Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 161/2006 van 8 november 2006 Rolnummers 3824 en 3936 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 306 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik en het Hof van Beroep te Gent. He samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, M. (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 161/2006 van 8 november 2006 Rolnummers 3824 en 3936 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 306 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik en het Hof van Beroep te Gent. He samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, M. (...) Extrait de l'arrêt n° 161/2006 du 8 novembre 2006 Numéros du rôle : 3824 et 3936 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 306 du Code civil, posées par la Cour d'appel de Liège et la Cour d'appel de Gand. La Cour d'a composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E(...)
ARBITRAGEHOF COUR D'ARBITRAGE
Uittreksel uit arrest nr. 161/2006 van 8 november 2006 Extrait de l'arrêt n° 161/2006 du 8 novembre 2006
Rolnummers 3824 en 3936 Numéros du rôle : 3824 et 3936
In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 306 van het En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 306 du
Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik en het Hof Code civil, posées par la Cour d'appel de Liège et la Cour d'appel de
van Beroep te Gent. Gand.
Het Arbitragehof, La Cour d'arbitrage,
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P.
P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen,
Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, assistée du
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Melchior,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging I. Objet des questions préjudicielles et procédure
a. Bij arrest van 29 november 2005 in zake M.-C. T. tegen L.C., a. Par arrêt du 29 novembre 2005 en cause de M.-C. T. contre L.C.,
waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op
6 december 2005, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 6
décembre 2005, la Cour d'appel de Liège a posé la question
prejudiciële vraag gesteld : préjudicielle suivante :
« Schendt artikel 306 van het Burgerlijk Wetboek, zoals « L'article 306 du Code civil tel qu'il est interprété par la Cour de
geïnterpreteerd door het Hof van Cassatie in zijn [...] arresten van 4 cassation dans ses arrêts du 4 janvier 1980 et du 23 avril 1982 [...],
januari 1980 en 23 april 1982, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ne viole-t-il pas les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il
doordat het aanleiding geeft tot discriminatie van de echtgenoot die
na echtscheiding een onderhoudsuitkering vordert, naargelang die crée une discrimination entre l'époux demandeur d'une pension
echtgenoot verweerder is in een echtscheidingsgeding ingesteld op alimentaire après divorce, selon que cet époux est défendeur dans une
grond van de artikelen 229 of 231 van het Burgerlijk Wetboek, of instance en divorce mue sur la base des articles 229 ou 231 du Code
verweerder is in een echtscheidingsgeding ingesteld op grond van civil ou qu'il est défendeur dans une instance en divorce mue sur la
artikel 232 van het Burgerlijk Wetboek, door het feit dat in de eerste base de l'article 232 du Code civil, du fait que dans la première
situatie hem de uitkering niet zal worden toegekend indien wordt situation, la pension ne lui sera pas accordée s'il est établi qu'il a
aangetoond dat hij overspel, gewelddaden, mishandeling of grove commis l'adultère, des excès, sévices ou injures graves, tandis que
beledigingen heeft gepleegd, terwijl in de tweede situatie hem dans la deuxième situation, la même pension ne lui sera pas accordée
dezelfde uitkering niet zal worden toegekend wanneer wordt vastgesteld dès lors que des fautes ou manquements sont reconnus dans son chef
dat door hem begane fouten of tekortkomingen ten grondslag liggen aan comme étant à l'origine de la séparation de fait ou comme ayant
de feitelijke scheiding of ertoe hebben bijgedragen dat deze meer dan contribué à son maintien pendant plus de deux ans, fautes ou
twee jaar heeft geduurd, fouten of tekortkomingen die tot de manquements qui relèvent de l'appréciation discrétionnaire du juge en
discretionaire beoordeling van de rechter behoren - zonder enig vooraf l'absence de tout critère objectif prédéfinis, mais qui, selon
bepaald objectief criterium -, maar die volgens de interpretatie van l'interprétation de la Cour de cassation, peuvent présenter une
het Hof van Cassatie minder zwaar kunnen zijn dan de gewelddaden, gravité moindre que les excès, sévices et injures dont il est question
mishandeling en beledigingen waarvan sprake is in artikel 231 van het à l'article 231 du Code civil ? ».
Burgerlijk Wetboek ? ».
b. Bij arrest van 23 februari 2006 in zake A.T. tegen B.V. en N.N., b. Par arrêt du 23 février 2006 en cause de A.T. contre B.V. et N.N.,
waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op
8 maart 2006, heeft het Hof van Beroep te Gent de volgende dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 8
prejudiciële vraag gesteld : mars 2006, la Cour d'appel de Gand a posé la question préjudicielle suivante :
« Schendt artikel 306 van het Burgerlijk Wetboek het grondwettelijk « L'article 306 du Code civil viole-t-il le principe constitutionnel
d'égalité et de non-discrimination (articles 10 et 11 de la
gelijkheids- en niet-discriminatiebeginsel (art. 10 - 11 G.W.) en art. Constitution) ainsi que les articles 10 et 11 de la Constitution
10 en 11 G.W. juncto art. 6 E.V.R.M. : juncto l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme :
1. in zoverre het een verschil in behandeling invoert tussen eiser in 1. en tant qu'il instaure une différence de traitement entre le
echtscheiding op grond van feitelijke scheiding en de verweerder in demandeur en divorce pour cause de séparation de fait et le défendeur
echtscheiding op grond van feitelijke scheiding, doordat een vermoeden en divorce pour cause de séparation de fait, en ce qu'une présomption
van exclusieve schuld wordt ingevoerd ten laste van de eiser in echtscheiding op grond van feitelijke scheiding ? 2. in zoverre het een verschil in behandeling invoert tussen verschillende verweerders inzake vorderingen tot onderhoudsuitkering na echtscheiding, al naargelang deze verweerders inzake onderhoudsuitkering in de echtscheidingsprocedure de positie hebben van, enerzijds, eiser in een echtscheidingsprocedure op grond van feitelijke scheiding en, anderzijds, verweerder in een echtscheidingsprocedure op grond van feitelijke scheiding, of eiser of verweerder in een procedure tot echtscheiding op grond van feiten, doordat een vermoeden van exclusieve schuld wordt ingevoerd ten laste van de eiser in echtscheiding op grond van feitelijke scheiding ? ». de faute exclusive est instaurée à la charge du demandeur en divorce pour cause de séparation de fait ? 2. en tant qu'il instaure une différence de traitement entre différents défendeurs dans des actions alimentaires après divorce, selon que ces défendeurs se trouvent, dans la procédure de divorce, en position, d'une part, de demandeur et, d'autre part, de défendeur dans une procédure de divorce pour cause de séparation de fait, ou de demandeur ou de défendeur dans une procédure en divorce pour cause déterminée, en ce qu'une présomption de faute exclusive est instaurée à la charge du demandeur en divorce pour cause de séparation de fait ? ».
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 3824 en 3936 van de rol van Ces affaires, inscrites sous les numéros 3824 et 3936 du rôle de la
het Hof, werden samengevoegd. Cour, ont été jointes.
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1. Elke echtgenoot kan de echtscheiding vorderen op grond van B.1. Chacun des époux peut demander le divorce pour cause d'adultère
overspel door de andere echtgenoot (artikel 229 van het Burgerlijk de son conjoint (article 229 du Code civil) ou pour excès, sévices ou
Wetboek) of op grond van gewelddaden, mishandelingen of grove
beledigingen door de andere echtgenoot (artikel 231 van hetzelfde injures graves de celui-ci (article 231 du même Code).
Wetboek). Elke echtgenoot kan ook de echtscheiding vorderen op grond van Chacun des époux peut également demander le divorce pour cause de
feitelijke scheiding van meer dan twee jaar indien daaruit de duurzame séparation de fait de plus de deux ans, s'il ressort de cette
ontwrichting van het huwelijk blijkt en het toekennen van de situation que la désunion des époux est irrémédiable et que
echtscheiding op deze grond de materiële toestand van de minderjarige l'admission du divorce sur cette base n'aggrave pas de manière notable
kinderen niet gevoelig verslechtert (artikel 232 van hetzelfde la situation matérielle des enfants mineurs (article 232 du même
Wetboek). Code).
B.2. Terwijl de echtscheiding wegens bepaalde feiten bedoeld in de B.2. Alors que le divorce pour cause déterminée visé aux articles 229
artikelen 229 en 231 van het Burgerlijk Wetboek gegrond is op de fout et 231 du Code civil est fondé sur la faute de l'un des époux, le
van één van de echtgenoten, is de echtscheiding bedoeld in artikel
232, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, volgens de toelichting bij het divorce visé à l'article 232, alinéa 1er, du même Code est fondé,
wetsvoorstel dat heeft geleid tot de wet van 1 juli 1974 waarbij het selon les développements de la proposition de loi ayant abouti à la
in het geding zijnde artikel 306 in het Burgerlijk Wetboek is loi du 1er juillet 1974 qui a inséré l'article 306 en cause dans le
ingevoegd, gegrond op de omstandigheid dat na een aantal jaren van Code civil, sur la circonstance qu'après un certain nombre d'années de
feitelijke scheiding, « de kans op verzoening tussen echtgenoten séparation de fait, « la chance d'une réconciliation entre les époux
onbestaande [is] geworden » (Parl. St., Senaat, 1971-1972, nr. 161, p. est devenue inexistante » (Doc. parl., Sénat, 1971-1972, n° 161, p.
1). B.3. De rechtbank kan aan de echtgenoot die de echtscheiding heeft verkregen een uitkering, uit de goederen en de inkomsten van de andere echtgenoot, toekennen die, rekening houdend met zijn inkomsten en mogelijkheden, hem in staat kan stellen in zijn bestaan te voorzien op een gelijkwaardige wijze als tijdens het samenleven (artikel 301, § 1, van het Burgerlijk Wetboek). Wanneer het gaat om een echtscheiding op grond van feitelijke scheiding, wordt de echtgenoot die de echtscheiding heeft gevorderd en verkregen beschouwd als degene tegen wie de echtscheiding is uitgesproken. De rechtbank kan aan die echtgenoot echter een uitkering toekennen indien deze het bewijs levert dat de feitelijke scheiding te wijten is aan de fouten en tekortkomingen van de andere echtgenoot 1). B.3. Le tribunal peut accorder à l'époux qui a obtenu le divorce, sur les biens et les revenus de l'autre époux, une pension pouvant permettre au bénéficiaire, compte tenu de ses revenus et possibilités, d'assurer son existence dans des conditions équivalentes à celles dont il bénéficiait durant la vie commune (article 301, § 1er, du Code civil). Lorsqu'il s'agit d'un divorce pour cause de séparation de fait, l'époux qui a demandé et obtenu le divorce est considéré comme celui contre qui le divorce est prononcé. Le tribunal peut cependant lui accorder une pension s'il apporte la preuve que la séparation de fait
(artikel 306 van hetzelfde Wetboek). est imputable aux fautes et manquements de l'autre époux (article 306
du Code civil).
B.4. De prejudiciële vragen strekken in essentie ertoe van het Hof te B.4. Les questions préjudicielles visent en substance à demander à la
vernemen of de laatstvermelde bepaling een discriminatie doet ontstaan Cour si cette dernière disposition fait naître une discrimination à
ten aanzien van : l'égard de :
- de echtgenoot op wiens verzoek de echtscheiding op grond van - l'époux à la demande duquel le divorce pour cause de séparation de
feitelijke scheiding is uitgesproken, doordat de bepaling, wat de fait est prononcé, parce que la disposition, en ce qui concerne
toekenning van een uitkering tot levensonderhoud betreft, « een l'attribution d'une pension alimentaire, instaure à sa charge une «
vermoeden van exclusieve schuld » te zijnen laste invoert (zaak nr. présomption de faute exclusive » (affaire n° 3936);
3936); - de verwerende echtgenoot in een echtscheidingsprocedure op grond van - l'époux défendeur dans une procédure de divorce pour cause de
feitelijke scheiding, doordat de fouten en tekortkomingen die de séparation de fait, en ce que les fautes et manquements dont l'époux
echtgenoot die de uitkering tot levensonderhoud eist moet bewijzen om demandeur de la pension alimentaire doit apporter la preuve pour se
die uitkering tot levensonderhoud toegekend te krijgen, minder zwaar
kunnen zijn dan de gewelddaden, mishandelingen en beledigingen bedoeld voir accorder cette pension alimentaire peuvent présenter une gravité
in artikel 231 van het Burgerlijk Wetboek (zaak nr. 3824). moindre que les excès, sévices et injures visés à l'article 231 du
In beide onderdelen van de prejudiciële vraag in de zaak nr. 3936 Code civil (affaire n° 3824).
worden de eisers in een echtscheiding op grond van feitelijke Dans les deux parties de la question préjudicielle posée dans
scheiding vergeleken met de verweerders in een echtscheiding op grond l'affaire n° 3936, les demandeurs en divorce pour cause de séparation
van feitelijke scheiding. In het tweede onderdeel van de vraag worden de fait sont comparés aux défendeurs en divorce pour cause de
aan die tweede categorie nog de eisers en de verweerders in een séparation de fait. Dans la deuxième partie de la question, sont
echtscheiding op grond van bepaalde feiten toegevoegd, categorie van ajoutés en outre à ces catégories les demandeurs et les défendeurs en
echtgenoten ten aanzien van wie evenmin een « vermoeden van exclusieve divorce pour cause déterminée, catégorie d'époux à l'égard desquels
schuld » zou gelden in het kader van de toekenning van een uitkering n'existerait pas non plus, dans le cadre de l'octroi d'une pension
tot levensonderhoud, zoals dat wel het geval is voor de eerstgenoemde alimentaire, la « présomption de faute exclusive » qui pèse sur la
categorie van personen. première catégorie de personnes nommée.
De te vergelijken categorieën in de prejudiciële vraag in de zaak nr. Les catégories à comparer dans la question préjudicielle posée dans
3824 zijn de verweerders in een echtscheiding op grond van feitelijke l'affaire n° 3824 sont les défendeurs en divorce pour cause de
scheiding, aan de ene kant, en de verweerders in een echtscheiding op séparation de fait, d'une part, et les défendeurs en divorce pour
grond van bepaalde feiten, aan de andere kant. Weliswaar kan aan de cause déterminée, d'autre part. Certes, l'époux appartenant à cette
laatstgenoemde categorie van echtgenoten, krachtens artikel 301, § 1, dernière catégorie ne peut, en vertu de l'article 301, § 1er, du Code
van het Burgerlijk Wetboek, geen uitkering tot levensonderhoud worden
toegekend, maar de verwijzende rechter beoogt blijkbaar de bijzondere civil, recevoir une pension alimentaire, mais le juge a quo vise
situatie waarin « de uitkering niet zal worden toegekend aan de manifestement la situation particulière dans laquelle « la pension ne
echtgenoot die de echtscheiding heeft verkregen indien - in het kader sera pas accordée à l'époux qui a obtenu le divorce si - dans le cadre
van een tegenvordering tot echtscheiding die zijn echtgenoot tegen hem d'une demande reconventionnelle en divorce dirigée contre lui par son
heeft ingesteld op grond van de artikelen 229 of 231 van het conjoint sur la base des articles 229 ou 231 du Code civil - il est
Burgerlijk Wetboek - wordt aangetoond dat hij overspel, gewelddaden, établi qu'il a commis l'adultère, des excès, sévices ou injures graves
mishandeling of grove beledigingen heeft gepleegd ». ».
Ten aanzien van de prejudiciële vraag in de zaak nr. 3824 Quant à la question préjudicielle posée dans l'affaire n° 3824
B.5.1. Anders dan de echtscheiding op grond van bepaalde feiten steunt B.5.1. Contrairement au divorce pour cause déterminée, le divorce pour
de echtscheiding op grond van feitelijke scheiding niet op het bestaan cause de séparation de fait n'est pas fondé sur l'existence d'une «
van een « fout ». Om de echtscheiding op grond van feitelijke faute ». Dès lors, pour obtenir le divorce pour cause de séparation de
scheiding te verkrijgen, moet derhalve geen enkel bewijs van een fout
worden geleverd.
Pas wanneer het erom gaat de gevolgen van de echtscheiding te regelen, fait, aucune preuve de faute ne doit être apportée.
en met name te beslissen over de toekenning van uitkeringen tot Ce n'est que lorsqu'il s'agit de régler les effets du divorce, et en
levensonderhoud, stelt de wetgever een vermoeden van schuld vast in particulier de statuer sur une demande de pension alimentaire, que le
hoofde van de echtgenoot die de echtscheiding vordert. législateur instaure une présomption de faute dans le chef de l'époux
B.5.2. Het fundamenteel verschil tussen beide vormen van echtscheiding qui demande le divorce. B.5.2. La différence fondamentale entre les deux formes de divorce
verantwoordt op objectieve en redelijke wijze dat de fouten en justifie objectivement et raisonnablement que les fautes et
tekortkomingen die in voorkomend geval moeten worden bewezen om een manquements qui doivent le cas échéant être prouvés pour obtenir une
uitkering tot levensonderhoud toegekend te krijgen, minder zwaar pension alimentaire puissent présenter une gravité moindre que les
kunnen zijn dan de feiten bedoeld in de artikelen 229 en 231 van het faits visés aux articles 229 et 231 du Code civil.
Burgerlijk Wetboek. B.5.3. De prejudiciële vraag in de zaak nr. 3824 dient ontkennend te B.5.3. La question préjudicielle posée dans l'affaire n° 3824 appelle
worden beantwoord. une réponse négative.
Ten aanzien van de prejudiciële vragen in de zaak nr. 3936 Quant aux questions préjudicielles dans l'affaire n° 3936
B.6.1. Het komt de wetgever toe te beoordelen in welke mate een B.6.1. C'est au législateur qu'il appartient d'apprécier dans quelle
echtgenoot moet worden beschermd die, door een eenzijdig initiatief mesure il y a lieu de protéger un époux qui, par une initiative
van de andere echtgenoot, de hulp die echtgenoten elkaar verschuldigd unilatérale de son conjoint, serait privé du secours que se doivent
zijn ingevolge artikel 213 van het Burgerlijk Wetboek, zou verliezen les époux, aux termes de l'article 213 du Code civil, et se trouverait
en hierdoor noodlijdend zou worden. Hiertoe kan hij, ten laste van één dans le besoin. Il peut, à cet effet, prolonger, au-delà du mariage
van beide echtgenoten, bepaalde gevolgen van de plicht tot hulp dissous par le divorce, certains effets de l'obligation de secours à
handhaven nadat het huwelijk door echtscheiding is ontbonden, door die charge d'un des époux, en obligeant cet époux à verser une pension
echtgenoot te verplichten alimentatiegeld te betalen. alimentaire.
B.6.2. Het vermoeden dat artikel 306 van het Burgerlijk Wetboek B.6.2. La présomption instaurée par l'article 306 du Code civil peut
instelt, is evenwel weerlegbaar. De rechtbank kan een uitkering tot toutefois être renversée. Le tribunal peut accorder une pension
levensonderhoud toch toekennen aan de echtgenoot die de echtscheiding alimentaire à l'époux qui a demandé le divorce si celui-ci apporte la
heeft gevorderd indien die het bewijs levert dat de feitelijke preuve que la séparation de fait est imputable aux fautes et
scheiding te wijten is aan de fouten en tekortkomingen van de andere echtgenoot. manquements de l'autre époux.
B.6.3. Daaruit volgt dat de wetgever niet op onevenredige wijze B.6.3. Il s'ensuit que le législateur n'a pas porté atteinte de
afbreuk heeft gedaan aan de belangen van één van de betrokken manière disproportionnée aux intérêts de l'une des catégories d'époux
categorieën van echtgenoten. concernées.
B.7.1. De verwijzende rechter in de zaak nr. 3936 verzoekt het Hof de B.7.1. Dans l'affaire n° 3936, le juge a quo demande à la Cour de
in het geding zijnde bepaling tevens te toetsen aan de artikelen 10 en contrôler aussi la disposition en cause au regard des articles 10 et
11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het 11 de la Constitution combinés avec l'article 6 de la Convention
Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat het recht op een européenne des droits de l'homme qui garantit le droit à un procès
eerlijk proces en het vermoeden van onschuld waarborgt. équitable et la présomption d'innocence.
B.7.2. Artikel 6.2 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de B.7.2. L'article 6.2 de la Convention européenne des droits de l'homme
Mens bepaalt : dispose :
« Eenieder, die wegens een strafbaar feit wordt vervolgd wordt voor « Toute personne accusée d'une infraction est présumée innocente
onschuldig gehouden totdat zijn schuld volgens de wet bewezen wordt ». jusqu'à ce que sa culpabilité ait été légalement établie ».
Artikel 306 van het Burgerlijk Wetboek valt niet onder het L'article 306 du Code civil n'entre pas dans le champ d'application de
toepassingsgebied van die bepaling. cette disposition.
B.7.3. Voor het overige kan noch uit de verwijzingsbeslissing, noch B.7.3. Pour le surplus, ni la décision de renvoi ni l'exposé fait par
uit de uiteenzetting van de partijen, worden afgeleid in welk opzicht les parties ne permettent d'apercevoir en quoi la disposition en cause
de in het geding zijnde bepaling op discriminerende wijze afbreuk zou porterait atteinte de manière discriminatoire au droit à un procès
doen aan het recht op een eerlijk proces. équitable.
B.8. De prejudiciële vragen in de zaak nr. 3936 dienen ontkennend te B.8. Les questions préjudicielles posées dans l'affaire n° 3936
worden beantwoord. appellent une réponse négative.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
Artikel 306 van het Burgerlijk Wetboek schendt de artikelen 10 en 11 L'article 306 du Code civil ne viole pas les articles 10 et 11 de la
van de Grondwet niet. Constitution.
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise,
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 8 november 2006. la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 8 novembre 2006.
De griffier, Le greffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
De voorzitter, Le président,
M. Melchior. M. Melchior.
^