← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 208/2004 van 21 december 2004 Rolnummer 2830 In zake
: het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van de artikelen 357 en 362 van het Gerechtelijk Wetboek,
zoals gewijzigd bij de wet van 22 april 2003, ingesteld do Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A.
Arts en M. Melchior, en de rechters A. Alen(...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 208/2004 van 21 december 2004 Rolnummer 2830 In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van de artikelen 357 en 362 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij de wet van 22 april 2003, ingesteld do Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters A. Alen(...) | Extrait de l'arrêt n° 208/2004 du 21 décembre 2004 Numéro du rôle : 2830 En cause : le recours en annulation partielle des articles 357 et 362 du Code judiciaire, tels qu'ils ont été modifiés par la loi du 22 avril 2003, introduit par l'a.s La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges A. Alen, J.-P.(...) |
|---|---|
| ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
| Uittreksel uit arrest nr. 208/2004 van 21 december 2004 | Extrait de l'arrêt n° 208/2004 du 21 décembre 2004 |
| Rolnummer 2830 | Numéro du rôle : 2830 |
| In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van de artikelen | |
| 357 en 362 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij de wet | En cause : le recours en annulation partielle des articles 357 et 362 |
| van 22 april 2003, ingesteld door de v.z.w. Nationaal Verbond van de | du Code judiciaire, tels qu'ils ont été modifiés par la loi du 22 |
| avril 2003, introduit par l'a.s.b.l. Syndicat national des magistrats | |
| magistraten van eerste aanleg en anderen. | de première instance et autres. |
| Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
| samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters | composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges A. Alen, |
| A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, | J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, assistée du |
| bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, | greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Arts, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
| I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging | I. Objet du recours et procédure |
| Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 10 november | Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 10 |
| 2003 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 12 | novembre 2003 et parvenue au greffe le 12 novembre 2003, un recours en |
| november 2003, is beroep tot gedeeltelijke vernietiging ingesteld van | |
| de artikelen 357 en 362 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd | annulation partielle des articles 357 et 362 du Code judiciaire, tels |
| bij de wet van 22 april 2003 (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad | qu'ils ont été modifiés par la loi du 22 avril 2003 (publiée au |
| van 9 mei 2003, eerste editie), door de v.z.w. het Nationaal Verbond | Moniteur belge du 9 mai 2003, première édition), a été introduit par |
| van de magistraten van eerste aanleg, met maatschappelijke zetel te | l'a.s.b.l. Syndicat national des magistrats de première instance, |
| 1000 Brussel, Poelaertplein 3, J. Geysen, wonende te 1020 Brussel, | ayant son siège social à 1000 Bruxelles, place Poelaert 3, J. Geysen, |
| Neerleest 4, K. Brys, wonende te 1740 Ternat, Van Cauwelaertstraat 91, | demeurant à 1020 Bruxelles, Neerleest 4, K. Brys, demeurant à 1740 |
| K. Carlens, wonende te 1080 Brussel, Mettewielaan 93, T. Freyne, | Ternat, Van Cauwelaertstraat 91, K. Carlens, demeurant à 1080 |
| Bruxelles, boulevard Mettewie 93, T. Freyne, demeurant à 3191 Hever, | |
| wonende te 3191 Hever, Stationsstraat 143, I. Soenen, wonende te 1150 | Stationsstraat 143, I. Soenen, demeurant à 1150 Bruxelles, avenue Van |
| Brussel, Van der Meerschenlaan 91, G. Van den Bossche, wonende te 1731 | der Meerschen 91, G. Van den Bossche, demeurant à 1731 Relegem-Asse, |
| Relegem-Asse, Poverstraat 33, M. Van den Bossche, wonende te 1730 | Poverstraat 33, M. Van den Bossche, demeurant à 1730 Zellik-Asse, |
| Zellik-Asse, Brusselsesteenweg 818, M. Bosmans, wonende te 1600 | Brusselsesteenweg 818, M. Bosmans, demeurant à 1600 |
| Sint-Pieters-Leeuw, Volsemstraat 17, M. Debaere, wonende te 3000 | Sint-Pieters-Leeuw, Volsemstraat 17, M. Debaere, demeurant à 3000 |
| Leuven, Arnould Nobelstraat 19, M. De Grève, wonende te 1420 | Louvain, Arnould Nobelstraat 19, M. De Grève, demeurant à 1420 |
| Eigenbrakel, avenue du Cadre Noir 5, G. Deneulin, wonende te 1673 | Braine-l'Alleud, avenue du Cadre Noir 5, G. Deneulin, demeurant à 1673 |
| Beert, Kapellestraat 12, S. Gadeyne, wonende te 1050 Brussel, | Brages, Kapellestraat 12, S. Gadeyne, demeurant à 1050 Bruxelles, |
| Kroonlaan 214, B. Lybeer, wonende te 1640 Sint-Genesius-Rode, Oude | avenue de la Couronne 214, B. Lybeer, demeurant à 1640 |
| Eigenbrakelsesteenweg 34, K. Moens, wonende te 1500 Halle, Kapittel | Rhode-Saint-Genèse, Ancienne chaussée de Braine-l'Alleud 34, K. Moens, |
| 17, S. Raskin, wonende te 1081 Brussel, Belgische | demeurant à 1500 Hal, Kapittel 17, S. Raskin, demeurant à 1081 |
| Bruxelles, avenue de l'Indépendance belge 87, M. Van Brustem, | |
| Onafhandelijkheidslaan 87, M. Van Brustem, wonende te 1560 Hoeilaart, | demeurant à 1560 Hoeilaart, Booglaan 2, et P. Van Lierde, demeurant à |
| Booglaan 2, en P. Van Lierde, wonende te 1300 Waver, avenue de la Warche 17. | 1300 Wavre, avenue de la Warche 17. |
| (...) | (...) |
| II. In rechte | II. En droit |
| (...) | (...) |
| B.1. Het beroep tot vernietiging is gericht tegen de artikelen 2 en 3 | B.1. Le recours en annulation est dirigé contre les articles 2 et 3 de |
| van de wet van 22 april 2003 tot wijziging van de artikelen 357 en 362 | la loi du 22 avril 2003 modifiant les articles 357 et 362 du Code |
| van het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad , 9 mei 2003, eerste | judiciaire (Moniteur belge , 9 mai 2003, première édition). |
| editie). Artikel 2 luidt : | L'article 2 est libellé comme suit : |
| « Artikel 357 van het Gerechtelijk Wetboek, vervangen bij de wet van | « L'article 357 du Code judiciaire, remplacé par la loi du 29 avril |
| 29 april 1999 en gewijzigd bij de wetten van 28 maart 2000 en 15 juni | 1999 et modifié par les lois des 28 mars 2000 et 15 juin 2001, par |
| 2001, bij het koninklijk besluit van 13 juli 2001, bekrachtigd bij de | l'arrêté royal du 13 juillet 2001, confirmé par la loi du 26 juin |
| wet van 26 juni 2002, en bij de wet van 27 december 2002, wordt | 2002, et par la loi du 27 décembre 2002, est complété par un § 4, |
| aangevuld met een § 4, luidende : | rédigé comme suit : |
| ' § 4. Een premie wordt toegekend aan de magistraten die de kennis | ' § 4. Une prime est accordée aux magistrats qui ont justifié de la |
| hebben bewezen van een andere taal dan die waarin zij de examens van | connaissance d'une autre langue que celle dans laquelle ils ont subi |
| het doctoraat of van de licentie in de rechten hebben afgelegd, | les examens du doctorat ou de la licence en droit, conformément à |
| overeenkomstig artikel 43quinquies van de wet van 15 juni 1935 op het | l'article 43quinquies la loi du 15 juin 1935 concernant l'emploi des |
| gebruik der talen in gerechtszaken, voorzover zij benoemd zijn in een | langues en matière judiciaire, pour autant qu'ils soient nommés dans |
| rechtscollege waar tenminste een gedeelte van de magistraten krachtens | une juridiction où une partie au moins des magistrats sont, en vertu |
| de wetgeving op het gebruik der talen in gerechtszaken het bewijs moet | de la législation sur l'emploi des langues en matière judiciaire, |
| leveren van de kennis van meer dan één landstaal. | tenus de justifier de la connaissance de plus d'une langue nationale. |
| Per rechtscollege is het aantal magistraten aan wie een premie wordt | Dans chaque juridiction, le nombre de magistrats auxquels une prime |
| toegekend beperkt, al naargelang van het geval, tot het minimumaantal | est accordée est limité, selon le cas, au nombre minimal ou au nombre |
| of het aantal zoals voorgeschreven door de wet van 15 juni 1935 op het | prescrit par la loi du 15 juin 1935 concernant l'emploi des langues en |
| gebruik der talen in gerechtszaken. De toekenning van de premie | matière judiciaire par juridiction. L'attribution de la prime se fait |
| gebeurt op basis van de dienstanciënniteit van de magistraat binnen | sur base de l'ancienneté de service du magistrat dans la juridiction |
| het betrokken rechtscollege. | concernée. |
| De premie is uitsluitend verschuldigd wanneer de in het eerste lid | La prime est due pour autant que le magistrat, visé à l'alinéa 1er |
| bedoelde magistraat zijn ambt daadwerkelijk uitoefent in het | exerce réellement ses fonctions au sein de la juridiction où il est |
| rechtscollege waar hij benoemd is of hij een opdracht vervult in een | nommé ou remplit une mission au sein d'une juridiction où une partie |
| rechtscollege waar tenminste een gedeelte van de magistraten krachtens | au moins des magistrats sont, en vertu de la législation sur l'emploi |
| de wetgeving op het gebruik der talen in gerechtszaken het bewijs moet | des langues en matière judiciaire, tenus de justifier de la |
| leveren van de kennis van meer dan één landstaal. | connaissance de plus d'une langue nationale. |
| Deze premie wordt eveneens toegekend aan de federale procureur en de | Cette prime est également allouée au procureur fédéral et aux |
| federale magistraten die de kennis hebben bewezen van een andere taal | magistrats fédéraux qui ont justifié de la connaissance d'une autre |
| dan die waarin zij de examens van het doctoraat of van de licentie in | langue que celle dans laquelle ils ont subi les examens du doctorat ou |
| de rechten hebben afgelegd, overeenkomstig artikel 43quinquies van de | de la licence en droit, conformément à l'article 43quinquies de la loi |
| wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken. | du 15 juin 1935 concernant l'emploi des langues en matière judiciaire. |
| Het maandbedrag van de premie wordt vastgesteld op : | Le montant mensuel de la prime est fixé à : |
| - 281,98 EUR voor de magistraten die het bewijs geleverd hebben van de | - 281,98 EUR pour les magistrats qui ont justifié de la connaissance |
| actieve en passieve mondelinge en van de actieve en passieve | orale active et passive et de la connaissance écrite active et passive |
| schriftelijke kennis van de andere taal; | de l'autre langue; |
| - 216,91 EUR voor de magistraten die het bewijs geleverd hebben van de | - 216,91 EUR pour les magistrats qui ont justifié de la connaissance |
| actieve en passieve mondelinge kennis en van de passieve schriftelijke | orale active et passive et de la connaissance écrite passive de |
| kennis van de andere taal. | l'autre langue. |
| De premie wordt tegelijk met de wedde vereffend. ' » | La prime est liquidée en même temps que le traitement. ' » |
| Artikel 3 luidt : | L'article 3 dispose : |
| « In artikel 362, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de | « A l'article 362, alinéa 2, du même Code, inséré par la loi du 29 |
| wet van 29 april 1999, worden de woorden ' §§ 2 en 3 ' vervangen door | avril 1999, les mots ' §§ 2 et 3 ' sont remplacés par les mots ' §§ 2 |
| de woorden ' §§ 2 tot 4 '. » | à 4 '. » |
| De verzoekende partijen vorderen slechts de vernietiging van het | Les parties requérantes demandent seulement l'annulation des alinéas 2 |
| tweede en het derde lid van de toegevoegde paragraaf 4 van artikel 357 | et 3 du paragraphe 4, nouveau, de l'article 357 du Code judiciaire, |
| van het Gerechtelijk Wetboek en van de woorden « voorzover zij benoemd | ainsi que celle des mots « pour autant qu'ils soient nommés dans une |
| zijn in een rechtscollege waar tenminste een gedeelte van de | juridiction où une partie au moins des magistrats sont, en vertu de la |
| magistraten krachtens de wetgeving op het gebruik der talen in | législation sur l'emploi des langues en matière judiciaire, tenus de |
| gerechtszaken het bewijs moet leveren van de kennis van meer dan één | justifier de la connaissance de plus d'une langue nationale » figurant |
| landstaal » in het eerste lid van diezelfde paragraaf. | à l'alinéa 1er de ce même paragraphe. |
| Ten aanzien van de ontvankelijkheid | Quant à la recevabilité |
| B.2. De Ministerraad werpt ten aanzien van de v.z.w. Nationaal Verbond | B.2. Le Conseil des ministres soulève, à l'égard de l'a.s.b.l. Union |
| van de magistraten van eerste aanleg op dat zij niet voldoet aan de | nationale des magistrats de première instance, que celle-ci ne |
| door het Hof gestelde voorwaarden waaronder een dergelijke vereniging | satisfait pas aux conditions posées par la Cour pour qu'une telle |
| kan getuigen van het rechtens vereiste belang en dat zij zelfs niet | association justifie de l'intérêt requis et que cette association ne |
| wettelijk als v.z.w. kan optreden. | pourrait pas même agir légalement en tant qu'a.s.b.l. |
| Het door de andere verzoekende partijen aangevoerde belang als | L'intérêt invoqué par les autres parties requérantes en qualité de |
| magistraten, houders van het wettelijk certificaat, is volgens de | magistrats, titulaires du certificat légal, n'est pas suffisamment |
| Ministerraad niet aangetoond omdat het hypothetisch en minstens | démontré, selon le Conseil des ministres, parce qu'il serait |
| onvoldoende zeker is. | hypothétique et tout au moins insuffisamment certain. |
| B.3. De verzoekers, andere dan de v.z.w. Nationaal Verbond van de | B.3. Les requérants autres que l'a.s.b.l. Union nationale des |
| magistraten van eerste aanleg, behoren tot de categorie van | magistrats de première instance appartiennent à la catégorie des |
| magistraten, houders van het certificaat inzake taalkennis, die zich | magistrats, titulaires du certificat de connaissance linguistique, qui |
| door de bestreden bepalingen benadeeld achten ten gevolge van de | s'estiment préjudiciés par les dispositions attaquées en raison des |
| verschillende voorwaarden die worden gesteld aan de toekenning van een | diverses conditions posées pour l'octroi d'une prime linguistique. Ils |
| taalpremie. Zij doen blijken van het vereiste belang. | justifient de l'intérêt requis. |
| B.4. Nu het belang van die verzoekers vaststaat, dient het Hof niet de | B.4. Dès lors que l'intérêt de ces requérants est établi, la Cour ne |
| exceptie te onderzoeken die de Ministerraad heeft opgeworpen ten | doit pas examiner l'exception soulevée par le Conseil des ministres à |
| aanzien van het beroep in zoverre het is ingesteld door de v.z.w. | l'égard du recours en tant qu'il est introduit par l'a.s.b.l. Union |
| Nationaal Verbond van de magistraten van eerste aanleg. | nationale des magistrats de première instance. |
| De exceptie wordt verworpen. | L'exception est rejetée. |
| Ten gronde | Quant au fond |
| B.5. Het enige middel is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 | B.5. Le moyen unique est pris de la violation des articles 10 et 11 |
| en 11, in samenhang gelezen met artikel 154, van de Grondwet, doordat | combinés avec l'article 154 de la Constitution, en ce que les |
| de voorwaarden die in artikel 357, § 4, van het Gerechtelijk Wetboek | conditions fixées par l'article 357, § 4, du Code judiciaire, |
| worden bepaald waaronder magistraten die de kennis hebben bewezen van | auxquelles les magistrats qui ont justifié de la connaissance d'une |
| een andere taal dan die waarin zij het examen van doctor of licentiaat | autre langue que celle dans laquelle ils ont subi les examens du |
| in de rechten hebben afgelegd een premie (hierna : de taalpremie) | doctorat ou de la licence en droit peuvent obtenir une prime (ci-après |
| kunnen ontvangen, op verschillende wijzen discriminatoir zijn. | : la prime linguistique) sont discriminatoires à plusieurs titres. |
| B.6. Tegen dat middel voert de Ministerraad de exceptie obscuri | B.6. Le Conseil des ministres soulève l'exception obscuri libelli |
| libelli aan. | contre ce moyen. |
| Zowel uit het verzoekschrift als uit de memories van de Ministerraad | Il apparaît, tant des mémoires du Conseil des Ministres que de la |
| blijkt dat het verzoekschrift een uiteenzetting van het middel bevat | requête, que celle-ci contient un exposé du moyen qui satisfait à la |
| waardoor is voldaan aan de voorwaarde van artikel 6 van de bijzondere | condition de l'article 6 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la |
| wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. | Cour d'arbitrage. |
| De exceptie wordt verworpen. | L'exception est rejetée. |
| B.7. Op grond van het bestreden artikel 357, § 4, wordt een taalpremie | B.7. En vertu de l'article 357, § 4, attaqué, une prime linguistique |
| toegekend aan magistraten indien is voldaan aan de volgende, | est accordée aux magistrats s'il est satisfait aux conditions |
| cumulatieve voorwaarden : het benoemd zijn in een rechtscollege waar | cumulatives suivantes : être nommé dans une juridiction où une partie |
| ten minste een gedeelte van de magistraten krachtens de wetgeving op | au moins des magistrats sont, en vertu de la législation sur l'emploi |
| het gebruik der talen in gerechtszaken het bewijs moet leveren van de | des langues en matière judiciaire, tenus de justifier de la |
| kennis van meer dan één landstaal; het behoren, op grond van | connaissance de plus d'une langue nationale; faire partie, sur la base |
| dienstanciënniteit, tot het wettelijk vastgesteld quotum per | de l'ancienneté de service, du quota légalement fixé pour chaque |
| rechtscollege; het daadwerkelijk uitoefenen van het ambt in het | juridiction; exercer réellement ses fonctions au sein de la |
| rechtscollege waar men benoemd is of het vervullen van een opdracht in | juridiction où l'on est nommé ou remplir une mission au sein d'une |
| een rechtscollege waar ten minste een gedeelte van de magistraten | juridiction où une partie au moins des magistrats sont, en vertu de la |
| krachtens de wetgeving op het gebruik der talen in gerechtszaken het | législation sur l'emploi des langues en matière judiciaire, tenus de |
| bewijs moet leveren van de kennis van meer dan één landstaal. | justifier de la connaissance de plus d'une langue nationale. |
| Volgens de parlementaire voorbereiding betekent dat concreet dat | Selon les travaux préparatoires, la conséquence concrète sera la |
| « een taalpremie zal uitbetaald worden aan de magistraten van : | suivante : « une prime linguistique sera allouée aux magistrats : |
| - het Hof van Cassatie en het parket bij dit Hof; | - de la Cour de cassation et du parquet près cette Cour; |
| - de hoven van beroep en de arbeidshoven te Brussel en Luik en de | - des cours d'appel et du travail de Bruxelles et de Liège et des |
| parketten bij deze hoven; | parquets près ces cours; |
| - het federaal parket; | - du parquet fédéral; |
| - de rechtbank van eerste aanleg, de arbeidsrechtbank en de rechtbank | - du tribunal de première instance, du tribunal du travail, du |
| van koophandel te Brussel en de parketten bij deze rechtbanken; | tribunal de commerce de Bruxelles, et des parquets près ces tribunaux; |
| - het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste | - du parquet du procureur du Roi près le tribunal de première instance |
| aanleg en het arbeidsauditoraat te Doornik; | et de l'auditorat du travail de Tournai; |
| - het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste | - du parquet du procureur du Roi près le tribunal de première instance |
| aanleg te Bergen; | de Mons; |
| - het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste | - du parquet du procureur du Roi près le tribunal de première instance |
| aanleg te Luik; | de Liège; |
| - de rechtbank van eerste aanleg te Eupen en het parket bij deze | - du tribunal de première instance d'Eupen et du parquet près ce |
| rechtbank; | tribunal; |
| - de arbeidsrechtbanken te Eupen en te Verviers en het | - des tribunaux du travail d'Eupen et de Verviers et des auditorats du |
| arbeidsauditoraat bij deze rechtbanken; | travail près ces tribunaux; |
| - de rechtbanken van koophandel te Eupen en te Verviers; | - des tribunaux de commerce de Verviers et d'Eupen; |
| - het parket van de procureur bij de rechtbank van eerste aanleg en | - du parquet du procureur du Roi près le tribunal de première instance |
| het arbeidsauditoraat te Tongeren; | et de l'auditorat du travail de Tongres; |
| - het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste | - du parquet du procureur du Roi près le tribunal de première instance |
| aanleg te Antwerpen; | d'Anvers; |
| - de vredegerechten en de politierechtbanken die krachtens de taalwet | - des justices de paix et des tribunaux de police qui doivent en vertu |
| het bewijs moeten leveren van de kennis van de andere taal » (Parl. | de la loi sur l'emploi des langues, justifier de la connaissance d'une |
| St., Kamer, 2002-2003, DOC 50-2310/001, p. 5). | autre langue. » (Doc. parl., Chambre, 2002-2003, DOC 50-2310/001, p. |
| Met betrekking tot de eerste voorwaarde blijkt uit de parlementaire | 5). Concernant la première condition, il ressort des travaux préparatoires |
| voorbereiding | que |
| « dat toegevoegde rechters en substituten geen aanspraak zullen kunnen | « les juges et substituts de complément ne pourront pas bénéficier |
| maken op een taalpremie. Zij zijn immers benoemd voor het rechtsgebied | d'une prime linguistique. Ils sont en effet nommés pour le ressort |
| van een hof van beroep, ze zijn niet benoemd in een rechtscollege » | d'une cour d'appel, et non dans une juridiction » (ibid., Chambre, |
| (ibid., Kamer, 2002-2003, DOC 50-2310/001, pp. 4-5). | 2002-2003, DOC 50-2310/001, pp. 4-5). |
| B.8. De toekenning van de taalpremie strekt ertoe magistraten met een | B.8. L'octroi d'une prime linguistique vise à encourager les |
| financiële impuls te stimuleren om aan het taalexamen deel te nemen en | magistrats, par une impulsion financière, à participer à l'examen |
| er ook voor te slagen, zodat de benoeming van magistraten die de | linguistique et à le réussir, de sorte que la nomination de magistrats |
| benoemingsvoorwaarden op taalgebied moeten vervullen, minder | remplissant les conditions linguistiques de nomination posera moins de |
| problematisch wordt dan thans - vooral in de rechtscolleges en de | problèmes - avant tout dans les juridictions et les parquets de |
| parketten te Brussel - het geval is (ibid., p. 4). Tijdens de | Bruxelles - que ce n'est le cas actuellement (ibid., p. 4). Au cours |
| parlementaire voorbereiding werd daaraan toegevoegd : | des travaux préparatoires, il a encore été dit : |
| « De doelstelling [...] bestaat erin om de kandidaturen aan te moedigen voor de vacante plaatsen van magistraat voorbehouden aan kandidaten die het bewijs hebben geleverd van de kennis van een andere taal dan die van hun diploma ingevolge de bepalingen van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken. Het is dan ook verantwoord om deze premie uitsluitend toe te kennen aan magistraten die benoemd worden op plaatsen die voorbehouden zijn aan tweetalige kandidaten. » (ibid., pp. 5-6) B.9. Het criterium van benoeming in een rechtscollege waar ten minste een gedeelte van de magistraten krachtens de wetgeving op het gebruik der talen in gerechtszaken het bewijs moet leveren van de kennis van meer dan één landstaal en het criterium van daadwerkelijke uitoefening van het ambt in het rechtscollege waar men benoemd is of van vervulling van een opdracht in een dergelijk rechtscollege zijn objectieve criteria. Het verschil in behandeling op grond van die criteria is pertinent om de in B.8 vermelde doelstellingen te bereiken, vermits alleen in die rechtscolleges een problematische behoefte bestaat aan magistraten in ambten voorbehouden aan tweetalige kandidaten en derhalve mag worden verwacht dat die magistraten een dergelijk ambt ook daadwerkelijk uitoefenen of vervullen om recht te hebben op de taalpremie. Gelet op de bestaande, specifieke behoefte en de omvang van de taalpremie is die maatregel ook niet onevenredig met de nagestreefde doelstelling. B.10. Op grond van de bestreden maatregel kunnen de toegevoegde rechters en substituten evenmin aanspraak maken op de taalpremie omdat die magistraten, wegens de specificiteit van het ambt, reeds een premie ontvangen die gelijk is aan de taalpremie voor de louter passieve schriftelijke kennis van de andere taal (Parl. St., Kamer, 2002-2003, DOC 50-2310/003, p. 4). De maatregel om aan die magistraten die weliswaar aan de overige voorwaarden kunnen voldoen, de taalpremie niet toe te kennen, is niet zonder redelijke verantwoording. De toegevoegde magistraten die het bewijs van kennis van een andere taal hebben geleverd, kunnen immers zonder financieel nadeel worden benoemd in ambten die zijn voorbehouden aan tweetalige kandidaten. B.11. Het criterium van een quotum per rechtscollege is eveneens een objectief criterium dat pertinent is ter verwezenlijking van de doelstellingen van de maatregel. Vanaf het ogenblik dat de personeelsformaties voor ambten die zijn voorbehouden aan tweetalige kandidaten zijn ingevuld, is er immers geen specifieke nood meer aan bijkomende kandidaten. De maatregel komt derhalve tegemoet aan het streven naar een volledige invulling van de personeelsformaties. Dat zodra die doelstelling is bereikt, de andere doelstelling, namelijk kandidaten ertoe aanzetten aan het taalexamen deel te nemen, niet langer wordt bevorderd door de maatregel, doet daaraan geen afbreuk. De wetgever vermocht rekening te houden met de beperktheid van de omvang van de budgettaire middelen die de vaststelling van ruimere toekenningsvoorwaarden in de weg stond (Parl. St., Kamer, 2002-2003, DOC 50-2310/003, p. 6). B.12.1. De toekenning van de taalpremie is evenwel nog onderworpen aan een bijkomend criterium, namelijk de dienstanciënniteit van de magistraat binnen het betrokken rechtscollege. Volgens de verzoekende partijen leidt de maatregel ertoe dat indien een magistraat met een hogere dienstanciënniteit slaagt voor het taalexamen nadat het quotum is bereikt, de taalpremie wordt ontnomen aan een magistraat met beperktere dienstanciënniteit die voordien slaagde. B.12.2. Naar luid van het bestreden artikel 357, § 4, tweede lid, tweede zin, van het Gerechtelijk Wetboek gebeurt de toekenning van de premie op basis van de dienstanciënniteit van de magistraat binnen het betrokken rechtscollege. Indien die maatregel daadwerkelijk zou leiden tot het door de verzoekende partijen aangehaalde gevolg, zou hij onevenredig zijn met de door de wetgever nagestreefde doelstelling omdat een financieel voordeel zou worden ontnomen aan een magistraat die eerder dan diens collega met hogere dienstanciënniteit binnen hetzelfde rechtscollege, heeft bijgedragen tot het bereiken van de door de wetgever nagestreefde doelstelling. Die bepaling kan evenwel ook aldus worden uitgelegd dat het criterium van de dienstanciënniteit slechts geldt voor de toekenning van de premie, en niet voor het verdere behoud ervan. In die interpretatie kan het voordeel van de taalpremie, anders dan de verzoekende partijen beweren, niet worden ontnomen aan een magistraat wanneer een collega met hogere dienstanciënniteit slaagt voor het taalexamen nadat het quotum in het rechtscollege reeds is bereikt. De toekenning van de taalpremie op grond van de dienstanciënniteit is in die interpretatie een objectieve en redelijk verantwoorde maatregel, omdat hij rekening houdt met de concrete noden in het betrokken rechtscollege op het ogenblik waarop de premie wordt toegekend en geen daaropvolgende onredelijke gevolgen kan sorteren. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep onder voorbehoud van de interpretatie in B.12.2. Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 21 december 2004. De griffier, P.-Y. Dutilleux. De voorzitter, | « L'objectif [...] consiste à stimuler les candidatures aux places vacantes de magistrats réservées à des candidats justifiant de la connaissance d'une autre langue que celle de leur diplôme en vertu des dispositions de la loi du 15 juin 1935. Il se justifie en conséquence de limiter l'octroi de la prime aux seuls magistrats nommés sur une place réservée à des candidats bilingues. » (ibid., pp. 5-6) B.9. Le critère de la nomination dans une juridiction où une partie au moins des magistrats sont, en vertu de la législation sur l'emploi des langues en matière judiciaire, tenus de justifier de la connaissance de plus d'une langue nationale et le critère de l'exercice réel des fonctions au sein de la juridiction où l'on est nommé ou de l'accomplissement d'une mission dans une telle juridiction sont des critères objectifs. La différence de traitement basée sur ces critères est pertinente pour atteindre les objectifs mentionnés au B.8, puisque ce n'est que dans ces juridictions qu'existe un besoin non satisfait de magistrats pour des emplois réservés à des candidats bilingues, et on peut donc s'attendre à ce que ces magistrats exercent ou remplissent réellement une telle fonction pour avoir droit à la prime linguistique. Compte tenu des besoins spécifiques existants et de l'importance de la prime linguistique, cette mesure n'est pas non plus disproportionnée à l'objectif poursuivi. B.10. Sur la base de la mesure attaquée, les juges et substituts de complément ne peuvent pas non plus prétendre à la prime linguistique, parce que ces magistrats, en raison de la spécificité de leur fonction, reçoivent déjà une prime égale à la prime linguistique pour la connaissance écrite purement passive de l'autre langue (Doc. parl., Chambre, 2002-2003, DOC 50-2310/003, p. 4). La mesure qui n'accorde pas la prime linguistique à ces magistrats qui peuvent certes remplir les autres conditions n'est pas dénuée de justification raisonnable. Les magistrats de complément qui ont apporté la preuve de leur connaissance d'une autre langue peuvent en effet être nommés sans préjudice financier à des emplois réservés à des candidats bilingues. B.11. Le critère du quota par juridiction est également un critère objectif qui est pertinent pour réaliser les buts poursuivis par la mesure. En effet, à partir du moment où les cadres du personnel sont complets en ce qui concerne les emplois réservés à des candidats bilingues, il n'existe plus aucun besoin particulier de candidats supplémentaires. La mesure répond dès lors à l'objectif de remplir complètement les cadres. Le fait que, cet objectif étant atteint, l'autre objectif, qui est d'inciter les candidats à participer à l'examen linguistique, n'est plus alors poursuivi par cette mesure, n'y change rien. Le législateur pouvait tenir compte de la limitation des moyens budgétaires qui empêchait l'adoption de conditions d'octroi plus larges (Doc. parl., Chambre, 2002-2003, DOC 50-2310/003, p. 6). B.12.1. L'octroi de la prime linguistique est toutefois encore soumis à un critère supplémentaire, à savoir l'ancienneté de service du magistrat au sein de la juridiction concernée. Selon les parties requérantes, la mesure signifie que, si un magistrat possédant une ancienneté de service plus grande réussit l'examen linguistique après que le quota a été atteint, la prime linguistique est retirée au magistrat disposant d'une ancienneté de service moins grande qui avait réussi l'examen préalablement. B.12.2. Aux termes de l'article 357, § 4, alinéa 2, deuxième phrase, attaqué, du Code judiciaire, l'octroi de la prime s'opère sur la base de l'ancienneté de service du magistrat au sein de la juridiction concernée. Si cette mesure devait réellement avoir l'effet évoqué par les parties requérantes, elle serait disproportionnée à l'objectif poursuivi par le législateur, parce qu'elle retirerait un avantage financier à un magistrat qui a contribué à atteindre l'objectif poursuivi par le législateur, avant son collègue disposant d'une ancienneté de service plus grande au sein de la même juridiction. Cette disposition peut toutefois aussi être interprétée en ce sens que le critère de l'ancienneté de service ne vaut que pour l'octroi de la prime, mais non pour le maintien de celle-ci. Dans cette interprétation, le bénéfice de la prime linguistique ne pourrait pas, contrairement à ce que soutiennent les parties requérantes, être retiré à un magistrat lorsqu'un collègue disposant d'une ancienneté de service plus grande réussit l'examen linguistique après que le quota a déjà été atteint au sein de la juridiction. L'attribution de la prime linguistique sur la base de l'ancienneté de service est, dans cette interprétation, une mesure objective et raisonnablement justifiée, parce qu'elle tient compte des besoins concrets au sein de la juridiction en cause au moment où la prime est attribuée et qu'elle ne peut avoir des effets déraisonnables ultérieurs. Par ces motifs, la Cour rejette le recours sous réserve de l'interprétation donnée en B.12.2. Ainsi prononcé en langue néerlandaise, en langue française et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 21 décembre 2004. Le greffier, P.-Y. Dutilleux. Le président, |
| A. Arts. | A. Arts. |