← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 26/2006 van 15 februari 2006 Rolnummer 3676 In zake :
de prejudiciële vragen over artikel 19, tweede lid, van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen
aan personen met een handicap, gesteld door Het Arbitragehof, samengesteld
uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Mart(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 26/2006 van 15 februari 2006 Rolnummer 3676 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 19, tweede lid, van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap, gesteld door Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Mart(...) | Extrait de l'arrêt n° 26/2006 du 15 février 2006 Numéro du rôle : 3676 En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 19, alinéa 2, de la loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux personnes handicapées, posées par l La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. Martens, R.(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Uittreksel uit arrest nr. 26/2006 van 15 februari 2006 | Extrait de l'arrêt n° 26/2006 du 15 février 2006 |
Rolnummer 3676 | Numéro du rôle : 3676 |
In zake : de prejudiciële vragen over artikel 19, tweede lid, van de | En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 19, |
wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen | alinéa 2, de la loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux |
met een handicap, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Dendermonde. | personnes handicapées, posées par le Tribunal du travail de Termonde. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters | composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. |
P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. | Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, |
Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, | J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, assistée du |
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, | greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Arts, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Objet des questions préjudicielles et procédure |
Bij vonnis van 10 maart 2005 in zake M. D.B. tegen de Federale | Par jugement du 10 mars 2005 en cause de M. D.B. contre le Service |
Overheidsdienst Sociale Zekerheid, waarvan de expeditie ter griffie | public fédéral Sécurité sociale, dont l'expédition est parvenue au |
van het Arbitragehof is ingekomen op 16 maart 2005, heeft de | greffe de la Cour d'arbitrage le 16 mars 2005, le Tribunal du travail |
Arbeidsrechtbank te Dendermonde de volgende prejudiciële vragen | de Termonde a posé les questions préjudicielles suivantes : |
gesteld : 1. « Is artikel 19, 3° lid [lees : tweede lid] van de wet van 27 | 1. « L'article 19, alinéa 3 [lire : alinéa 2], de la loi du 27 février |
februari 1987 [betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een | 1987 [relative aux allocations aux personnes handicapées], interprété |
handicap] in die zin geïnterpreteerd dat het elke rechterlijke | en ce sens qu'il exclut tout contrôle judiciaire concernant la |
controle uitsluit m.b.t. de beslissing inzake al dan niet verzaking | décision de renoncer ou non à une récupération, est-il contraire aux |
aan een terugvordering, in strijd met het gelijkheidsbeginsel en non | principes d'égalité et de non-discrimination formulés aux articles 10 |
discriminatiebeginsel zoals verwoord in art. 10 en 11 van de Grondwet | et 11 de la Constitution ainsi qu'au droit d'accès à un juge prévu à |
alsmede in strijd met het in art. 6 EVRM vervatte recht op toegang tot | l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme ? »; |
een rechter ? »; 2. « Is artikel 19, 3° lid [lees : tweede lid] van de wet van 27 | 2. « L'article 19, alinéa 3 [lire : alinéa 2], de la loi du 27 février |
februari 1987 in die zin geïnterpreteerd dat het slechts de | 1987, interprété en ce sens qu'il exclut uniquement le contrôle |
rechterlijke controle van de arbeidsgerechten uitsluit, doch wel nog | judiciaire des juridictions du travail mais prévoit cependant encore |
de mogelijkheid tot annulatieberoep bij de Raad van State mogelijk | la possibilité d'un recours en annulation auprès du Conseil d'Etat en |
laat m.b.t. de beslissing inzake al dan niet verzaking aan een | ce qui concerne la décision de renoncer ou non à une récupération, |
terugvordering, in strijd met de bepalingen van art. 10 en 11 van de | est-il contraire aux dispositions des articles 10 et 11 de la |
Grondwet en art. 6 EVRM, in die zin dat de geviseerde | Constitution et de l'article 6 de la Convention européenne des droits |
rechtsonderhorigen als gehandicapten in se reeds een bijzonder | de l'homme, en ce sens qu'en tant que personnes handicapées, les |
kwetsbare groep uitmaken en hun aldus een normaliter bijzonder | justiciables visés constituent déjà en soi un groupe particulièrement |
vulnérable et qu'il leur est ainsi refusé une voie de recours qui, | |
normalement, est particulièrement facile et accessible d'un point de | |
gemakkelijke en financieel haalbare rechtgang (zie b.v. art. 704 Ger. | vue financier (voir, par exemple, les articles 704 et 1017, alinéa 2, |
W. - art. 1017 al. 2 Ger. W.) wordt ontzegd ? ». | du Code judiciaire) ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. Luidens de artikelen 1 en 2 van de wet van 27 februari 1987 | B.1. Aux termes des articles 1er et 2 de la loi du 27 février 1987 |
betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap, kunnen | relative aux allocations aux personnes handicapées, ces dernières |
laatstgenoemden drie types van tegemoetkoming krijgen : de | peuvent se voir accorder trois types d'allocations : l'allocation de |
inkomensvervangende tegemoetkoming, die wordt toegekend aan de | remplacement de revenus, accordée à la personne handicapée, âgée de 21 |
gehandicapte die 21 tot 65 jaar oud is, wiens lichamelijke of | |
psychische toestand zijn verdienvermogen heeft verminderd; de | à 65 ans, dont l'état physique ou psychique a réduit sa capacité de |
integratietegemoetkoming, die wordt toegekend aan de gehandicapte die | gain; l'allocation d'intégration, accordée à la personne handicapée, |
21 tot 65 jaar oud is, bij wie een gebrek aan of een vermindering van | âgée de 21 à 65 ans, dont le manque d'autonomie ou l'autonomie réduite |
zelfredzaamheid is vastgesteld; en de tegemoetkoming voor hulp aan | est établi; et l'allocation pour l'aide aux personnes âgées, accordée |
bejaarden, die wordt toegekend aan de gehandicapte die ten minste 65 | à la personne handicapée d'au moins 65 ans dont le manque ou la |
jaar oud is en bij wie een gebrek aan of een vermindering van | |
zelfredzaamheid is vastgesteld. | réduction d'autonomie est établi. |
B.2. Artikel 19 van de voormelde wet van 27 februari 1987 bepaalt : | B.2. L'article 19 de la loi précitée du 27 février 1987 dispose : |
« De geschillen over de rechten, ontstaan uit deze wet, behoren tot de | « Les litiges portant sur les droits résultant de la présente loi sont |
bevoegdheid van de arbeidsgerechten. | de la compétence des juridictions du travail. |
Tegen een beslissing inzake al of niet verzaken aan een terugvordering | Aucun recours n'est possible contre une décision de renoncer ou non à |
is geen beroep mogelijk. | une récupération. |
[...] ». | [...] ». |
B.3. De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of artikel | B.3. Le juge a quo demande à la Cour si l'article 19, alinéa 2, de la |
19, tweede lid, van de wet van 27 februari 1987 de artikelen 10 en 11 | loi du 27 février 1987 viole les articles 10 et 11 de la Constitution, |
van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees | lus en combinaison avec l'article 6 de la Convention européenne des |
Verdrag voor de Rechten van de Mens, schendt, in zoverre die bepaling | droits de l'homme, en tant que cette disposition exclut tout contrôle |
elke rechterlijke controle met betrekking tot de beslissing inzake het | judiciaire concernant la décision de renoncer ou non à une |
al of niet verzaken aan een terugvordering uitsluit (eerste prejudiciële vraag), dan wel de rechterlijke controle van de arbeidsgerechten uitsluit, maar de controle door de Raad van State openlaat, waarbij aan de desbetreffende rechtsonderhorigen, de gehandicapten, « een normaliter bijzonder gemakkelijke en financieel haalbare rechtsgang » wordt ontzegd (tweede prejudiciële vraag). Wat de ontvankelijkheid van de prejudiciële vragen betreft B.4. De Ministerraad werpt op dat de prejudiciële vragen onontvankelijk zijn, omdat niet wordt aangegeven tussen welke categorieën van personen er een ongelijke behandeling zou kunnen bestaan. B.5.1. De aan het Hof toevertrouwde toetsing van wetskrachtige normen aan de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, impliceert dat een welbepaalde categorie van personen ten aanzien van wie een mogelijke discriminatie wordt aangevoerd, het voorwerp uitmaakt van een vergelijking met een andere categorie. B.5.2. Niettegenstaande de prejudiciële vragen nalaten te vermelden met welke categorie van rechtzoekenden de rechtzoekenden ten aanzien van wie de Federale Overheidsdienst (F.O.D.) Sociale Zekerheid, bestuur van de maatschappelijke integratie, dienst tegemoetkomingen aan personen met een handicap, een beslissing inzake het al of niet verzaken aan een terugvordering heeft genomen, dienen te worden | récupération (première question préjudicielle) ou exclut le contrôle judiciaire des juridictions du travail tout en maintenant le contrôle par le Conseil d'Etat, refusant ainsi aux justiciables concernés, les handicapés, une « voie de recours qui, normalement, est particulièrement facile et accessible d'un point de vue financier » (deuxième question préjudicielle). Quant à la recevabilité des questions préjudicielles B.4. Le Conseil des ministres objecte que les questions préjudicielles sont irrecevables, étant donné qu'elles n'indiquent pas entre quelles catégories de personnes il existerait une inégalité de traitement. B.5.1. Le contrôle des normes législatives au regard des articles 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme, qui est confié à la Cour, exige qu'une catégorie déterminée de personnes dont la discrimination éventuelle est alléguée fasse l'objet d'une comparaison avec une autre catégorie. B.5.2. Bien que les questions préjudicielles négligent d'indiquer à quelle catégorie de justiciables doivent être comparés les justiciables à l'égard de qui le Service public fédéral (S.P.F.) Sécurité sociale, administration de l'intégration sociale, service des allocations aux personnes handicapées, a pris une décision de renoncer |
vergeleken, kan uit de verwijzing in voormelde vragen naar artikel 6 | ou non à la récupération, on peut déduire du renvoi à l'article 6 de |
van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de | la Convention européenne des droits de l'homme contenu dans les |
formuleringen « elke rechterlijke controle » (eerste prejudiciële | questions précitées ainsi que des formulations « tout contrôle |
vraag) en « rechterlijke controle van de arbeidsgerechten » (tweede | judiciaire » (première question préjudicielle) et « contrôle |
judiciaire des juridictions du travail » (deuxième question | |
prejudiciële vraag) worden afgeleid dat de in de prejudiciële vragen | préjudicielle) qu'il y a lieu de comparer les justiciables mentionnés |
vermelde rechtzoekenden dienen te worden vergeleken met andere | dans les questions préjudicielles à d'autres catégories de |
categorieën van rechtzoekenden aan wie, in tegenstelling tot de eerste | justiciables qui, contrairement à la première catégorie de |
justiciables, ne seraient pas privées des garanties inscrites à | |
categorie van rechtzoekenden, niet de waarborgen van artikel 6 van het | l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme. |
Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens zouden zijn ontzegd. | |
B.5.3. De exceptie wordt verworpen. | B.5.3. L'exception est rejetée. |
B.6.1. De bedoeling van de wetgever, bij de opheffing van de wet van | |
27 juni 1969 betreffende het toekennen van tegemoetkomingen aan de | B.6.1. L'objectif du législateur, en abrogeant la loi du 27 juin 1969 |
minder-validen en dienovereenkomstig de hervorming van het stelsel van | relative à l'octroi d'allocations aux handicapés et en réformant en |
de tegemoetkomingen aan « gebrekkigen en verminkten », door de | conséquence le régime des allocations aux « infirmes et estropiés », |
invoering van de wet van 27 februari 1987 betreffende de | par l'introduction de la loi du 27 février 1987 relative aux |
tegemoetkomingen aan personen met een handicap, was het bestaande | allocations aux personnes handicapées, était de simplifier le régime |
stelsel eenvoudiger, rechtvaardiger en efficiënter te maken, en | existant, de le rendre plus juste et efficace, et de garantir en |
prioritair de bestaanszekerheid van de minstbedeelden te waarborgen | priorité la sécurité d'existence des moins favorisés (Doc. parl., |
(Parl. St., Kamer, 1985-1986, nr. 448/1, p. 1). | Chambre, 1985-1986, n° 448/1, p. 1). |
B.6.2. Ter beantwoording van de vraag van de afdeling wetgeving van de | B.6.2. En réponse à la question de la section de législation du |
Raad van State « of het redelijk is alle geschillen [betreffende de | Conseil d'Etat qui demandait s'il était « raisonnable d'exclure de |
beslissing inzake het al of niet verzaken aan een terugvordering] in | toute possibilité de recours tout le contentieux [relatif à la |
dat verband van enige mogelijkheid van beroep uit te sluiten » (Parl. | décision de renoncer ou non à une récupération] » (Doc. parl., |
St., Kamer, 1985-1986, nr. 448/1, p. 14) beklemtoonde de | Chambre, 1985-1986, n° 448/1, p. 14), le secrétaire d'Etat à la Santé |
Staatssecretaris voor Volksgezondheid en Gehandicaptenbeleid « dat het | publique et à la Politique des handicapés a souligné « qu'il s'agit en |
hier een beslissing betreft om onverschuldigde bedragen al dan niet | l'occurrence d'une décision de récupérer ou non des montants payés |
indûment ». Il ajoutait que « [la] pratique a montré qu'il n'est pas | |
terug te vorderen. Uit de praktijk is gebleken dat niet wordt | procédé à la récupération lorsque les revenus de l'intéressé sont peu |
teruggevorderd wanneer het inkomen van betrokkene laag is. De Minister | élevés », que « [le] Ministre ne décidera en outre qu'après avoir |
beslist pas na het advies van de Commissie voor sociaal hulpbetoon te | demandé l'avis de la Commission du Fonds d'aide sociale » et qu'« [il] |
hebben ingewonnen. Daar nog eens een beroep tegen instellen lijkt | serait dès lors exagéré de prévoir de surcroît une possibilité de |
overdreven » (Parl. St., Kamer, 1984-1985, nr. 448/4, pp. 27-28). | recours » (Doc. parl., Chambre, 1984-1985, n° 448/4, pp. 27-28). |
B.6.3. Il ressort sans équivoque du texte même de l'article 19, alinéa | |
B.6.3. Uit de tekst zelf van artikel 19, tweede lid, van de wet van 27 | 2, de la loi du 27 février 1987, de même que des travaux préparatoires |
februari 1987, alsmede uit de voormelde parlementaire voorbereiding, | précités, que le législateur a entendu exclure tout recours contre la |
blijkt ondubbelzinnig dat de wetgever elk beroep tegen de beslissing | décision du ministre « de renoncer ou non à une récupération ». Il n'y |
van de Minister « inzake al of niet verzaken aan een terugvordering » | a donc pas lieu de répondre à la deuxième question préjudicielle. |
heeft willen uitsluiten. De tweede prejudiciële vraag dient derhalve | |
niet te worden beantwoord. B.7. Artikel 16, § 8, van de voormelde wet van 27 februari 1987 | B.7. L'article 16, § 8, de la loi précitée du 27 février 1987 dispose |
bepaalt : « De minister tot wiens bevoegdheid de tegemoetkomingen aan personen met een handicap behoren, kan, in de door de Koning bepaalde voorwaarden, ambtshalve of op aanvraag van de persoon met een handicap, afzien van de terugvordering van de onverschuldigd betaalde tegemoetkomingen wanneer het om behartigenswaardige gevallen gaat of wanneer het onverschuldigd betaalde bedrag beneden een door de Koning te bepalen bedrag ligt of buiten verhouding staat tot de vermoedelijke procedurekosten. De Koning bepaalt de wijze waarop de aanvraag tot verzaking moet worden ingediend. De aanvraag tot verzaking dient gemotiveerd te zijn ». B.8. De bevoegde Minister zou niet aan een schuldvordering kunnen verzaken zonder daartoe door de wet te zijn gemachtigd. | : « Le ministre qui a la sécurité sociale dans ses attributions peut, dans les conditions déterminées par le Roi, renoncer d'office ou à la demande du handicapé, à la récupération des allocations payées indûment parce qu'il s'agit de cas dignes d'intérêt ou que la somme payée indûment est inférieure à un montant à déterminer ou est hors de proportion avec les frais de procédure présumés. Le Roi détermine le mode d'introduction de la demande en renonciation. La demande en renonciation doit être motivée ». B.8. Le ministre compétent ne pourrait renoncer à une créance sans y être habilité par la loi. |
Artikel 16, § 8, van de wet van 27 februari 1987 vermeldt de gevallen | L'article 16, § 8, de la loi du 27 février 1987 énonce les hypothèses |
waarin de bevoegde Minister kan afzien van de terugvordering van | dans lesquelles le ministre compétent peut renoncer à la récupération |
onverschuldigd betaalde tegemoetkomingen en bevat aldus die wettelijke | des allocations indûment payées et contient donc cette habilitation |
machtiging. | légale. |
De daarbij aan de bevoegde Minister toevertrouwde | Le pouvoir d'appréciation conféré, à cet égard, au ministre compétent |
beoordelingsbevoegdheid is ruim : het komt hem toe te beoordelen | est large : il lui appartient d'apprécier si une renonciation à la |
wanneer een verzaking aan de terugvordering op grond van de in artikel | récupération dans l'une des hypothèses mentionnées à l'article 16, § |
16, § 8, vervatte hypotheses opportuun is. Die discretionaire | 8, est opportune. Cette compétence discrétionnaire est d'autant plus |
bevoegdheid is des te ruimer daar de betrokkene geen subjectief recht | étendue que l'intéressé n'a pas de droit subjectif à cette |
op verzaking heeft. | renonciation. |
B.9. In zoverre het voormelde artikel 16, § 8, de bevoegde Minister | B.9. En ce que l'article 16, § 8, précité autorise le ministre |
toestaat af te zien van de terugvordering van de onverschuldigd | compétent à renoncer à la récupération des allocations payées indûment |
betaalde tegemoetkomingen wanneer het onverschuldigd betaalde bedrag | lorsque la somme indûment payée est inférieure à un montant qui est |
lager is dan een bedrag dat thans is vastgesteld op 335 euro (artikel | aujourd'hui fixé à 335 euros (article 29 de l'arrêté royal du 22 mai |
29 van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende de procedure | 2003 relatif à la procédure concernant le traitement des dossiers en |
voor de behandeling van de dossiers inzake tegemoetkomingen aan | matière d'allocations aux personnes handicapées) ou lorsque la somme à |
personen met een handicap) of wanneer het terug te vorderen bedrag « | récupérer est « hors de proportion avec les frais de procédure |
buiten verhouding staat tot de vermoedelijke procedurekosten », kent | présumés », il accorde au ministre compétent une liberté |
het de bevoegde Minister een beoordelingsvrijheid toe die enkel in het | d'appréciation qui est établie dans le seul intérêt de l'autorité et |
belang van de overheid is vastgesteld en waarop de rechter geen enkele | sur laquelle le juge ne peut exercer aucun contrôle. Il est |
controle kan uitoefenen. Het is redelijk verantwoord niet toe te staan | raisonnablement justifié de ne pas permettre qu'un recours puisse être |
dat beroep kan worden ingesteld tegen de beslissing waarbij de | exercé contre la décision par laquelle le ministre fait usage de cette |
Minister gebruik maakt van die beoordelingsvrijheid. | liberté d'appréciation. |
B.10. In zoverre hetzelfde artikel 16, § 8, de bevoegde Minister | B.10. En revanche, en ce que le même article 16, § 8, autorise le |
daarentegen toestaat af te zien van de terugvordering van | |
onverschuldigd betaalde tegemoetkomingen « wanneer het om | ministre compétent à renoncer à la récupération des prestations |
behartigenswaardige gevallen gaat », stelt het, in het belang van de | indûment payées « parce qu'il s'agit de cas dignes d'intérêt », il |
bestuurde, een criterium vast waarvan de toepassing door de rechter | établit, dans l'intérêt de l'administré, un critère sur l'application |
moet kunnen worden gecontroleerd op de wettigheid ervan, zonder dat | duquel le juge, sans qu'il puisse se substituer au ministre, doit |
hij zich evenwel in de plaats van de Minister kan stellen. | pouvoir exercer un contrôle de légalité. |
B.11. In zoverre het elk beroep bij een rechtscollege dat bevoegd is | B.11. En ce qu'il exclut tout recours auprès d'une juridiction |
om een wettigheidstoezicht uit te oefenen, uitsluit tegen de | compétente pour exercer un contrôle de légalité contre la décision par |
beslissing waarbij de bevoegde Minister weigert af te zien van de | laquelle le ministre compétent refuse de renoncer à la récupération |
terugvordering van onverschuldigd betaalde tegemoetkomingen omdat het | d'allocations indûment payées au motif qu'il ne s'agit pas d'un cas |
niet om een behartigenswaardig geval gaat, is artikel 19, tweede lid, | digne d'intérêt, l'article 19, alinéa 2, de la loi du 27 février 1987 |
van de wet van 27 februari 1987 niet bestaanbaar met de artikelen 10 | n'est pas compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution, |
en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het | lus en combinaison avec l'article 6 de la Convention européenne des |
Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. | droits de l'homme. |
B.12. De eerste vraag dient bevestigend te worden beantwoord. | B.12. La première question appelle une réponse affirmative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Artikel 19, tweede lid, van de wet van 27 februari 1987 betreffende de | L'article 19, alinéa 2, de la loi du 27 février 1987 relative aux |
tegemoetkomingen aan personen met een handicap schendt de artikelen 10 | allocations aux personnes handicapées viole les articles 10 et 11 de |
en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het | la Constitution, lus en combinaison avec l'article 6 de la Convention |
Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, in zoverre het elk | européenne des droits de l'homme, en ce qu'il exclut tout recours |
beroep bij een rechtscollege dat bevoegd is om een wettigheidstoezicht | auprès d'une juridiction compétente pour exercer un contrôle de |
uit te oefenen, uitsluit tegen de beslissing waarbij de bevoegde | légalité contre la décision par laquelle le ministre compétent refuse |
Minister weigert af te zien van de terugvordering van onverschuldigd | de renoncer à la récupération d'allocations indûment payées, au motif |
betaalde tegemoetkomingen omdat het niet om een behartenswaardig geval gaat. | qu'il ne s'agit pas d'un cas digne d'intérêt. |
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 15 februari 2006. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 15 février 2006. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
De voorzitter, | Le président, |
A. Arts. | A. Arts. |