← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 195/2006 van 5 december 2006 Rolnummer 4004 In zake :
de prejudiciële vraag betreffende artikel 10 van de wet van 20 juli 2005 « tot wijziging van de faillissementswet
van 8 augustus 1997, en houdende diverse fisca Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior,
en de rechters L. Lavr(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 195/2006 van 5 december 2006 Rolnummer 4004 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 10 van de wet van 20 juli 2005 « tot wijziging van de faillissementswet van 8 augustus 1997, en houdende diverse fisca Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters L. Lavr(...) | Extrait de l'arrêt n° 195/2006 du 5 décembre 2006 Numéro du rôle : 4004 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 10 de la loi du 20 juillet 2005 « modifiant la loi du 8 août 1997 sur les faillites, et portant des dispositio La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges L. Lavrysen, J(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Uittreksel uit arrest nr. 195/2006 van 5 december 2006 | Extrait de l'arrêt n° 195/2006 du 5 décembre 2006 |
Rolnummer 4004 | Numéro du rôle : 4004 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 10 van de wet van | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 10 de la loi |
20 juli 2005 « tot wijziging van de faillissementswet van 8 augustus | du 20 juillet 2005 « modifiant la loi du 8 août 1997 sur les |
1997, en houdende diverse fiscale bepalingen », gesteld door de | faillites, et portant des dispositions fiscales diverses », posée par |
Rechtbank van eerste aanleg te Turnhout. | le Tribunal de première instance de Turnhout. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters | composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges L. |
L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, | Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, |
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van | assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. |
voorzitter A. Arts, | Arts, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij vonnis van 12 juni 2006 in zake de NV « Fortis Bank » tegen E. Van | Par jugement du 12 juin 2006 en cause de la SA « Fortis Banque » |
Gestel en H. Van Tendeloo, waarvan de expeditie ter griffie van het | contre E. Van Gestel et H. Van Tendeloo, dont l'expédition est |
Arbitragehof is ingekomen op 22 juni 2006, heeft de Rechtbank van | parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 22 juin 2006, le Tribunal |
eerste aanleg te Turnhout de volgende prejudiciële vraag gesteld : | de première instance de Turnhout a posé la question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 10 van de wet van 20 juli 2005 tot wijziging van de | « L'article 10 de la loi du 20 juillet 2005 modifiant la loi du 8 août |
faillissementswet van 8 juli [lees : augustus] 1997, en houdende | 1997 sur les faillites, et portant des dispositions fiscales diverses |
diverse fiscale bepalingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in | viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, dans le cas où |
het geval waar de vordering van de schuldeiser van de gefailleerde | l'action intentée par le créancier de la personne morale faillie |
rechtspersoon tegen de persoonlijke zekerheidssteller van de | contre la sûreté personnelle du failli est pendante à la date de |
gefailleerde in rechte aanhangig is op de datum van de | l'entrée en vigueur de cette disposition, en ce qu'elle prévoit |
inwerkingtreding van die bepaling, doordat het wel voorziet in | effectivement des dispositions transitoires au cas où la faillite |
overgangsbepalingen ingeval het faillissement nog niet is afgesloten | |
en niet voorziet in overgangsbepalingen ingeval het faillissement wel | n'est pas encore clôturée et qu'elle n'en prévoit pas au cas où la |
reeds is afgesloten ? ». | faillite est déjà clôturée ? ». |
Op 12 juli 2006 hebben de rechters-verslaggevers L. Lavrysen en J.-P. | Le 12 juillet 2006, en application de l'article 72, alinéa 1er, de la |
Snappe, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de bijzondere | |
wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, het Hof ervan in kennis | loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, les |
gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht voor te stellen | juges-rapporteurs L. Lavrysen et J.-P. Snappe ont informé la Cour |
een arrest van onmiddellijk antwoord te wijzen. | qu'ils pourraient être amenés à proposer de rendre un arrêt de réponse immédiate. |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op de situatie van de | B.1. La question préjudicielle porte sur la situation de la caution à |
kosteloze borg van een gefailleerde rechtspersoon. | titre gratuit d'une personne morale faillie. |
B.2. In het arrest nr. 69/2002 heeft het Hof geoordeeld dat « ook al | B.2. Dans l'arrêt n° 69/2002, la Cour a jugé que « si l'institution de |
impliceert de regeling van de borg dat hij in principe tot zijn | la caution implique qu'elle reste, en règle, tenue de son |
borgtocht gehouden blijft wanneer de gefailleerde verschoonbaar wordt | |
verklaard, [...] het eveneens onverantwoord [is] dat een rechter op | cautionnement lorsque le failli est déclaré excusable, il n'est pas |
geen enkele wijze wordt toegestaan te beoordelen of er geen aanleiding | davantage justifié de ne permettre en aucune manière qu'un juge puisse |
is om hem te bevrijden, in het bijzonder wanneer zijn verbintenis van | apprécier s'il n'y a pas lieu de la décharger, en particulier en ayant |
belangeloze aard is » (B.11). | égard au caractère désintéressé de son engagement » (B.11). |
Na dat arrest heeft de wetgever het beginsel vastgesteld van de | Après cet arrêt, le législateur a établi le principe de la décharge |
automatische bevrijding van de kosteloze borg van de verschoonbaar | automatique de la caution à titre gratuit du failli déclaré excusable |
verklaarde gefailleerde (artikel 82, eerste lid, van de | (article 82, alinéa 1er, de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, |
faillissementswet van 8 augustus 1997, zoals vervangen bij artikel 29 van de wet van 4 september 2002). | remplacé par l'article 29 de la loi du 4 septembre 2002). |
De wetgever heeft tevens bepaald dat een gefailleerde rechtspersoon | Le législateur a également disposé qu'une personne morale faillie ne |
niet verschoonbaar kan worden verklaard (artikel 81, 1°, van de | peut pas être déclarée excusable (article 81, 1°, de la loi du 8 août |
faillissementswet van 8 augustus 1997, zoals vervangen bij artikel 28 | 1997 sur les faillites, remplacé par l'article 28 de la loi du 4 |
van de wet van 4 september 2002). | septembre 2002). |
B.3. In het arrest nr. 114/2004 heeft het Hof geoordeeld dat « door | B.3. Dans l'arrêt n° 114/2004, la Cour a jugé qu'« en étendant |
het voordeel van de verschoonbaarheid, dat slechts onder bepaalde | automatiquement à la caution à titre gratuit le bénéfice de |
voorwaarden aan een gefailleerde wordt toegekend, automatisch uit te | l'excusabilité qui n'est accordée qu'à certaines conditions au failli, |
breiden tot de persoon die zich kosteloos borg heeft gesteld, [...] de | le législateur est allé au-delà de ce qu'exigeait le principe |
wetgever verder [is] gegaan dan hetgeen krachtens het | |
gelijkheidsbeginsel vereist was » (B.10). | d'égalité » (B.10). |
Het Hof was eveneens van oordeel dat artikel 81, 1°, van de | La Cour a également considéré que l'article 81, 1°, de la loi du 8 |
faillissementswet van 8 augustus 1997 op zich niet discriminerend is, | août 1997 sur les faillites n'est en lui-même pas discriminatoire, |
maar dat het niettemin strijdig is met de artikelen 10 en 11 van de | mais qu'il est néanmoins contraire aux articles 10 et 11 de la |
Grondwet « doordat het zonder redelijke verantwoording ertoe leidt dat de kosteloze borg van een gefailleerde rechtspersoon nooit van zijn verbintenis kan worden ontslagen, terwijl een kosteloze borg van een gefailleerde natuurlijke persoon automatisch van zijn verplichtingen wordt ontslagen indien deze laatste verschoonbaar wordt verklaard » (B.13). Het Hof besloot derhalve dat, hoewel de artikelen 81, 1°, en 82, eerste lid, afzonderlijk gelezen in redelijkheid verantwoord zijn, de combinatie ervan leidt tot de discriminatie die in B.13 van voormeld arrest is omschreven. Het heeft de bepalingen vernietigd « opdat de wetgever het geheel van de vraagstukken met betrekking tot de verschoonbaarheid en de kosteloze borgstelling opnieuw kan onderzoeken | Constitution « en ce qu'il a pour effet, sans justification raisonnable, que la caution à titre gratuit d'une personne morale faillie ne peut jamais être déchargée de son engagement alors que la caution à titre gratuit d'une personne physique faillie est automatiquement déchargée si le failli est déclaré excusable » (B.13). La Cour a dès lors conclu que, bien que, lus séparément, l'article 81, 1°, et l'article 82, alinéa 1er, soient raisonnablement justifiés, leur combinaison aboutit à la discrimination décrite en B.13 dudit arrêt. Elle a annulé les dispositions « afin que le législateur puisse réexaminer l'ensemble des questions posées par l'excusabilité et par |
» (B.14). | le cautionnement à titre gratuit » (B.14). |
De gevolgen van de vernietigde bepalingen werden gehandhaafd « totdat | Les effets des dispositions annulées ont été maintenus « jusqu'à |
nieuwe bepalingen in werking treden, en uiterlijk tot 31 juli 2005 ». | l'entrée en vigueur de nouvelles dispositions et, au plus tard, jusqu'au 31 juillet 2005 ». |
B.4. De na het arrest nr. 114/2004 tot stand gekomen wet van 20 juli | B.4. La loi du 20 juillet 2005 « modifiant la loi du 8 août 1997 sur |
2005 « tot wijziging van de faillissementswet van 8 augustus 1997, en | les faillites, et portant des dispositions fiscales diverses », |
houdende diverse fiscale bepalingen » voorziet in een procedure | adoptée après l'arrêt n° 114/2004, a prévu une procédure permettant au |
waarbij de rechtbank zich kan uitspreken over de bevrijding van de | tribunal de se prononcer sur la décharge de la personne qui s'est |
persoon die zich kosteloos persoonlijk borg heeft gesteld voor een | portée caution personnelle d'un failli à titre gratuit. |
gefailleerde. | |
Artikel 80, derde lid, van de faillissementswet van 8 augustus 1997 | L'article 80, alinéa 3, de la loi du 8 août 1997 sur les faillites |
bepaalt, sinds de wijziging ervan bij artikel 7 van de wet van 20 juli | énonce, depuis sa modification par l'article 7 de la loi du 20 juillet |
2005 : | 2005 : |
« De gefailleerde, de personen die de verklaring bedoeld in artikel | « Le failli, les personnes qui ont fait la déclaration visée à |
72ter aflegden en de schuldeisers bedoeld in artikel 63, tweede lid, | l'article 72ter et les créanciers visés à l'article 63, alinéa 2, sont |
worden in de raadkamer gehoord over de bevrijding. Tenzij hij zijn | entendus en chambre du conseil sur la décharge. Sauf lorsqu'elle a |
onvermogen frauduleus organiseerde, bevrijdt de rechtbank geheel of | frauduleusement organisé son insolvabilité, le tribunal décharge en |
gedeeltelijk elke natuurlijke persoon die zich kosteloos persoonlijk | tout ou en partie la personne physique qui, à titre gratuit, s'est |
zeker stelde voor de gefailleerde, wanneer zij vaststelt dat diens | constituée sûreté personnelle du failli lorsqu'il constate que son |
verbintenis niet in verhouding met zijn inkomsten en met zijn patrimonium is ». | obligation est disproportionnée à ses revenus et à son patrimoine ». |
Krachtens artikel 81 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, | En vertu de l'article 81 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, |
hersteld bij artikel 8 van de wet van 20 juli 2005, kunnen | rétabli par l'article 8 de la loi du 20 juillet 2005, les personnes |
rechtspersonen niet verschoonbaar worden verklaard, maar de personen | morales ne peuvent pas être déclarées excusables, mais les personnes |
die zich kosteloos borg hebben gesteld voor een gefailleerde | qui, à titre gratuit, se sont portées caution d'une personne morale |
rechtspersoon kunnen een beroep doen op de voormelde procedure en | faillie peuvent recourir à la procédure précitée et peuvent dès lors |
kunnen derhalve door de rechtbank worden bevrijd indien zij voldoen | être déchargées par le tribunal si elles remplissent les conditions |
aan de voorwaarden bepaald in artikel 80, derde lid. | fixées à l'article 80, alinéa 3. |
B.5. Artikel 10 van de wet van 20 juli 2005 bevat overgangsbepalingen | B.5. L'article 10 de la loi du 20 juillet 2005 contient des |
voor de faillissementen die nog niet zijn afgesloten op het ogenblik | dispositions transitoires pour les faillites non encore clôturées au |
van de inwerkingtreding van de wet. Uit die bepalingen vloeit voort | moment de l'entrée en vigueur de la loi. Il découle de ces |
dat de mogelijkheid om de bevrijding van hun verbintenis te verkrijgen | dispositions que la possibilité d'obtenir la décharge de leur |
onder de in de wet vastgestelde voorwaarden en op voorwaarde dat | engagement est offerte, aux conditions fixées par la loi et moyennant |
bepaalde formaliteiten worden vervuld, wordt geboden aan de personen | l'accomplissement de certaines démarches, aux personnes qui se sont |
die zich borg hebben gesteld voor een rechtspersoon of een natuurlijke persoon van wie de faillissementsprocedure lopende is op het ogenblik van de inwerkingtreding van de wet. B.6. Het is het gewone gevolg van een rechtsregel dat hij, na verloop van een door de wet bepaalde termijn vanaf de bekendmaking ervan, geacht wordt van onmiddellijke toepassing te zijn, zonder dat daardoor het grondwettelijke beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie wordt miskend. Dat beginsel wordt slechts geschonden indien het tijdstip van inwerkingtreding tot een onderscheid in behandeling leidt waarvoor geen redelijke verantwoording bestaat. B.7. Het in de prejudiciële vraag aangehaalde verschil in behandeling berust op een objectief criterium, namelijk het al dan niet reeds afgesloten zijn van het faillissement. In het licht van de in het geding zijnde maatregel is dat verschil in behandeling pertinent aangezien de rechterlijke uitspraak waarbij het faillissement wordt afgesloten, reeds rechtsgevolgen heeft gesorteerd, onder meer op het vlak van het vraagstuk van de verschoonbaarheid. De wetgever heeft | portées caution pour une personne morale ou physique dont la procédure de faillite est en cours au moment de l'entrée en vigueur de la loi. B.6. C'est l'effet ordinaire de toute règle de droit de s'appliquer immédiatement, au terme d'un délai fixé par la loi, calculé à partir de sa publication, sans pour cela méconnaître le principe constitutionnel d'égalité et de non-discrimination. Ce principe n'est violé que si la date d'entrée en vigueur établit une différence de traitement non susceptible de justification raisonnable. B.7. La différence de traitement dénoncée dans la question préjudicielle repose sur un critère objectif, à savoir le fait que la faillite est déjà clôturée ou non. A la lumière de la mesure litigieuse, cette différence de traitement est pertinente, étant donné que la décision judiciaire de clôture de la faillite a déjà sorti des effets juridiques, notamment sur le plan de l'excusabilité. Le |
geen onredelijke maatregel genomen door aan de bestreden bepaling geen | législateur a pris une mesure qui n'est pas déraisonnable en ne |
terugwerkende kracht te verlenen, waardoor rechtsonzekerheid in het | conférant pas d'effet rétroactif à la disposition litigieuse, ce qui |
leven zou worden geroepen. | aurait créé une insécurité juridique. |
B.8. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.8. La question préjudicielle appelle une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Artikel 10 van de wet van 20 juli 2005 « tot wijziging van de | L'article 10 de la loi du 20 juillet 2005 « modifiant la loi du 8 août |
faillissementswet van 8 augustus 1997, en houdende diverse fiscale | 1997 sur les faillites, et portant des dispositions fiscales diverses |
bepalingen » schendt niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | » ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. |
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 5 december 2006. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 5 décembre 2006. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
De voorzitter, | Le président, |
A. Arts. | A. Arts. |