← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 110/2005 van 22 juni 2005 Rolnummer 3174 In zake : het
beroep tot vernietiging van artikel 9, eerste lid, 1°, van het decreet van het Waalse Gewest van 1 april
2004 betreffende de erkenning en de subsidiëring van d Het Arbitragehof, samengesteld
uit rechter P. Martens, waarnemend voorzitter, voorzitter A. Arts(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 110/2005 van 22 juni 2005 Rolnummer 3174 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 9, eerste lid, 1°, van het decreet van het Waalse Gewest van 1 april 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëring van d Het Arbitragehof, samengesteld uit rechter P. Martens, waarnemend voorzitter, voorzitter A. Arts(...) | Extrait de l'arrêt n° 110/2005 du 22 juin 2005 Numéro du rôle : 3174 En cause : le recours en annulation de l'article 9, alinéa 1 er , 1°, du décret de la Région wallonne du 1 er avril 2004 relatif à l'agrément et au subv La Cour d'arbitrage, composée du juge P. Martens, faisant fonction de président, du président A.(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Uittreksel uit arrest nr. 110/2005 van 22 juni 2005 | Extrait de l'arrêt n° 110/2005 du 22 juin 2005 |
Rolnummer 3174 | Numéro du rôle : 3174 |
In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 9, eerste lid, 1°, | En cause : le recours en annulation de l'article 9, alinéa 1er, 1°, du |
van het decreet van het Waalse Gewest van 1 april 2004 betreffende de | décret de la Région wallonne du 1er avril 2004 relatif à l'agrément et |
erkenning en de subsidiëring van de instellingen voor maatschappelijke | au subventionnement des organismes d'insertion socioprofessionnelle et |
integratie en inschakeling in het arbeidsproces en van de bedrijven | |
voor vorming door arbeid, ingesteld door de v.z.w. Association libre | des entreprises de formation par le travail, introduit par l'a.s.b.l. |
des entreprises d'apprentissage professionnel en anderen. | Association libre des entreprises d'apprentissage professionnel et autres. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit rechter P. Martens, waarnemend voorzitter, voorzitter | composée du juge P. Martens, faisant fonction de président, du |
A. Arts en de rechters R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. | président A. Arts et des juges R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, |
Lavrysen en J.-P. Moerman, bijgestaan door de griffier P.-Y. | L. Lavrysen et J.-P. Moerman, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, |
Dutilleux, onder voorzitterschap van rechter P. Martens, | présidée par le juge P. Martens, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging | I. Objet du recours et procédure |
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 30 november | Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 30 |
2004 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 1 | novembre 2004 et parvenue au greffe le 1er décembre 2004, un recours |
december 2004, is beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 9, | en annulation de l'article 9, alinéa 1er, 1°, du décret de la Région |
eerste lid, 1°, van het decreet van het Waalse Gewest van 1 april 2004 | wallonne du 1er avril 2004 relatif à l'agrément et au subventionnement |
betreffende de erkenning en de subsidiëring van de instellingen voor | des organismes d'insertion socioprofessionnelle et des entreprises de |
maatschappelijke integratie en inschakeling in het arbeidsproces en | formation par le travail (publié au Moniteur belge du 1er juin 2004, |
van de bedrijven voor vorming door arbeid (bekendgemaakt in het | |
Belgisch Staatsblad van 1 juni 2004, tweede uitgave) door de v.z.w. | deuxième édition) a été introduit par l'a.s.b.l. Association libre des |
Association libre des entreprises d'apprentissage professionnel, met | entreprises d'apprentissage professionnel, dont le siège social est |
maatschappelijke zetel te 5000 Namen, rue Henri Lecocq 47, de v.z.w. | établi à 5000 Namur, rue Henri Lecocq 47, l'a.s.b.l. Mille et une |
Mille et une Choses à faire, met maatschappelijke zetel te 4000 Luik, | Choses à faire, dont le siège social est établi à 4000 Liège, rue de |
rue de Steppes 22, de v.z.w. Association de promotion, d'initiatives | Steppes 22, l'a.s.b.l. Association de promotion, d'initiatives et de |
et de développement économique et social, met maatschappelijke zetel | développement économique et social, dont le siège social est établi à |
te 1490 Court-Saint-Etienne, clos de l'Aciérie 1, de v.z.w. Espaces, | 1490 Court-Saint-Etienne, clos de l'Aciérie 1, l'a.s.b.l. Espaces, |
met maatschappelijke zetel te 5590 Ciney, zoning de Lienne 7, de | dont le siège social est établi à 5590 Ciney, zoning de Lienne 7, |
l'a.s.b.l. Quelque Chose à Faire, dont le siège social est établi à | |
v.z.w. Quelque Chose à Faire, met maatschappelijke zetel te 6031 | 6031 Monceau-sur-Sambre, rue Monceau Fontaine 42/4, l'a.s.b.l. |
Monceau-sur-Sambre, rue Monceau Fontaine 42/4, de v.z.w. Chantier, met | |
maatschappelijke zetel te 6030 Marchienne-au-Pont, route de Beaumont | Chantier, dont le siège social est établi à 6030 Marchienne-au-Pont, |
410, de v.z.w. Le Bric - Science Service Travail, met maatschappelijke | route de Beaumont 410, l'a.s.b.l. Le Bric - Science Service Travail, |
zetel te 1400 Nijvel, rue G. Willame 6-9, en Sakir Hischam, wonende te | dont le siège social est établi à 1400 Nivelles, rue G. Willame 6-9, |
4020 Jupille, rue Docteur Rasquinet 18. | et Sakir Hischam, demeurant à 4020 Jupille, rue Docteur Rasquinet 18. |
(...) | (...) |
II. In rechte | II. En droit |
(...) | (...) |
Wat de bestreden bepaling betreft | Quant à la disposition attaquée |
B.1.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van artikel 9, | B.1.1. Les requérants demandent l'annulation de l'article 9, alinéa 1er, |
eerste lid, 1°, van het decreet van het Waalse Gewest van 1 april 2004 | 1°, du décret de la Région wallonne du 1er avril 2004 relatif à |
betreffende de erkenning en de subsidiëring van de instellingen voor | l'agrément et au subventionnement des organismes d'insertion |
maatschappelijke integratie en inschakeling in het arbeidsproces en | socioprofessionnelle et des entreprises de formation par le travail, |
van de bedrijven voor vorming door arbeid, dat bepaalt : | qui dispose : |
« Na advies van de Commissie bedoeld in artikel 13 erkent de regering | « Après avis de la Commission visée à l'article 13, le Gouvernement |
als B.V.A. de instelling die de voorwaarden bedoeld in artikel 8 | agrée en tant qu'E.F.T. l'organisme qui respecte les conditions visées |
naleeft, uitgezonderd de punten 3° en 11°, bedoeld in paragraaf 1, | à l'article 8, à l'exception des points 3° et 11°, visés au § 1er, |
eerste lid, evenals volgende voorwaarden : | alinéa 1er, ainsi que les conditions suivantes : |
1° zich ertoe verbinden kosteloos elke persoon als stagiair in de | 1° s'engager à accueillir, gratuitement, en formation, en tant que |
vorming op te vangen die deel uitmaakt van één van de categorieën | stagiaire, toute personne faisant partie d'une des catégories visées |
bedoeld in de artikelen 5 en 6 en hem de voordelen toekennen bepaald | aux articles 5 et 6, en lui octroyant les avantages prévus par |
bij het besluit van de Waalse Regering van 8 februari 2002 betreffende | l'arrêté du Gouvernement wallon du 8 février 2002 relatif à l'octroi |
het toekennen van bepaalde voordelen aan de stagiairs die een | de certains avantages aux stagiaires qui reçoivent une formation |
beroepsopleiding krijgen, uitgezonderd de kosten voor | professionnelle, à l'exception des frais de crèche et de garderie pris |
kinderbewaarplaatsen en kinderopvang overgenomen door FOREm; ». | en charge par le FOREm; ». |
B.1.2. Artikel 2 van het voormelde besluit van de Waalse Regering van | B.1.2. L'article 2 de l'arrêté du Gouvernement wallon du 8 février |
8 februari 2002 bepaalt : | 2002 précité dispose : |
« De opleidingspremie bedoeld in artikel 5, § 1, 1°, van het besluit | « La prime de formation visée à l'article 5, § 1er, 1°, de l'arrêté de |
van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 12 mei 1987 betreffende de | l'Exécutif de la Communauté française du 12 mai 1987 relatif à la |
beroepsopleiding wordt vastgesteld op één euro per werkelijk gevolgd | formation professionnelle est fixée à 1 euro par heure de formation |
opleidingsuur ». | effectivement suivie ». |
B.1.3. Uit de combinatie van die bepalingen volgt dat het bedrijf, om | B.1.3. Il découle de la lecture conjointe de ces dispositions que pour |
te worden erkend als bedrijf voor vorming door arbeid, de stagiairs | être agréée en tant qu'entreprise de formation par le travail, |
die het opvangt geen premie mag geven die meer bedraagt dan één euro | l'entreprise ne peut offrir aux stagiaires qu'elle accueille une prime |
per opleidingsuur. | supérieure à un euro de l'heure. |
Ten gronde | Quant au fond |
B.2.1. In het eerste onderdeel van het enige middel wordt een | B.2.1. Le moyen unique, en sa première branche, dénonce une violation |
schending aangeklaagd van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet | des articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que la disposition |
doordat de aangevochten bepaling de bedrijven voor vorming door arbeid | attaquée empêchera désormais les entreprises de formation par le |
voortaan zal verhinderen de stagiairs die zich in verschillende | travail de traiter de manière différente les stagiaires se trouvant |
situaties bevinden, verschillend te behandelen door hun een | dans des situations différentes, en leur octroyant une prime de |
opleidingspremie toe te kennen die aangepast is aan hun financiële | formation adaptée à leur situation financière, ce qui porterait une |
toestand, hetgeen op discriminerende wijze afbreuk zou doen aan de | atteinte discriminatoire aux droits de ces stagiaires à un travail |
rechten van die stagiairs op bezoldigde arbeid, op beroepsopleiding en | rémunéré, à la formation professionnelle et à l'enseignement, garantis |
op onderwijs, die gewaarborgd zijn bij de artikelen 23 en 24 van de | par les articles 23 et 24 de la Constitution ainsi que par les |
Grondwet, alsook bij de artikelen 6 en 13 van het Internationaal | articles 6 et 13 du Pacte international relatif aux droits |
Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten en bij | |
artikel 2 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag | économiques, sociaux et culturels et par l'article 2 du Premier |
voor de Rechten van de Mens. | |
De verzoekende partijen voeren in het bijzonder aan dat het voor de | Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de l'homme. |
bedrijven voor vorming door arbeid niet meer mogelijk zal zijn om | En particulier, les requérants soutiennent qu'il ne sera plus possible |
stagiairs in dienst te nemen op basis van het koninklijk besluit nr. | aux entreprises de formation par le travail d'engager des stagiaires |
499 van 31 december 1986 tot regeling van de sociale zekerheid van | sur la base de l'arrêté royal n° 499 du 31 décembre 1986 portant |
sommige kansarme jongeren, dat hun de mogelijkheid bood een minimaal | réglementation de la sécurité sociale de certains jeunes défavorisés, |
socialezekerheidsstatuut te waarborgen voor de jonge stagiairs die | qui leur permettait d'assurer un statut de sécurité sociale minimal |
zulk een statuut niet hadden. | aux jeunes stagiaires qui en étaient dépourvus. |
B.2.2. In de memorie van toelichting van het bestreden decreet wordt | B.2.2. L'exposé des motifs du décret attaqué indique que celui-ci « |
aangegeven dat dit decreet « voortvloeit uit de wens en de noodzaak om | s'inscrit dans la volonté et la nécessité de reconfigurer le paysage |
het landschap van de maatschappelijke integratie en inschakeling in | de l'insertion socio-professionnelle ». Il est apparu nécessaire au |
het arbeidsproces te hertekenen ». Het leek de Waalse decreetgever | législateur décrétal wallon de « professionnaliser » le secteur de la |
noodzakelijk de opleidingssector « die zich in de eerste plaats richt | formation « s'adressant prioritairement aux demandeurs d'emploi les |
tot de meest kwetsbare werkzoekenden » te « professionaliseren », en « | plus fragilisés », et de « recadrer » les « publics cibles, les |
de doelgroepen, de doelstellingen en opdrachten, de pedagogische en | objectifs et missions, l'approche pédagogique et méthodologique, les |
methodologische benadering, de criteria en de procedure voor | critères et procédure d'agrément, les critères et procédures |
erkenning, de criteria en de procedures voor evaluatie en de criteria | |
voor de subsidiëring van de instellingen voor maatschappelijke | d'évaluation et les critères de subventionnement des organismes |
integratie en inschakeling in het arbeidsproces en van de bedrijven | d'insertion socioprofessionnelle et des entreprises de formation par |
voor vorming door arbeid opnieuw te bepalen » (Parl. St., Waals Parlement, 2003-2004, nr. 615/1, p. 2). | le travail » (Doc. parl., Parlement wallon, 2003-2004, n° 615/1, p. 2). |
De doelstelling van de bedrijven voor vorming door arbeid is | Les entreprises de formation par le travail se voient assigner un |
opleiding, door middel van een methodologische benadering die | objectif de formation, au moyen d'une approche méthodologique fondée |
gebaseerd is op het alterneren van theoretische vorming en reële | sur l'alternance entre des phases d'apprentissage théorique et de mise |
inschakeling in het arbeidsproces. De decreetgever preciseert dat die | en situation réelle de travail. Le législateur décrétal précise que |
bedrijven economisch niet productief mogen zijn en dat hun eventuele | ces entreprises ne peuvent être productives économiquement et que leur |
productie uitsluitend « noodzakelijk voor of een gevolg van het | éventuelle production ne peut être que « nécessaire ou consécutive au |
opleidingsproces » mag zijn. (ibid., p 4) | processus formatif » (ibid., p. 4). |
B.2.3. Een amendement dat ertoe strekte de bedrijven voor vorming door | B.2.3. Un amendement visant à permettre aux entreprises de formation |
arbeid de mogelijkheid te bieden hun stagiairs een hogere vergoeding | par le travail de rémunérer leurs stagiaires au-delà d'un euro de |
toe te kennen dan één euro per opleidingsuur - afhankelijk van hun | |
sociale en financiële situatie -, werd in de commissie verworpen. Uit | l'heure en fonction de leur situation sociale et financière a été |
de discussie die naar aanleiding van dat amendement werd gevoerd, | rejeté en commission. Il ressort des discussions qui ont eu lieu à |
blijkt dat de decreetgever van mening was dat de logica van de | cette occasion que le législateur décrétal a estimé que la logique des |
opleidingen georganiseerd door de bedrijven voor vorming door arbeid | formations organisées par les entreprises de formation par le travail |
volkomen verschillend moest zijn van de logica van de andere | devait être complètement différente de celles des autres formations |
opleidingen waarvoor een vergoeding wordt toegekend, omdat het gaat om | |
een « prekwalificerende » opleiding, die tot doel heeft door te | offrant une rémunération, puisqu'il s'agit d'une formation « |
stromen naar een kwalificerende opleiding. Hij heeft eveneens | préqualifiante », avec pour objectif la transition vers la formation |
geoordeeld dat het systematische gebruik van het voormelde koninklijk | qualifiante. Il a considéré également que l'utilisation systématique |
besluit nr. 499 inging « tegen de logica van partnership » met de | de l'arrêté royal n° 499 précité allait « à l'encontre de la logique |
andere beleidsinitiatieven op het gebied van hulp bij tewerkstelling | de partenariat » avec les autres politiques mises en oeuvre en matière |
en inschakeling in het arbeidsproces, omdat « door dit statuut [de | d'aide à l'emploi et à l'insertion professionnelle, en ce que « le |
stagiair] de hoedanigheid van werkzoekende verliest en potentiële | fait d'entrer dans ce statut fait perdre [au stagiaire] la qualité de |
werkgevers bijgevolg niet langer het voordeel van hulp bij | demandeur d'emploi, et donc ne permet plus à des employeurs potentiels |
tewerkstelling kunnen genieten » (ibid., pp. 26-27). | de bénéficier d'aides à l'emploi » (ibid., pp. 26-27). |
B.2.4. De bedrijven voor vorming door arbeid vangen stagiairs op van | B.2.4. Les entreprises de formation par le travail accueillent des |
wie het sociaal statuut sterk kan verschillen in die zin dat sommigen | stagiaires jouissant de statuts sociaux fort variés, certains |
werkloosheidsuitkeringen of andere sociale uitkeringen genieten, | bénéficiant d'allocations de chômage ou d'autres allocations sociales, |
terwijl anderen over geen enkel inkomen beschikken. | alors que d'autres ne disposent d'aucun revenu. |
Het Hof moet onderzoeken of de decreetgever, om de artikelen 10 en 11 | La Cour doit examiner si le respect des articles 10 et 11 de la |
van de Grondwet na te leven, die verschillen in statuut in aanmerking | Constitution impose au législateur décrétal de prendre en compte ces |
moet nemen wanneer hij de erkenning regelt van de bedrijven voor vorming door arbeid. B.2.5. Het doel van het bestreden decreet bestaat erin het opleidingsaanbod van de betrokken bedrijven en de erkenning van die bedrijven op coherente wijze te regelen, in het licht van het beleid voor tewerkstelling en beroepsopleiding dat in het Waalse Gewest wordt gevoerd. De decreetgever heeft niet tot doel de stagiairs die door die bedrijven worden opgevangen een minimuminkomen te waarborgen, noch hun sociaal statuut te consolideren. De verschillen tussen stagiairs, wat hun sociale en financiële situatie betreft, vertonen geen relevant verband met het doel van het decreet, zodat zij niet noodzakelijk in aanmerking moesten worden | différences de statuts lorsqu'il organise l'agrément des entreprises de formation par le travail. B.2.5. L'objet du décret entrepris est d'organiser l'offre de formation par les entreprises visées et l'agrément de ces entreprises, d'une manière cohérente par rapport aux politiques de l'emploi et de la formation professionnelle mises en oeuvre en Région wallonne. Le législateur décrétal ne se donne pas pour objectif d'assurer un revenu minimum aux stagiaires accueillis par ces entreprises ni de consolider leur statut social. Les différences de situations sociales et financières entre stagiaires ne présentent pas de lien pertinent avec l'objet du décret, de sorte qu'elles ne devaient pas nécessairement être prises en considération. Il s'ensuit que le législateur décrétal pouvait, sans violer les |
genomen. De decreetgever kon bijgevolg, zonder de artikelen 10 en 11 van de Grondwet te schenden, voorzien in een identieke opleidingspremie voor alle stagiairs, zonder hun inkomsten in aanmerking te nemen. De stagiairs die geen inkomsten, noch werkloosheidsuitkeringen of andere sociale uitkeringen genieten, kunnen overigens een beroep doen op de bepalingen die een leefloon of maatschappelijke dienstverlening waarborgen. B.2.6. Ook al is het, ten slotte, mogelijk dat een hogere opleidingspremie een belangrijke factor is geweest voor de motivatie van een deel van de stagiairs die tot een gemarginaliseerde groep behoren, en dat die premie daardoor heeft bijgedragen tot de concrete verwezenlijking van het recht van die personen op opleiding en onderwijs, toch vloeit daaruit niet voort dat dit recht zou zijn geschonden door de begrenzing van die premie. | articles 10 et 11 de la Constitution, prévoir une prime de formation identique pour tous les stagiaires, sans avoir égard à leurs revenus. Les stagiaires qui ne bénéficient pas de revenus ou d'allocations de chômage ou autres peuvent par ailleurs faire appel aux dispositions garantissant un revenu d'intégration ou une aide sociale. B.2.6. Enfin, s'il est possible qu'une prime de formation plus attractive ait été un facteur important de motivation pour une partie des stagiaires appartenant à un groupe marginalisé et qu'elle ait par là contribué à réaliser concrètement à l'égard de ces personnes le droit à la formation et à l'enseignement, il n'en découle pas pour autant que ce droit serait violé par la limitation de cette prime. |
In de veronderstelling dat artikel 24 van de Grondwet van toepassing | A supposer que l'article 24 de la Constitution s'applique aux |
zou zijn op de opleidingen die worden ingericht door de bedrijven voor | formations organisées par les entreprises de formation par le travail, |
vorming door arbeid, veronderstelt het recht op onderwijs niet dat een | le droit à l'enseignement ne suppose pas que l'élève reçoive une |
leerling wordt vergoed voor de gevolgde opleidingsuren, en impliceert | rémunération pour les heures de formation accomplies, et il n'implique |
het evenmin dat de overheid voorziet in een financiële stimulans om de | pas que les pouvoirs publics prévoient un incitant financier pour |
leerlingen te motiveren het onderwijs of de opleiding die zij | motiver les élèves à suivre l'enseignement ou la formation qu'ils |
aanbiedt, te volgen. | proposent. |
Voor het overige belemmert de decreetgever, door de begrenzing van de | Pour le surplus, en limitant la prime de formation qui peut être |
opleidingspremie die de bedrijven voor vorming door arbeid aan de | offerte aux stagiaires par les entreprises de formation par le |
stagiairs kunnen toekennen, niet de toegang tot de opleidingen, die | travail, le législateur décrétal n'empêche pas l'accès aux formations, |
toegankelijk blijven voor de doelgroepen die ze tot dan toe volgden. | qui demeurent ouvertes aux publics qui les fréquentaient jusqu'alors. |
Het komt de decreetgever toe zijn beleid te evalueren, onder andere | Il reviendra au législateur décrétal d'évaluer la mise en oeuvre de sa |
wat de attractiviteit betreft van de opleidingen die worden aangeboden | politique, notamment en ce qui concerne l'attractivité des formations |
door de bedrijven voor vorming door arbeid, alsook het succes ervan | offertes par les entreprises de formation par le travail et leur |
bij de doelgroepen die hij wil bereiken. Uit het feit dat de opleiding | fréquentation par les publics qu'il entend atteindre. Mais de ce que |
eventueel minder aantrekkelijk zou zijn geworden, kan echter niet | la formation serait éventuellement devenue moins attractive, il ne |
worden afgeleid dat het recht op onderwijs zou zijn geschonden. | peut se déduire que le droit à l'enseignement aurait été violé. |
B.3.1. In het tweede onderdeel van het enige middel wordt de schending | B.3.1. Le moyen unique, en sa deuxième branche, dénonce la violation |
aangeklaagd van artikel 23, eerste lid en derde lid, 1°, van de | de l'article 23, alinéas 1er et 3, 1°, de la Constitution, combiné |
Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Internationaal | avec l'article 6 du Pacte international relatif aux droits |
Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, en van | économiques, sociaux et culturels, et de l'article 24, § 3, de la |
artikel 24, § 3, van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 2 | Constitution, combiné avec l'article 2 du Premier protocole |
van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de | additionnel à la Convention européenne des droits de l'homme et avec |
Rechten van de Mens en met artikel 13 van het Internationaal Verdrag | l'article 13 du Pacte international relatif aux droits économiques, |
inzake economische, sociale en culturele rechten, die de wetgever | sociaux et culturels, qui interdisent au législateur d'adopter des |
verbieden maatregelen aan te nemen die een aanzienlijke teruggang | mesures qui marqueraient un recul significatif des droits garantis par |
zouden betekenen van de rechten die bij die bepalingen zijn | ces dispositions (effet de standstill ). |
gewaarborgd (het standstill -effect). | B.3.2. Ainsi qu'il a été dit en B.2.6, le droit à l'accès à la |
B.3.2. Zoals in B.2.6 werd geformuleerd, omvat het recht op toegang | formation et à l'enseignement ne comprend pas un droit à obtenir une |
tot opleiding en onderwijs, voor de stagiairs, geen recht op een | prime par heure de formation effectivement suivie dans le chef des |
premie per werkelijk gevolgd opleidingsuur. Door de premie te | stagiaires. En limitant la prime offerte, ce qui a pour effet de la |
begrenzen, wat voor bepaalde categorieën van stagiairs neerkomt op een | diminuer pour certaines catégories de stagiaires, le législateur |
vermindering ervan, doet de decreetgever geen afbreuk aan hun recht op | décrétal ne porte pas atteinte à leur droit à accéder aux formations. |
toegang tot de opleidingen. Hieruit volgt eveneens, zonder dat er | Il s'ensuit également, sans qu'il y ait lieu d'examiner si la |
aanleiding toe bestaat te onderzoeken of de vorming door arbeid onder | formation par le travail tombe dans le champ d'application de |
de toepassing van artikel 13 van het Internationaal Verdrag inzake | l'article 13 du Pacte international relatif aux droits économiques, |
economische, sociale en culturele rechten valt, dat het standstill | sociaux et culturels, que l'effet de standstill ne saurait être violé |
-effect niet door de in het geding zijnde maatregel zou kunnen zijn | |
geschonden. | par la mesure en cause. |
B.3.3. De opvang van de stagiairs in de bedrijven voor vorming door | B.3.3. L'accueil des stagiaires dans les entreprises de formation par |
arbeid die door het bestreden decreet worden beoogd, vormt voor hen | le travail visées par le décret attaqué ne représente pas pour eux un |
geen arbeid in de zin van artikel 23 van de Grondwet, maar wel een opleiding die tot doel heeft hen op termijn in staat te stellen zich in te schakelen op de arbeidsmarkt. Het recht op arbeid en op een billijke beloning, gewaarborgd bij artikel 23 van de Grondwet, houdt overigens niet in dat arbeid die wordt verricht in het kader van een opleiding zonder dat daarbij een doelstelling in termen van economische productiviteit wordt opgelegd, moet worden vergoed. B.3.4. Voor het overige behoort het tot de beoordelingsbevoegdheid van de decreetgever te verbieden dat de bedrijven voor vorming door arbeid een beroep doen op het koninklijk besluit nr. 499, indien hij van mening is dat dit niet de doelstellingen dient die hij nastreeft. B.4. Het enige middel is niet gegrond. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep. Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 22 juni 2005. De griffier, P.-Y. Dutilleux. De wnd. voorzitter, | travail, au sens de l'article 23 de la Constitution, mais bien une formation visant à leur permettre, à terme, de s'insérer dans le marché de l'emploi. Par ailleurs, le droit au travail et à une rémunération équitable, garantis par l'article 23 de la Constitution, n'imposent pas qu'un travail accompli dans le cadre d'une formation et sans objectif de productivité économique soit rémunéré. B.3.4. Pour le surplus, il relève de l'appréciation du législateur décrétal d'interdire le recours à l'arrêté royal n° 499 par les entreprises de formation par le travail s'il estime que ce recours ne sert pas les objectifs qu'il poursuit. B.4. Le moyen unique n'est pas fondé. Par ces motifs, la Cour rejette le recours. Ainsi prononcé en langue française, en langue néerlandaise et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 22 juin 2005. Le greffier, P.-Y. Dutilleux. Le président f.f., |
P. Martens. | P. Martens. |