Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 20/2006 van 1 februari 2006 Rolnummer 3650 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 49 van de programmawet van 9 juli 2004 , gesteld door de beslagr(...) Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters M. Boss(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 20/2006 van 1 februari 2006 Rolnummer 3650 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 49 van de programmawet van 9 juli 2004 , gesteld door de beslagr(...) Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters M. Boss(...) Extrait de l'arrêt n° 20/2006 du 1 er février 2006 Numéro du rôle : 3650 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 49 de la loi-programme du 9 juillet 2004 La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges M. Bossuyt, A.(...)
ARBITRAGEHOF COUR D'ARBITRAGE
Uittreksel uit arrest nr. 20/2006 van 1 februari 2006 Extrait de l'arrêt n° 20/2006 du 1er février 2006
Rolnummer 3650 Numéro du rôle : 3650
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 49 van de En cause : la question préjudicielle relative à l'article 49 de la
programmawet van 9 juli 2004 (stuiting van de verjaring inzake loi-programme du 9 juillet 2004 (interruption de la prescription en
inkomstenbelastingen), gesteld door de beslagrechter in de Rechtbank matière d'impôts sur les revenus), posée par le Juge des saisies au
van eerste aanleg te Kortrijk. Tribunal de première instance de Courtrai.
Het Arbitragehof, La Cour d'arbitrage,
samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges M.
M. Bossuyt, A. Alen, J.-P. Snappe, E. Derycke en J. Spreutels, Bossuyt, A. Alen, J.-P. Snappe, E. Derycke et J. Spreutels, assistée
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Arts,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij beschikking van 21 februari 2005 in zake de n.v. Ter Lembeek Par ordonnance du 21 février 2005 en cause de la s.a. Ter Lembeek
International tegen de Belgische Staat en de Federale Overheidsdienst International contre l'Etat belge et le Service public fédéral
Financiën, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is Finances, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour
ingekomen op 10 maart 2005, heeft de beslagrechter in de Rechtbank van d'arbitrage le 10 mars 2005, le Juge des saisies au Tribunal de
eerste aanleg te Kortrijk de volgende prejudiciële vraag gesteld : première instance de Courtrai a posé la question préjudicielle suivante :
« Schendt artikel 49 van de programmawet van 9 juli 2004 (Belgisch « L'article 49 de la loi-programme du 9 juillet 2004 (Moniteur belge
Staatsblad 15 juli 2004) de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in du 15 juillet 2004) viole-t-il les articles 10 et 11 de la
combinatie met het rechtszekerheidsbeginsel, het beginsel van het Constitution, combinés avec le principe de la sécurité juridique, le
principe du droit à une bonne administration de la justice tel qu'il
recht op behoorlijke rechtsbedeling als gewaarborgd in artikel 6 est garanti par l'article 6 de la Convention européenne des droits de
E.V.R.M. en de artikelen 13, 144, 146 en 159 van de Grondwet, en de l'homme ainsi que par les articles 13, 144, 146 et 159 de la
Constitution, et la protection du droit de propriété telle qu'elle est
bescherming van het eigendomsrecht als gewaarborgd in artikel 16 van garantie par l'article 16 de la Constitution ainsi que par l'article 1er
de Grondwet en artikel 1 van het Eerste Protocol bij het E.V.R.M., in du Premier Protocole additionnel à la Convention européenne des droits
de mate dat deze als interpretatief gekwalificeerde wet : de l'homme, dans la mesure où cette loi qualifiée d'interprétative :
- de rechtszekerheid in het gedrang brengt voor belastingplichtigen, - compromet la sécurité juridique des contribuables, qui pouvaient
die er van uit konden gaan dat de invordering van de partir du principe que le recouvrement des cotisations était prescrit
belastingaanslagen op basis van de arresten van het Hof van Cassatie eu égard aux arrêts de la Cour de cassation des 10 octobre 2002 et 21
van 10 oktober 2002 en 21 februari 2003 verjaard waren, althans voor février 2003, du moins pour autant que la prescription ne soit pas
zover de verjaring nog niet op basis van een gerechtelijke beslissing encore acquise sur la base d'une décision judiciaire, sans qu'en
verworven is, zonder dat er in casu door de wetgever uitzonderlijke l'espèce des circonstances exceptionnelles justifiant le caractère
omstandigheden ter verantwoording van het retroactief karakter van de rétroactif de la loi puissent être invoquées par le législateur;
wet kunnen ingeroepen worden;
- het recht op behoorlijke rechtsbedeling en het eigendomsrecht in het - compromet le droit à une bonne administration de la justice et le
gedrang brengt doordat aan de rechtsonderhorigen die op het ogenblik droit de propriété en ce que les justiciables qui, au moment de
van het uitvaardigen van de wet van 9 juli 2004 een procedure tegen de l'adoption de la loi du 9 juillet 2004, avaient déjà engagé contre
Staat hadden ingesteld die nog niet was beslecht door een in kracht l'Etat une procédure qui n'avait pas encore été tranchée par une
van gewijsde getreden uitspraak, een jurisdictionele waarborg wordt décision coulée en force de chose jugée se voient privés d'une
ontnomen, aangezien het interpretatief karakter van de wetskrachtige garantie juridictionnelle puisque le caractère interprétatif de la
norm tot gevolg heeft dat de afloop van de ingestelde procedures ten norme législative a pour conséquence que l'issue des procédures
voordele van de Staat wordt beïnvloed of het rechtscollege verhinderd engagées est influencée au profit de l'Etat ou que la juridiction est
wordt zich uit te spreken over de verjaring van de invordering van de empêchée de se prononcer sur la prescription du recouvrement de la
belastingsschuld, zonder dat er in casu uitzonderlijke omstandigheden dette d'impôt, sans que des circonstances exceptionnelles justifiant
ter verantwoording van het retroactief karakter van de wet kunnen ingeroepen worden; - een niet redelijk verantwoorde ongelijke behandeling wordt ingevoerd tussen een schuldenaar van een inkomstenbelastingschuld enerzijds en een schuldenaar van een gemeenrechtelijke schuld anderzijds, aangezien de verjaring van de invordering van een gemeenrechtelijke schuld niet kan worden gestuit door een dwangbevel dat niet is gesteund op een uitvoerbare titel, terwijl de verjaring van de invordering van een belastingsschuld wel zou kunnen worden gestuit door een dwangbevel uitgevaardigd op basis van een titel die niet effectief uitvoerbaar is ? ». le caractère rétroactif de la loi puissent être invoquées en l'espèce; - instaure un traitement inégal qui n'est pas raisonnablement justifié entre un débiteur d'une dette d'impôt sur les revenus, d'une part, et un débiteur d'une dette de droit commun, d'autre part, puisque la prescription du recouvrement d'une dette de droit commun ne peut être interrompue par un commandement qui ne se fonde pas sur un titre exécutoire, alors que la prescription du recouvrement d'une dette d'impôt pourrait être interrompue par un commandement décerné sur la base d'un titre qui n'est pas effectivement exécutoire ? ».
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1. De prejudiciële vraag strekt ertoe van het Hof te vernemen of B.1. La question préjudicielle a pour objet de demander à la Cour si
artikel 49 van de programmawet van 9 juli 2004 bestaanbaar is met de l'article 49 de la loi-programme du 9 juillet 2004 est compatible avec
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec le principe de
rechtszekerheidsbeginsel, met het recht op een behoorlijke la sécurité juridique, le droit à une bonne administration de la
rechtsbedeling, gewaarborgd in artikel 6 van het Europees Verdrag voor justice, garanti par l'article 6 de la Convention européenne des
de Rechten van de Mens en in de artikelen 13, 144, 146 en 159 van de droits de l'homme et par les articles 13, 144, 146 et 159 de la
Grondwet, en met het eigendomsrecht, gewaarborgd in artikel 16 van de Constitution, et le droit de propriété, garanti par l'article 16 de la
Grondwet en in artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Constitution et par l'article 1er du Premier Protocole additionnel à
Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. la Convention européenne des droits de l'homme.
Ten aanzien van de in het geding zijnde bepaling en de context van de Quant à la disposition en cause et au contexte de son adoption
aanneming ervan B.2.1. Artikel 49 van de programmawet van 9 juli 2004 bepaalt : B.2.1. L'article 49 de la loi-programme du 9 juillet 2004 dispose :
« Niettegenstaande het dwangbevel de eerste akte van de rechtstreekse « Nonobstant le fait que le commandement constitue le premier acte de
vervolgingen is in de zin van de artikelen 148 en 149 van het poursuites directes au sens des articles 148 et 149 de l'arrêté royal
koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de d'exécution du Code des impôts sur les revenus 1992, le commandement
inkomstenbelastingen 1992, moet het dwangbevel ook geïnterpreteerd doit être interprété comme constituant également un acte interruptif
worden als een verjaringsstuitende akte in de zin van artikel 2244 van de prescription au sens de l'article 2244 du Code civil, même lorsque
het Burgerlijk Wetboek, zelfs indien de betwiste belastingschuld geen la dette d'impôt contestée n'a pas de caractère certain et liquide ».
zeker en vaststaand karakter heeft ».
Die bepaling vormt het enige artikel van hoofdstuk XII « Interpretatie Cette disposition constitue le seul article du chapitre XII «
van de toepassing van artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek, op het Interprétation de l'application de l'article 2244 du Code civil, en
vlak van de inkomstenbelastingen » van de hiervoor vermelde programmawet. matière d'impôts sur les revenus » de la loi-programme précitée.
B.2.2. Die als interpretatief aangemerkte bepaling is aangenomen naar B.2.2. Cette disposition qualifiée d'interprétative a été adoptée à la
aanleiding van rechtspraak van het Hof van Cassatie waarbij aan het
dwangbevel waarin wordt voorzien inzake inkomstenbelastingen suite d'une jurisprudence de la Cour de cassation déniant au
(artikelen 148 en 149 van het besluit tot uitvoering van het W.I.B. commandement prévu en matière d'impôts sur les revenus (article 148 et
1992) een verjaringsstuitende werking wordt ontzegd wanneer de 149 de l'arrêté d'exécution du C.I.R. 1992) un effet interruptif de
belastingschuld wordt betwist. prescription lorsque la dette d'impôt est contestée.
B.3.1. Artikel 145 van het besluit tot uitvoering van het Wetboek van B.3.1. L'article 145 de l'arrêté d'exécution du C.I.R. 1992 (ci-après
de inkomstenbelastingen 1992 (hierna : K.B./W.I.B. 1992) bepaalt de : A.R./C.I.R. 1992) détermine comme suit le délai de prescription
termijn van vijfjarige verjaring inzake inkomstenbelastingen als volgt : quinquennale en matière d'impôts sur les revenus :
« Directe belastingen zomede de onroerende voorheffing verjaren door « Les impôts directs ainsi que le précompte immobilier se prescrivent
verloop van vijf jaren vanaf de datum waarop ze dienen betaald te zijn par cinq ans à compter de la date à laquelle ils doivent être payés
krachtens artikel 413 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 conformément à l'article 413 du Code des impôts sur les revenus 1992
[...] ». [...] ».
Krachtens artikel 145, derde lid, van dat uitvoeringsbesluit kan die En vertu de l'article 145, alinéa 3, de cet arrêté d'exécution, ce
termijn van vijf jaar « worden gestuit op de wijze bepaald in de délai de cinq ans « peut être interrompu de la manière prévue par les
artikelen 2244 en volgende van het Burgerlijk Wetboek of door afstand articles 2244 et suivants du Code civil ou par une renonciation au
te doen van de op de verjaring verlopen termijn ». temps couru de la prescription ».
B.3.2. Artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt : B.3.2. L'article 2244 du Code civil dispose :
« Een dagvaarding voor het gerecht, een bevel tot betaling, of een « Une citation en justice, un commandement ou une saisie, signifiés à
beslag, betekend aan hem die men wil beletten de verjaring te celui qu'on veut empêcher de prescrire, forment l'interruption civile
verkrijgen, vormen burgerlijke stuiting ». ».
B.3.3. De artikelen 148 en 149 van het K.B./W.I.B. 1992 definiëren het B.3.3. Les articles 148 et 149 de l'A.R./C.I.R. 1992 déterminent la
begrip dwangbevel inzake inkomstenbelastingen. notion de commandement en matière d'impôts sur les revenus.
Artikel 148 van het K.B./W.I.B. 1992 bepaalt : L'article 148 de l'A.R./C.I.R. 1992 dispose :
« De rechtstreekse vervolgingen omvatten : « Les poursuites directes comprennent :
1° het dwangbevel; 1° le commandement;
[...] [...]
Die vervolgingen zijn gerechtelijk en de geldigverklaring behoort tot Ces poursuites sont judiciaires et leur validité est de la compétence
de bevoegdheid van de gewone rechtbanken ». des tribunaux ordinaires ».
Artikel 149 van het K.B./W.I.B. 1992 bepaalt : L'article 149 de l'A.R./C.I.R. 1992 prévoit :
« Ingeval een belastingschuldige zijn belastingen niet heeft gekweten « Lorsqu'un redevable ne s'est pas acquitté de ses impôts dans les
binnen de termijnen van artikel 413 van het Wetboek van de délais prévus à l'article 413 du Code des impôts sur les revenus 1992,
inkomstenbelastingen 1992, doet de ontvanger hem een dwangbevel
betekenen tot betaling binnen 24 uren, op straffe van tenuitvoerlegging door beslag. le receveur lui fait signifier un commandement de payer dans les 24
Het dwangbevel moet bovenaan een uittreksel bevatten uit het heures, à peine d'exécution par voie de saisie.
kohierartikel betreffende de belastingschuldige en een afschrift van Le commandement doit porter en tête, un extrait de l'article du rôle
de uitvoerbaarverklaring ». concernant le redevable et une copie de l'exécutoire ».
B.3.4. Artikel 410 van het W.I.B. 1992 staat echter een B.3.4. L'article 410 du C.I.R. 1992 n'autorise cependant de mesure
uitvoeringsmaatregel enkel toe ten aanzien van het - in de zin van die d'exécution qu'à l'égard de la partie de la dette d'impôt « certaine
bepaling - « zekere en vaststaande » deel van de belastingschuld. et liquide » au sens de cette disposition.
Wanneer een belastingplichtige de inkohiering van zijn belastingschuld Lorsqu'un contribuable contestait l'enrôlement de sa dette d'impôt, à
betwistte, bij ontstentenis van een zeker en vaststaand deel in de zin défaut dès lors de quotité certaine et liquide au sens de l'article
van artikel 410 van het W.I.B. 1992, voerde de belastingadministratie 410 du C.I.R. 1992, l'administration fiscale qui lui avait signifié un
die hem een dwangbevel had betekend de dubbele functie van het commandement invoquait la double fonction du commandement et
dwangbevel aan en oordeelde zij dat, ook al is dat bevel onregelmatig considérait que, même irrégulier en tant qu'acte d'exécution au sens
als daad van tenuitvoerlegging in de zin van de artikelen 148 en 149 des articles 148 et 149 de l'A.R./C.I.R. 1992, celui-ci pouvait
van het K.B./W.I.B. 1992, het zijn gevolgen kon behouden als « bevel conserver ses effets en tant que « commandement » au sens de l'article
tot betaling » in de zin van artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek, 2244 du Code civil, à savoir un acte interruptif de prescription.
namelijk als een verjaringsstuitende akte.
B.4.1. Het Hof van Cassatie heeft echter in een arrest van 10 oktober B.4.1. Toutefois, la Cour de cassation a décidé, dans un arrêt du 10
2002 (AR C.01.0067.F, R.W. 2005-2006, 579-580), dat het bevestigd octobre 2002 (RG C.01.0067.F, R.W. 2005-2006, 579-580), ce qu'elle a
heeft in een arrest van 21 februari 2003 (AR C.01.0287.N), beslist dat confirmé dans un arrêt du 21 février 2003 (RG C.01.0287.N), qu'« en
« inzake inkomstenbelastingen, het bevel tot betaling een daad van matière d'impôts sur les revenus, le commandement est un acte de
rechtsvervolging is die een uitvoerbare titel veronderstelt en aan het poursuite judiciaire qui suppose un titre exécutoire et prélude à une
uitvoerend beslag voorafgaat », zodat wanneer dat bevel door de Staat saisie-exécution », de sorte que, signifié par l'Etat en l'absence
wordt betekend bij ontstentenis van een onbetwistbaar verschuldigde belasting het « geen stuitende werking heeft ». d'impôt incontestablement dû, il « n'a pu produire d'effet interruptif
Die rechtspraak verhindert dat een dwangbevel de verjaring stuit in ». Cette jurisprudence empêche qu'un commandement interrompe la
geval van betwisting van de ingekohierde belastingen. prescription en cas de contestation des impôts enrôlés.
B.4.2. De wetgever heeft geoordeeld dat die rechtspraak zijn optreden B.4.2. Le législateur a estimé que cette jurisprudence rendait son
onontbeerlijk maakte « om te vermijden dat bij gebrek aan een intervention indispensable « pour éviter qu'à défaut de possibilité
mogelijkheid voor de administratie om op een geldige manier de pour l'administration de pouvoir valablement interrompre la
verjaring te stuiten van de betwiste aanslagen waarvoor geen enkel prescription des cotisations contestées pour lesquelles il n'existe
zeker en vaststaand onmiddellijk eisbaar aandeel bestaat, een aantal aucune quotité certaine et liquide immédiatement exigible, nombre
onder hen zouden verjaard verklaard worden », waarbij dat optreden « d'entre elles ne soient déclarées prescrites », cette intervention se
des te meer dwingend [blijkt] te zijn uit het onderzoek van de révélant « d'autant plus impérieuse à l'examen des données de
gegevens van de fiscale achterstand inzake de inkomstenbelastingen die l'arriéré fiscal en matière d'impôt sur le revenu qui révèlent que ce
laten zien dat deze laatste voor meer dan veertig procent bestaat uit dernier est constitué à plus de quarante pour cent de cotisations
betwiste aanslagen » (Parl. St., Kamer, 2003-2004, DOC 51-0473/001 en contestées » (Doc. parl., Chambre, 2003-2004, DOC 51-0473/001 et
DOC 51-0474/001, p. 148). 51-0474/001, p. 148).
De wetgever heeft dus beslist om artikel 297 van de programmawet van Le législateur a donc décidé d'adopter l'article 297 de la
22 december 2003 aan te nemen, dat een hoofdstuk XIbis invoegt in het loi-programme du 22 décembre 2003, qui insère un chapitre XIbis dans
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, en de artikelen 443bis en le Code des impôts sur les revenus 1992, comprenant les articles
443ter omvat die luiden als volgt : 443bis et 443ter, rédigés comme suit :
« Hoofdstuk IXbis. Verjaring van de rechten van de schatkist. « Chapitre IXbis. Prescription des droits du Trésor.

Art. 443bis.§ 1. Directe belastingen zomede de onroerende voorheffing

Art. 443bis.§ 1er. Les impôts directs ainsi que le précompte

verjaren door verloop van vijf jaren vanaf de datum waarop ze dienen immobilier se prescrivent par cinq ans à compter de la date à laquelle
betaald te zijn krachtens artikel 413. ils doivent être payés conformément à l'article 413.
De roerende voorheffing en de bedrijfsvoorheffing verjaren door Le précompte mobilier et le précompte professionnel se prescrivent par
verloop van vijf jaren vanaf de datum van uitvoerbaarverklaring van cinq ans à compter de la date d'exécutoire du rôle auquel ils sont
het kohier waarin ze zijn opgenomen krachtens artikel 304, § 1, tweede lid. portés conformément à l'article 304, § 1er, alinéa 2.
§ 2. De termijn bedoeld in § 1 kan worden gestuit op de wijze bepaald § 2. Le délai visé au § 1er peut être interrompu de la manière prévue
in de artikelen 2244 en volgende van het Burgerlijk Wetboek of door par les articles 2244 et suivants du Code civil ou par une
afstand te doen van de op de verjaring verlopen termijn. In geval van renonciation au temps couru de la prescription. En cas d'interruption
stuiting van de verjaring treedt een nieuwe verjaring in, die op de la prescription, une nouvelle prescription susceptible d'être
dezelfde wijze kan worden gestuit, door verloop van vijf jaren na de interrompue de la même manière, est acquise cinq ans après le dernier
laatste akte of handeling waardoor de vorige verjaring is gestuit, acte interruptif de la précédente prescription s'il n'y a instance en
indien geen geding voor het gerecht aanhangig is. justice.

Art. 443ter.§ 1. Elk rechtsgeding met betrekking tot de toepassing of

Art. 443ter.§ 1er. Toute instance en justice relative à

de invordering van de belastingen en voorheffingen dat wordt ingesteld l'établissement ou au recouvrement des impôts et des précomptes qui
door de Belgische Staat, door de schuldenaar van deze belastingen of est introduite par l'Etat belge, par le redevable de ces impôts ou
voorheffingen of door ieder ander persoon die gehouden is tot de précomptes ou par toute autre personne tenue au paiement de la dette
betaling van de schuld op grond van dit Wetboek, van de besluiten en vertu du présent Code, des arrêtés pris pour son exécution ou du
genomen ter uitvoering ervan of van het gemeen recht, schorst de droit commun, suspend le cours de la prescription.
verjaring. Het bezwaar en de in artikel 376 bedoelde aanvraag tot ontheffing La réclamation et la demande de dégrèvement visée à l'article 376
schorsen eveneens de verjaring. § 2. De schorsing vangt aan met de inleidende vordering en eindigt wanneer de rechterlijke beslissing in kracht van gewijsde is gegaan. Evenwel in geval van bezwaarschrift of aanvraag tot ambtshalve ontheffing bedoeld in artikel 376, vangt de schorsing aan met het verzoek waarbij het administratief beroep wordt ingeleid. Zij eindigt : - wanneer de belastingplichtige een rechtsvordering heeft ingesteld, op de dag dat de rechterlijke beslissing in kracht van gewijsde is gegaan; - in de andere gevallen, na verloop van de termijn die voor de belastingplichtige openstaat om een beroep in te stellen tegen de administratieve beslissing ». suspendent également le cours de la prescription. § 2. La suspension débute avec l'acte introductif d'instance et se termine lorsque la décision judiciaire est coulée en force de chose jugée. Toutefois, en cas de réclamation ou de demande de dégrèvement d'office visée à l'article 376, la suspension débute avec la demande introductive du recours administratif. Elle se termine : - lorsque le contribuable a introduit une action en justice, au jour où la décision judiciaire est coulée en force de chose jugée; - dans les autres cas, à l'expiration du délai ouvert au contribuable pour introduire un recours contre la décision administrative ».
B.4.3. Terwijl dat artikel 443bis de inhoud van artikel 145 van het B.4.3. Si cet article 443bis reproduit le contenu de l'article 145 de
voormelde besluit tot uitvoering van het W.I.B. 1992 weergeeft, voert l'arrêté d'exécution du C.I.R. 1992 précité, l'article 443ter
artikel 443ter, zijnerzijds, een nieuwe reden tot schorsing van de introduit quant à lui une nouvelle cause de suspension de la
verjaring in. prescription.
Bij ontstentenis van een overgangsbepaling is artikel 443ter van het En l'absence de disposition transitoire, l'article 443ter du C.I.R.
W.I.B. toepasbaar op de verjaringstermijnen die lopen op het ogenblik est applicable aux délais de prescription qui courent au moment de son
van de inwerkingtreding ervan, tien dagen na de bekendmaking ervan in entrée en vigueur dix jours après sa publication au Moniteur belge ,
het Belgisch Staatsblad , zijnde op 10 januari 2004. soit le 10 janvier 2004.
De Raad van State, die het evenwel twijfelachtig vond of die bepaling
die met de programmawet van 22 december 2003 werd ingevoerd, van Estimant toutefois qu'il était douteux que cette disposition
toepassing is op belastingen die zijn verjaard op grond van de s'applique à des impôts prescrits sur la base de la jurisprudence de
rechtspraak van het Hof van Cassatie vóór 10 januari 2004, had in zijn la Cour de cassation avant le 10 janvier 2004, le Conseil d'Etat
avait, dans son avis sur cette disposition qui a été introduite par la
advies over de ontworpen tekst beklemtoond dat « indien de steller van loi-programme du 22 décembre 2003, souligné que « si l'auteur de
het voorontwerp het risico wil voorkomen dat belastingplichtigen in l'avant-projet veut prévenir le risque que des contribuables
een dergelijk geval de verjaring inroepen, [...] een expliciete n'invoquent la prescription en pareil cas, une disposition transitoire
overgangsbepaling noodzakelijk [is] » (Parl. St., Kamer, 2003-2004, explicite serait nécessaire » (Doc. parl., Chambre, 2003-2004, DOC
DOC 51-0473/001 en DOC 51-0474/001, p. 464). 51-0473/001 et 51-0474/001, p. 464).
B.4.4. De wetgever die zich op die opmerking van de Raad van State B.4.4. Se fondant sur cette observation du Conseil d'Etat, le
steunde, heeft het, naar aanleiding van een amendement van de législateur a estimé nécessaire d'insérer dans la loi-programme du 9
Regering, noodzakelijk geacht dat in de programmawet van 9 juli 2004 juillet 2004, à la suite d'un amendement du Gouvernement, une «
een « interpretatieve wettelijke bepaling [wordt] ingevoegd die van disposition légale interprétative applicable aux cas visés par les
toepassing is op de in de door de arresten van 10 oktober 2002 en 21 arrêts de la Cour de cassation des 10 octobre 2002 et 21 février 2003
februari 2003 van het Hof van Cassatie beoogde gevallen » (Parl. St.,
Kamer, 2003-2004, DOC 51-1138/015, p. 2). Die bepaling maakt het » (Doc. parl., Chambre, 2003-2004, DOC 51-1138/015, p. 2). C'est cette
voorwerp uit van de prejudiciële vraag die aan het Hof wordt disposition qui fait l'objet de la question préjudicielle soumise à la
voorgelegd. Cour.
Ten gronde Quant au fond
Wat betreft de kwalificatie van de in het geding zijnde bepaling En ce qui concerne la qualification de la disposition en cause
B.5. Het verwijzende rechtscollege wenst allereerst van het Hof te B.5. La juridiction a quo demande tout d'abord à la Cour s'il y a
vernemen of de artikelen 10 en 11 van de Grondwet zijn geschonden, in violation des articles 10 et 11 de la Constitution combinés avec le
samenhang gelezen met het rechtszekerheidsbeginsel, doordat de principe de la sécurité juridique, en ce que les contribuables, du
belastingplichtigen door het retroactief karakter van de wet niet langer ervan kunnen uitgaan dat de invordering van de belastingaanslagen verjaard is op basis van de recente rechtspraak van het Hof van Cassatie. Het verwijzende rechtscollege wenst van het Hof vervolgens ook te vernemen of diezelfde bepalingen zijn geschonden, in samenhang gelezen met het recht op behoorlijke rechtsbedeling en het eigendomsrecht, in zoverre de interpretatieve wet aan een categorie van belastingplichtigen een jurisdictionele waarborg ontneemt door het retroactief karakter ervan. B.6. De eiseres voor het verwijzende rechtscollege bekritiseert de kwalificatie van de in het geding zijnde bepaling als een interpretatieve bepaling en de retroactieve werking ervan. Volgens haar is de in het geding zijnde bepaling geen interpretatieve bepaling maar een retroactieve wijzigingsbepaling, die door geen enkele uitzonderlijke omstandigheid wordt verantwoord. Die bepaling zou ertoe strekken de hangende procedures te beïnvloeden door de verjaring van belastingen ongedaan te maken, wat een discriminerende inbreuk zou betekenen op het rechtszekerheidsbeginsel, op het recht op een behoorlijke rechtsbedeling en op het recht op eigendom van de belastingplichtigen aan wie het genot van de verworven verjaringen wordt ontzegd. B.7.1. Het behoort tot het wezen van een interpretatieve wet dat zij terugwerkt tot op de datum van inwerkingtreding van de wetsbepalingen die zij interpreteert. Een interpretatieve wet is immers een wet die aan een wetsbepaling de betekenis geeft die zij, volgens de wetgever, reeds bij de aanneming ervan zou moeten hebben gekregen. B.7.2. De niet-retroactiviteit van wetten is een waarborg ter voorkoming van rechtsonzekerheid. Die waarborg vereist dat de inhoud van het recht voorzienbaar en toegankelijk is, zodat eenieder in redelijke mate de gevolgen van een bepaalde handeling kan voorzien op het tijdstip dat die handeling wordt verricht. Die waarborg zou niet kunnen worden omzeild door het enkele feit dat een wet met terugwerkende kracht als een interpretatieve wet zou worden voorgesteld. Het Hof zou zich dus niet ervan kunnen ontslaan te onderzoeken of een als interpretatief gekwalificeerde wet bestaanbaar fait du caractère rétroactif de la loi, ne peuvent plus partir du principe que le recouvrement des cotisations était prescrit sur la base de la jurisprudence récente de la Cour de cassation. La juridiction a quo demande ensuite également à la Cour s'il y a violation des mêmes dispositions, combinées avec le droit à une bonne administration de la justice et avec le droit de propriété, en tant que la loi interprétative, du fait de son caractère rétroactif, prive une catégorie de contribuables d'une garantie juridictionnelle. B.6. La demanderesse devant la juridiction a quo critique la qualification de la disposition en cause en tant que disposition interprétative, ainsi que son effet rétroactif. Selon elle, la disposition en cause n'est pas une disposition interprétative, mais une disposition modificative rétroactive, qui n'est justifiée par aucune circonstance exceptionnelle. Cette disposition viserait à influencer les procédures en cours, en ressuscitant des impôts prescrits, ce qui constituerait une atteinte discriminatoire au principe de la sécurité juridique, au droit à une bonne administration de la justice et au droit de propriété des contribuables privés du bénéfice des prescriptions acquises. B.7.1. C'est le propre d'une loi interprétative de sortir ses effets à la date d'entrée en vigueur des dispositions législatives qu'elle interprète. Une loi interprétative est, en effet, celle qui donne à une disposition législative le sens qu'elle aurait dû recevoir dès son adoption. B.7.2. La non-rétroactivité des lois est une garantie ayant pour but de prévenir l'insécurité juridique. Cette garantie exige que le contenu du droit soit prévisible et accessible, de sorte que chacun puisse prévoir, à un degré raisonnable, les conséquences d'un acte déterminé au moment où cet acte se réalise. Cette garantie ne pourrait être éludée par le seul fait qu'une loi ayant un effet rétroactif serait présentée comme une loi interprétative. La Cour ne pourrait donc se dispenser d'examiner si une loi qualifiée d'interprétative est
is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution.
B.7.3. Onder voorbehoud van de in het strafrecht van toepassing zijnde B.7.3. Sous réserve des règles applicables en droit pénal et du
regels en van de eerbied voor de in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissingen, is de terugwerkende kracht die het gevolg is van een interpretatieve wetsbepaling gerechtvaardigd in zoverre de geïnterpreteerde bepaling vanaf haar oorsprong redelijkerwijze niet anders kon worden begrepen dan is aangegeven in de interpretatieve bepaling. B.7.4. Wanneer dit niet het geval is, is de zogenoemde interpretatieve bepaling in werkelijkheid een zuiver retroactieve bepaling en kan de terugwerkende kracht ervan enkel worden verantwoord wanneer wordt voldaan aan de voorwaarden waaraan de geldigheid van een dergelijke bepaling is onderworpen. B.8.1. Zoals in herinnering is gebracht in B.4.4, vormt de in het geding zijnde bepaling, die uit een amendement van de Regering is ontstaan, een als interpretatief gekwalificeerde wettelijke bepaling die van toepassing is op de gevallen bedoeld in de arresten van het respect des décisions de justice passées en force de chose jugée, l'effet rétroactif qui s'attache à une disposition législative interprétative est justifié lorsque la disposition interprétée ne pouvait, dès l'origine, être raisonnablement comprise autrement que de la manière indiquée dans la disposition interprétative. B.7.4. Si tel n'est pas le cas, la disposition dite interprétative est en réalité une disposition rétroactive pure et simple, et sa rétroactivité ne peut se justifier que lorsqu'il est satisfait aux conditions auxquelles la validité d'une telle disposition est subordonnée. B.8.1. Comme il a été rappelé en B.4.4, la disposition en cause, issue d'un amendement du Gouvernement, constitue une disposition législative qualifiée d'interprétative applicable aux cas visés par les arrêts de
Hof van Cassatie van 10 oktober 2002 en 21 februari 2003 en vloeit ze la Cour de cassation des 10 octobre 2002 et 21 février 2003 et
voort uit een opmerking die de afdeling wetgeving van de Raad van provient d'une remarque de la section de législation du Conseil d'Etat
State heeft gemaakt bij de voorontwerpen die geleid hebben tot de formulée dans les avis qu'elle a donnés sur les lois-programmes des 22
programmawetten van 22 december 2003 en 9 juli 2004. décembre 2003 et 9 juillet 2004 en projet.
B.8.2. In zijn uiteenzetting stelde de Minister van Financiën : B.8.2. Dans son exposé, le ministre des Finances déclarait :
« Deze interpretatieve wettelijke bepaling [is] gerechtvaardigd in « Cette disposition légale interprétative se justifie dans la mesure
où la disposition interprétée ne pouvait, dès son origine,
zoverre de geïnterpreteerde bepaling vanaf haar oorsprong raisonnablement se comprendre autrement que de la manière indiquée
redelijkerwijze niet anders kon worden begrepen dan is aangegeven in dans la disposition interprétative.
de interpretatieve bepaling. De verjaring van de ingekohierde La prescription des cotisations enrôlées dans les cas visés par les
aanslagen in de door de voormelde arresten van het Hof van Cassatie arrêts prémentionnés de la Cour de cassation a toujours été
beoogde gevallen, werd steeds gestuit door de betekening van een interrompue par la signification d'un commandement et la validité de
dwangbevel en de rechtsgeldigheid ervan werd tot op het ogenblik van ce dernier a toujours été reconnue jusqu'à la date de ces arrêts (voir
die arresten steeds erkend (zie ook de conclusie van het Openbaar également les conclusions du ministère public dans l'arrêt du 21
Ministerie bij het arrest van 21.02.2003 van het Hof van Cassatie) » février 2003 de la Cour de cassation) » (Doc. parl., Chambre,
(Parl. St., Kamer, 2003-2004, DOC 51-1138/015, p. 2). 2003-2004, DOC 51-1138/15, p. 2).
B.9. De in het geding zijnde bepaling, die in het hoofdstuk « B.9. La disposition en cause, figurant dans le chapitre «
Interpretatie van de toepassing van artikel 2244 van het Burgerlijk Interprétation de l'application de l'article 2244 du Code civil, en
Wetboek, op het vlak van de inkomstenbelastingen » is opgenomen, heeft matière d'impôts sur les revenus », a pour objet d'interpréter le
tot doel het dwangbevel bedoeld in de artikelen 148 en 149 van het commandement visé par les articles 148 et 149 de l'A.R./C.I.R. 1992
K.B./W.I.B. 1992 te interpreteren « als een verjaringsstuitende akte comme « constituant également un acte interruptif de prescription au
in de zin van artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek, zelfs indien de sens de l'article 2244 du Code civil, même lorsque la dette d'impôt
betwiste belastingschuld geen zeker en vaststaand karakter heeft ». contestée n'a pas de caractère certain et liquide ».
Die bepaling impliceert dus dat het dwangbevel, inzake de Cette disposition implique donc que le commandement avait, en matière
inkomstenbelastingen, een tweevoudig karakter had : akte van d'impôts sur les revenus, une double nature : acte de poursuites
onmiddellijke vervolging in de zin van de artikelen 148 en 149 van het directes au sens des articles 148 et 149 de l'A.R./C.I.R. 1992 et acte
K.B./W.I.B. 1992 en verjaringsstuitende akte in de zin van artikel
2244 van het Burgerlijk Wetboek, zelfs indien de betwiste interruptif de prescription au sens de l'article 2244 du Code civil,
belastingschuld geen zeker en vaststaand karakter had. même lorsque la dette d'impôt contestée n'avait pas de caractère
B.10. Zowel uit de verantwoording van de in het geding zijnde bepaling certain et liquide. B.10. Il résulte tant de sa justification que de l'intitulé du
als uit het opschrift van het hoofdstuk waarin ze zich bevindt en uit chapitre dans lequel elle se situe et de sa formulation même que la
de formulering zelf ervan blijkt dat die bepaling artikel 2244 van het disposition en cause entend interpréter l'article 2244 du Code civil,
Burgerlijk Wetboek, een bepaling waarnaar artikel 145 van het disposition à laquelle renvoie l'article 145 de l'A.R./C.I.R. 1992.
K.B./W.I.B. 1992 verwijst, wil interpreteren.
Doordat de wetgever het dwangbevel bedoeld in de artikelen 148 en 149 En interprétant le commandement visé par les articles 148 et 149 de
van het K.B./W.I.B. 1992 interpreteert als een verjaringsstuitende l'A.R./C.I.R. 1992 comme un acte interruptif de prescription au sens
akte in de zin van artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek, zelfs de l'article 2244 du Code civil, même lorsque la dette d'impôt
indien de betwiste belastingschuld geen zeker en vaststaand karakter contestée n'a pas de caractère certain et liquide, le législateur
heeft, interpreteert hij noodzakelijkerwijze, inzake
inkomstenbelastingen, het begrip bevel tot betaling in de zin van interprète nécessairement, en matière d'impôts sur les revenus, la
artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek. notion de commandement au sens de l'article 2244 du Code civil.
B.11.1. Artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek stelt de werking - B.11.1. L'article 2244 du Code civil détermine l'effet - interruption
stuiting van de verjaring - van een bevel tot betaling vast, maar de la prescription - d'un commandement, mais ne définit toutefois ni
definieert echter niet wat een bevel tot betaling is, noch de geldigheidsvoorwaarden ervan. B.11.2. De wetgever kan, via een interpretatieve bepaling, de toepassingsvoorwaarden van een wetsbepaling preciseren. Wanneer een interpretatieve bepaling aan de geïnterpreteerde bepaling de betekenis verleent die ze geacht wordt te hebben gehad van bij het ontstaan, kan die interpretatie echter niet leiden tot het creëren van een onderscheid in de betekenis van de bepaling naar gelang van de toepassingsfeer ervan. B.12.1. Uit het woord « ook » in de in het geding zijnde bepaling ce qu'est un commandement ni les conditions de sa validité. B.11.2. Le législateur peut, par le biais d'une disposition interprétative, préciser les conditions d'application d'une disposition législative. Dès lors qu'une disposition interprétative confère à la disposition interprétée le sens qu'elle est censée avoir eu dès l'origine, cette interprétation ne peut toutefois aboutir à créer une distinction dans la signification de la disposition en fonction de son champ d'application. B.12.1. Il résulte du terme « également » de la disposition en cause que cette disposition ajoute, ou à tout le moins précise, une
blijkt dat die bepaling een bijkomende betekenis toevoegt aan het signification supplémentaire de la notion de commandement au sens de
begrip bevel tot betaling in de zin van artikel 2244 van het l'article 2244 du Code civil, puisque celui-ci doit être interprété,
Burgerlijk Wetboek, of daarvan althans een precisering inhoudt,
vermits dit artikel, inzake inkomstenbelastingen, moet worden en matière d'impôts sur les revenus, comme un acte interruptif de
geïnterpreteerd als een verjaringsstuitende akte, « zelfs indien de prescription « même lorsque la dette d'impôt contestée n'a pas de
betwiste belastingschuld geen zeker en vaststaand karakter heeft ». caractère certain et liquide ».
B.12.2. Bovendien toont het gebruik van het woord « niettegenstaande » B.12.2. En outre, l'emploi du terme « Nonobstant » démontre que cette
aan dat die interpretatie zich helemaal niet opdrong, en zelfs interprétation était loin de s'imposer, voire pouvait apparaître
tegenstrijdig kon blijken met de aard van het dwangbevel als daad van contradictoire avec la nature du commandement en tant qu'acte
tenuitvoerlegging in de zin van de artikelen 148 en 149 van het d'exécution au sens des articles 148 et 149 de l'arrêté royal
koninklijk besluit tot uitvoering van het W.I.B. 1992. d'exécution du C.I.R. 1992.
B.12.3. Doordat de in het geding zijnde bepaling zich ertoe beperkt B.12.3. Enfin, en se limitant à interpréter la notion de commandement
het begrip bevel tot betaling in artikel 2244 van het Burgerlijk contenue dans l'article 2244 du Code civil dans la seule matière des
Wetboek te interpreteren in de enkele aangelegenheid van de
inkomstenbelastingen, verleent ze ten slotte aan de term « bevel tot impôts sur les revenus, la disposition en cause confère au terme «
betaling » een verschillende betekenis naar gelang van de materie commandement » une signification différente selon la matière à
waarop hij wordt toegepast. laquelle il s'applique.
De in het geding zijnde bepaling kan bijgevolg niet zo worden La disposition en cause ne peut dès lors être considérée comme
beschouwd dat ze aan artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek, een restituant à l'article 2244 du Code civil, disposition à vocation
bepaling met algemene draagwijdte, opnieuw een originele betekenis générale, un sens originel qui serait limité à la matière des impôts
geeft die beperkt zou zijn tot de aangelegenheid van de
inkomstenbelastingen. sur les revenus.
B.12.4. Indien de in het geding zijnde bepaling ertoe strekt een B.12.4. Si la disposition en cause vise à résoudre un problème qui ne
probleem op te lossen dat enkel in het fiscaal recht rijst, vloeit dat
probleem in werkelijkheid voort uit het onaangepaste karakter van de se pose qu'en droit fiscal, ce problème découle en réalité de
verwijzing die in artikel 145 van het besluit tot uitvoering van het l'inadéquation de la référence qui est faite dans l'article 145 de
K.B./W.I.B. 1992 - overigens overgenomen in artikel 443bis van het l'arrêté d'exécution du C.I.R. 1992 - reproduit par ailleurs dans
W.I.B. 1992, ingevoerd bij artikel 297 van de programmawet van 22 l'article 443bis du C.I.R. 1992, introduit par l'article 297 de la
december 2003 - wordt gemaakt naar de in artikel 2244 van het loi-programme du 22 décembre 2003 - aux modes d'interruption de la
Burgerlijk Wetboek vastgestelde wijzen van stuiting van de verjaring; prescription déterminés par l'article 2244 du Code civil; ce problème
dat probleem kan niet worden opgelost door het begrip bevel tot ne peut être résolu en interprétant la notion de commandement contenue
betaling in artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek te interpreteren dans l'article 2244 du Code civil et en limitant cette interprétation
en die interpretatie te beperken tot de aangelegenheid van de
inkomstenbelastingen. à la matière des impôts sur les revenus.
De in het geding zijnde bepaling kan bijgevolg niet worden beschouwd La disposition en cause ne peut dès lors être considérée comme une
als een interpretatieve bepaling. disposition interprétative.
Wat betreft de retroactieve werking van de in het geding zijnde En ce qui concerne l'effet rétroactif de la disposition en cause
bepaling B.13.1. Ofschoon de in het geding zijnde bepaling niet kan worden B.13.1. Bien que la disposition en cause ne puisse pas être qualifiée
gekwalificeerd als een interpretatieve norm, waaraan bovendien door de norme interprétative et que, de surcroît, aucun autre article de la
geen enkel ander artikel van de programmawet van 9 juli 2004 loi-programme du 9 juillet 2004 ne lui confère explicitement un effet
uitdrukkelijk terugwerkende kracht werd verleend, blijkt zowel uit het rétroactif, tant l'intitulé du chapitre XII de cette loi-programme,
opschrift van hoofdstuk XII van die programmawet, waarvan artikel 49 dont l'article 49 constitue l'unique article, que les travaux
het enige artikel vormt, als uit de in B.8.1 en B.8.2 vermelde préparatoires mentionnés en B.8.1 et B.8.2 font apparaître que
parlementaire voorbereiding ervan, dat het de uitdrukkelijke wil van l'intention expresse du législateur a été de donner à cette
de wetgever is geweest daaraan een retroactief effect te geven, zodat het van toepassing moet worden geacht op feiten die nog niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing. B.13.2. De terugwerkende kracht van wetsbepalingen, die van die aard is dat zij rechtsonzekerheid in het leven kan roepen, kan enkel worden verantwoord wanneer zij onontbeerlijk is voor de goede werking of de continuïteit van de openbare dienst. Indien bovendien blijkt dat de terugwerkende kracht van de wetskrachtige norm tot gevolg heeft dat de afloop van een of meer gerechtelijke procedures in een welbepaalde zin wordt beïnvloed of dat rechtscolleges verhinderd worden zich uit te spreken, vergt de aard van het in het geding zijnde beginsel dat uitzonderlijke omstandigheden of dwingende motieven van algemeen belang een verantwoording bieden voor dat optreden van de wetgever, dat ten nadele van een categorie van burgers inbreuk maakt op de jurisdictionele waarborgen die aan allen worden geboden. B.13.3. Aangezien de in het geding zijnde bepaling hangende procedures beïnvloedt, moet het Hof onderzoeken of de terugwerkende kracht van die bepaling voldoet aan elk van de in B.13.2 vermelde voorwaarden. B.14.1. Zoals is aangegeven in B.8.2 werd de in het geding zijnde bepaling verantwoord door het feit dat de verjaring van betwiste disposition une portée rétroactive, de sorte qu'elle doit être considérée comme applicable aux faits qui n'ont pas encore donné lieu à une décision judiciaire passée en force de chose jugée. B.13.2. La rétroactivité de dispositions législatives, qui est de nature à créer de l'insécurité juridique, ne peut se justifier que lorsqu'elle est indispensable au bon fonctionnement ou à la continuité du service public. S'il s'avère en outre que la rétroactivité de la norme législative a pour effet d'influencer dans un sens déterminé l'issue d'une ou de plusieurs procédures judiciaires ou d'empêcher les juridictions de se prononcer, la nature du principe en cause exige que des circonstances exceptionnelles ou des motifs impérieux d'intérêt général justifient cette intervention du législateur qui porte atteinte, au détriment d'une catégorie de citoyens, aux garanties juridictionnelles offertes à tous. B.13.3. Dès lors que la disposition en cause influence des procédures pendantes, la Cour doit examiner si la rétroactivité de cette disposition satisfait à chacune des conditions exprimées en B.13.2. B.14.1. Comme il a été indiqué en B.8.2, la disposition en cause était justifiée par le fait que la prescription d'impôts contestés avait
belastingen steeds gestuit werd door de betekening van een dwangbevel toujours été interrompue par la signification d'un commandement et la
en de rechtsgeldigheid ervan steeds werd erkend tot op het ogenblik validité de ce dernier a toujours été reconnue jusqu'à la date des
van de arresten van het Hof van Cassatie van 10 oktober 2002 en 21 arrêts de la Cour de cassation des 10 octobre 2002 et 21 février 2003
februari 2003 (Parl. St., Kamer, 2003-2004, DOC 51-1138/015, p. 2). (Doc. parl., Chambre, 2003-2004, DOC 51-1138/015, p. 2).
Ofschoon er een controverse bestond over de aard van het bevel tot S'il existait une controverse sur la nature du commandement au sens de
betaling in de zin van artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek, was l'article 2244 du Code civil, rien ne permettait cependant, avant les
het echter, vóór de voormelde arresten van het Hof van Cassatie, geenszins mogelijk om de door de administratie aangevoerde stelling van de tweevoudige werking van het bevel tot betaling te verwerpen, stelling volgens welke een onregelmatig bevel tot betaling als daad van tenuitvoerlegging evenwel zijn gevolgen kon behouden als verjaringsstuitende akte. Bij de aanneming van het Burgerlijk Wetboek in 1804, werd het bevel tot betaling niet beschouwd als een daad van tenuitvoerlegging maar als een voorbereidende daad die de uiting van de wil van de schuldeiser bevat om de betaling van de verschuldigde sommen te verkrijgen. Na de inwerkingtreding van het Gerechtelijk Wetboek, meer bepaald de arrêts précités de la Cour de cassation, de rejeter la thèse du double effet du commandement, avancée par l'administration, selon laquelle un commandement, irrégulier en tant qu'acte d'exécution, pouvait toutefois conserver ses effets en tant qu'acte interruptif de prescription. En effet, lors de l'adoption du Code civil en 1804, le commandement n'était pas considéré comme un acte d'exécution, mais comme un acte préparatoire contenant la manifestation de la volonté du créancier d'obtenir paiement des sommes dues. Après l'entrée en vigueur du Code judiciaire, plus précisément de ses
artikelen 1494 en volgende ervan, is er een controverse ontstaan over articles 1494 et suivants, une controverse portant sur la nature du
de aard van het bevel tot betaling, waarbij sommigen oordeelden dat
het bevel tot betaling niet langer een voorbereidende daad was maar commandement est née, certains considérant que le commandement n'était
een daad van tenuitvoerlegging. Ofschoon het dwangbevel bedoeld in de plus un acte préparatoire mais un acte d'exécution. Si le commandement
artikelen 148 en 149 van het K.B./W.I.B. 1992 een daad van visé par les articles 148 et 149 de l'A.R./C.I.R. 1992 constitue un
tenuitvoerlegging vormt waarvan de geldigheid afhankelijk is van het acte d'exécution dont la validité est subordonnée au caractère liquide
zekere en vaststaande karakter van de schuld, zijn de gevolgen van het et certain de la dette, les effets du commandement au sens de
bevel tot betaling in de zin van artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek niet afhankelijk van geldigheidsvoorwaarden waarin wettelijk is voorzien. Noch de voormelde bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek, noch enig arrest van het Hof van Cassatie, sloten echter de rechtsgeldigheid uit van het dwangbevel als verjaringsstuitende akte, wanneer de schuld niet zeker en vaststaand is. Bij bepaalde beslissingen van de feitenrechters is integendeel erkend dat een bevel tot betaling die verjaringsstuitende werking heeft, ongeacht de rechtsgeldigheid ervan als daad van tenuitvoerlegging. l'article 2244 du Code civil ne sont pas subordonnés à des conditions de validité légalement prévues. Cependant, ni les dispositions précitées du Code judiciaire ni aucun arrêt de la Cour de cassation n'excluaient la validité du commandement en tant qu'acte interruptif de prescription, lorsque la dette n'est pas certaine et liquide. Au contraire, certaines décisions des juridictions de fond reconnaissaient cet effet interruptif de prescription à un commandement, indépendamment de sa validité en tant qu'acte d'exécution.
B.14.2. Die opvatting had de administratieve praktijk inzake B.14.2. Cette conception avait inspiré la pratique administrative en
inkomstenbelastingen geïnspireerd en zette talrijke matière d'impôts sur les revenus et elle avait incité de nombreux
belastingplichtigen aan een afstand van de op de verjaring verlopen contribuables à signer une renonciation au temps couru de la
termijn te ondertekenen. prescription.
B.14.3. Bovendien had het Hof van Cassatie, bij een arrest van 28 B.14.3. En outre, par un arrêt du 28 octobre 1993, la Cour de
oktober 1993, een arrest van het Hof van Beroep te Luik verbroken, cassation avait cassé un arrêt de la Cour d'appel de Liège parce que
omdat dit Hof niet had geantwoord op de conclusies van de Belgische celle-ci n'avait pas répondu aux conclusions de l'Etat belge qui
Staat die aanvoerde dat het dwangbevel « onder meer ertoe strekte de faisait valoir que le commandement avait « notamment pour but
verjaring te stuiten overeenkomstig artikel 194 van het koninklijk d'interrompre la prescription, conformément à l'article 194 de
besluit tot uitvoering van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen
[...] » en had het Hof van Beroep te Brussel, het rechtscollege l'arrêté royal du Code des impôts sur les revenus [...] » et la Cour
waarnaar werd verwezen, in een arrest van 24 juni 1997 geoordeeld « d'appel de Bruxelles, juridiction de renvoi, avait jugé, par un arrêt
dat een dergelijk dwangbevel als stuitende handeling geldt in de zin du 24 juin 1997, « que pareil commandement vaut comme acte interruptif
van artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek en niet wordt ontkracht au sens de l'article 2244 du Code civil et n'est pas énervé par la
door de nietigheid van het daaropvolgend uitvoerend beslag, aangezien nullité de la saisie-exécution qui l'a suivi, l'effet interruptif de
de stuitende werking van het dwangbevel losstaat van de gevolgen van commandement étant indépendant des effets de l'acte exécutoire en tant
de handeling van tenuitvoerlegging als dusdanig » (Brussel, 24 juni que tel » (Bruxelles, 24 juin 1997, J.T., 1998, pp. 458-459).
1997, J.T., 1998, pp. 458-459).
B.14.4. Wanneer de Staat een dwangbevel had betekend, kon hij wettig B.14.4. Dès lors qu'il avait signifié un commandement, l'Etat pouvait
ervan uitgaan dat hij op geldige wijze de verjaring had gestuit, zelfs donc légitimement estimer avoir valablement interrompu la
wanneer de belastingschuld werd betwist. prescription, même lorsque la dette d'impôt était contestée.
B.14.5. Overigens heeft de Minister van Financiën omtrent de in het B.14.5. Par ailleurs, le ministre des Finances a fait observer ce qui
geding zijnde bepaling het volgende opgemerkt : suit au sujet de la disposition en cause :
« [Door die bepaling wordt] een arbitraire discriminatie vermeden « [Elle] permet d'éviter une discrimination arbitraire entre les
tussen belastingschuldigen die verzaakt hebben aan de op de verjaring verlopen termijn en diegenen die geweigerd hebben dergelijke verzaking te ondertekenen en de betekening van een dwangbevel hebben afgewacht. Indien geen verzaking aan de op de verjaring verlopen termijn wordt ondertekend, is de betekening van een dwangbevel de enige mogelijkheid voor de ontvanger om de verjaring te stuiten. Ingevolge de recente rechtspraak van het Hof van Cassatie zou ook die mogelijkheid verdwijnen, zodat het intreden van de verjaring niet kan vermeden worden. Aangezien de belastingschuldigen zelf de belastingen hebben betwist, konden zij geen gewettigde verwachting koesteren dat de belastingschuld daarmede ook zou verjaren. Het zou onredelijk zijn te verwachten dat een belastingschuldige zich zou kunnen bevrijden door een bezwaar of een beroep in te stellen terwijl de Staat de heffing niet kan invorderen » (Parl. St., Kamer, 2003-2004, DOC 51-1138/015, contribuables qui ont souscrit une renonciation au temps couru de la prescription et ceux qui ont refusé de signer une telle renonciation et ont attendu la signification d'un commandement. Si aucune renonciation au temps couru de la prescription n'a été signée, la signification d'un commandement constitue la seule possibilité pour le receveur d'interrompre la prescription. Selon la récente jurisprudence de la Cour de cassation, cette possibilité disparaîtrait également de sorte que la prescription ne pourrait être évitée. Etant donné que les contribuables ont eux-mêmes contesté les impôts, ils ne pouvaient légalement escompter que la dette fiscale serait prescrite de ce fait. Il ne paraîtrait pas raisonnable pour un contribuable d'escompter se libérer en introduisant un recours tandis que l'Etat ne peut recouvrer l'imposition » (Doc. parl., Chambre,
pp. 2-3). 2003-2004, DOC 51-1138/015, pp. 2-3).
B.14.6. Hoewel de arresten van het Hof van Cassatie van 10 oktober B.14.6. Bien que les arrêts de la Cour de cassation des 10 octobre
2002 en 21 februari 2003, juridisch gezien, slechts een relatief gezag 2002 et 21 février 2003 n'aient, juridiquement, qu'une autorité de
van gewijsde hebben, bezitten zij, in zoverre daarin de rechtsvraag is chose jugée relative, ils ont, en ce qu'ils ont tranché la question de
beslecht met betrekking tot de aard en de gevolgen van een dwangbevel, droit qui concerne la nature et les effets d'un commandement, une
een feitelijk gezag dat zich aan alle rechtscolleges opdringt, vermits autorité de fait qui s'impose à toutes les juridictions puisque les
de beslissingen die zouden afwijken van het door het Hof van Cassatie décisions qui s'écarteraient de la réponse donnée par la Cour de
gegeven antwoord verbroken zouden dreigen te worden wegens schending cassation risqueraient d'être cassées pour violation de la loi, telle
van de wet, zoals die door het Hof van Cassatie wordt geïnterpreteerd. qu'elle est interprétée par la Cour de cassation. Il ressort
Uit de rechtspraak blijkt overigens dat de feitenrechters zich hebben d'ailleurs de la jurisprudence que les juridictions de fond se sont
aangesloten bij de oplossing die is aangenomen in de beide voormelde ralliées à la solution adoptée par les deux arrêts de la Cour de
arresten van het Hof van Cassatie. cassation précités.
B.14.7. De arresten van 10 oktober 2002 en 21 februari 2003 hebben tot B.14.7. Les arrêts des 10 octobre 2002 et 21 février 2003 ont donc eu
gevolg gehad dat de wijze van stuiting van de verjaring die gewoonlijk pour conséquence de priver d'effet, de manière rétroactive, le mode
inzake inkomstenbelastingen werd gehanteerd, op retroactieve wijze, d'interruption de la prescription communément utilisé en matière
haar uitwerking werd ontnomen, zoals is aangegeven in B.8.2. Een d'impôts sur les revenus ainsi qu'il a été indiqué en B.8.2. Une
categorie van belastingplichtigen werd aldus bevrijd van een schuld catégorie de contribuables s'est ainsi vue libérée d'une dette qu'ils
die ze hadden betwist maar waarvan niet kan worden vermoed dat ze niet avaient contestée mais dont il ne peut être présumé qu'elle n'était
verschuldigd was. De wetgever heeft zelf een retroactieve bepaling pas due. C'est pour neutraliser l'effet rétroactif de la règle
aangenomen om de retroactieve werking van de met de voormelde arresten jurisprudentielle dégagée par les arrêts précités que le législateur a
ontstane jurisprudentiële regel te neutraliseren. lui-même adopté une disposition rétroactive.
B.14.8. Dat een retroactieve bepaling wordt aangewend kan te dezen B.14.8. Le recours à une disposition rétroactive peut également
tevens worden verklaard door de ontstentenis van een bepaling die het s'expliquer en l'espèce par l'absence d'une disposition permettant de
mogelijk maakt aan het Hof van Cassatie te vragen om de gevolgen van demander à la Cour de cassation de limiter dans le temps les effets
de in zijn arresten aangenomen principiële standpunten in de tijd te des positions de principe adoptées par ses arrêts, alors que tant la
beperken, terwijl zowel het Hof van Justitie van de Europese Cour de justice des Communautés européennes (article 231, deuxième
Gemeenschappen (artikel 231, tweede alinea, van het E.G.-Verdrag), als alinéa, du Traité CE), que la Cour d'arbitrage (article 8, alinéa 2,
het Arbitragehof (artikel 8, tweede lid, van de bijzondere wet van 6 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage) et le
januari 1989 op het Arbitragehof) en de Raad van State (artikel 14ter Conseil d'Etat (article 14ter des lois sur le Conseil d'Etat
van de op 12 januari 1973 gecoördineerde wetten op de Raad van State) coordonnées le 12 janvier 1973) peuvent maintenir les effets des actes
de gevolgen van akten die ze vernietigen kunnen handhaven. qu'ils annulent.
B.14.9. De eerste reactie van de wetgever op de voormelde arresten van B.14.9. La première réaction du législateur aux arrêts de la Cour de
het Hof van Cassatie in de programmawet van 22 december 2003 leidde cassation précités dans la loi-programme du 22 décembre 2003 a
tot invoeging, in het W.I.B., van de artikelen 443bis en 443ter onder entraîné l'insertion dans le C.I.R. des articles 443bis et 443ter sous
een nieuw hoofdstuk IXbis : « Verjaring van de rechten van de Schatkist ». un nouveau chapitre IXbis : « Prescription des droits du Trésor ».
De in het geding zijnde bepaling van de programmawet van 9 juli 2004 La disposition en cause de la loi-programme du 9 juillet 2004 a
vervolledigde die reactie van de wetgever. complété cette réaction du législateur.
Rekening houdend met de korte termijn tussen het aannemen van die Compte tenu du délai rapproché séparant leur adoption, ces
bepalingen, moeten zij geacht worden de gezamenlijke reacties op de dispositions doivent être considérées comme formant, ensemble, la
voormelde arresten te zijn. réaction du législateur aux arrêts précités.
B.14.10. Bovendien is tijdens de parlementaire voorbereiding B.14.10. Par ailleurs, il a été constaté, au cours des travaux
vastgesteld, enerzijds, dat de fiscale achterstand inzake de préparatoires, d'une part, que l'arriéré fiscal, en matière d'impôts
inkomstenbelastingen « voor meer dan veertig procent bestaat uit sur les revenus, « est constitué à plus de quarante pour cent de
betwiste aanslagen » (Parl. St., Kamer, 2003-2004, DOC 51-0473/001 en cotisations contestées » (Doc. parl., Chambre, 2003-2004, DOC
51-0474/001, p. 148) en, anderzijds, dat bepaalde dossiers die het 51-0473/001 et 51-0474/001, p. 148) et, d'autre part, que certains
voordeel van het door het Hof van Cassatie ingenomen standpunt zouden dossiers qui allaient bénéficier de la position adoptée par la Cour de
genieten betrekking hadden « op grote fiscale fraude » (Parl. St., cassation « concernaient la grande fraude fiscale » (Doc. parl.,
Kamer, 2003-2004, DOC 51-1138/015, p. 7). In zoverre hij, zonder Chambre, 2003-2004, DOC 51-1138/015, p. 7). La mesure a pu être
vooruit te lopen op de rechten van de belastingplichtigen, de rechten considérée comme répondant à des exigences d'intérêt général en ce
van de Schatkist vrijwaarde ten aanzien van betwiste belastingen, kon que, sans préjuger des droits des contribuables, elle préservait les
de maatregel geacht worden te beantwoorden aan vereisten van algemeen belang. B.14.11. Ten slotte beperkt de terugwerkende kracht van de in het geding zijnde bepaling niet op onevenredige wijze de rechten van de belastingplichtigen, die, tot de arresten van het Hof van Cassatie, ervan uitgingen dat het bevel dat hun werd betekend, de verjaring geldig had gestuit. Het feit dat zij op onverwachte wijze vermochten te hopen het voordeel van de voormelde rechtspraak van het Hof van Cassatie te genieten, kan geen afbreuk doen aan de verantwoording van het optreden van de wetgever. B.15. Het blijkt dus dat de maatregel is verantwoord door uitzonderlijke omstandigheden en is ingegeven door dwingende motieven van algemeen belang en derhalve geen schending inhoudt van de droits du Trésor à l'égard d'impositions contestées. B.14.11. Enfin, l'effet rétroactif de la disposition en cause ne restreint pas de manière disproportionnée les droits des contribuables, qui estimaient, jusqu'aux arrêts de la Cour de cassation, que le commandement qui leur avait été signifié, avait valablement interrompu la prescription. Le fait qu'ils ont pu, de manière inattendue, espérer bénéficier de la jurisprudence précitée de la Cour de cassation, ne peut priver de justification l'intervention du législateur. B.15. Il apparaît donc que la mesure est justifiée par des circonstances exceptionnelles, qu'elle est dictée par des motifs impérieux d'intérêt général et qu'elle ne viole dès lors pas les
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen articles 10 et 11 de la Constitution, combinés ou non avec le principe
met het rechtszekerheidsbeginsel. de la sécurité juridique.
Wat betreft de toetsing aan de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in En ce qui concerne le contrôle au regard des articles 10 et 11 de la
samenhang gelezen met het recht op een behoorlijke rechtsbedeling en Constitution, combinés avec le droit à une bonne administration de la
met het eigendomsrecht B.16. De eiseres voor het verwijzende rechtscollege wordt evenmin beroofd van het recht op een behoorlijke rechtsbedeling vermits zij het recht behoudt om voor het bevoegde rechtscollege de door haar ingestelde vordering voort te zetten teneinde de van haar gevorderde belasting te betwisten. Ofschoon de in het geding zijnde bepaling een invloed zal uitoefenen op de hangende procedures, wijzigt ze niet het materieel belastingrecht dat daarop wordt toegepast en, in zoverre zij een invloed uitoefent op de verjaring van de betwiste schulden, is zij verantwoord door de hiervoor vermelde dwingende motieven van algemeen belang. B.17. In zoverre de bestaanbaarheid met het eigendomsrecht in het geding wordt gebracht, kan niet worden aangenomen dat de belastingplichtigen die de van hen gevorderde belasting hadden betwist, tegenover de Staat een vorderingsrecht hadden verworven gelijk aan het bedrag van de betwiste belasting. In de veronderstelling dat zij worden geraakt in hun recht op ongestoord genot van hun eigendom, in de zin van artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, zou dat in overeenstemming zijn met het tweede lid van dat artikel. Doordat de wetgever zich, om de hiervoor uiteengezette redenen, op die bepaling baseert, vermocht hij te oordelen dat de bekritiseerde maatregel in overeenstemming was met het algemeen belang en noodzakelijk was om de betaling te verzekeren van belastingen waarvan hij geenszins de regels van vaststelling ervan wijzigde. B.18.1. Volgens de eiseres voor het verwijzende rechtscollege zou de in het geding zijnde bepaling een onverantwoord verschil in behandeling in het leven roepen tussen de schuldenaars van een betwiste belastingschuld en de schuldenaars die aan het gemeen recht zijn onderworpen. B.18.2. Zoals eerder in herinnering is gebracht, strekt de in het geding zijnde bepaling ertoe de belangen van de Schatkist te beschermen door in te spelen op een rechtspraak waarvan de gevolgen als voldoende onverwacht kunnen worden beschouwd om een optreden van de wetgever te verantwoorden. Aangezien die rechtspraak enkel betrekking had op de aangelegenheid van de inkomstenbelastingen, vermocht de wetgever zijn optreden te beperken tot die aangelegenheid. B.18.3. Zelfs indien de aan het fiscaal recht en de aan het gemeen recht onderworpen schuldenaars als vergelijkbare personen kunnen worden beschouwd, is het probleem van de verjaringsstuitende werking van een dwangbevel dat is betekend bij ontstentenis van uitvoerbare justice et le droit de propriété B.16. La demanderesse devant la juridiction a quo n'est pas davantage privée du droit à une bonnne administration de la justice puisqu'elle conserve le droit de poursuivre devant la juridiction compétente la réclamation qu'elle a introduite pour contester l'impôt qui lui était demandé. Si la disposition en cause exercera une influence sur des procédures pendantes, elle ne modifie pas le droit fiscal matériel qui s'y applique et, en ce qu'elle exerce une influence sur la prescription des dettes contestées, celle-ci est justifiée par les motifs impérieux d'intérêt général mentionnés ci-avant. B.17. En tant que la compatibilité avec le droit de propriété est mise en cause, on ne saurait admettre que les contribuables qui avaient contesté l'impôt qui leur était réclamé avaient acquis contre l'Etat un droit de créance égal au montant de l'impôt contesté. A supposer qu'ils soient affectés dans leur droit au respect de leurs biens au sens de l'article 1er du Premier Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de l'homme, ce serait conformément au deuxième alinéa de cet article. Le législateur a pu, en se fondant sur cette disposition, pour les raisons exposées ci-dessus, considérer que la mesure critiquée était conforme à l'intérêt général et nécessaire pour assurer le paiement d'impôts dont il ne modifiait en rien les règles d'établissement. B.18.1. Selon la demanderesse devant la juridiction a quo, la disposition en cause créerait une différence de traitement injustifiée entre les débiteurs d'une dette fiscale contestée et les débiteurs de droit commun. B.18.2. Comme il a été rappelé précédemment, la disposition en cause vise à protéger les intérêts du Trésor en réagissant à une jurisprudence dont les effets peuvent être considérés comme suffisamment inattendus pour justifier une intervention du législateur. Dès lors que cette jurisprudence ne concernait que la matière des impôts sur les revenus, le législateur pouvait limiter son intervention à cette matière. B.18.3. En effet, même si les débiteurs fiscaux et les débiteurs de droit commun peuvent être considérés comme des personnes comparables, le problème de l'effet interruptif de prescription d'un commandement
titel immers nauw verbonden met de wijze van vaststelling en inning signifié en l'absence de titre exécutoire est étroitement lié au mode
van de belasting, die niet vergelijkbaar is met de wijze van d'établissement et de recouvrement de l'impôt, qui n'est pas
vaststelling en inning van een gemeenrechtelijke schuldvordering. comparable au mode d'établissement et de recouvrement d'une créance de
B.19. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. droit commun. B.19. La question préjudicielle appelle une réponse négative.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
Artikel 49 van de programmawet van 9 juli 2004, dat van toepassing is L'article 49 de la loi-programme du 9 juillet 2004, qui est applicable
op feiten die nog niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een in
kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing, schendt niet de aux faits qui n'ont pas encore donné lieu à une décision judiciaire
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het passée en force de chose jugée, ne viole pas les articles 10 et 11 de
rechtszekerheidsbeginsel, met het recht op een behoorlijke la Constitution, combinés avec le principe de la sécurité juridique,
rechtsbedeling en met het eigendomsrecht. le droit à une bonne administration de la justice et le droit de
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig propriété. Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française,
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 1 februari 2006. la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 1er février 2006.
De griffier, Le greffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
De voorzitter, Le président,
A. Arts. A. Arts.
^