← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 46/2007 van 21 maart 2007 Rolnummer 3996 In zake : de
prejudiciële vraag betreffende artikel 14 van de wet van 16 januari 2003 « tot oprichting van een Kruispuntbank
van Ondernemingen, tot modernisering van het han Het Arbitragehof, samengesteld
uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Mart(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 46/2007 van 21 maart 2007 Rolnummer 3996 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 14 van de wet van 16 januari 2003 « tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het han Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Mart(...) | Extrait de l'arrêt n° 46/2007 du 21 mars 2007 Numéro du rôle : 3996 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 14 de la loi du 16 janvier 2003 « portant création d'une Banque-Carrefour des Entreprises, modernisation du regist La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. Martens, L.(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 46/2007 van 21 maart 2007 | Extrait de l'arrêt n° 46/2007 du 21 mars 2007 |
Rolnummer 3996 | Numéro du rôle : 3996 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 14 van de wet van | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 14 de la loi |
16 januari 2003 « tot oprichting van een Kruispuntbank van | du 16 janvier 2003 « portant création d'une Banque-Carrefour des |
Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot | Entreprises, modernisation du registre de commerce, création de |
oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse | guichets-entreprises agréés et portant diverses dispositions », posée |
bepalingen », gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. | par la Cour d'appel d'Anvers. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters | composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. |
P. Martens, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Moerman en J. Spreutels, | Martens, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Moerman et J. Spreutels, assistée |
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, | du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Arts, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij arrest van 22 mei 2006 in zake de NV « Keravisie » tegen de BVBA « | Par arrêt du 22 mai 2006 en cause de la SA « Keravisie » contre la |
Hermitage » en Jan Thys, waarvan de expeditie ter griffie van het | SPRL « Hermitage » et Jan Thys, dont l'expédition est parvenue au |
Arbitragehof is ingekomen op 31 mei 2006, heeft het Hof van Beroep te | greffe de la Cour d'arbitrage le 31 mai 2006, la Cour d'appel d'Anvers |
Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : | a posé la question préjudicielle suivante : |
« Is het gelijkheidsbeginsel vervat in de artikelen 10 en 11 van de | « Le principe d'égalité inscrit aux articles 10 et 11 de la |
Grondwet al dan niet geschonden door de discriminatoire behandeling | Constitution est-il violé ou non par le traitement discriminatoire |
gemaakt in artikel 14 in het algemeen en artikel 14, vierde lid, in | opéré à l'article 14 en général et à l'article 14, alinéa 4, en |
het bijzonder van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een kruispuntbank voor ondernemingen tussen, enerzijds, de onderneming wiens vordering ingeleid bij deurwaardersexploot onontvankelijk wordt verklaard daar haar vordering gebaseerd is op een activiteit waarvoor de onderneming niet is ingeschreven of die niet valt onder het maatschappelijk doel, waarvoor de onderneming op deze datum is ingeschreven en, anderzijds, de onderneming wiens tegenvordering gesteld bij conclusie ontvankelijk wordt verklaard niettegenstaande haar vordering gebaseerd is op een activiteit waarvoor de onderneming niet is ingeschreven of die niet valt onder het maatschappelijk doel | particulier, de la loi du 16 janvier 2003 portant création d'une Banque-Carrefour des Entreprises, entre, d'une part, l'entreprise dont l'action, introduite par exploit d'huissier, est déclarée irrecevable au motif que cette action est basée sur une activité pour laquelle l'entreprise n'est pas inscrite à la date de l'introduction de l'action ou qui ne tombe pas sous l'objet social pour lequel l'entreprise est inscrite à cette date et, d'autre part, l'entreprise dont l'action reconventionnelle, formée par conclusions, est déclarée recevable, bien que cette action soit basée sur une activité pour laquelle l'entreprise n'est pas inscrite à la date de l'introduction de l'action ou qui ne tombe pas sous l'objet social pour lequel |
waarvoor de onderneming op deze datum is ingeschreven ? ». | l'entreprise est inscrite à cette date ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. De aan het Hof voorgelegde prejudiciële vraag heeft betrekking op | B.1. La question préjudicielle posée à la Cour porte sur la |
de bestaanbaarheid van artikel 14, vierde lid, van de wet van 16 | compatibilité, avec les articles 10 et 11 de la Constitution, de |
januari 2003 « tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, | l'article 14, alinéa 4, de la loi du 16 janvier 2003 « portant |
tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende | création d'une Banque-Carrefour des Entreprises, modernisation du |
ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen » met de artikelen | registre de commerce, création de guichets-entreprises agréés et |
10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het een verschil in behandeling | portant diverses dispositions », en tant qu'il établirait une |
zou instellen tussen, enerzijds, de onderneming die optreedt als | différence de traitement entre, d'une part, l'entreprise qui agit en |
eiseres op hoofdvordering en waarvan de vordering ingeleid bij | tant que demandeur principal et dont l'action intentée par exploit |
deurwaardersexploot, onontvankelijk is wanneer zij gebaseerd is op een | d'huissier est irrecevable lorsqu'elle est fondée sur une activité |
activiteit waarvoor zij niet is ingeschreven in de Kruispuntbank voor | pour laquelle cette entreprise n'est pas inscrite à la |
Ondernemingen of op een activiteit die niet valt onder haar | Banque-Carrefour ou une activité qui n'entre pas dans son objet social |
maatschappelijk doel, en, anderzijds, de onderneming die optreedt als | et, d'autre part, l'entreprise qui agit en tant que demandeur |
eiseres op bij conclusie ingestelde tegenvordering en die niet aan de | reconventionnel, dont l'action est intentée par voie de conclusions et |
voormelde voorwaarden dient te voldoen. | qui ne doit pas satisfaire aux conditions précitées. |
B.2. Artikel 14 van de voormelde wet van 16 januari 2003 luidt als | B.2. L'article 14 de la loi précitée du 16 janvier 2003 énonce : |
volgt : « Elk op verzoek van een handels- of ambachtsonderneming betekend | « Tout exploit d'huissier notifié à la demande d'une entreprise |
deurwaardersexploot vermeldt steeds het ondernemingsnummer. | commerciale ou artisanale mentionnera toujours le numéro d'entreprise. |
Bij gebreke aan vermelding van het ondernemingsnummer op het | En l'absence de l'indication du numéro d'entreprise sur l'exploit |
deurwaardersexploot, verleent de rechtbank uitstel aan de handels- of | d'huissier, le tribunal accordera une remise à l'entreprise |
ambachtsonderneming om haar inschrijving in de Kruispuntbank van | commerciale ou artisanale en vue de prouver son inscription à la |
Ondernemingen op de datum van het inleiden van de vordering te | Banque-Carrefour des Entreprises à la date de l'introduction de |
bewijzen. | l'action. |
Indien de handels- of ambachtsonderneming haar inschrijving in deze | Dans le cas où l'entreprise commerciale ou artisanale ne prouve pas |
hoedanigheid in de Kruispuntbank van Ondernemingen op de datum van het | son inscription en cette qualité à la Banque-Carrefour des Entreprises |
inleiden van haar vordering niet bewijst binnen de door de rechtbank | à la date de l'introduction de son action dans le délai assigné par le |
gestelde termijn of indien blijkt dat de onderneming niet ingeschreven | tribunal ou s'il s'avère que l'entreprise n'est pas inscrite à la |
is in de Kruispuntbank van Ondernemingen, verklaart de rechtbank de | Banque-Carrefour des entreprises, le tribunal déclare l'action de |
vordering van ambtswege onontvankelijk. | l'entreprise commerciale non recevable d'office. |
Indien de handels- of ambachtsonderneming wel in deze hoedanigheid is | Dans le cas où l'entreprise commerciale ou artisanale est inscrite en |
ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen, maar haar | cette qualité à la Banque-Carrefour des Entreprises, mais que son |
vordering gebaseerd is op een activiteit waarvoor de onderneming op de | action est basée sur une activité pour laquelle l'entreprise n'est pas |
datum van de inleiding van de vordering niet is ingeschreven of die | inscrite à la date de l'introduction de l'action ou qui ne tombe pas |
niet valt onder het maatschappelijk doel waarvoor de onderneming op | sous l'objet social pour lequel l'entreprise est inscrite à cette |
deze datum is ingeschreven, is de vordering van die onderneming | date, l'action de cette entreprise est également non recevable. |
eveneens onontvankelijk. De onontvankelijkheid is evenwel gedekt, | L'irrecevabilité est cependant couverte si aucune autre exception ou |
indien de onontvankelijkheid niet voor elke andere exceptie of verweermiddel wordt ingeroepen ». | aucun autre moyen de défense n'est opposé comme fin de non-recevoir ». |
B.3. De in artikel 14 van de wet van 16 januari 2003 omschreven | B.3. Les sanctions prévues à l'article 14 de la loi du 16 janvier 2003 |
sancties zijn, naar luid van de parlementaire voorbereiding, « een | sont, aux termes des travaux préparatoires, « une reformulation des |
herformulering van de artikelen 41 en 42 van het koninklijk besluit | articles 41 et 42 de l'arrêté royal du 20 juillet 1964 relatif au |
van 20 juli 1964 betreffende het handelsregister en de artikelen 28 en | registre du commerce et des articles 28 et 29 de la loi du 18 mars |
29 van de wet van 18 maart 1965 op het ambachtsregister » (Parl. St., | 1965 sur le registre de l'artisanat » (Doc. parl., Chambre, 2002-2003, |
Kamer, 2002-2003, DOC 50-2058/001, p. 23). | DOC 50-2058/001, p. 23). |
Artikel 42 van de bij koninklijk besluit van 20 juli 1964 | L'article 42 des lois relatives au registre du commerce, coordonnées |
gecoördineerde wetten betreffende het handelsregister, dat zelf | par l'arrêté royal du 20 juillet 1964, qui remonte lui-même à |
teruggaat op artikel 37 van de wet van 3 juli 1956 op het | l'article 37 de la loi du 3 juillet 1956 sur le registre du commerce |
handelsregister (Belgisch Staatsblad , 25 juli 1956), luidde, vóór het | (Moniteur belge , 25 juillet 1956), énonçait, avant d'être abrogé par |
met ingang van 1 juli 2003 (artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit | |
van 15 mei 2003, Belgisch Staatsblad , 19 mei 2003, tweede editie) werd opgeheven bij artikel 72, 2°, van de voormelde wet van 16 januari 2003 : « Onontvankelijk is elke hoofdeis, tegeneis of eis tot tussenkomst welke zijn grond vindt in een handelswerkzaamheid waarvoor de verzoeker niet ingeschreven was bij het instellen van de vordering. De niet-ontvankelijkheid is gedekt indien zij niet vóór iedere andere exceptie of verweermiddel wordt voorgesteld ». B.4. In de door het verwijzende rechtscollege gegeven interpretatie van de in het geding zijnde bepaling, berust het verschil in behandeling tussen beide categorieën van ondernemingen op een objectief criterium, namelijk de wijze waarop de vordering van de onderneming is ingeleid, respectievelijk bij deurwaardersexploot en bij conclusie. B.5. Het vereiste dat de bij deurwaardersexploot ingestelde vordering, wil zij ontvankelijk zijn, moet zijn gebaseerd op een activiteit waarvoor de onderneming op de datum van de inleiding van de vordering is ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen of op een activiteit die valt onder het maatschappelijk doel waarvoor de onderneming op die datum is ingeschreven, gaat derhalve terug op de | l'article 72, 2°, de la loi précitée du 16 janvier 2003, avec effet au 1er juillet 2003 (article 3, § 1er, de l'arrêté royal du 15 mai 2003, Moniteur belge , 19 mai 2003, deuxième édition) : « Est irrecevable toute action principale, reconventionnelle ou en intervention qui trouve sa cause dans une activité commerciale pour laquelle le requérant n'était pas immatriculé lors de l'intentement de l'action. Cette non-recevabilité est couverte si elle n'est proposée avant toute autre exception ou toute défense ». B.4. Dans l'interprétation de la disposition en cause donnée par la juridiction a quo, la différence de traitement entre les deux catégories d'entreprises repose sur un critère objectif, à savoir la manière dont l'action de l'entreprise a été intentée, respectivement par exploit d'huissier de justice ou par voie de conclusions. B.5. Le fait que, pour être recevable, l'action intentée par exploit d'huissier doit être fondée sur une activité pour laquelle l'entreprise est inscrite à la « Banque-Carrefour des Entreprises » à la date de l'introduction de l'action ou qui tombe sous l'objet social pour lequel l'entreprise est inscrite à cette date trouve dès lors son |
algemene doelstelling die aan de wet van 3 juli 1956 op het | origine dans l'objectif général de la loi du 3 juillet 1956 sur le |
handelsregister ten grondslag ligt. Met die wetgeving beoogde de | |
wetgever immers het zwartwerk te bestraffen van diegenen die een | registre du commerce. En effet, à travers cette législation, le |
handelswerkzaamheid uitoefenen zonder de juridische, sociale en | législateur entendait réprimer le travail au noir de ceux qui exercent |
fiscale gevolgen ervan te dragen en de maatregel strekte ertoe die | une activité commerciale sans vouloir en supporter les obligations |
handelaars de toegang tot de rechtszaal te ontzeggen (Hand., Senaat, | juridiques, sociales ou fiscales et la mesure visait à écarter ces |
1955-1956, zitting van 29 november 1956, p. 47; Pasin., 1956, pp. | commerçants du prétoire (Ann., Sénat, 1955-1956, séance du 29 novembre |
519-520). Aldus droeg die maatregel bij tot het bestrijden van de | 1956, p. 47; Pasin. 1956, pp. 519-520). Cette mesure contribuait dès |
oneerlijke concurrentie. | lors à la lutte contre la concurrence déloyale. |
Die zorg geldt evenzeer voor de tegenvorderingen die door | Ce souci vaut pareillement pour les actions reconventionnelles |
ondernemingen bij wege van conclusie worden ingesteld. Voor het in de | intentées par les entreprises par voie de conclusions. La différence |
prejudiciële vraag vermelde verschil in behandeling is in de | de traitement mentionnée dans la question préjudicielle n'a pas été |
parlementaire voorbereiding van de in het geding zijnde bepaling geen | justifiée au cours des travaux préparatoires de la disposition en |
verantwoording gegeven en het Hof ziet niet in op welke gronden het | cause, et la Cour n'aperçoit pas quels motifs pourraient justifier |
verschil zou kunnen worden verantwoord. Doordat de ondernemingen op | cette différence. En traitant différemment les entreprises pour ce qui |
het vlak van hun vorderingen verschillend worden behandeld, naargelang | est de leurs actions, selon que l'action est intentée par exploit |
de vordering wordt ingesteld bij deurwaardersexploot dan wel bij | d'huissier ou par voie de conclusions, l'on a établi une différence de |
conclusie, wordt een verschil in behandeling ingesteld dat niet | traitement qui n'est pas raisonnablement justifiée. |
redelijk is verantwoord. | |
B.6. In de door het verwijzende rechtscollege gegeven interpretatie is | B.6. Dans l'interprétation donnée par la juridiction a quo, l'article |
artikel 14 van de voormelde wet van 16 januari 2003 onbestaanbaar met | 14 de la loi précitée du 16 janvier 2003 est incompatible avec les |
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en dient de prejudiciële vraag | articles 10 et 11 de la Constitution et la question préjudicielle |
bevestigend te worden beantwoord. | appelle une réponse affirmative. |
B.7. De in het geding zijnde bepaling kan evenwel ook, zoals de | B.7. La disposition en cause peut toutefois également s'interpréter, |
Ministerraad aangeeft, worden geïnterpreteerd als een - weliswaar | ainsi que le relève le Conseil des ministres, comme une « |
minder accurate - « herformulering » van artikel 42 van de bij | reformulation » - certes moins précise - de l'article 42 des lois |
koninklijk besluit van 20 juli 1964 gecoördineerde wetten betreffende | relatives au registre du commerce coordonnées par l'arrêté royal du 20 |
het handelsregister, waarbij de wetgever noch van de ratio legis noch | juillet 1964, le législateur n'ayant eu l'intention de déroger ni à la |
van de draagwijdte van dat artikel wou afwijken. In die interpretatie | raison d'être ni à la portée de cet article. Dans cette |
is de daarin bepaalde sanctie van niet-ontvankelijkheid bijgevolg | interprétation, la sanction d'irrecevabilité qu'elle contient est donc |
eveneens van toepassing op elke tegeneis die niet bij | également applicable à toute demande reconventionnelle qui n'est pas |
deurwaardersexploot wordt ingesteld. | intentée par exploit d'huissier. |
B.8. In de in B.7 vermelde interpretatie bestaat het in de | B.8. Dans l'interprétation mentionnée en B.7, la différence de |
prejudiciële vraag opgeworpen verschil in behandeling niet en dient | traitement évoquée dans la question préjudicielle n'existe pas et |
zij ontkennend te worden beantwoord. | celle-ci appelle une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
- Aldus geïnterpreteerd dat de daarin bepaalde sanctie van | - Interprété en ce sens que la sanction d'irrecevabilité qu'il prévoit |
niet-ontvankelijkheid niet van toepassing is op een bij conclusie | |
ingestelde tegenvordering die gebaseerd is op een activiteit waarvoor | n'est pas applicable à une action reconventionnelle intentée par voie |
de onderneming op de datum van de inleiding van de vordering in de | de conclusions qui est fondée sur une activité pour laquelle |
Kruispuntbank van Ondernemingen niet is ingeschreven of op een | l'entreprise n'est pas inscrite à la « Banque-Carrefour des |
activiteit die niet valt onder het maatschappelijk doel waarvoor de | Entreprises » à la date d'introduction de l'action ou qui n'entre pas |
onderneming op die datum is ingeschreven, schendt artikel 14, vierde | dans l'objet social pour lequel l'entreprise est inscrite à cette |
lid, van de wet van 16 januari 2003 « tot oprichting van een | date, l'article 14, alinéa 4, de la loi du 16 janvier 2003 « portant |
Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het | création d'une Banque-Carrefour des Entreprises, modernisation du |
handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en | registre de commerce, création de guichets-entreprises agréés et |
houdende diverse bepalingen » de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | portant diverses dispositions » viole les articles 10 et 11 de la Constitution. |
- Aldus geïnterpreteerd dat de daarin bepaalde sanctie van | - Interprété en ce sens que la sanction d'irrecevabilité qu'il prévoit |
niet-ontvankelijkheid eveneens van toepassing is op een bij conclusie | |
ingestelde tegenvordering die gebaseerd is op een activiteit waarvoor | est également applicable à une action reconventionnelle intentée par |
de onderneming op de datum van de inleiding van de vordering in de | voie de conclusions qui est fondée sur une activité pour laquelle |
Kruispuntbank van Ondernemingen niet is ingeschreven of op een | l'entreprise n'est pas inscrite à la « Banque-Carrefour des |
activiteit die niet valt onder het maatschappelijk doel waarvoor de | Entreprises » à la date d'introduction de l'action ou qui n'entre pas |
onderneming op die datum is ingeschreven, schendt artikel 14, vierde | dans l'objet social pour lequel l'entreprise est inscrite à cette |
lid, van de voormelde wet van 16 januari 2003 de artikelen 10 en 11 | date, l'article 14, alinéa 4, de la loi précitée du 16 janvier 2003 ne |
van de Grondwet niet. | viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. |
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 21 maart 2007. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 21 mars 2007. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
De voorzitter, | Le président, |
A. Arts. | A. Arts. |