui interjettent appel dans une procédure de droit commun, en
in een procedure van gemeen recht, in zoverre de eerstgenoemden over ce que les premières disposent d'un délai de quatorze jours pour
een termijn van veertien dagen beschikken om hoger beroep in te
stellen terwijl de laatstgenoemden een termijn van één maand genieten interjeter appel, alors que les dernières disposent d'un délai d'un
(artikel 1051 van het Gerechtelijk Wetboek). mois (article 1051 du Code judiciaire).
B.3. Het verschil in behandeling tussen bepaalde categorieën van B.3. La différence de traitement entre certaines catégories de
personen dat voortvloeit uit de toepassing van verschillende personnes qui découle de l'application de règles procédurales
procedureregels in verschillende omstandigheden houdt op zich geen différentes dans des circonstances différentes n'est pas
discriminatie in. Van discriminatie zou slechts sprake zijn indien het discriminatoire en soi. Il ne pourrait être question de discrimination
verschil in behandeling dat voortvloeit uit de toepassing van die que si la différence de traitement qui découle de l'application de ces
procedureregels, een onevenredige beperking van de rechten van de daarbij betrokken personen met zich zou meebrengen. B.4. Bij het onderzoek van de vraag of de rechten van de betrokken personen op onevenredige wijze zijn beperkt, dient het Hof rekening te houden met het feit dat het verschil in behandeling te dezen voortvloeit uit een verdragsnorm waartoe België zich ten aanzien van een andere Staat volkenrechtelijk heeft verbonden. B.5. Het recht op toegang tot de rechter, dat een onderdeel is van het recht op een eerlijk proces, kan worden onderworpen aan ontvankelijkheidsvoorwaarden, met name wat betreft het instellen van een rechtsmiddel. Die voorwaarden mogen echter niet ertoe leiden dat het recht op zodanige wijze wordt beperkt dat de kern ervan wordt aangetast. Dit zou het geval zijn wanneer de beperkingen geen wettig doel nastreven of indien er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het nagestreefde doel. B.6. De regels betreffende de vormvoorschriften en termijnen om beroep in te stellen zijn gericht op een goede rechtsbedeling en het weren van de risico's van rechtsonzekerheid. Die regels mogen de règles de procédure entraînait une limitation disproportionnée des droits des personnes concernées. B.4. Lorsqu'elle examine si les droits des personnes concernées sont limités d'une manière disproportionnée, la Cour doit tenir compte de ce que la différence de traitement découle, en l'occurrence, d'une norme conventionnelle à laquelle la Belgique s'est engagée, conformément au droit international public, à l'égard d'un autre Etat. B.5. Le droit d'accès au juge, qui constitue un aspect du droit à un procès équitable, peut être soumis à des conditions de recevabilité, notamment en ce qui concerne l'introduction d'une voie de recours. Ces conditions ne peuvent cependant aboutir à restreindre le droit de manière telle que celui-ci s'en trouve atteint dans sa substance même. Tel serait le cas si les restrictions imposées ne tendaient pas vers un but légitime et s'il n'existait pas un rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés et le but visé. B.6. Les règles relatives aux formalités et délais fixés pour former un recours visent à assurer une bonne administration de la justice et à écarter les risques d'insécurité juridique. Toutefois, ces règles ne
rechtzoekenden echter niet verhinderen de beschikbare rechtsmiddelen te doen gelden. B.7. Een termijn van veertien dagen om hoger beroep in te stellen beperkt de rechten van de betrokken personen niet op onevenredige wijze. Die termijn is niet dermate kort dat hij de aanwending van het beroep buitensporig moeilijk of onmogelijk zou maken. Dit is des te meer het geval nu het een beroep betreft tegen een beslissing tot uitvoerbaarverklaring van een in Nederland gewezen scheidsrechterlijke beslissing, en het bijgevolg niet de grond van het geschil betreft maar enkel de vraag of aan de voorwaarden voor de erkenning van de bindende kracht van die buitenlandse uitspraak is voldaan. peuvent empêcher les justiciables de se prévaloir des voies de recours disponibles. B.7. Un délai de quatorze jours pour interjeter appel ne limite pas de manière disproportionnée les droits des personnes en cause. Ce délai n'est pas à ce point court qu'il rendrait exagérément difficile ou impossible l'utilisation du recours. Il en est d'autant plus ainsi qu'il s'agit d'un recours contre une décision déclarant exécutoire une sentence arbitrale rendue aux Pays-Bas et qui ne porte donc pas sur le fond du litige mais seulement sur la question de savoir s'il est satisfait aux conditions pour pouvoir reconnaître la force obligatoire de cette sentence étrangère.
B.8. De termijn bepaald in artikel 18.2 van het voormelde Verdrag is B.8. Le délai prescrit par l'article 18.7 de la Convention précitée
bijgevolg niet onbestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. n'est pas incompatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution.
B.9. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. B.9. La question préjudicielle appelle une réponse négative.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
De wet van 16 augustus 1926 « tot goedkeuring van het Verdrag te La loi du 16 août 1926 « approuvant la Convention conclue à Bruxelles,
Brussel, op 28 Maart 1925, gesloten, alsmede van het additioneel le 28 mars 1925, ainsi que le Protocole additionnel signé le même jour
Protocol denzelfden dag onderteekend tusschen België en Nederland entre la Belgique et les Pays-Bas sur la compétence judiciaire
betreffende de territoriale rechterlijke bevoegdheid, betreffende het
faillissement en betreffende het gezag en de tenuitvoerlegging van territoriale, sur la faillite, sur l'autorité et l'exécution des
rechterlijke beslissingen, van scheidsrechterlijke uitspraken en van décisions judiciaires, des sentences arbitrales et des actes
authentieke akten » schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. authentiques » ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution.
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française,
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989, à
terechtzitting van 24 oktober 2007. l'audience publique du 24 octobre 2007.
De griffier, Le greffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
De voorzitter, Le président,
A. Arts. A. Arts.
^