← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 60/2007 van 18 april 2007 Rolnummer 4018 In zake : de
prejudiciële vraag over de artikelen 38, § 4, laatste lid, en 47, eerste lid, van de wetten betreffende
de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij k Het Arbitragehof, samengesteld uit de
voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Mart(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 60/2007 van 18 april 2007 Rolnummer 4018 In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 38, § 4, laatste lid, en 47, eerste lid, van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij k Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Mart(...) | Extrait de l'arrêt n° 60/2007 du 18 avril 2007 Numéro du rôle : 4018 En cause : la question préjudicielle concernant les articles 38, § 4, dernier alinéa, et 47, alinéa 1 er , des lois relatives à la police de la circulation r La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. Martens, R.(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 60/2007 van 18 april 2007 | Extrait de l'arrêt n° 60/2007 du 18 avril 2007 |
Rolnummer 4018 | Numéro du rôle : 4018 |
In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 38, § 4, laatste | En cause : la question préjudicielle concernant les articles 38, § 4, |
lid, en 47, eerste lid, van de wetten betreffende de politie over het | dernier alinéa, et 47, alinéa 1er, des lois relatives à la police de |
wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968, | la circulation routière, coordonnées par l'arrêté royal du 16 mars |
gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde. | 1968, posée par le Tribunal de première instance de Termonde. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters | composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. |
P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. | Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, |
Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, | J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, assistée du |
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, | greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Arts, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij vonnis van 31 mei 2006 in zake het openbaar ministerie tegen Hugo | Par jugement du 31 mai 2006 en cause du ministère public contre Hugo |
De Winne, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is | De Winne, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour |
ingekomen op 30 juni 2006, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te | d'arbitrage le 30 juin 2006, le Tribunal de première instance de |
Dendermonde de volgende prejudiciële vraag gesteld : | Termonde a posé la question préjudicielle suivante : |
« Schenden artikel 38, § 4 (laatste lid), en artikel 47, eerste lid, | « Les articles 38, § 4, (dernier alinéa) et 47, alinéa 1er, de la loi |
van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het | du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière, lus |
wegverkeer, afzonderlijk dan wel samen gelezen, de artikelen 10, 11, | séparément ou conjointement, violent-ils les articles 10, 11, 12 et 14 |
12 en 14 van de Grondwet gelezen in samenhang met artikel 7 van het | de la Constitution, combinés avec l'article 7 de la Convention |
Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de | européenne de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés |
Fundamentele Vrijheden en artikel 15 van het Internationaal Verdrag | fondamentales et avec l'article 15 du Pacte international relatif aux |
inzake Burgerrechten en Politieke Rechten, doordat (of in die zin | droits civils et politiques, en ce que (ou lus en ce sens que) ces |
gelezen dat) ze het herstel in het recht tot sturen verplichtend | |
afhankelijk maken van het voorafgaandelijk slagen voor geneeskundige | dispositions subordonnent obligatoirement la réintégration dans le |
en psychologische onderzoeken en geen termijn bepalen waarbinnen de | droit de conduire à la réussite préalable d'examens médicaux et |
onderzoeken moeten kunnen worden gedaan zodat het verval tot het recht | psychologiques et ne fixent aucun délai pour procéder à ces examens, |
van sturen veel langer kan duren dan de termijn uitgesproken door de | de sorte que la déchéance du droit de conduire peut être beaucoup plus |
rechter en zelfs voor altijd ingeval er helemaal geen onderzoeken | longue que le délai prononcé par le juge et peut même être perpétuelle |
worden georganiseerd ? ». | si aucun examen n'est organisé ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. De verwijzende rechter verzoekt het Hof zich uit te spreken over | B.1. Le juge a quo invite la Cour à se prononcer sur l'éventuelle |
de eventuele schending van de artikelen 10, 11, 12 en 14 van de | violation des articles 10, 11, 12 et 14 de la Constitution, combinés |
Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 7 van het Europees Verdrag | avec l'article 7 de la Convention européenne des droits de l'homme et |
voor de rechten van de mens en artikel 15 van het Internationaal | avec l'article 15 du Pacte international relatif aux droits civils et |
Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, door de artikelen | politiques, par les articles 38, § 4, dernier alinéa, et 47, alinéa 1er, |
38, § 4, laatste lid, en 47, eerste lid, van de wetten betreffende de | des lois relatives à la police de la circulation routière, coordonnées |
politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968 (hierna : | le 16 mars 1968 (ci-après : « loi relative à la circulation routière |
« wegverkeerswet »), al dan niet in samenhang gelezen, doordat | »), lus séparément ou conjointement, en ce que ces dispositions |
voormelde artikelen het herstel in het recht tot sturen verplichtend | subordonnent obligatoirement la réintégration dans le droit de |
afhankelijk maken van het voorafgaandelijk slagen voor geneeskundige | conduire à la réussite préalable d'examens médicaux et psychologiques |
en psychologische onderzoeken en geen termijn zou bepalen waarbinnen | |
de onderzoeken moeten kunnen worden gedaan « zodat het verval tot het | et ne fixeraient aucun délai pour procéder à ces examens « de sorte |
recht van sturen veel langer kan duren dan de termijn uitgesproken | que la déchéance du droit de conduire peut être beaucoup plus longue |
door de rechter en zelfs voor altijd ingeval er helemaal geen | que le délai prononcé par le juge et peut même être perpétuelle si |
onderzoeken worden georganiseerd ». | aucun examen n'est organisé ». |
B.2.1. Het voormelde artikel 38, § 4, laatste lid, vóór de wijziging | B.2.1. L'article 38, § 4, dernier alinéa, précité, avant sa |
ervan bij artikel 10, 7°, van de wet van 20 juli 2005 tot wijziging | modification par l'article 10, 7°, de la loi du 20 juillet 2005 |
van de gecoördineerde wetten van 16 maart 1968 betreffende de politie | modifiant les lois coordonnées du 16 mars 1968 relatives à la police |
over het wegverkeer, bepaalde : | de la circulation routière, énonçait : |
« In geval van overtreding van de artikelen 30, eerste lid, 3°, 35, 36 | « En cas d'infraction aux articles 30, § 1er, 3°, 35, 36 ou 37bis, § |
of 37bis, § 2, moet het herstel in het recht tot sturen afhankelijk | 2, la réintégration dans le droit de conduire doit être subordonnée à |
worden gemaakt van het slagen voor de onderzoeken bedoeld in § 3, 3° en 4° ». | la réussite des examens visés au § 3, 3° et 4° ». |
B.2.2. Het voormelde artikel 47, eerste lid, bepaalt : | B.2.2. L'article 47, alinéa 1er, précité énonce : |
« Hij die het verval van het recht tot sturen heeft opgelopen na 25 | « Quiconque a été frappé d'une déchéance du droit de conduire après le |
mei 1965 en onderworpen werd aan een theoretisch, praktisch, | 25 mai 1965 et a été soumis à un examen théorique, pratique, médical |
geneeskundig of psychologisch onderzoek, mag, wanneer het verval | ou psychologique ne peut, lorsque cette déchéance a pris fin, conduire |
geëindigd is, een voertuig van een der categorieën waarop de | un véhicule de l'une des catégories visées à la décision de déchéance, |
beslissing van vervallenverklaring slaat, slechts besturen mits hij | |
met goed gevolg het opgelegd onderzoek heeft ondergaan ». | qu'à la condition d'avoir satisfait à l'examen imposé ». |
B.2.3. De in het geding zijnde bepalingen maken deel uit van de | B.2.3. Les dispositions en cause font partie de la loi relative à la |
wegverkeerswet. Het betreft een kaderwet die in haar drie eerste | circulation routière. Il s'agit d'une loi-cadre qui fixe dans ses |
titels de basisbeginselen inzake de politie over het wegverkeer, de | trois premiers titres les principes de base en matière de police de la |
verkeerstekens en het rijbewijs vaststelt en ter zake aan de Koning | sécurité routière, de signalisation et de permis de conduire et qui, |
en, wat sommige aspecten betreft, aan andere overheden de bevoegdheid | en l'espèce, confère au Roi, et pour certains aspects à d'autres |
geeft die regels nader uit te werken. | autorités, le pouvoir de préciser ces règles. |
Wat het herstel in het recht tot sturen betreft, bepaalt artikel 47, | Au sujet de la réintégration dans le droit de conduire, l'article 47, |
tweede lid, van de wegverkeerswet : | alinéa 2, de la loi relative à la circulation routière énonce : |
« De Koning bepaalt de organisatie en de nadere regels van dit | « Le Roi arrête l'organisation et les modalités de cet examen et fixe |
onderzoek en stelt het tarief vast van de ten bate van de Staat of van | |
de erkende instellingen te heffen retributies om de kosten ervan te | le taux de redevances à percevoir au profit de l'Etat ou des |
dekken ». | organismes agréés pour en couvrir les frais ». |
Op grond van die machtiging heeft de Koning bij koninklijk besluit van | Sur la base de cette habilitation, le Roi, par arrêté royal du 23 mars |
23 maart 1998 betreffende het rijbewijs de organisatie en de nadere | 1998 relatif au permis de conduire, a fixé l'organisation et les |
regels van die onderzoeken vastgesteld. | modalités de ces examens. |
Ten aanzien van de ontvankelijkheid van de prejudiciële vraag | Quant à la recevabilité de la question préjudicielle |
B.3.1. Le Conseil des ministres observe que ni la question | |
B.3.1. De Ministerraad merkt op dat, noch in de prejudiciële vraag, | préjudicielle ni le jugement de renvoi ne précisent pour quelles |
noch in het verwijzingsvonnis, wordt verduidelijkt om welke redenen | raisons l'article 47, alinéa 1er, de la loi relative à la circulation |
artikel 47, eerste lid, van de wegverkeerswet de artikelen 10 en 11 | routière violerait les articles 10 et 11 de la Constitution, de sorte |
van de Grondwet zou schenden, zodat de vraag enkel in het licht van | qu'il n'y a lieu de répondre à la question qu'à la lumière d'une |
een mogelijke schending van het strafrechtelijk wettigheidsbeginsel | éventuelle violation du principe de légalité en matière pénale. |
dient te worden beantwoord. | |
B.3.2. De aan het Hof toevertrouwde toetsing van wetskrachtige normen | B.3.2. Le contrôle des normes législatives au regard des articles 10 |
aan de artikelen 10 en 11 van de Grondwet impliceert dat een | et 11 de la Constitution, qui est confié à la Cour, exige qu'une |
welbepaalde categorie van personen ten aanzien van wie een mogelijke | catégorie déterminée de personnes dont la discrimination éventuelle |
discriminatie wordt aangevoerd, het voorwerp uitmaakt van een pertinente vergelijking met een andere categorie. | est alléguée fasse l'objet d'une comparaison pertinente avec une autre catégorie. |
B.3.3. Uit de motieven van het verwijzingsvonnis en uit de memorie van | B.3.3. Il ressort à suffisance des motifs du jugement de renvoi et du |
de verwerende partij voor de verwijzende rechter blijkt voldoende dat | mémoire de la partie défenderesse devant le juge a quo que cette |
die partij zich erover beklaagt dat zij niet de onder meer in de | dernière se plaint de ne pas jouir des droits fondamentaux garantis |
artikelen 12 en 14 van de Grondwet gewaarborgde grondrechten geniet. | notamment par les articles 12 et 14 de la Constitution. Ce faisant, |
Zodoende vergelijkt zij zich impliciet maar noodzakelijkerwijze met | elle se compare implicitement mais nécessairement à l'ensemble des |
alle personen die wel die grondrechten genieten. | personnes qui jouissent de ces droits. |
B.4. De exceptie van de Ministerraad wordt verworpen. | B.4. L'exception du Conseil des ministres est rejetée. |
B.5. Aangezien de prejudiciële vraag betrekking heeft op de duurtijd | B.5. La question préjudicielle étant relative à la durée de la |
van het door de strafrechter opgelegde verval van het recht tot | déchéance du droit de conduire infligée par le juge pénal, la Cour |
sturen, dient het Hof zijn toetsing uit te oefenen ten aanzien van | |
artikel 14 van de Grondwet, dat bepaalt : | doit exercer son contrôle au regard de l'article 14 de la |
Constitution, qui dispose : | |
« Geen straf kan worden ingevoerd of toegepast dan krachtens de wet ». | « Nulle peine ne peut être établie ni appliquée qu'en vertu de la loi ». |
Het Hof dient eveneens rekening te houden met artikel 7.1 van het | La Cour doit également tenir compte de l'article 7.1 de la Convention |
Europees Verdrag voor de rechten van de mens, dat bepaalt : | européenne des droits de l'homme, qui dispose : |
« Niemand kan worden veroordeeld wegens een handelen of nalaten, dat | « Nul ne peut être condamné pour une action ou une omission qui, au |
geen strafbaar feit naar nationaal of internationaal recht uitmaakte | moment où elle a été commise, ne constituait pas une infraction |
ten tijde dat het handelen of nalaten geschiedde. Evenmin zal een | d'après le droit national ou international. De même il n'est infligé |
zwaardere straf worden opgelegd dan die welke ten tijde van het begaan | aucune peine plus forte que celle qui était applicable au moment où |
van het strafbare feit van toepassing was ». | l'infraction a été commise ». |
Ten slotte dient rekening te worden gehouden met artikel 15.1 van het | Enfin, elle doit avoir égard à l'article 15.1 du Pacte international |
Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, dat | relatif aux droits civils et politiques, qui contient des dispositions |
bepalingen bevat die analoog zijn aan die van het voormelde artikel | analogues à celles de l'article 7.1 précité de la Convention |
7.1 van het Europees Verdrag. | européenne. |
B.6. Artikel 14 van de Grondwet verleent aan de wetgevende macht de bevoegdheid om een wet aan te nemen op grond waarvan een straf kan worden bepaald en toegepast. Daardoor waarborgt het aan elke burger dat geen enkele straf zal worden opgelegd dan krachtens regels aangenomen door een democratisch verkozen beraadslagende vergadering. Uit de voormelde bepalingen vloeit tevens voort dat de strafwet moet worden geformuleerd in bewoordingen op grond waarvan eenieder, op het ogenblik waarop hij een gedrag aanneemt, de op te lopen straf kan kennen wanneer dat gedrag strafbaar is. Die bepalingen willen aldus elk risico van willekeurig optreden vanwege de uitvoerende of de rechterlijke macht uitsluiten bij het vaststellen en toepassen van de straffen. | B.6. L'article 14 de la Constitution attribue au pouvoir législatif la compétence d'adopter la loi en vertu de laquelle une peine peut être établie et appliquée. Ce faisant, il garantit à tout citoyen qu'aucune peine ne sera infligée qu'en vertu de règles adoptées par une assemblée délibérante, démocratiquement élue. Il découle également des dispositions précitées que la loi pénale doit être formulée en des termes qui permettent à chacun de connaître, au moment où il adopte un comportement, la peine encourue lorsque ce comportement est punissable. Ces dispositions entendent ainsi exclure tout risque d'intervention arbitraire de la part du pouvoir exécutif ou du pouvoir judiciaire dans l'établissement et l'application des peines. |
B.7. Artikel 47, eerste lid, van de wegverkeerswet schendt de | B.7. L'article 47, alinéa 1er, de la loi relative à la circulation |
voormelde grondwettelijke en verdragsbepalingen niet doordat het geen | routière ne viole pas les dispositions constitutionnelles et |
enkele termijn vaststelt voor de uitvoering van de onderzoeken. De | conventionnelles précitées en ce qu'il ne fixe aucun délai pour |
termijn van verval van het recht tot sturen die krachtens de artikelen | procéder aux examens. En effet, le délai de déchéance du droit de |
37bis, § 2, en 38, § 1, van dezelfde wet door de rechter wordt | conduire qui, en vertu des articles 37bis, § 2, et 38, § 1er, de la |
vastgesteld, impliceert immers dat de beklaagde die uit het recht tot | même loi, est fixé par le juge, implique que le prévenu qui est déchu |
sturen is ontzet, de mogelijkheid moet hebben om vóór het verstrijken | du droit de conduire doit avoir la possibilité de se soumettre à ces |
van die termijn die onderzoeken te ondergaan. Mocht dat niet zo zijn, | examens avant l'expiration de ce délai. Si tel n'est pas le cas, |
dan zou de verlenging van de termijn van verval niet te wijten zijn | l'allongement du délai de déchéance serait dû, non au texte de |
aan de tekst van het voormelde artikel 47, eerste lid, maar aan een verkeerde toepassing ervan. B.8.1. Het behoort niet tot de bevoegdheid van het Hof te oordelen of de Koning Zijn bevoegdheden heeft overschreden door in het koninklijk besluit geen vervaltermijn te bepalen waarbinnen de onderzoeken dienen te worden afgelegd. Het staat evenmin aan het Hof te oordelen of de bevoegde examencentra over de nodige middelen beschikken om binnen de door de rechter vastgestelde termijn de onderzoeken te organiseren. B.8.2. Artikel 47, eerste lid, van de wegverkeerswet schendt bijgevolg het strafrechtelijk wettigheidsbeginsel niet. | l'article 47, alinéa 1er, précité, mais à une mauvaise application de celui-ci. B.8.1. Il ne relève pas de la compétence de la Cour d'apprécier si le Roi a excédé Ses pouvoirs en ne fixant pas, dans l'arrêté royal, de délai pour la présentation des examens. Il n'appartient pas davantage à la Cour d'apprécier si les centres d'examen compétents disposent des moyens nécessaires pour organiser les examens dans le délai fixé par le juge. B.8.2. L'article 47, alinéa 1er, de la loi relative à la circulation routière ne viole donc pas le principe de légalité en matière pénale. |
B.9. Het onderzoek of de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar is | B.9. L'examen de la compatibilité de la disposition en cause avec les |
met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, leidt niet tot een andere | articles 10 et 11 de la Constitution ne conduit pas à une autre |
conclusie. | conclusion. |
B.10. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.10. La question préjudicielle appelle une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Artikel 47, eerste lid, van de wetten betreffende de politie over het | L'article 47, alinéa 1er, des lois relatives à la police de la |
wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968, | circulation routière, coordonnées par l'arrêté royal du 16 mars 1968, |
schendt niet de artikelen 10, 11, 12 en 14 van de Grondwet, al dan | ne viole pas les articles 10, 11, 12 et 14 de la Constitution, |
niet in samenhang gelezen met artikel 7 van het Europees Verdrag voor | combinés ou non avec l'article 7 de la Convention européenne des |
de rechten van de mens en met artikel 15 van het Internationaal | droits de l'homme et avec l'article 15 du Pacte international relatif |
Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. | aux droits civils et politiques. |
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 18 april 2007. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 18 avril 2007. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
De voorzitter, | Le président, |
A. Arts. | A. Arts. |