Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 81/2006 van 17 mei 2006 Rolnummer 3769 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 146, derde en vierde lid, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters L. Lavr(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 81/2006 van 17 mei 2006 Rolnummer 3769 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 146, derde en vierde lid, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters L. Lavr(...) Extrait de l'arrêt n° 81/2006 du 17 mai 2006 Numéro du rôle : 3769 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 146, alinéas 3 et 4, du décret de la Région flamande du 18 mai 1999 portant organisation de l'aménagement du territ La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges L. Lavrysen, J(...)
ARBITRAGEHOF COUR D'ARBITRAGE
Uittreksel uit arrest nr. 81/2006 van 17 mei 2006 Extrait de l'arrêt n° 81/2006 du 17 mai 2006
Rolnummer 3769 Numéro du rôle : 3769
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 146, derde en En cause : la question préjudicielle concernant l'article 146, alinéas
vierde lid, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 18 mei 1999 3 et 4, du décret de la Région flamande du 18 mai 1999 portant
houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, gesteld door de organisation de l'aménagement du territoire, posée par le Tribunal de
Rechtbank van eerste aanleg te Ieper. première instance d'Ypres.
Het Arbitragehof, La Cour d'arbitrage,
samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges L.
L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels,
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A.
voorzitter A. Arts, Arts,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij vonnis van 13 juni 2005 in zake het openbaar ministerie tegen M. Par jugement du 13 juin 2005 en cause du ministère public contre M.
Degrave en de NV Voeders Degrave, waarvan de expeditie ter griffie van Degrave et la SA Voeders Degrave, dont l'expédition est parvenue au
het Arbitragehof is ingekomen op 12 september 2005, heeft de Rechtbank greffe de la Cour d'arbitrage le 12 septembre 2005, le Tribunal de
van eerste aanleg te Ieper de volgende prejudiciële vraag gesteld : première instance d'Ypres a posé la question préjudicielle suivante :
« Schendt artikel 146, derde en vierde lid, van het decreet [van het « L'article 146, alinéas 3 et 4, du décret [de la Région flamande] du
Vlaamse Gewest] op de ruimtelijke ordening van 18 mei 1999 het 18 mai 1999 portant organisation de l'aménagement du territoire
grondwettelijk legaliteitsbeginsel, neergelegd in artikel 12, tweede viole-t-il le principe constitutionnel de légalité inscrit à l'article
lid, en artikel 14 van de Grondwet, aldus geïnterpreteerd dat het geen 12, alinéa 2, et à l'article 14 de la Constitution, s'il est
toepassing kent op gebieden die in de ruimtelijke uitvoeringsplannen interprété en ce sens qu'il ne trouve pas à s'appliquer aux zones que
of de plannen van aanleg zijn aangewezen als ' landschappelijk les plans d'exécution spatiaux ou les plans d'aménagement désignent
waardevolle agrarische gebieden ' doordat zulke gebieden moeten worden comme ' zones agricoles d'intérêt paysager ', parce que ces zones
geacht ' agrarische gebieden met bijzondere bestemming te zijn en doivent être réputées ' zones agricoles à valeur particulière ' et,
mitsdien kwetsbare gebieden ' ? ». dès lors, ' zones vulnérables ' ? ».
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1. Artikel 146, derde en vierde lid, van het decreet van het Vlaamse B.1. L'article 146, alinéas 3 et 4, du décret de la Région flamande du
Gewest van 18 mei 1999 « houdende de organisatie van de ruimtelijke 18 mai 1999 « portant organisation de l'aménagement du territoire »,
ordening », zoals ingevoegd bij artikel 7 van het decreet van 4 juni tel qu'il a été inséré par l'article 7 du décret du 4 juin 2003 «
2003 « houdende wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de modifiant le décret du 18 mai 1999 portant organisation de
organisatie van de ruimtelijke ordening, wat het handhavingsbeleid l'aménagement du territoire en ce qui concerne la politique de
betreft », gewijzigd bij artikel 46, 3°, van het decreet van 21 maintien », modifié par l'article 46, 3°, du décret du 21 novembre
november 2003, en zoals gedeeltelijk vernietigd bij het arrest van het 2003, et tel qu'il a été partiellement annulé par l'arrêt de la Cour
Hof nr. 14/2005 van 19 januari 2005, bepaalt : n° 14/2005 du 19 janvier 2005, énonce :
« De strafsanctie voor het instandhouden van inbreuken, bedoeld in het « La sanction pour la [persistance] d'infractions visées à l'alinéa
eerste lid, 1°, 2°, 3°, 6° en 7°, geldt niet voorzover de handelingen, werken, wijzigingen of het strijdige gebruik niet gelegen zijn in de ruimtelijk kwetsbare gebieden. Onder de ruimtelijk kwetsbare gebieden worden verstaan de groengebieden, natuurgebieden, natuurgebieden met wetenschappelijke waarde, natuurreservaten, natuurontwikkelingsgebieden, parkgebieden, bosgebieden, valleigebieden, brongebieden, agrarische gebieden met ecologische waarde of belang, agrarische gebieden met bijzondere waarde, grote eenheden natuur, grote eenheden natuur in ontwikkeling en de ermee vergelijkbare gebieden, aangewezen in ruimtelijke uitvoeringsplannen of plannen van aanleg, alsook de beschermde duingebieden en voor het duingebied belangrijke landbouwgebieden, premier, 1°, 2°, 3°, 6° et 7°, ne s'applique pas pour autant que les opérations, travaux, modifications ou l'utilisation contraire ne sont pas situés dans les zones vulnérables du point vue spatial. Par zones vulnérables du point vue spatial, il faut entendre les zones vertes, les zones naturelles, les zones naturelles à valeur scientifique, les réserves naturelles, les zones de développement naturelles, les zones de parc, les zones forestières, les zones de vallées et de sources, les zones agricoles à valeur ou intérêt écologique, les zones agricoles à valeur particulière, les grandes entités naturelles, les grandes entités naturelles en développement et les zones y comparables, désignées sur les plans d'exécution spatiaux ou les plans d'aménagement, ainsi que les zones dunaires protégées et les zones dunaires à intérêt agricole, désignées en vertu du décret du
aangewezen krachtens het decreet van 14 juli 1993 houdende maatregelen 14 juillet 1993 portant les mesures de protection des dunes côtières
tot bescherming van de kustduinen ». ».
B.2. De verwijzende rechter vraagt of die bepaling bestaanbaar is met B.2. Le juge a quo demande si cette disposition est compatible avec
de artikelen 12, tweede lid, en 14 van de Grondwet, « aldus les articles 12, alinéa 2, et 14 de la Constitution, si elle est
geïnterpreteerd dat het geen toepassing kent op gebieden die in de interprétée « en ce sens qu' ne trouve pas à s'appliquer aux zones que
ruimtelijke uitvoeringsplannen of de plannen van aanleg zijn les plans d'exécution spatiaux ou les plans d'aménagement désignent
aangewezen als ' landschappelijk waardevolle agrarische gebieden ' comme ' zones agricoles d'intérêt paysager ', parce que ces zones
doordat zulke gebieden moeten worden geacht ' agrarische gebieden met doivent être réputées ' zones agricoles à valeur particulière ' et,
bijzondere bestemming te zijn en mitsdien kwetsbare gebieden ' ». dès lors, ' zones vulnérables ' ».
B.3. Artikel 12, tweede lid, van de Grondwet bepaalt : B.3. L'article 12, alinéa 2, de la Constitution dispose :
« Niemand kan worden vervolgd dan in de gevallen die de wet bepaalt en « Nul ne peut être poursuivi que dans les cas prévus par la loi, et
in de vorm die zij voorschrijft ». dans la forme qu'elle prescrit ».
Artikel 14 van de Grondwet bepaalt : L'article 14 de la Constitution énonce :
« Geen straf kan worden ingevoerd of toegepast dan krachtens de wet ». « Nulle peine ne peut être établie ni appliquée qu'en vertu de la loi ».
B.4.1. Door aan de wetgevende macht de bevoegdheid te verlenen, B.4.1. En attribuant au pouvoir législatif la compétence, d'une part,
enerzijds, om te bepalen in welke gevallen en in welke vorm de déterminer dans quels cas et sous quelle forme des poursuites
strafvervolging mogelijk is en, anderzijds, om een wet aan te nemen op pénales sont possibles et, d'autre part, d'adopter la loi en vertu de
grond waarvan een straf kan worden bepaald en toegepast, waarborgen de laquelle une peine peut être établie et appliquée, les articles 12,
artikelen 12, tweede lid, en 14 van de Grondwet aan elke burger dat geen enkele gedraging strafbaar zal worden gesteld en geen enkele straf zal worden opgelegd dan krachtens regels aangenomen door een democratisch verkozen beraadslagende vergadering. Het legaliteitsbeginsel in strafzaken gaat bovendien uit van de idee dat de strafwet moet worden geformuleerd in bewoordingen op grond waarvan eenieder, op het ogenblik waarop hij een gedrag aanneemt, kan uitmaken of dat gedrag al dan niet strafbaar is. Het eist dat de wetgever in voldoende nauwkeurige, duidelijke en rechtszekerheid biedende bewoordingen bepaalt welke feiten strafbaar worden gesteld, zodat, enerzijds, degene die een gedrag aanneemt, vooraf op afdoende wijze kan inschatten wat het strafrechtelijke gevolg van dat gedrag kan zijn en, anderzijds, aan de rechter geen al te grote beoordelingsvrijheid wordt gelaten. Het legaliteitsbeginsel in strafzaken staat evenwel niet eraan in de weg dat de wet aan de rechter een beoordelingsbevoegdheid toekent. Er alinéa 2, et 14 de la Constitution garantissent à tout citoyen qu'aucun comportement ne sera punissable et qu'aucune peine ne sera infligée qu'en vertu de règles adoptées par une assemblée délibérante, démocratiquement élue. Le principe de légalité en matière pénale procède en outre de l'idée que la loi pénale doit être formulée en des termes qui permettent à chacun de savoir, au moment où il adopte un comportement, si celui-ci est ou non punissable. Il exige que le législateur indique, en des termes suffisamment précis, clairs et offrant la sécurité juridique, quels faits sont sanctionnés, afin, d'une part, que celui qui adopte un comportement puisse évaluer préalablement, de manière satisfaisante, quelle sera la conséquence pénale de ce comportement et afin, d'autre part, que ne soit pas laissé au juge un trop grand pouvoir d'appréciation. Toutefois, le principe de légalité en matière pénale n'empêche pas que
dient immers rekening te worden gehouden met het algemene karakter van la loi attribue un pouvoir d'appréciation au juge. Il faut en effet
de wetten, de uiteenlopende situaties waarop zij van toepassing zijn tenir compte du caractère de généralité des lois, de la diversité des
en de evolutie van de gedragingen die zij bestraffen. situations auxquelles elles s'appliquent et de l'évolution des
Aan het vereiste dat een misdrijf duidelijk moet worden omschreven in comportements qu'elles répriment.
de wet is voldaan wanneer de rechtzoekende, op basis van de La condition qu'une infraction doit être clairement définie par la loi
bewoordingen van de relevante bepaling en, indien nodig, met behulp se trouve remplie lorsque le justiciable peut savoir, à partir du
van de interpretatie daarvan door de rechtscolleges, kan weten welke libellé de la disposition pertinente et, au besoin, à l'aide de son
handelingen en welke verzuimen zijn strafrechtelijke aansprakelijkheid interprétation par les juridictions, quels actes et omissions engagent
meebrengen. sa responsabilité pénale.
B.4.2. Enkel bij het onderzoek van een specifieke strafbepaling is het B.4.2. Ce n'est qu'en examinant une disposition pénale spécifique
mogelijk om, rekening houdend met de elementen eigen aan de misdrijven qu'il est possible, en tenant compte des éléments propres aux
die zij wil bestraffen, te bepalen of de door de wetgever gehanteerde infractions qu'elle entend réprimer, de déterminer si les termes
algemene bewoordingen zo vaag zijn dat ze het strafrechtelijke généraux utilisés par le législateur sont à ce point vagues qu'ils
legaliteitsbeginsel zouden schenden. méconnaîtraient le principe de légalité en matière pénale.
B.5.1. Artikel 146, derde lid, van het decreet van 18 mei 1999 bepaalt B.5.1. L'article 146, alinéa 3, du décret du 18 mai 1999 prévoit dans
in welk geval het in stand houden van een stedenbouwmisdrijf strafbaar quel cas la persistance d'une infraction en matière d'urbanisme est
is. punissable.
B.5.2. Om de redenen die het Hof heeft aangegeven in zijn arresten B.5.2. Pour les motifs exprimés par la Cour dans ses arrêts nos
nrs. 136/2004 en 14/2005, beantwoordt het geval van strafbaarheid van 136/2004 et 14/2005, le caractère punissable de la persistance d'une
het in stand houden van een stedenbouwmisdrijf wanneer het misdrijf infraction en matière d'urbanisme, lorsque l'infraction est commise
plaatsvindt in een ruimtelijk kwetsbaar gebied, aan de vereisten van dans une zone vulnérable du point de vue spatial, satisfait aux
nauwkeurigheid, duidelijkheid en voorspelbaarheid waaraan de exigences de précision, de clarté et de prévisibilité auxquelles
strafwetten moeten voldoen. doivent répondre les lois pénales.
B.5.3. Te dezen stelt de verwijzende rechter evenwel vragen, niet bij B.5.3. Toutefois, en l'espèce, le juge a quo s'interroge, non pas sur
la constitutionnalité du caractère punissable d'une infraction en
de grondwettigheid van de strafbaarstelling van een stedenbouwmisdrijf matière d'urbanisme dans une zone vulnérable d'un point de vue
in een ruimtelijk kwetsbaar gebied, maar bij de bestaanbaarheid van spatial, mais bien sur la compatibilité de l'article 146, alinéas 3 et
artikel 146, derde en vierde lid, met de artikelen 12, tweede lid, en 4, avec les articles 12, alinéa 2, et 14, de la Constitution s'il est
14 van de Grondwet, indien het, overeenkomstig de rechtspraak (Cass. interprété, conformément à la jurisprudence (Cass. 22 février 2005,
22 februari 2005, A.R. nr. P.04.1346.N, www.cass.be; Cass. 13 R.G. n° P.04.1346.N, www.cass.be; Cass. 13 septembre 2005, R.G. n°
september 2005, A.R. nr. P.05.0479.N, www.cass.be), aldus wordt P.05.0479.N, www.cass.be), comme s'appliquant aux « zones agricoles
geïnterpreteerd dat het van toepassing is op « landschappelijk
waardevol agrarisch gebied » als « agrarisch gebied met bijzondere d'intérêt paysager » en tant que « zones agricoles à valeur
waarde ». particulière ».
B.6.1. Uit de parlementaire voorbereiding van het decreet van 4 juni B.6.1. Les travaux préparatoires du décret du 4 juin 2003, qui a
2003, dat het in het geding zijnde vierde lid in het decreet van 18 inséré l'alinéa 4 litigieux dans le décret du 18 mai 1999, font
mei 1999 heeft ingevoegd, volgt dat het de bedoeling was van de apparaître que le législateur décrétal n'entendait pas supprimer la
decreetgever de instandhouding van een bouwmisdrijf als voortdurend persistance d'une infraction en matière d'urbanisme comme délit
misdrijf niet te schrappen wanneer het misdrijf was gelegen in een continu lorsque l'infraction était commise dans une zone vulnérable du
ruimtelijk kwetsbaar gebied (Parl. St., Vlaams Parlement, 2002-2003, point de vue spatial (Doc. parl., Parlement flamand, 2002-2003, n°
nr. 1566/1, p. 9). Volgens de indiener van het voorstel van decreet is 1566/1, p. 9). Selon l'auteur de la proposition de décret, la
de verjaring van de strafvordering niet van toepassing in de prescription de l'action publique n'est pas applicable dans les zones
prioritaire gebieden. « Die kwetsbare gebieden zijn ondertussen prioritaires. « Ces zones vulnérables sont entre-temps suffisamment
genoegzaam bekend, want het is niet de eerste keer dat dit begrip connues, car ce n'est pas la première fois que cette notion est
wordt gehanteerd ». Bovendien besluit de indiener van het voorstel « utilisée ». En outre, l'auteur de la proposition conclut que « dans la
dat in het gros van de gevallen de regeling van de verjaring van majorité des cas, la règle de la prescription des infractions en
bouwmisdrijven wel van toepassing is » (Parl. St., Vlaams Parlement, matière d'urbanisme est applicable » (Doc. parl., Parlement flamand,
2002-2003, nr. 1566/7, p. 19). 2002-2003, n° 1566/7, p. 19).
B.6.2. De « landschappelijk waardevolle gebieden » zijn landelijke B.6.2. Les « zones d'intérêt paysager » sont des zones rurales
gebieden aangewezen in de gewestplannen die in overdruk de nadere désignées dans les plans de secteur qui ont reçu, en surimpression,
aanwijzing « landschappelijk waardevol gebied » hebben gekregen l'indication supplémentaire « zones d'intérêt paysager » (article 2 de
(artikel 2 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende l'arrêté royal du 28 décembre 1972 relatif à la présentation et à la
de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen). De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin (artikel 11.4.1 van voormeld koninklijk besluit). Landschappelijk waardevolle agrarische gebieden zijn agrarische gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In die gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen (artikel 15.4.6.1 van voormeld koninklijk besluit). mise en oeuvre des projets de plans et des plans de secteur). Les zones agricoles sont destinées à l'agriculture au sens général du terme (article 11.4.1 de l'arrêté royal précité). Les zones agricoles d'intérêt paysager sont des zones agricoles soumises à certaines restrictions en vue de la sauvegarde ou de la formation du paysage. Dans ces zones peuvent être accomplis tous les actes et travaux correspondant à la destination donnée par « la teinte de fond » pour autant qu'ils ne mettent pas en péril la valeur esthétique du paysage (article 15.4.6.1 de l'arrêté royal précité).
De rechtspraak heeft dan ook kunnen besluiten dat die gebieden, die La jurisprudence a dès lors pu conclure que ces zones, qui sont
nauwkeurig zijn aangegeven in de gewestplannen, te beschouwen zijn als désignées avec précision dans les plans de secteur, doivent être
« agrarische gebieden met bijzondere waarde » die zijn « aangewezen in considérées comme des « zones agricoles à valeur particulière » qui
ruimtelijke uitvoeringsplannen of plannen van aanleg » in de zin van sont « désignées sur les plans d'exécution spatiaux ou les plans
het in het geding zijnde artikel 146, vierde lid, van het decreet d'aménagement », au sens de l'article 146, alinéa 4, litigieux du
houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening. décret portant organisation de l'aménagement du territoire.
B.6.3. Het in het geding zijnde artikel 146, vierde lid, in zoverre B.6.3. En tant qu'il est interprété en ce sens que les « zones
het aldus wordt geïnterpreteerd dat de « landschappelijk waardevolle agricoles d'intérêt paysager » relèvent des « zones agricoles à valeur
agrarische gebieden » begrepen zijn in de « agrarische gebieden met particulière », l'article 146, alinéa 4, litigieux satisfait aux
bijzondere waarde », voldoet aan de eisen van het legaliteitsbeginsel exigences du principe de légalité en matière pénale.
in strafzaken.
B.7. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. B.7. La question préjudicielle appelle une réponse négative.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
Artikel 146, vierde lid, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 18 L'article 146, alinéa 4, du décret de la Région flamande du 18 mai
mei 1999 « houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening », 1999 « portant organisation de l'aménagement du territoire », inséré
ingevoegd bij artikel 7 van het decreet van 4 juni 2003 « houdende par l'article 7 du décret du 4 juin 2003 « modifiant le décret du 18
wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van mai 1999 portant organisation de l'aménagement du territoire en ce qui
de ruimtelijke ordening, wat het handhavingsbeleid betreft », schendt concerne la politique de maintien », ne viole pas les articles 12,
de artikelen 12, tweede lid, en 14 van de Grondwet niet. alinéa 2, et 14 de la Constitution.
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française,
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 17 mei 2006. la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 17 mai 2006.
De griffier, Le greffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
De voorzitter, Le président,
A. Arts. A. Arts.
^