← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 131/2005 van 19 juli 2005 Rolnummer 3033 In zake : het
beroep tot vernietiging van artikel 57, § 2, eerste lid, 2°, en tweede lid, van de organieke wet
van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maats Het Arbitragehof, samengesteld
uit rechter P. Martens, waarnemend voorzitter, voorzitter A. Arts(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 131/2005 van 19 juli 2005 Rolnummer 3033 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 57, § 2, eerste lid, 2°, en tweede lid, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maats Het Arbitragehof, samengesteld uit rechter P. Martens, waarnemend voorzitter, voorzitter A. Arts(...) | Extrait de l'arrêt n° 131/2005 du 19 juillet 2005 Numéro du rôle : 3033 En cause : le recours en annulation de l'article 57, § 2, alinéa 1 er , 2°, et alinéa 2, de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'actio La Cour d'arbitrage, composée du juge P. Martens, faisant fonction de président, du président A.(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Uittreksel uit arrest nr. 131/2005 van 19 juli 2005 | Extrait de l'arrêt n° 131/2005 du 19 juillet 2005 |
Rolnummer 3033 | Numéro du rôle : 3033 |
In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 57, § 2, eerste lid, | En cause : le recours en annulation de l'article 57, § 2, alinéa 1er, |
2°, en tweede lid, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de | 2°, et alinéa 2, de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres |
openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals gewijzigd bij | publics d'action sociale, telle qu'elle a été modifiée par l'article |
artikel 483 van de programmawet van 22 december 2003, ingesteld door | 483 de la loi-programme du 22 décembre 2003, introduit par l'a.s.b.l. |
de v.z.w. « Défense des Enfants - International - Belgique - Branche | « Défense des Enfants - International - Belgique - Branche francophone |
francophone (D.E.I. Belgique) » en anderen. | (D.E.I. Belgique) » et autres. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit rechter P. Martens, waarnemend voorzitter, voorzitter | composée du juge P. Martens, faisant fonction de président, du |
A. Arts en de rechters R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. | président A. Arts et des juges R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, |
Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, | L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, |
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van rechter P. Martens, | assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le juge P. Martens, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging | I. Objet du recours et procédure |
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 28 juni 2004 | Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 28 |
ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 29 juni | juin 2004 et parvenue au greffe le 29 juin 2004, l'a.s.b.l. « Défense |
2004, hebben de v.z.w.« Défense des Enfants - International - Belgique | des Enfants - International - Belgique - branche francophone (D.E.I. |
- Branche francophone (D.E.I. Belgique) », met maatschappelijke zetel | Belgique) », dont le siège social est établi à 1000 Bruxelles, rue du |
te 1000 Brussel, Kiekenmarkt 30, en B. Sall en A. Bah, wonende te 1080 | Marché aux Poulets 30, et B. Sall et A. Bah, demeurant à 1080 |
Brussel, Liverpoolstraat 48, beroep tot vernietiging ingesteld van | Bruxelles, rue de Liverpool 48, ont introduit un recours en annulation |
artikel 57, § 2, eerste lid, 2°, en tweede lid, van de organieke wet | de l'article 57, § 2, alinéa 1er, 2°, et alinéa 2, de la loi du 8 |
van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk | juillet 1976 organique des centres publics d'action sociale, telle |
welzijn, zoals gewijzigd bij artikel 483 van de programmawet van 22 | qu'elle a été modifiée par l'article 483 de la loi-programme du 22 |
december 2003 (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 31 | décembre 2003 (publiée au Moniteur belge du 31 décembre 2003). |
december 2003). | |
(...) | (...) |
II. In rechte | II. En droit |
(...) | (...) |
Ten aanzien van de omvang van het beroep | Quant à l'étendue du recours |
B.1. Het Hof dient de omvang van het beroep tot vernietiging te | B.1. La Cour doit déterminer l'étendue du recours en annulation sur la |
bepalen op grond van de inhoud van het verzoekschrift. | base du contenu de la requête. |
Aangezien de middelen enkel gericht zijn tegen artikel 57, § 2, eerste | Dès lors que les moyens sont articulés contre l'article 57, § 2, |
lid, 2°, en tweede lid, van de organieke wet van 8 juli 1976 | alinéa 1er, 2°, et alinéa 2, de la loi du 8 juillet 1976 organique des |
betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals | centres publics d'action sociale, tel qu'il a été modifié par |
gewijzigd bij artikel 483 van de bestreden programmawet van 22 | l'article 483 de la loi-programme entreprise du 22 décembre 2003, la |
december 2003, zal het Hof zijn onderzoek tot dat deel van de voormelde bepaling beperken. | Cour limitera son examen à cette partie de la disposition précitée. |
Ten gronde | Quant au fond |
B.2.1. De verzoekende partijen leiden een eerste middel af uit de | B.2.1. Les parties requérantes prennent un premier moyen de la |
schending, door artikel 483 van de programmawet van 22 december 2003, | violation, par l'article 483 de la loi-programme du 22 décembre 2003, |
van de artikelen 22 en 23, eerste lid, van de Grondwet, gelezen in | des articles 22 et 23, alinéa 1er, de la Constitution, combinés avec |
samenhang met artikel 191 ervan, met artikel 8 van het Europees | son article 191, avec l'article 8 de la Convention européenne des |
Verdrag voor de Rechten van de Mens, met de artikelen 17 en 23.1 van | droits de l'homme, avec les articles 17 et 23.1 du Pacte international |
het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, | relatif aux droits civils et politiques, avec les articles 2.1, 10.1 |
met de artikelen 2.1, 10.1 en 10.3 van het Internationaal Verdrag | et 10.3 du Pacte international relatif aux droits économiques, sociaux |
inzake economische, sociale en culturele rechten en met de artikelen 3 | et culturels, et avec les articles 3 et 16 de la Convention relative |
en 16 van het Verdrag inzake de rechten van het kind, waarbij die | aux droits de l'enfant, ces dispositions conventionnelles étant, le |
verdragsbepalingen in voorkomend geval in samenhang worden gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | cas échéant, lues en combinaison avec les articles 10 et 11 de la |
In een eerste onderdeel van het middel wordt aangeklaagd dat de | Constitution. |
aangevochten bepaling onredelijke inmengingen in het privé-leven en | Dans une première branche du moyen, il est fait grief à la disposition |
het gezinsleven van de betrokkenen veroorzaakt door te voorzien in een | attaquée de causer des ingérences déraisonnables dans la vie privée et |
maatschappelijke dienstverlening die beperkt is tot de materiële hulp | familiale des intéressés en prévoyant une aide sociale limitée à |
die onontbeerlijk is voor de ontwikkeling van het kind en uitsluitend | l'aide matérielle indispensable pour le développement de l'enfant et |
aan dat kind is voorbehouden, terwijl het privé-leven en het | exclusivement réservée à ce dernier alors que la vie privée et |
gezinsleven zouden vereisen dat de hulp wordt vastgesteld met | familiale imposerait que l'aide soit déterminée par rapport à |
betrekking tot alle gezinsleden. | l'ensemble des membres de la famille. |
B.2.2. Artikel 483 van de programmawet van 22 december 2003 bepaalt : | B.2.2. L'article 483 de la loi-programme du 22 décembre 2003 dispose : |
« Artikel 57, § 2, eerste lid, van de organieke wet van 8 juli 1976 | « L'article 57, § 2, alinéa 1er, de la loi du 8 juillet 1976 organique |
betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, wordt | des centres publics d'aide sociale, est remplacé par les alinéas |
vervangen als volgt : | suivants : |
' In afwijking van de andere bepalingen van deze wet, is de taak van | ' Par dérogation aux autres dispositions de la présente loi, la |
het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn beperkt tot : | mission du centre public d'aide sociale se limite à : |
1° het verlenen van dringende medische hulp, wanneer het gaat om een | 1° l'octroi de l'aide médicale urgente, à l'égard d'un étranger qui |
vreemdeling die illegaal in het Rijk verblijft; | séjourne illégalement dans le Royaume; |
2° het vaststellen van de staat van behoeftigheid doordat de ouders | 2° constater l'état de besoin suite au fait que les parents n'assument |
hun onderhoudsplicht niet nakomen of niet in staat zijn die na te | pas ou ne sont pas en mesure d'assumer leur devoir d'entretien, à |
komen, wanneer het gaat om een vreemdeling jonger dan 18 jaar die met | l'égard d'un étranger de moins de 18 ans qui séjourne, avec ses |
zijn ouders illegaal in het Rijk verblijft. | parents, illégalement dans le Royaume. |
In het geval bedoeld in 2°, wordt de maatschappelijke hulp beperkt tot | Dans le cas visés sous 2°, l'aide sociale est limitée à l'aide |
de materiële hulp die onontbeerlijk is voor de ontwikkeling van het | matérielle indispensable pour le développement de l'enfant et est |
kind en wordt uitsluitend verstrekt in een federaal opvangcentrum | exclusivement octroyée dans un centre fédéral d'accueil conformément |
overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten bepaald door de Koning. | aux conditions et modalités fixées par le Roi. ' ». |
' ». B.2.3. Artikel 22 van de Grondwet bepaalt : | B.2.3. L'article 22 de la Constitution énonce : |
« Ieder heeft recht op eerbiediging van zijn privé-leven en zijn | « Chacun a droit au respect de sa vie privée et familiale, sauf dans |
gezinsleven, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden door de wet bepaald. | les cas et conditions fixés par la loi. |
De wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel waarborgen de | La loi, le décret ou la règle visée à l'article 134 garantissent la |
bescherming van dat recht ». | protection de ce droit ». |
Artikel 23 van de Grondwet bepaalt : | L'article 23 de la Constitution prévoit : |
« Ieder heeft het recht een menswaardig leven te leiden. [...] ». | « Chacun a le droit de mener une vie conforme à la dignité humaine. [...] ». |
Artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens bepaalt | L'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme dispose |
: | : |
« 1. Eenieder heeft recht op eerbiediging van zijn privéleven, zijn | « 1. Toute personne a droit au respect de sa vie privée et familiale, |
gezinsleven, zijn huis en zijn briefwisseling. | de son domicile et de sa correspondance. |
2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan met betrekking | 2. Il ne peut y avoir d'ingérence d'une autorité publique dans |
tot de uitoefening van dit recht dan voor zover bij de wet is voorzien | l'exercice de ce droit que pour autant que cette ingérence est prévue |
en in een democratische samenleving nodig is in het belang van 's | par la loi et qu'elle constitue une mesure qui, dans une société |
lands veiligheid, de openbare veiligheid, of het economisch welzijn | démocratique, est nécessaire à la sécurité nationale, à la sûreté |
van het land, de bescherming van de openbare orde en het voorkomen van | publique, au bien-être économique du pays, à la défense de l'ordre et |
strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, | à la prévention des infractions pénales, à la protection de la santé |
of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen ». | ou de la morale, ou à la protection des droits et libertés d'autrui ». |
De artikelen 17 en 23 van het Internationaal Verdrag inzake | Les articles 17 et 23 du Pacte international relatif aux droits civils |
burgerrechten en politieke rechten bepalen : | et politiques énoncent : |
« Artikel 17 | « Article 17 |
1. Niemand mag worden onderworpen aan willekeurige of onwettige | 1. Nul ne sera l'objet d'immixtions arbitraires ou illégales dans sa |
inmenging in zijn privéleven, zijn gezinsleven, zijn huis en zijn | vie privée, sa famille, son domicile ou sa correspondance, ni |
briefwisseling, noch aan onwettige aantasting van zijn eer en goede naam. | d'atteintes illégales à son honneur et à sa réputation. |
2. Een ieder heeft recht op bescherming door de wet tegen zodanige | 2. Toute personne a droit à la protection de la loi contre de telles |
inmenging of aantasting ». | immixtions ou de telles atteintes ». |
« Artikel 23 1. Het gezin vormt de natuurlijke en fundamentele kern van de maatschappij en heeft het recht op bescherming door de maatschappij en de Staat. 2. Het recht van mannen en vrouwen van huwbare leeftijd een huwelijk aan te gaan en een gezin te stichten wordt erkend. 3. Geen huwelijk wordt gesloten zonder de vrije en volledige toestemming van de aanstaande echtgenoten. 4. De Staten die partij zijn bij dit Verdrag nemen passende maatregelen ter verzekering van de gelijke rechten en verantwoordelijkheden van de echtgenoten wat het huwelijk betreft, tijdens het huwelijk en bij de ontbinding ervan. In geval van ontbinding van het huwelijk wordt voorzien in de noodzakelijke | « Article 23 1. La famille est l'élément naturel et fondamental de la société et a droit à la protection de la société et de l'Etat. 2. Le droit de se marier et de fonder une famille est reconnu à l'homme et à la femme à partir de l'âge nubile. 3. Nul mariage ne peut être conclu sans le libre et plein consentement des futurs époux. 4. Les Etats parties au présent Pacte prendront les mesures appropriées pour assurer l'égalité de droits et de responsabilités des époux au regard du mariage, durant le mariage et lors de sa dissolution. En cas de dissolution, des dispositions seront prises |
bescherming van eventuele kinderen ». | afin d'assurer aux enfants la protection nécessaire ». |
Artikel 2.1, van het Internationaal Verdrag inzake economische, | L'article 2.1 du Pacte international relatif aux droits économiques, |
sociale en culturele rechten bepaalt : | sociaux et culturels prévoit : |
« Iedere Staat die partij is bij dit Verdrag verbindt zich maatregelen | « Chacun des Etats parties au présent Pacte s'engage à agir, tant par |
te nemen, zowel zelfstandig als binnen het kader van de internationale | son effort propre que par l'assistance et la coopération |
hulp en samenwerking, met name op economisch en technisch gebied, en | internationales, notamment sur les plans économique et technique, au |
met volledige gebruikmaking van de hem ter beschikking staande | maximum de ses ressources disponibles, en vue d'assurer |
hulpbronnen, ten einde met alle passende middelen, inzonderheid de | progressivement le plein exercice des droits reconnus dans le présent |
invoering van wettelijke maatregelen, tot een algehele verwezenlijking | Pacte par tous les moyens appropriés, y compris en particulier |
van de in dit Verdrag erkende rechten te komen ». | l'adoption de mesures législatives ». |
De artikelen 10.1 en 10.3 van hetzelfde Verdrag bepalen : | Les articles 10.1 et 10.3 du même Pacte disposent : |
« De Staten die partij zijn bij dit Verdrag erkennen het volgende : | « Les Etats parties au présent Pacte reconnaissent que : |
1. De grootst mogelijke bescherming en bijstand dient te worden | 1. Une protection et une assistance aussi larges que possible doivent |
verleend aan het gezin, dat de natuurlijke en fundamentele kern van de | être accordées à la famille, qui est l'élément naturel et fondamental |
maatschappij vormt, in het bijzonder bij de stichting daarvan en | de la société, en particulier pour sa formation et aussi longtemps |
zolang het de verantwoording draagt voor de zorg voor en de opvoeding | qu'elle a la responsabilité de l'entretien et de l'éducation d'enfants |
van kinderen die nog niet in eigen levensonderhoud kunnen voorzien. | à charge. Le mariage doit être librement consenti par les futurs |
Een huwelijk moet door de aanstaande echtgenoten uit vrije wil worden | |
aangegaan. | époux. |
[...] | [...] |
3. Bijzondere maatregelen ter bescherming van en ter verlening van | 3. Des mesures spéciales de protection et d'assistance doivent être |
bijstand aan kinderen en jeugdige personen dienen te worden genomen | prises en faveur de tous les enfants et adolescents, sans |
zonder enigerlei discriminatie ter zake van afstamming of anderszins. | discrimination aucune pour des raisons de filiation ou autres. Les |
Kinderen en jeugdige personen dienen te worden beschermd tegen | enfants et adolescents doivent être protégés contre l'exploitation |
economische en sociale uitbuiting. Tewerkstelling van zulke personen | économique et sociale. Le fait de les employer à des travaux de nature |
voor het verrichten van arbeid die schadelijk is voor hun zedelijk of | à compromettre leur moralité ou leur santé, à mettre leur vie en |
lichamelijk welzijn, levensgevaar oplevert, dan wel groot gevaar | danger ou à nuire à leur développement normal doit être sanctionné par |
inhoudt dat hun normale ontwikkeling zal worden geremd, dient | la loi. Les Etats doivent aussi fixer des limites d'âge au-dessous |
strafbaar te zijn bij de wet. De Staten dienen tevens leeftijdsgrenzen | desquelles l'emploi salarié de la main-d'oeuvre enfantine sera |
vast te stellen waar beneden het verrichten van loonarbeid door | |
kinderen verboden en strafbaar bij de wet dient te zijn ». | interdit et sanctionné par la loi ». |
Ten slotte bepalen de artikelen 3 en 16 van het Verdrag inzake de | Enfin, les articles 3 et 16 de la Convention relative aux droits de |
rechten van het kind : | l'enfant énoncent : |
« Artikel 3 | « Article 3 |
1. Bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomen door openbare of particuliere instellingen voor maatschappelijk welzijn of door rechterlijke instanties, bestuurlijke autoriteiten of wetgevende lichamen, vormen de belangen van het kind de eerste overweging. 2. De Staten die partij zijn, verbinden zich ertoe het kind te verzekeren van de bescherming en de zorg die nodig zijn voor zijn of haar welzijn, rekening houdend met de rechten en plichten van zijn of haar ouders, wettige voogden of anderen die wettelijk verantwoordelijk voor het kind zijn, en nemen hiertoe alle passende wettelijke en bestuurlijke maatregelen. 3. De Staten die partij zijn, waarborgen dat de instellingen, diensten en voorzieningen die verantwoordelijk zijn voor de zorg voor of de bescherming van kinderen voldoen aan de door de bevoegde autoriteiten | 1. Dans toutes les décisions qui concernent les enfants, qu'elles soient le fait des institutions publiques ou privées de protection sociale, des tribunaux, des autorités administratives ou des organes législatifs, l'intérêt supérieur de l'enfant doit être une considération primordiale. 2. Les Etats parties s'engagent à assurer à l'enfant la protection et les soins nécessaires à son bien-être, compte tenu des droits et des devoirs de ses parents, de ses tuteurs ou des autres personnes légalement responsables de lui, et ils prennent à cette fin toutes les mesures législatives et administratives appropriées. 3. Les Etats parties veillent à ce que le fonctionnement des institutions, services et établissements qui ont la charge des enfants et assurent leur protection soit conforme aux normes fixées par les |
vastgestelde normen, met name ten aanzien van de veiligheid de | autorités compétentes, particulièrement dans le domaine de la sécurité |
gezondheid, het aantal personeelsleden en hun geschiktheid, alsmede | et de la santé et en ce qui concerne le nombre et la compétence de |
bevoegd toezicht ». | leur personnel ainsi que l'existence d'un contrôle approprié ». |
« Artikel 16 | « Article 16 |
1. Geen enkel kind mag worden onderworpen aan willekeurige of | 1. Nul enfant ne fera l'objet d'immixtions arbitraires ou illégales |
onrechtmatige inmenging in zijn of haar privéleven, in zijn of haar | dans sa vie privée, sa famille, son domicile ou sa correspondance, ni |
gezinsleven, zijn of haar woning of zijn of haar correspondentie, noch | |
aan enige onrechtmatige aantasting van zijn of haar eer en goede naam. | d'atteintes illégales à son honneur et à sa réputation. |
2. Het kind heeft recht op bescherming door de wet tegen zodanige | 2. L'enfant a droit à la protection de la loi contre de telles |
inmenging of aantasting ». | immixtions ou de telles atteintes ». |
B.3.1. Zoals het eerste onderdeel van het eerste middel is | B.3.1. Telle qu'elle est formulée, la première branche du premier |
geformuleerd, wordt het Hof daarin verzocht zich uit te spreken over | moyen invite la Cour à se prononcer sur l'absence d'octroi d'une aide |
de niet-toekenning van maatschappelijke dienstverlening aan de | |
gezinsleden van de betrokken minderjarige. | sociale aux membres de la famille du mineur concerné. |
B.3.2. Uit de parlementaire voorbereiding van de wet blijkt dat de | B.3.2. La lecture des travaux préparatoires de la loi révèle qu'en |
wetgever, door de bestreden maatregel aan te nemen, de consequenties | |
wilde trekken uit het arrest nr. 106/2003, uitgesproken door het Hof | adoptant la mesure critiquée, le législateur entendait tirer les |
op 22 juli 2003, door een maatschappelijke dienstverlening toe te | conséquences de l'arrêt n° 106/2003, prononcé par la Cour le 22 |
kennen aan de illegale minderjarigen van wie de ouders niet in staat | juillet 2003, en octroyant une aide sociale aux mineurs illégaux dont |
zijn in het onderhoud te voorzien, en daarbij te vermijden dat de | les parents ne sont pas en mesure d'assurer l'entretien, tout en |
aldus toegekende hulp haar oorspronkelijk doel zou missen (Parl. St., | évitant que l'aide ainsi octroyée ne soit détournée de son objet |
Kamer, 2003-2004, DOC 51-0473/001 en DOC 51-0474/001, pp. 223-224, en | initial (Doc. parl., Chambre, 2003-2004, DOC 51-0473/001 et DOC |
DOC 51-0473/029). Om de in het arrest nr. 106/2003 uiteengezette redenen, hebben de ouders voor zichzelf in beginsel geen recht op andere maatschappelijke dienstverlening dan dringende medische hulp. Een dergelijke dienstverlening zou indruisen tegen de doelstelling van de wetgever, die, zoals met name is uiteengezet in het arrest nr. 51/94 en zoals eraan is herinnerd naar aanleiding van de parlementaire besprekingen die aan de goedkeuring van de aangevochten bepaling zijn voorafgegaan, erin bestaat de vreemdeling die illegaal op het grondgebied verblijft ertoe aan te zetten in te gaan op het bevel om het grondgebied te verlaten. B.4. Het Hof dient evenwel nog na te gaan of de aangevochten wet, door de maatregelen waarin zij voorziet, het bestaan van een gezinsleven onmogelijk maakt. Een dergelijke grief, die aanleunt bij het verwijt dat de verzoekende partijen in het tweede, het derde en het vierde onderdeel van hun eerste middel hebben geformuleerd, moet samen met die andere onderdelen worden onderzocht. De verzoekende partijen voeren aan dat de aangevochten bepaling, door het kind te verplichten in een federaal opvangcentrum te verblijven zonder dat enige maatregel wordt genomen om zijn ouders daar op te vangen, inbreuk zou plegen op het recht op eerbiediging van het privé-leven en het gezinsleven en de positieve verplichtingen van de Staat ernstig in het gedrang zou brengen door de invoering van maatregelen die de gezinnen geenszins zouden beschermen vermits die bepaling, integendeel, tot gevolg zou hebben dat gezinnen uit elkaar worden gerukt. | 51-0474/001, pp. 223-224, et DOC 51-0473/029). Pour les motifs exposés dans l'arrêt n° 106/2003, les parents n'ont en principe pas droit, pour eux-mêmes, à l'aide sociale autre que l'aide médicale urgente. Une telle aide irait à l'encontre de l'objectif du législateur qui est, ainsi qu'il est exposé notamment dans l'arrêt n° 51/94 et tel qu'il a été rappelé à l'occasion des discussions parlementaires qui ont précédé l'adoption de la disposition attaquée, d'inciter l'étranger qui séjourne illégalement sur le territoire à obéir à l'ordre de quitter le territoire. B.4. La Cour doit toutefois encore examiner si, par les mesures qu'elle prévoit, la loi attaquée rend impossible l'existence d'une vie familiale. Un tel grief, qui participe du même reproche formulé par les parties requérantes dans les deuxième, troisième et quatrième branches de leur premier moyen, doit être examiné conjointement avec ces autres branches. Les parties requérantes soutiennent qu'en forçant l'enfant à résider dans un centre fédéral d'accueil, sans qu'aucune mesure ne soit prise pour y accueillir ses parents, la disposition attaquée porterait atteinte au droit au respect de la vie privée et familiale et méconnaîtrait gravement les obligations positives de l'Etat par l'instauration de mesures qui ne seraient nullement protectrices des familles puisqu'au contraire, elles auraient pour effet de les fragmenter. |
B.5.1. De rechten die bij artikel 22 van de Grondwet en bij artikel 8 | B.5.1. Les droits que garantissent l'article 22 de la Constitution et |
van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens worden | l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme ne sont |
gewaarborgd, zijn niet absoluut. Hoewel artikel 22 van de Grondwet aan | pas absolus. Bien que l'article 22 de la Constitution reconnaisse à |
eenieder het recht op eerbiediging van zijn privé-leven en zijn | chacun le droit au respect de sa vie privée et familiale, cette |
gezinsleven toekent, voegt die bepaling daaraan immers onmiddellijk | |
toe : « behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden door de wet | disposition ajoute en effet immédiatement : « sauf dans les cas et |
bepaald ». | conditions fixés par la loi ». |
De voormelde bepalingen vereisen dat elke overheidsinmenging in het | Les dispositions précitées exigent que toute ingérence des autorités |
recht op eerbiediging van het privé-leven en het gezinsleven wordt | dans le droit au respect de la vie privée et familiale soit prescrite |
voorgeschreven in een voldoende precieze wettelijke bepaling, | par une disposition législative, suffisamment précise, qu'elle |
beantwoordt aan een dwingende maatschappelijke behoefte en evenredig | corresponde à un besoin social impérieux et qu'elle soit proportionnée |
is met de nagestreefde wettige doelstelling. | à l'objectif légitime poursuivi. |
B.5.2. Ofschoon artikel 8.2 van het voormelde Europees Verdrag, door | B.5.2. Bien que, en utilisant le terme « loi », l'article 8.2 de la |
het woord « wet » te gebruiken, niet vereist dat in de inmenging die | Convention européenne précitée n'exige pas que l'ingérence qu'il |
het toestaat, wordt voorzien in een « wet » in de formele betekenis | permet soit prévue par une « loi », au sens formel du terme, le même |
van het woord, wijst hetzelfde woord « wet », gebruikt in artikel 22 | mot « loi » utilisé à l'article 22 de la Constitution désigne une |
van de Grondwet, op een wettelijke bepaling. Die grondwettelijke | |
vereiste wordt aan de Belgische wetgever opgelegd, krachtens artikel | disposition législative. Cette exigence constitutionnelle s'impose au |
53 van het Europees Verdrag, volgens hetwelk de bepalingen van het | législateur belge, en vertu de l'article 53 de la Convention |
Verdrag niet zo kunnen worden uitgelegd dat ze beperkingen opleggen of | européenne, selon lequel les dispositions de la Convention ne peuvent |
inbreuk maken op de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden die met name in het interne recht worden erkend. B.5.3. De bestreden bepaling staat toe dat materiële hulp wordt verstrekt aan een minderjarige in een federaal opvangcentrum, « overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten bepaald door de Koning ». In de parlementaire voorbereiding van de wet kan men lezen dat de Minister van Maatschappelijke Integratie « het geen goed idee [vond] om een aan de ouders gewaarborgd recht in de programmawet op te nemen, omdat het het kind is dat het recht op maatschappelijke hulp opent. Niettemin preciseert ze dat het koninklijk besluit met de voorwaarden inzake de te verlenen hulp zodanig zal worden geformuleerd dat slechts in écht uitzonderlijke gevallen zal worden overgegaan tot een scheiding van ouders en kinderen. Ook zij is er immers van overtuigd dat de kinderen zich in de meeste gevallen slechts naar behoren kunnen | être interprétées comme limitant ou portant atteinte aux droits de l'homme et aux libertés fondamentales reconnues notamment par le droit interne. B.5.3. La disposition attaquée autorise l'octroi d'une aide matérielle au mineur dans un centre fédéral d'accueil, « conformément aux conditions et modalités fixées par le Roi ». On peut lire dans les travaux préparatoires de la loi que la ministre de l'Intégration sociale se disait « défavorable à l'inscription dans la loi-programme d'un droit garanti aux parents. En l'occurrence, c'est l'enfant qui ouvre le droit à l'aide sociale. Elle précise toutefois que, dans la définition des modalités de l'aide à octroyer, l'arrêté royal veillera à ce que la séparation n'intervienne que dans des cas vraiment exceptionnels. Elle se dit en effet convaincue que dans la plupart des cas, l'épanouissement des enfants est conditionné |
ontplooien in het bijzijn van hun ouders » (Parl. St., Kamer, | par la présence des parents à leurs côtés » (Doc. parl., Chambre, |
2003-2004, DOC 51-0473/029, p. 28). | 2003-2004, DOC 51-0473/029, p. 28). |
B.5.4. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens is van mening dat | B.5.4. La Cour européenne des droits de l'homme considère que pour un |
het samenzijn voor een ouder en zijn kind een fundamenteel element van | parent et son enfant, être ensemble représente un élément fondamental |
het gezinsleven is en dat het ten laste nemen van het kind door de | de la vie familiale, la prise en charge de l'enfant par l'autorité |
overheid geen einde maakt aan de natuurlijke gezinsrelaties (in die | publique ne mettant pas fin aux relations familiales naturelles (dans |
zin, onder meer de arresten W., B. en R. t. Verenigd Koninkrijk van 8 | ce sens, notamment les arrêts W., B. et R. c. Royaume-Uni du 8 juillet |
juli 1987, § 59; Gnahoré t. Frankrijk van 19 september 2000, § 50). | 1987, § 59; Gnahoré c. France du 19 septembre 2000, § 50). |
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens is eveneens van oordeel | La Cour européenne des droits de l'homme considère également que si |
dat, hoewel artikel 8 van het Verdrag hoofdzakelijk ertoe strekt het | l'article 8 de la Convention tend pour l'essentiel à prémunir |
individu te beschermen tegen de willekeurige inmenging van het | l'individu contre les ingérences arbitraires des pouvoirs publics, « |
openbaar gezag, « het aan de Staat ook positieve verplichtingen oplegt | il met de surcroît à charge de l'Etat des obligations positives |
die inherent zijn aan een werkelijke ' eerbiediging ' van het | inhérentes à un ' respect ' effectif de la vie familiale. Ainsi, là où |
gezinsleven. Daar waar een familieband blijkt te bestaan, dient de | l'existence d'un lien familial se trouve établi, l'Etat doit en |
Staat in beginsel zodanig te handelen dat die band kan worden | principe agir de manière à permettre à ce lien de se développer et |
ontwikkeld en de geëigende maatregelen te nemen om de betrokken ouder | prendre les mesures propres à réunir le parent et l'enfant concernés » |
en kind te herenigen » (arresten Eriksson t. Zweden van 22 juni 1989, | (arrêts Eriksson c. Suède du 22 juin 1989, § 71, Margarita et Roger |
§ 71, Margarita en Roger Andersson t. Zweden van 25 februari 1992, § | Andersson c. Suède du 25 février 1992, § 91, Olsson c. Suède du 24 |
91, Olsson t. Zweden van 24 maart 1988, § 90, Keegan t. Ierland van 26 | mars 1988, § 90, Keegan c. Irlande du 26 mai 1994, § 44, et Hokkanen |
mei 1994, § 44, en Hokkanen t. Finland van 23 september 1994, § 54). | c. Finlande du 23 septembre 1994, § 54). |
B.5.5. Door te bepalen dat de materiële hulp die onontbeerlijk is voor | B.5.5. En prévoyant que l'aide matérielle indispensable au |
de ontwikkeling van het kind uitsluitend zal worden verstrekt in een | développement de l'enfant sera exclusivement octroyée dans un centre |
federaal opvangcentrum, betekent de aangevochten bepaling een | fédéral d'accueil, la disposition attaquée constitue une ingérence |
inmenging in het privé-leven en het gezinsleven van de betrokkene. Een dergelijke inmenging moet dus beantwoorden aan de vereisten van wettigheid en voorzienbaarheid die zijn gesteld bij artikel 22 van de Grondwet en artikel 8 van het Verdrag, moet een wettig doel nastreven en zich ten aanzien van dat doel in een juist verband van evenredigheid bevinden. Hoewel de bewoordingen van de wet niet uitdrukkelijk uitsluiten dat de ouders hun kind in een opvangcentrum vergezellen opdat het de hulp kan krijgen die onontbeerlijk is voor zijn ontplooiing, wordt niet gepreciseerd in welke gevallen de aanwezigheid van de ouders al dan niet zal worden toegestaan. Het Hof wijst overigens op de verklaringen van de Minister van Maatschappelijke Integratie : « Het [is] het kind [...] dat het recht op maatschappelijke hulp opent. Niettemin preciseert ze dat het koninklijk besluit met de | dans la vie privée et familiale de l'intéressé. Une telle ingérence doit donc répondre aux exigences de légalité et de prévisibilité posées par l'article 22 de la Constitution et par l'article 8 de la Convention, poursuivre un but légitime et se trouver par rapport à ce but dans un juste rapport de proportionnalité. Si les termes de la loi n'excluent pas formellement que les parents accompagnent leur enfant dans un centre d'accueil afin qu'il puisse recevoir l'aide indispensable à son épanouissement, il n'est pas précisé dans quelles hypothèses la présence des parents sera, ou non, admise. La Cour relève au demeurant les déclarations de la ministre de l'Intégration sociale : « En l'occurrence, c'est l'enfant qui ouvre le droit à l'aide sociale. |
voorwaarden inzake de te verlenen hulp zodanig zal worden geformuleerd | Elle précise toutefois que, dans la définition des modalités de l'aide |
dat slechts in écht uitzonderlijke gevallen zal worden overgegaan tot | à octroyer, l'arrêté royal veillera à ce que la séparation |
een scheiding van ouders en kinderen. Ook zij is er immers van | n'intervienne que dans des cas vraiment exceptionnels. Elle se dit en |
overtuigd dat de kinderen zich in de meeste gevallen slechts naar | effet convaincue que dans la plupart des cas, l'épanouissement des |
behoren kunnen ontplooien in het bijzijn van hun ouders » (Parl. St., | enfants est conditionné par la présence des parents à leurs côtés » |
Kamer, 2003-2004, DOC 51-0473/029, p. 28). | (Doc. Parl., Chambre, 2003-2004, DOC 51-0473/029, p. 28). |
Uit de omzendbrief van de Minister van Maatschappelijke Integratie, | Il ressort également de la circulaire du ministre de l'Intégration |
die op 16 augustus 2004 naar de voorzitters van de openbare centra | sociale adressée le 16 août 2004 aux présidents des centres publics |
voor maatschappelijk welzijn is gestuurd, blijkt ook dat de | d'action sociale que la présence des parents auprès de leur enfant |
aanwezigheid van de ouders bij hun kind onontbeerlijk werd geacht voor | était considérée comme un élément indispensable à son épanouissement. |
de ontwikkeling van het kind. | |
B.6. De bestreden bepaling is in strijd met artikel 22 van de Grondwet | B.6. La disposition attaquée est contraire à l'article 22 de la |
en met de verdragsbepalingen die een analoge draagwijdte hebben, | Constitution et aux dispositions conventionnelles qui ont une portée |
doordat zij voorschrijft dat de materiële hulp die onontbeerlijk is | analogue en ce qu'elle prévoit que l'aide matérielle indispensable |
voor de ontwikkeling van het kind uitsluitend in een federaal | pour le développement de l'enfant est exclusivement octroyée dans un |
opvangcentrum wordt verstrekt, zonder dat die bepaling zelf waarborgt | centre fédéral d'accueil sans que la disposition elle-même ne |
dat de ouders er eveneens kunnen worden opgevangen opdat zij niet van | garantisse que les parents puissent également y être accueillis afin |
hun kinderen worden afgezonderd. | qu'ils n'en soient pas séparés. |
B.7.1. In een vijfde onderdeel van het eerste middel beweren de | B.7.1. Dans une cinquième branche du premier moyen, les parties |
verzoekende partijen dat de aangevochten bepaling, door de aan een | requérantes soutiennent qu'en limitant l'aide accordée à l'enfant en |
illegaal verblijvend kind toegekende hulp te beperken tot | situation illégale à l'aide sociale matérielle, la disposition |
maatschappelijke hulpverlening, inbreuk zou maken op het recht op de | attaquée porterait atteinte au droit à la dignité humaine de |
menselijke waardigheid van de betrokkene. | l'intéressé. |
B.7.2. De Minister heeft bij de parlementaire besprekingen die aan de | B.7.2. La ministre a précisé, à l'occasion des discussions |
goedkeuring van de aangevochten bepalingen zijn voorafgegaan, | parlementaires qui ont précédé l'adoption de la disposition attaquée, |
gepreciseerd dat de doelstelling erin bestond aan de minderjarige de | que l'objectif de l'aide accordée au mineur était d'assurer l'aide |
hulp te verzekeren die noodzakelijk is voor zijn ontwikkeling, overeenkomstig het arrest nr. 106/2003 van het Hof. Bijgevolg moet het O.C.M.W. elk geval afzonderlijk analyseren en telkens nagaan welke de behoeften van het kind zijn. De Minister voegde eraan toe : « De ontworpen bepaling behelst geen concrete oplossingen, maar strekt ertoe een scheeftrekking te voorkomen : het arrest van het Arbitragehof zou immers wel eens zodanig kunnen worden gelezen dat het de verplichting inhoudt financiële steun te bieden aan alle betrokken minderjarigen, wat onhoudbaar is. In het koninklijk besluit zal worden gepreciseerd welke vorm de maatschappelijke hulp mag aannemen (schoolbenodigdheden, voeding, onderdak, ...) » (Parl. St., Kamer, | nécessaire à son développement, conformément à l'arrêt n° 106/2003 de la Cour. Le C.P.A.S. doit par conséquent analyser chaque situation et identifier au cas par cas les besoins de l'enfant. La ministre a ajouté : « La disposition en projet n'entend pas énoncer les solutions concrètes mais tend à éviter une dérive : l'arrêt de la Cour d'arbitrage pourrait en effet être interprété comme obligeant à dispenser une aide financière à l'ensemble des mineurs concernés, ce qui serait intenable. L'arrêté royal précisera les formes que pourra revêtir l'aide sociale (colis scolaire, colis alimentaire, |
2003-2004, DOC 51-0473/029, p. 27). | logement...) » (Doc. Parl., Chambre, 2003-2004, DOC 51-0473/029, p. 27). |
In zijn arrest nr. 106/2003 heeft het Hof geoordeeld dat de | Dans son arrêt n° 106/2003, la Cour a jugé qu'il importait de |
doelstellingen die zijn opgesomd in de artikelen 2, 3, 24.1, 26 en 27 | concilier les objectifs énumérés aux articles 2, 3, 24.1, 26 et 27 de |
van het Verdrag inzake de rechten van het kind, dienden te worden | |
verzoend met de doelstelling die erin bestaat volwassenen die illegaal | la Convention relative aux droits de l'enfant avec l'objectif de ne |
op het grondgebied verblijven, niet ertoe aan te zetten er te blijven | pas inciter les adultes en séjour illégal à se maintenir sur le |
(B.7.6). | territoire (B.7.6). |
Het heeft aldus geoordeeld dat maatschappelijke dienstverlening moet | Ainsi, elle a considéré qu'une aide sociale devait pouvoir être |
kunnen worden toegekend : | accordée : |
« onder de drievoudige voorwaarde dat de bevoegde overheden hebben | « à la triple condition que les autorités compétentes aient constaté |
vastgesteld dat de ouders hun onderhoudsplicht niet nakomen of niet in | que les parents n'assument pas ou ne sont pas en mesure d'assumer leur |
staat zijn die na te komen, dat vaststaat dat de aanvraag betrekking heeft op onontbeerlijke uitgaven voor de ontwikkeling van het kind ten voordele van wie die dienstverlening wordt aangevraagd en dat het centrum zich ervan vergewist dat de dienstverlening uitsluitend zal dienen om die uitgaven te dekken. Het staat dus aan het centrum - onder voorbehoud van een optreden van de wetgever die een andere gepaste regeling zou aannemen - een dergelijke dienstverlening toe te kennen, op voorwaarde evenwel dat die valt binnen de perken van de specifieke behoeften van het kind, dat zij wordt verleend in de vorm van een dienstverlening in natura of een tenlasteneming van uitgaven ten behoeve van derden die een dergelijke dienst verlenen, teneinde elk mogelijk misbruik in het voordeel van de ouders uit te sluiten en met dien verstande dat die dienstverlening niet belet dat de maatregel inzake de verwijdering van de ouders en hun kinderen wordt uitgevoerd » (B.7.7). B.7.3. Om identieke redenen als die welke zojuist in herinnering werden gebracht, kan de wetgever niet worden verweten dat hij gekozen heeft voor materiële maatschappelijke hulpverlening. B.8. Het eerste middel is in zijn vijfde onderdeel niet gegrond. B.9.1. In het zesde onderdeel van het eerste middel beweren de | devoir d'entretien, qu'il soit établi que la demande concerne des dépenses indispensables au développement de l'enfant au bénéfice duquel elle est formulée et que le centre s'assure que l'aide sera exclusivement consacrée à couvrir ces dépenses. Il appartient donc au centre - sous réserve d'une intervention du législateur qui adopterait d'autres modalités appropriées - d'accorder une telle aide mais à la condition qu'elle le soit dans la limite des besoins propres à l'enfant, et sous la forme d'une aide en nature ou d'une prise en charge de dépenses au profit de tiers qui fournissent une telle aide afin d'exclure tout détournement éventuel au profit des parents, étant entendu que cette aide ne fait pas obstacle à ce que la mesure d'éloignement des parents et de leurs enfants soit exécutée » (B.7.7). B.7.3. Pour des motifs identiques à ceux qui viennent d'être rappelés, il ne pourrait être reproché au législateur d'avoir opté pour une aide sociale matérielle. B.8. Le premier moyen, en sa cinquième branche, n'est pas fondé. B.9.1. Les parties requérantes soutiennent, dans la sixième branche du |
verzoekende partijen dat, in zoverre de in het middel aangevoerde | premier moyen, que dans la mesure où les dispositions conventionnelles |
verdragsbepalingen zouden moeten worden gelezen in samenhang met de | invoquées par le moyen devraient être lues en combinaison avec les |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, het evident is dat de aangevochten wet met de invoering van een regeling van beperkte maatschappelijke hulpverlening voor onwettig verblijvende kinderen of voor hun gezin, een discriminatie in het leven roept tussen laatstgenoemden en de wettig verblijvende kinderen of hun gezin, waarbij twee onderscheiden opvattingen van het belang van het kind worden ingevoerd naar gelang van de wettigheid van het verblijf in België. B.9.2. In zoverre het middel aansluit bij de grief dat de norm de kinderen verplicht te verblijven in een federaal opvangcentrum zonder dat de aanwezigheid van de ouders aan hun zijde zou zijn gewaarborgd, dient dat middel, dat niet tot een ruimere vernietiging kan leiden, niet te worden onderzocht. B.9.3. Aangezien zowel de minderjarige van wie de ouders onwettig op het grondgebied verblijven als de minderjarige van wie de ouders regelmatig op het grondgebied verblijven, recht hebben op maatschappelijke dienstverlening, bestaat er dienaangaande geen discriminerend verschil in behandeling tussen de twee categorieën. De omstandigheid dat de modaliteiten van de toegekende hulp variëren naar gelang van het al dan niet regelmatig karakter van het verblijf van de ouders, wijzigt niets aan die vaststelling. Het komt immers het Federaal Agentschap voor de opvang van asielzoekers toe een geïndividualiseerd opvangproject op te stellen waarbij een materiële hulp wordt verzekerd die is aangepast aan de noden van de minderjarige en die onontbeerlijk is voor zijn ontwikkeling. De hierboven beschreven modaliteiten zijn niet discriminatoir, aangezien zij ertoe strekken de doelstellingen die zijn opgesomd in de bepalingen van het Verdrag inzake de rechten van het kind te verzoenen met de doelstelling die erin bestaat de ouders die illegaal op het grondgebied verblijven, niet ertoe aan te zetten er te blijven. B.10.1. In een tweede middel voeren de verzoekende partijen de schending aan, door de aangevochten bepaling, van artikel 23, tweede | articles 10 et 11 de la Constitution, il est évident qu'en instituant un régime d'aide sociale restrictif pour les enfants en séjour illégal ou pour leur famille, la loi attaquée introduit une discrimination entre ceux-ci et les enfants en séjour légal ou leur famille, instaurant deux conceptions distinctes de l'intérêt de l'enfant selon la légalité du séjour en Belgique. B.9.2. En ce qu'il se rattache au grief fait à la norme d'obliger les enfants à séjourner dans un centre fédéral d'accueil sans que la présence des parents à leur côté soit garantie, le moyen, qui ne peut mener à une annulation plus étendue, ne doit pas être examiné. B.9.3. Etant donné que tant le mineur dont les parents séjournent illégalement sur le territoire que celui dont les parents séjournent régulièrement sur le territoire, ont droit à une aide sociale, il n'existe pas, à cet égard, de différence de traitement discriminatoire entre ces deux catégories. La circonstance que les modalités de l'aide accordée varient selon le caractère régulier ou non du séjour des parents ne modifie rien à ce constat. Il appartient, en effet, à l'Agence fédérale pour l'accueil des demandeurs d'asile d'établir un projet individualisé d'accueil dans lequel est assurée une aide matérielle adaptée aux besoins du mineur et indispensable pour son développement. Les modalités qui viennent d'être décrites ne sont pas discriminatoires dès lors qu'elles entendent concilier les objectifs énumérés aux dispositions de la Convention sur les droits de l'enfant avec l'objectif de ne pas inciter les parents en séjour illégal à se maintenir sur le territoire. B.10.1. Dans un deuxième moyen, les parties requérantes allèguent la violation, par la disposition attaquée, de l'article 23, alinéas 2 et |
en derde lid van de Grondwet, van de artikelen 11 en 13 van het | 3, de la Constitution, des articles 11 et 13 du Pacte international |
Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele | relatif aux droits économiques, sociaux et culturels, des articles 27, |
rechten, van de artikelen 27, 28 en 29 van het Verdrag inzake de | 28 et 29 de la Convention relative aux droits de l'enfant et des |
rechten van het kind en van de artikelen 16 en 17 van het herziene | articles 16 et 17 de la Charte sociale révisée, ces dispositions |
Sociale Handvest, waarbij die verdragsbepalingen in voorkomend geval | conventionnelles lues le cas échéant en combinaison avec les articles |
worden gelezen in samenhang met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | 10 et 11 de la Constitution. |
Aangeklaagd wordt dat de aangevochten bepaling de maatschappelijke | Il est reproché à la disposition attaquée de restreindre de manière |
dienstverlening zoals daarin is voorzien is in artikel 1 van de wet | discriminatoire l'aide sociale telle qu'elle est prévue par l'article |
van 8 juli 1976 op een discriminerende wijze zou beperken, of op zijn | 1er de la loi du 8 juillet 1976, ou à tout le moins d'entraîner une |
minst een flagrante stap achteruit zou betekenen, door bij de | régression flagrante dans la mise en oeuvre des dispositions précitées |
toepassing van voormelde bepalingen de ontwikkeling van het kind in de niet strikt materiële aspecten ervan, zoals die welke voortvloeien uit het recht op opvoeding, te veronachtzamen. B.10.2. Uit de memorie van antwoord van de verzoekende partijen blijkt dat in het middel, in zoverre het het recht op opvoeding van het kind beoogt, wordt aangeklaagd dat de aangevochten bepaling een significante achteruitgang betekent in het recht van de kinderen om te leven overeenkomstig de menselijke waardigheid door hen te dwingen gescheiden van hun ouders te leven. Dat middel, dat niet tot een ruimere vernietiging kan leiden dan diegene die volgt uit B.6, dient niet te worden onderzocht. B.11.1. De verzoekende partijen leiden een derde middel af uit de | en négligeant le développement de l'enfant dans ses aspects non strictement matériels, tels ceux qui découlent du droit à l'éducation. B.10.2. Il ressort du mémoire en réponse introduit par les parties requérantes qu'en ce qu'il vise le droit à l'éducation de l'enfant, le moyen reproche à la disposition attaquée d'opérer un recul significatif dans le droit des enfants à vivre conformément à la dignité humaine en les forçant à se séparer de leurs parents. Ce moyen, qui ne peut aboutir à une annulation plus étendue que celle qu'entraîne le B.6, ne doit pas être examiné. B.11.1. Les parties requérantes prennent un troisième moyen de la |
schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 2.2 | violation des articles 10 et 11 de la Constitution, de l'article 2.2 |
van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en | du Pacte international relatif aux droits économiques, sociaux et |
culturele rechten en van artikel 2 van het Verdrag inzake de rechten | culturels et de l'article 2 de la Convention relative aux droits de |
van het kind, eventueel in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 | l'enfant, éventuellement lus en combinaison avec les articles 10 et 11 |
van de Grondwet. | de la Constitution. |
Beweerd wordt dat de aangevochten bepaling een discriminerend verschil | Il est soutenu que la disposition attaquée créerait une différence de |
in behandeling zou teweegbrengen tussen, enerzijds, het in die bepaling beoogde kind en, anderzijds, het kind dat maatschappelijke dienstverlening kan vorderen en dat onwettig op het grondgebied verblijft zonder zijn ouders of het kind met wettig verblijf dat maatschappelijke dienstverlening kan vorderen om een andere reden dan het feit dat zijn ouders hun onderhoudsplicht niet nakomen of niet in staat zijn die na te komen. B.11.2. Het kind dat onwettig op het grondgebied verblijft zonder zijn ouders, is onderworpen aan de maatregelen die zijn voorgeschreven bij artikel 479 van de programmawet van 24 december 2002 betreffende de voogdij over niet begeleide minderjarige vreemdelingen en bij het | traitement discriminatoire entre, d'une part, l'enfant qu'elle vise et, d'autre part, l'enfant créancier de l'aide sociale qui séjourne illégalement sur le territoire sans ses parents ou l'enfant en séjour légal qui est créancier de l'aide sociale pour une raison différente du fait que ses parents n'assument pas ou ne sont pas en mesure d'assumer leur devoir d'entretien. B.11.2. L'enfant qui séjourne illégalement sur le territoire sans ses parents est soumis aux mesures prévues par l'article 479 de la loi-programme du 24 décembre 2002 relatif à la tutelle des mineurs |
koninklijk besluit van 22 december 2003 « tot uitvoering van Titel | étrangers non accompagnés et par l'arrêté royal du 22 décembre 2003 « |
XIII, Hoofdstuk 6 ' Voogdij over niet-begeleide minderjarige | portant exécution du Titre XIII, Chapitre 6 ' Tutelle des mineurs |
vreemdelingen ' van de programmawet van 24 december 2002 ». | étrangers non accompagnés ' de la loi-programme du 24 décembre 2002 ». |
De omstandigheid dat verschillende maatregelen zijn voorgeschreven | La circonstance que des mesures différentes sont prévues pour les |
voor onwettig verblijvende minderjarigen naargelang zij al dan niet | mineurs en situation illégale, selon qu'ils sont, ou non, accompagnés |
door hun ouders begeleid zijn, is op zich niet discriminerend. Het kan | de leurs parents n'est pas discriminatoire en soi. Il peut, en effet, |
immers redelijkerwijze worden verantwoord dat ten aanzien van | raisonnablement se justifier que des mineurs qui bénéficient de la |
minderjarigen die hun ouders aan hun zijde hebben, andere | présence de leurs parents à leur côté fassent l'objet de mesures |
hulpverleningsmaatregelen worden genomen dan ten aanzien van de | d'aide différentes de celles dont bénéficient les mineurs à l'égard |
minderjarigen over wie niemand het ouderlijk gezag uitoefent. | desquels personne n'exerce l'autorité parentale. |
B.11.3. Dat onderdeel van het middel is niet gegrond. | B.11.3. Le moyen n'est, en cette branche, pas fondé. |
B.11.4. Ten aanzien van het aangeklaagde verschil in behandeling | |
tussen de onwettig verblijvende minderjarigen die aan de aangevochten | B.11.4. Quant à la différence de traitement dénoncée entre les mineurs |
wet onderworpen zijn en de minderjarigen die wettig op het grondgebied | en séjour illégal soumis à la loi attaquée et ceux qui sont en séjour |
verblijven, is het middel niet gegrond, om dezelfde redenen als die | légal sur le territoire, le moyen n'est pas fondé, pour des motifs |
welke zijn vermeld in B.9.3. | identiques à ceux énoncés en B.9.3. |
Ten aanzien van de draagwijdte van de vernietiging en ten aanzien van | Quant à la portée de l'annulation et quant au maintien des effets de |
de handhaving van de gevolgen van de vernietigde bepaling | la disposition annulée |
B.12.1. Uit B.7 tot B.11 vloeit voort dat artikel 57, § 2, laatste | B.12.1. Il découle des B.7 à B.11 que l'article 57, § 2, dernier |
lid, van de wet van 8 juli 1976 geen enkele van de in het beroep | alinéa, de la loi du 8 juillet 1976 ne viole aucune des dispositions |
aangevoerde bepalingen schendt, in zoverre het bepaalt dat « de | invoquées dans le recours en ce qu'il dispose que « l'aide sociale est |
maatschappelijke hulp [wordt] beperkt tot de materiële hulp die | limitée à l'aide matérielle indispensable pour le développement de |
onontbeerlijk is voor de ontwikkeling van het kind en [...] | |
uitsluitend [wordt] verstrekt in een federaal opvangcentrum | l'enfant et est exclusivement octroyée dans un centre fédéral |
overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten bepaald door de Koning | d'accueil conformément aux conditions et modalités fixées par le Roi |
». | ». |
B.12.2. Uit B.6 vloeit voort dat die bepaling artikel 22 van de | B.12.2. Il découle du B.6 que cette disposition viole l'article 22 de |
Grondwet schendt, alsmede de verdragsbepalingen die een analoge | la Constitution ainsi que les dispositions conventionnelles qui ont |
draagwijdte hebben, maar uitsluitend in zoverre zij zelf niet | une portée analogue, mais uniquement en ce qu'elle ne garantit pas |
waarborgt dat de ouders eveneens kunnen worden opgevangen in het | elle-même que les parents puissent également être accueillis dans le |
centrum waar hun kind materiële hulp ontvangt. | centre où leur enfant reçoit l'aide matérielle. |
B.12.3. Teneinde aan de wetgever de tijd te laten om de bepaling | B.12.3. Afin de laisser le temps au législateur pour rendre la |
bestaanbaar te maken met artikel 22 van de Grondwet en met de | disposition compatible avec l'article 22 de la Constitution et les |
verdragsbepalingen met analoge draagwijdte, dienen op grond van | dispositions conventionnelles de portée analogue, il convient, en |
artikel 8, tweede lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 de | application de l'article 8, 2°, de la loi spéciale du 6 janvier 1989, |
gevolgen ervan te worden gehandhaafd. | d'en maintenir les effets. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
- vernietigt, rekening houdend met het gestelde in B.12.1 en B.12.2, | - annule, compte tenu de ce qui est dit en B.12.1 et B.12.2, le |
het laatste lid van artikel 483 van de programmawet van 22 december | dernier alinéa de l'article 483 de la loi-programme du 22 décembre |
2003; | 2003; |
- handhaaft de gevolgen van de vernietigde bepaling tot de | - maintient les effets de la disposition annulée jusqu'à l'entrée en |
inwerkingtreding van een nieuwe bepaling en uiterlijk tot 31 maart | vigueur d'une nouvelle disposition et au plus tard jusqu'au 31 mars |
2006. | 2006. |
Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, | Ainsi prononcé en langue française, en langue néerlandaise et en |
overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op | langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 |
het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 19 juli 2005, door | janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 19 |
voorzitter M. Melchior, ter vervanging van rechter P. Martens, wettig | juillet 2005, par le président M. Melchior, en remplacement du juge P. |
verhinderd zijnde de uitspraak van dit arrest bij te wonen. | Martens, légitimement empêché d'assister au prononcé du présent arrêt. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
De voorzitter, | Le président, |
M. Melchior. | M. Melchior. |